POPULAIR \II1\AS-1 2e Jaargang. Donderdag 27 November 1884. No. 428. Als liet maar mode is! FEUILLETON. De Wraat ra Aen Meter. ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per maand40 Cents. Franco door gelieel het Rijk p. maand 55 Afzonderlijke Nommers 5 Verschijnt Dagelijks uitgemmen Zin- en algemeene Feestdagen. Brieven, gelden, advertentiën enz. franco te adresseeren aan het Bnrean, Kleine Houtstraat No. 9. Hoofdagenten voor het Buitenland Compagnie Génerale ie Publieité T.trangere G. L. BAH BE 4" Go., JOH. F. JONES, Suer., Parijs, Sliis Faubourg Mtntmartre. ADVERTENTIËN: van 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents. Groote letters naar Plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen tot 's middag 12 uur. MUSEUMS EN ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN HAARLEM. Rijksmuseum van Schilderijen op het Paviljoen. Geope»d op werkdagen van 10 tot 4 nur; op Zon- en Feestdagen van 121 tot 4 anr- Kinderen beneden de 8 jaar hebben geen toegang, kinderen van 8 t#t 12 jaar alleen onder geleide. Toeging vrij. Koloniaal museum op het Paviljoen. Ingang Dreefzijde 2e deur. Geopend dagelijks van 10 tot 4 uur. Toegang 25 cents per persoon. Donateurs en leden der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hebben op Vertoon van diploma vrijen toegang, donateurs met gezelschap, leden met 1 dame. Museum van kunstnijverheid op het Paviljten. Ingang Dreefzijde le deur. Geepend dagelijks van 10 tot 4 uur. Toegang 25 cents per persoon. Donatenri en leden der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hebben op vertoon van diploma vrijen toegang, donateurs met gezelschap, leden met 1 dame. Bisschoppelijk museum voor kerkelijke oudheid, kunst en geschiedenis, vooral van Nederland en meer hijzonder van het Haarlemsche Bisdom, Kruisweg No. 59. Geopend dagelijks, uitgenomen Zaterdng, Zon- ea Feestdagen, van 1#5 uur. Toegang 25 cents per persoon. Poorloopende toegangskaarten voor een geheel jaar l 1 gulden. Museum der stad Haarlem op het Raadhuis. Geopend van 15 April tet 14 October alle werkdagen van 1#4 uur, van 15 October tot 14 April op die dagen van 103 nnr tegen betaling ran 25 cents per persoon, alleen op Zondagen kosteloos van 124 uur, de overige Christelijke feestdagen tegen betaling van 25 cents per persoon. Kinderen beneden de 8 jaren worden im het geheel niet toegelaten; kinderen van 8 tot 14 jaren niet dan onder behoorlijk geleide. leylers museum in de Damstraat.. Geopend dagelijks uilgenomen Zaterdag, Zon- en Feestdagen vat 113 uur. Teylers bibliotheek. Geopend Woensdag, Donderdag, Vrijdag en Zaterdag van 14 nnr. Stadsbibliotheek Prinsenhof. Geopend "Woensdag en Zaterdag van 24 uur. Orgel-bespeling in de Groote Kerk. Dinsdag van 12 en Donderdag van 28 uur. Toegang (deur Ondegrocnraarkt) vrij. H. De kleeren maken den man, of wat eigenaardiger is, de vrouw, want vooral zij is het, die de trouwe sla vin der mode is. De mannen denken er in het algemeen luchtiger over en bekommeren er zich minder om, of ieder kleedingstuk, dat zij dragen, wel volgens de laatste mode is. Een uitzondering hierop maken de jon gelingen, die in de periode verkeeren, waarin het nog uitgemaakt moet worden, of het donzige op hun aan gezicht «haar of veeren» zal worden, en vooral ook zij, die een jonge dame het hof maken, of er reeds mede geëngageerd zijn, dragen den uiter sten zorg voor hunne kleederen, op dat zij in alle deelen beantwoorden aan de eischen door de mode gesteld. Zoodra een man of jongeling in an dere gevallen te veel werk van zijn kleeding maakt, wordt hij al spoedig het mikpunt voor spotternij, en de uitdrukkingen in den mond des volks: 't is me een «branie», een «dandy», een «saletjonker», een «fijn heertje», soms zelfs van mannen gesproken een «fijn juffertje», duiden genoeg zaam aan, dat ze nu juist niet hoog in de gunst en achting aangeschre ven staan. Trouwens, bij een man valt dat volgen der mode niet zoo spoedig in het oog. De hoed is het voornamelijk, die door de jaarlijksche wijzingen van den vorm het eerst huiten model geraakt, en gerust be hoeft hij niet van het jaar dertig te zijn, om geheel en al van de mode af te wijkengeen roode doorschijn, geen petroleumglans zijn noodig om van hem te getuigen, dat hij jaren lang zijn plicht gedaan heeft, want het verschil in hoogte of laagte, in Naar liet Eransch. VAN XAVIER DE MONTÉPIN. 56. Madeleine slaakte een doordrin genden gil en maakte zich wellicht onbewust uit de omstrengeling los van den arm, die haar hield om klemd. De burggraaf maakte een ongeloovig en minachtend gebaar. Jeanne voer voort: O, ik weet wel, dat gij aan mijn woorden geen geloof hecht, maar straks zult gij mij moeten gelooven. Mijnheer Lu- cien de Villedieu, de vrouw, die gij eergisteren gehuwd hebt, is de doch ter van burggraaf Armand de Vil ledieu, uw vader, den minnaar van gravin Margaretha! Uw vader is vorm van bol of rand duidt aan, of hij veel of weinig diensttijd heeft. Overigens moge men nog hier of daar mannen zien, die met een jas met groote omslagen van een paar palm op den mouw, een lijfstuk waarin zij getrouwd zijn en waarin ze hun zilveren bruiloft hebben ge vierd, rondloopen; de smaak is ook op dit gebied vooruitgegaan en vooral sedert de confectie-magazijnen doel matige kleedingstukken voor weinig geld en sierlijk vervaardigd, aanbie den, zien de meesten van het sterke geslacht er tamelijk nieuwmodisch uit en zelden treft men ze in de steden nog aan, die halsstarrig wei geren de mode van dertig jaar ge leden te verlaten. Zelfs een Czaar Peter de Groote, die met een slaap muts op, in een borstrok en zonder halsdoek of boord om, aan feestmaal tijden en hooge vergaderingen voor zat, zou meer navolging vinden, want ook de burgerlieden houden er tegen woordig nog zwarte rokken enz. op na, om op gewichtige plaatsen deftig te verschijnen. Meer dan de mannen zijn de vrouwen geneigd eiken gril van de mode op te vol gen. «Goede wijn behoeft-geen krans» en het schoone geslacht zou gerust al die zwier en opschik kunnen laten varen, want juist eenvoud is het kenmerk van 'tgeen waarlijk schoon is. Maar in plaats van dit te over wegen, trachten de dames met elk ander te wedijveren, wie harer wel de laatste snufjes der mode het eerst heeft, en onder haar is het dragen van een kleed, dat sinds eenige «sai- sons» uit de mode is, een bewijs, dat de zaken niet floreeren en het met de financiëele aangelegenheden er slecht uitziet. Schitteren met prachtige kleede ren en anderen opschik is voor vele dames het gewichtigste werk; zelfs niet, zooals gij meent, omgekomen doordien hij noodlottigerwijs in de Loire is verdronken. Hij is in den nacht van 20 September 1820 ver moord door graaf de Vezay, die hem om twee uur 's nachts in de kamer der gravin op heeterdaad betrapte. Dit wilde ik u zeggen, mijnheer, dit wilde ik u bewijzen. Maar gij zijt niet tot mij gekomen en nu is het te laat! Lucien werd doodsbleek. Hij trachtte evenwel honend te lachen. Gij vervult daar een armzalig goochelspel, mejuffrouwprevel de hij. O zoo, gij gelooft mij aldus niet? antwoordde Jeanne.Het is waar, bewezen heb ik niets. In uw oogen schijn ik gek te zijn of te liegen. "Welnu, mijnheer, lees dan en gij zult mij gelooven. Zij hield de brieven van Marga retha, die zij uit haar keurs had getrokken, Lueien voor oogen. Deze de dienstboden doen op dit punt voor hare meesteressen niets onder, en men weet dikwijls niet, als men bij een onbekende aanschelt of men mevrouw of de meid voor zich ziet, zoodat het woord «dame» i.i de keel blijft steken, in de vrees of men soms een flater zou maken. Dat najagen der modes komt menig huisvader jaarlijks op aanzienlijke sommen te staan en brengt velen ten val, want juist als de zaken niet meer zoo bloeiend zijn als vroeger, gaat dik wijls de vrouw zich meer opschik ken en opsmukken om aldus aan buren, begunstigers en ook aan leve ranciers diets te maken, dat het karretje op een zandweg rijdt. Zoo vaak gebeurt het dat iemand, die gedacht had een degelijke, verstan dige vrouw te trouwen te laat ont waart, dat hij slechts een «modepop» tot gezellin genomen heeft, wier hoogste wellust is zich te kleeden eu verkleeden, en die uren voor den spiegel staat, om zich te be wonderen. Een overzicht te geven van al de modes, die elkander gedurende den loop der jaren opgevolgd hebben, zou een reuzenarbeid wezen en vooral tegenwoordig wisselen zij elkander zoo snel af, en komen zij uit in zoo groote verscheidenheid, dat het niet lang zal duren of alles is mode. Wat mode is, heet mooi, kunnen we met recht zeggend/Wie herinnert zich niet de bespottelijke dracht van voor eenige jaren, die thans weer dreigt terug te keeren, we bedoelen het dragen van crinolines of hoepelrok ken? Zat ge in het spoor en een dame met zulk een machine aan zat tegenover u, dan weet ge niet waar uw beenen te steken; moest ge haar voorbijgaan in waggon of diligence, ge diendet een aanloop te nemen om er overheen te springen nam ze met bevende hand aan en doorliep den inhoud met verwilder den blik. Madeleine voelde, dat zij het zoude besterven. Naar gelang Lucien voortlas, werd hij al bleeker en bleeker en spalkte de oogen wijd open. Welnu, mijnheer, vroeg de onverbiddelijke Jeanne, zie maar eens. Twijfelt gij nu nog langer? Drijft gij nu nog den spot met mij Gij beweert derhalve, sta melde Lucieu met doffe stem, dat de Vezay van de schuldige liefdes betrekkingen kennis droeg, waarvan deze brieven het bewijs leveren? Om welke reden zou hij uw vader vermoord hebben, als hij van de echtbreuk onkundig was? Vermoord! herhaalde Lu cien. Ja, mijnheer, en ook daarvan zult gij welhaast het bewijs heb ben, nog schrikkelijker dan het voor gaand#. liep er bij ongeluk bij het uitgaan van een kerk, een schouwburg of iets anders een dame voor u, tien tegen een, of ge traptet haar de crinoline van de beenen en zij zelve, goede Hemel! welk een monsterach- tigen omvang had zijAls men haar aanzag, *vas men bevreesd, dat zij bij een fermen rukwind opgenomen zou worden en als een luchtballon opstijgen. En zulk een afzich telijke mode zou men weder invoe ren, en alle dames zouden hare be vallige leden weder met zulk een wangedrocht tooien!» Toch komt die mode weer in zwang dadelijk zullen er velen onder de dochteren Eva's gevonden worden, die zich weder een crinoline zullen aanschaf fen, want chique of niet chique, de mode weet wel, hoe het hoort. Dat verklaart het ook, hoe zoovele on zer dames tegenwoordig iets lager dan den rug zulk een verhevenheid hebben, in de wandeling «queue de Paris» genaamd. Dat een kameel of drommed&ris een bult draagt,ligt aan de natuur dier beesten en zonder zulk een uitwas zou men ze als die ren van hun soort misvormd mogen heeten, maar dames, die er prijs op stellen, voor schoonheden van den eersten rang door te gaan met zulk een parademaker van achteren te zien loopen, is eenvoudig bespot telijk. Wie dan no^ weet op welke wijze die «queues» dikwijls aangebracht zijn, vindt de zaak nog belachelij ker. Verloor nog niet onlangs een dame van den deftigen stand in het Vondelpark te Amsterdam een ouden tuinhoed van haar man, dien zij, den hoed namelijk, op een zekere plaats verborgen had. In een winkel dezer stede liet nog wel een freule bij ongeluk een «anapékussen val len, dat zij ter opvulling De burggraaf was onder deze her haalde aanvallen geheel en al ver pletterd. Maar hij was zijn aandoe ningen weder spoedig meester. Neen, neen, dit is onmoge lijk riep hij uit. Ofschoon ik het met eigen oogen zie, weiger ik nogtans er geloof aan te slaan. Nooit of nimmer zou graaf de Vezay zijn toestemming gegeven hebben tot een huwelijk tusschen broeder en zus ter. De graaf is een edel grijsaard eu in geenendeele een moordeüaar. Kom Madeleine, laten wij tot uw vader gaan. Ik zal hem alles ver tellen. Hij zal ons alles ophelderen! Hij zal ons dit vreeselijk geheim verklaren. De burggraaf greep de verstijfde haud zijner jeugdige gade en voerde haar naar het kasteel terug. Snel maar heen! prevelde Jeanne, om een nieuw onheil te vernemen Zij volgde hen op een afstand. had en vele dames gaan tegenwoor dig op reis met haar bagage in plaats van aan de hand; van achte ren vastgebonden. Maar zoolang de queue mode blijft, hindert zulks niet; naar men zegt, denkt men er in Parijs aan den uitwas hoogerop te bren gen en misschien beleven we het volgend jaar de grap, dat alle dames kunstmatige bochels dragen. Maar wie zou er dan iets tegen durven ■gen, als de mode het voorschrijft? Kan hetzelfde niet gezegd worden ten opzichte van den haartooi. Een aantal dames kunnen trotsch zijn op beur sierlijke lokken, zelfs hangt hare schoonheid voornamelijk van de weelderigheid en kleur der haren af, en toch misvormen zij zich dik wijls door het op een afschuwelijke manier op te maken. Wel behoeven de kappers tegenwoordig geen lad dertje te gebruiken, om hun werk te verrichten, gelijk dit vroeger plaats vondwel ziet men geen ge poederde pruiken meer; ook de ponny is door de dames uit hoogen stand verbannen naar dien der volksklasse, maar nu komen zij gekapt a la Fédora, dat is met het haar zooda nig, alsof zij juist uit bed gestapt zijn! Weinig helpt het echter den draak te steken met dergelijke on bevallige uitingen der modeal het schrijven daartegen is vruchteloos; de mode geeft nu reeds zooveel eeuwen de wet; de dames, de bes ten niet te na gesproken, stellen er zooveel prijs op volgens den laat- sten smaak gekleed te gaan, de zucht naar het nieuwe en buitensporige is iedereen zoo eigen en naaperij is dermate gewoonte geworden, dat de mode, zoolang de wereld duurt, zftl voortgaan in een bonte afwisseling van licht of donker, fijn of grofi effen of ruw, smaakvol of smake loos de wijze aan te geven, hoe ieder Toen Lucien en Madeleine de slot- plaats bereikten, scheen een vreemd soortige verwarriDg op het kasteel te heerschen. Een postwagen stond voor het bordes. De verschrikte knechten vereenigden zich bij de keukendeur. Twee bereden gendar men liepen met het musket op de schouders de plaats op en neer. An dere bezetten al de uitgangen van het kasteel. Mijn Hemel! wat gebeurt hier? ik gevoel mij beangstriep Ma deleine uit. Lucien antwoordde niet. Hij be klom de treden van het bordes, ter wijl hij krachtig zijn jonge vrouw, wier beenen knikten, ondersteunde. Een veldwachter had hij de deur der vestibule post gevat. Lucien wilde hem voorbiigaan. De schild wacht zette zich schrap voor de deur en zeide: Verboden toegang. Neem me niet kwalijk,mijnheer, antwoordde de jonkman met tril-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1884 | | pagina 1