Haarlem 2 December 1884.
Onderstaand stuk lezen wij als
ingezonden in de H. Ct. van beden, j
en we meenen ook velen onzer lezers
door het bier te vermelden een ge
noegen te doen:
Zaterdagavond 29 November bad
bier op het gebied der nijverheid
een bemoedigende gebeurtenis plaats.
De firma Gebrs. Figee, machine-
fabrikanten, die gedurende dezen
winter zich werk verschaft hebben,
zoodat in deze zorgvolle dagen op
arbeidsgebied velen brood gewaar
borgd is, opende hare nieuwe ruime
werkplaats met een St. Nicolaasieest
voor de kinderen der werklieden.
De flinke ruimte was door 6 lampen
electrisch verlicht, en werd gevuld
door de werklieden met hunne vrou
wen en kindereu, de familie Figee.
familieleden en genoodigden. Na een
sierlijken vaandelmarsch door de
jongens, onder leiding van onzen bij
de jeugd zoo hoog gewaardeerden
heer Martin, reed St. Nicolaas te
paard de zaal binnen met zijn zwar
ten knecht. Hij trok over smalspoor
eene reeks van wagentjes, waarin de
muziek en versnaperingen en twee
St. Nicolaastafels, bevracht met al
lerlei geschenken voor de jeugd.
Deze was opgetogen en kon zich
prijs verzekeren door óf papa Bis
marck de slaapmuts van het hoofd
te gooien óf een paar allerliefste
aapjes uit een ton te voorschijn te
kloppen met den bal. Maar indruk
wekkend en aandoenlijk was het,
toen al de werklieden in verschil
lende groepen van arbeid, onder aan
voering van den werkmeester, zich
in optocht schaarden en op wijze
van het Oostenrijksche volkslied te
zamen een danklied aanhieven, dat,
door één hunner vervaardigd, juist
om zijn kunsteloozen eenvoud het
hart goed deed. Hier bleek, welk
een goede verhouding er bij dezen
belangrijken tak van nijverheid is
tusschen patroons en werklieden.
Hier bleek weder, dat het kapitaal
niet is de dommekracht, die den ar
beider verplettert, maar het arbeids
vermogen, dat velen tot den arbeid
drijft. Wij wenschen den geachten
firmanten toe, dat zij hunne toewij
ding mogen gezegend zien door den
ijver, de matigheid, de ordelievend
heid hunner werklieden. Wie zoo
tot een zegen wil zijn op het gebied
der thans zoo gedrukte nijverheid,
verdient tot een zegen te zijn. T.
Een gedenkwaardige dag was
die van gisteren voor den heer P.
van Cittert, eerste onderwijzer aan
de school der Vereenigde Doopsge
zinde gemeente alhier.
Deze heer toch, vierde het feest
zijner vijf en twintigjarige ambts
vervulling. In het feestelijk met
groen en bloemen versierde school
lokaal werd de jubilaris ontvangen
door heeren leden van den kerkeraad.
van de commissie over de school en
van de plaatselijke schoolcommissie,
door familie, personeel en leerlingen,
die den jubilaris als om strijd met
gelukwenschen overlaadden, waarna
de heer A. H. Kuipers, als voorzit
ter van de commissie over de school,
hem in hartelijke bewoordingen toe
sprak en geiukwenschte. Ook de
heer H. J. Overbeek, het hoofd der
school, sprak zijne waardeering uit
en bracht hulde toe aan den feest
vierende.
Vervolgens zongen de schoolkin
deren een toepasselijk lied, terwijl
gij mijzelf dank weet, berouw te ge
voelen.
Verlies ook niet uit het oog,
dat, hoe vreeselijk u de plichten,
die ik vervul, toeschijnen, zij even
wel gebiedend worden gevorderd.
Goed mijnheer, ik zal u vol
gen, daar het noodzakelijk is.
Ik verwittig u mijnheer, dat
uw knechten onder toezicht der gen
darmerie op de binnenplaats veree-
nigd zijn. Zoo gij al deze onbe
scheiden blikken wilt vermijden en
er een andere uitgang dan de ves
tibule en de groote trap is, kunt
gij dien ons aanwijzen.
Er is een andere.
Hebben wij in de onderaard-
sche gangen licht noodig?
Ja, mijnheer.
De rechter van instruktie gaf zijn
secretaris een teeken.
Deze nam van den schoorsteen
een kandelaar met 8 kaarsen, die
hij allen aanstak.
eenige verrassingen hunnerzijds den
beminden onderwijzer ten deel vie
len. De leerlingen werden voorts
door den kerkeraad onthaald, en nog
lang weerklok in het schoollokaal
hun gezang en gejubel.
De heer van Cittert, gevoelig voor
deze blijken van hoogachting en be
langstelling, dankte bij herhaling
voor de onderscheiding,die hem dezen
dag ten deel viel, en verzekerde dat
deze nog lang in zijne herinnering
zoude blijven voortleven.
In de afgeloopen maand No
vember in het stedelijk museum op
het stadhuis alhier door 122 perso
nen tegen en 289 zonder betaling
bezocht.
De heeren Gebr. Figee hebben
van het gemeentebestuur vergunning
gekregen om hunne bestaande fa
briek aan de Brouwersvaart uit te
breiden door vergrooting der vuur-
werkerij en verplaatsing der grof-
smidsbaukwerkerij in het perceel
Brouwersvaart no. 148, kad. sect.
T. no. 5012.
Gedurende de afgeloopen maand
zijn door de politie alhier 48 per
sonen vervolgd wegens dronken
schap op straat. In de maand No
vember van het vorig jaar was dit
getal 52 dus 4 meer.
De Minister van waterstaat,
handel en nijverheid heeft bepaald,
dat pakketten, mits geen gedragen
kleedingstukken, beddegoed of lom
pen inhoudende, thans weder ter
verzending per post langs den weg
van Duitschland naar deItaliaansche
provinciën Cosenza, Catanzaro en
Reggio Calabria kunnen worden toe
gelaten. Sicilië, Sardinië en Elba
blijven voorloopig van het verkeer
uitgesloten.
Bij K. B. is Zr. Ms. Besluit
van 27 Mei 1880 no. 13, voorzoo-
veel betreft het reglement der on
derlinge levensverzekering van Eigen1
Hulp, gevestigd te 's-Hage, inge
trokken en is het gewijzigd regle
ment van gemelde levensverzeke
ring goedgekeurd. [St. Ct.)
Vrijdag avond werd door het de
partement te Houtrijk en Polanen
het lOOjarig bestaan der Maatschap
pij tot Nut van 't Algemeen recht
feestelijk herdacht. De heer J. M.
Assink Calkoen, predt. te Sloterdijk,
sprak de feestrede uit. In eene keu
rige rede schetste hij den oorsprong
en de werking der Maatschappij in
al wat zij deed, wat zij doet en wat
haar te doen overblijft, terwijl hij
ten slotte de openingsrede van den
heer de Veer in herinnering bracht
en de talrijk aanwezigen krachtig
opwekte tot het aanwerven van
nieuwe leden, om daardoor de Maat
schappij zedelijk en financiëel te
steunen. Daarna werden de tegen-
woordigen onthaald op verschillende
letterkundige en muzikale voordrach
ten door welwillende medewerking
van de heeren Kruseman, den heer
en mevr. van Oyen te Haarlem, J.
Wils en mevr. Holwerda te Hout
rijk en Polanen, den heeer en mej.
Demmers en v. Weerdenburg te
Sloten. Een geanimeerd bal besloot
deze feestelijke samenkomst.
Henri Léon, de kassier van de
firma Raphael, die te Havre is ge
arresteerd, werd gisterenmiddag met
den trein van 2.58 u. gevankelijk
te Amsterdam overgebracht.
Kom! zeide de prokureur
des konings, terwijl hij de Vezay
bij den arm vatte, zoowel om den
waggelenden grijsaard te ondersteu
nen als om elke poging tot ont
vluchting te voorkomen.
De graaf liet zijn gast den ge
heimen trap afdalen, die op een deur
uit kwam voor het dienstpersoneel
bestemd, aan deze deur stond even
als aan al de anderen een politie
dienaar op post.
Bij het zien van den uniform en
den met zilver gegalloneerden hoed,
ontstelde de Vezay hevig.
Moet ik u volgen mijnheer de
prokureur? vroeg de gendarme,
die op aangrijpende tooneeltjes be
lust was.
Onnoodig, luidde het ant
woord.
De graaf, de prokureur des ko
nings, de rechter van instruktie^ en
zijn secretaris kwamen weldra bij
een andere zware en hechte deur,
Zaterdag ochtend had een man in
de Vinkenstraat te Amsterdam het
ongeluk, bij het hakken van hout,
zijn 9jarig zoontje, dat het gehakte
hout bijeenraapte, op de hand te
hakken. De knaap verloor 2 vingers
en verkeert in zorgwekkenden toe
stand.
Gisterenochtend is in de stoom-
olieslagerij van den heerP. teWor-
merveer, de timmerman P. met de
pletrollen in aanraking gekomen;
een zijner armen is tot den elleboog
verbrijzeld.
Na het bericht, dat de marinier
te Nieuwediep, die eene portefeuille
met belangrijke geldswaarde gevon
den en aan den eigenaar terugbe
zorgd had, van dezen tot belooning
een gulden heeft gekregen, wordt
nader gemeld, dat den marinier la
ter nog twintig gulden ter hand ge
steld is door den eigenaar der por
tefeuille.
De wachtmeester der maréchaus-
sée Vogel te Breda ontmoette, van
Dordrecht reizende, in den trein een
reiziger, wiens voorkomen hem ver
dacht voorkwam, en in wien hij
meende te herkennen den persoon,
die door de rechtbank te 's-Hage
was gesignaleerd als de oud-notaris
Cyrille Lescardé uit Neufville St.
Vourt, beschuldigd van misbruik
van vertrouwen. Onmiddellijk werd
de vreemdeling in hechtenis geno
men en ter beschikking van den
officier van justitie te 's-Hage ge
steld.
Twee werklieden vielen te Breda
met eene stelling naar beneden. De
een brak zijn enkel en de tweede
kreeg, met den val, een zwaren
hardduinsteen. die mede op de stel
ling was, op zijne borst. Beide werk
lieden, die gehuwd en vaders van
een talrijk gezin zijn, zijn in zeer
zorgwekkenden toestand naar het
ziekenhuis vervoerd.
Onder de gemeente Maasniel
(Limb.) heeft zich het volgende ge
val voorgedaan
Een vreemdeling, vermoedelijk een
Belg, kwam daar bij een bejaarde
vrouw met het bericht, dat hare
dochter, die in Pruisen dient, ge
vaarlijk ziek was, en verzocht haar,
hem naar hare dochter te volgen,
daar hij ook in Pruisen in 't zelfde
dorp woonde. De oude vrouw begaf
zich terstond, na eenig geld bij zich
gestoken te hebben, met den vreem
deling naar het Pruisische dorp
Elmpt. Op Pruisisch grondgebied
gekomen, in het uitgestrekte Elmp-
ten-bosch, werd de vrouw door hem
aangevallen en van haar geld be
roofd, waarop hij de vlucht nam.
Van de voorgewende ziekte was
niets waar. Het verhaal had alleen
moeten dienen, om tot diefstal te
kunnen overgaan.
De Pruisische politie doet alle
moeite om den aanrander in handen
te krijgen.
Van een op de reede te Ter-Neu
zen liggenden, van Antwerpen ge
komen schooner, is Zaterdag eene
sloep omgeslagen, waarbij twee ma
trozen zijn verdronken.
Van een op de reede voor Ter-
Neuzen liggende Duitsche brik zijn
Zaterdag vier matroozen gedeser
teerd. In Zuid-Beveland door de
politie opgespoord, zijn ze eergiste-
waarvan het bovengedeelte met
een blazoen prijkte. Ook daar stond
een gendarme. De Vezay bleef stand
houden.
Hier is het, stamelde hij
nauw hoorbaar.
HET GEOPENDE GRAF.
De prokureur des konings stak
achtereenvolgens de twee sleutels in
het slotmaar een twintigjarige
roestlaag had de tong en de schoot-
plaat geheel overdekt, zoodat de deur
niet openging.
Probeer gij eens, zeide de
prokureur tot den secretaris en gaf
hem de sleutels over.
De secretaris overhandigde den
kandelaar aan den gendarme en deed
alle mogelijke moeite om het doel
te bereiken. Zijn volharding werd
met goed gevolg bekroond. Het slot
kraakte en knarste en ten laatste
week het terug. ;Dejeerste deur was
renmorgen van Vlissingen te Ter-
Neuzen aangebracht en naar boord
teruggevoerd. Bij het verlaten van
het schip hadden zij eerst den kapi
tein opgesloten en ook den kok be
dreigd.
Uit Ommen wordt aan de Zw.
Ct. geschreven:
Zaterdagmiddag omstreeks 4 uur
verspreidde zich alhier het bericht,
dat de Ommer kanaaldijk, niet ver
van de zoogenaamde Bisschopshaar,
ter plaatse waar een grondduiker
onder het kanaal ligt, was doorge
broken. Het bleek al spoedig dat
het bericht waarheid bevatte en dat
dwars door den kanaaldijk een gat
was gespoeld van ongeveer 6 voet
diep en 5 meter breed, zoodat het
aan de overzijde van den dijk ge
legen land geheel onder water werd
gezet en er vrees bestond dat de daar
gelegen huizen zouden onderloopen.
Dadelijk werd de afwateringsdui
ker geopend, daarna met het dem
pen van het gat een aanvang ge
maakt en den hoofdopzichter der
Dedemsvaart per expresse van het
gebeurde bericht gegeven en onder
zijn opzicht was men des avonds te
10 uur met het dempen reeds zoo
ver gevorderd, dat het gevaar als
geweken kon worden beschouwd en
de passage over den dijk weder
vrij was.
Te Kollum heeft eene misdadige
hand bij vier vaten petroleum, die
naast de woning van de weduwe J.
M. stonden, eene kool vuur gelegd,
met het doel brand te stichten, ter
wijl de huisgenooten in diepe rust
lagen. Gelukkig zag een voorbij
ganger de vonken opstijgen, wekte
de bewoners en was alzoo oorzaak,
dat een ernstig onheil voorkomen
werd. Politie en justitie zijn onver
moeid bezig om den dader op te
sporen.
Uit Tietjerk wordt ons gemeld:
Als iD het najaar de werkzaamheden
minder en derhalve ook de verdien
sten geringer worden, ziet menig
arbeider in deze streken om naar
een middel van bestaan. Niets is
dan voor hem gemakkelijker en ook
voordeeliger, dan zich toe te leggen
op het zoogenaamde fügéljlappen.
Yoor enkele guldens wordt hem
eene akte verleend, waardoor hij het
recht verkrijgt zooveel vogels te ver
delgen, als hem mogelijk is. Zoo
werden er de vorige week door en
kele personen niet minder dan 200
wilsters gevangen en gedood. Ons
zijn vogelvangers bekend, die door
dit bedrijf op eene wekelijksche ver
dienste van f90 h f100 kunnen
rekenen. De prijzen loopen uiteen,
maar op het oogenblik betalen de
poeliers per wilster f 0,35.
(N. R. Ct.)
Een goed Tjegin.
Eene allerliefste, achttien-jarige
jonge dame stond dezer te Munchen
voor den rechter; haar aanvallig,
door blonde krullen omlijst gezichtje
had zooveel behoorlijkheid, dat nie
mand die haar zag op de gedachte
zoude zijn gekomen, dat de jonk
vrouw zooveel kracht en energie
kon ontwikkelen als zij, blijkens het
verhaal van het volgende, onlangs
getoond had te bezitten.
De Bair. Gerit. Zeit. vertelt de
zaak aldus:
Mejuffrouw Martha H. had een
geopend. De secretaris trad zegevie
rend den verwulfden gang het eerst
binnen.
De gendarme, die door den kan
delaar, welken hij droeg, het ge
makkelijker dan zijn makker had
getroffen, werd gelast om den pro
kureur en zijn gezellen te volgen.
Dit liet hij zich geen tweemaal zeg
gen. Men bereikte de tweede deur.
Daar de onderaardsche doorgang
nog vochtiger was, had de roestlaag
nog een hoogeren graad van taai
heid en weerstandsvermogen verkre
gen.
Gedurende een oogenblik dachten
zij dat de half kromgedraaide sleu
tel in het slot breken zou. Maar dit
gebeurde niet en de secretaris bracht
zijn taak glansrijk ten einde. Een
vochtige lichtstroom woei denman
nen van het gerecht en den onge-
lukkigen graaf de Vezay in het aan
gezicht. Zij waren bij de grafkel
ders genaderd. De prokureur des
goed tfogje op een knappen jongen
man, en zekeren dag kordaatweg
tot hem gezegd«Paul, je bevalt
me, wij zullen samen trouwen.»
De jonge man keek heel verbaasd
op en antwoordde, toen hij bemerkte
dat de jonge dame er niet uitzag
alsof zij tegenspreken zou dulden,
«best juffrouw Martha, u maakt mij
overgelukkig.»
«Goed,» sprak het meisje, «dan
zijn wij dus van dit oogenblik af
verloofd en kan ik je nu gerust zeg
gen, dat er iets is wat je moet af
wennen; je loopt veel te druk in de
bierhuizen en dat is volstrekt niet
goed, ik heb er volstrekt niet tegen
dat je nu en dan een glas bier drinkt,
maar het moet met mate geschieden».
«Je hebt wel gelijk,» antwoordde
Paul, «ik beloof je dat ik zal op
passen en dat je geen reden van
klagen zult hebben.»
Alles ging eenigen tijd goed en
de beste harmonie heerschte tusschen
beiden, toen de heer Paul op zekeren
dag tot zijne oude zonde verviel en
weder druk naar de bierhuizen be
gon te loopen, terwijl hij bij voor
keur het lokaal van zekeren L. be
zocht.
Juffrouw Martha behoort volstrekt
niet tot die zenuwachtige schepsel
tjes die zich door dergelijke voor
vallen laten ter neder slaan«wacht
maar jongenlief», zeide zij tot haren
aanstaande, «ik zal je die lichtzin
nige streken wel afleerenwanneer
ik wist dat je een onverbeterlijk
mensch waart, zou ik je eeuvoudig
laten loopen, maar ik ben overtuigd
dat je, wanneer je maar goed ge
leid wordt, een heel solied man zult
worden.»
Toen Paul drie achtereenvolgende
avonden in het bierhuis had geze
ten, besloot Martha den vierden
avond om hem een lesje te gaan
geven; zij had gehoord dat haar
aanstaande zich met zijne vrienden
in het lokaal van L. bevond en ging
daar dan ook heen.
«Goeden avond,» zeide zij zeer
kalm, toen zij binnentrad, «mij dunkt
Paul, dat het nu wel tijd is om
naar huis te gaau.»
De vrienden lachten; «die vind
ik goed», zeide een hunner, «de jon
gen is nog niet eens getrouwd- en
nu wordt hij ai als een schooljon
gen behandeld. Dat moest men met
mij niet probeeren.» «Als Paul
een even liederlijk mensch was als
gij zijt, zojude ik mij hoegenaamd
niet met hem inlaten», antwoordde
Martha, «ik kom enkel maar hier
om hem uit het slechte gezelschap
te halen waarin hij zich bevindt.»
De vrienden gevoelden zich door
deze uitdrukking ten sterkste belee-
digd en spoorden Paul aan om toch
vooral niet toetegeven.
«Ga je nu gewillig mede Paul»,
zeide Martha, «of moet ik geweld
gebruiken?»
«Laat mijne gasten toch met rust»,
riep thans de vrouw van L., «u
hebt hier niets te maken, verlaat
ais 't u belieft het lokaal.»
Martha deed alsof zij deze woor
den niet hoorde; «ik vraag je nog
maals of je mede wilt gaan, ja of
neen Denk er aan, dat ik om geen
grofheden geef en me aan de spot
ternijen van je vrienden niet stoor.»
«Ik blijf,» riep Paul vastbesloten,
«geef je geen moeite, ik blijf vast
en zeker.»
«Dat zullen wij eens zien,» ant
woordde Martha dood kalm, «ik zal
je eens laten kijken waar de timmer
man het gat van de deur gelaten
heeft.»
Dus sprekende sloeg zij haren ste-
vigen arm om haren aanstaande heen
konings had weder den arm gevat
van den grijsaard, die zich ternau
wernood staande hield en bijna het
bewustzijn scheen te verliezen.
Een weinig moed gevat,
zeide hij, ga mee, het konfron-
teeren zal maar een oogenblik du
ren, dan gaan wij weder in de open
lucht.
Nu eens werden de voorwerpen
sterk bestraald, dan weder waren zij
bijna in een tastbare duisternis ge
huld.
Aan de rechterhand ontwaarde
men een gedenkteeken, waarvan
de opstaande steen tegen een hoo-
gere tombe aanleunde. De graaf
richtte zich een weinig naar dien
kant. Vervolgens fluisterde hij ter
wijl hij den arm uitstrekteHier
is het graf, hier ligt het lijk!
Wordt vervolgd.)