populair mm
2e Jaargang.
Donderdag 11 December 1884.
No. 440.
GEBREK.
n.
FEUILLETON.
ABONNEMENTSPRIJS: Verschijnt Dagelijks uitgenomen Zonden algemeene Feestdagen. ADVERTENT! ËN:
Voor Haarlem per maand40 Cents. Brieven, gelden^ advertentiën enz, franco te adresseeren Tan ,_5 regeis 25 CelU. ie(1,re regel meer 5 ceut&
Franco door geheel het Rijk p. maand 55
Afzonderlijke Nommers 5
aan liet Bureau, Kleine Houtstraat No. 9.
Groote letters naar Plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het uiten/and: Comvaonie Générale de Publicité Etrangére G. L. 1 -
DAUBS #- Co., JOH. F. JONES, Suer., Parijs, 3ihis Faubourg Mommlrtre. Adverteiitien worden aangenomen tot s middag 12 uur.
MUSEUMS EN ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN HAARLEM.
Rijksmuseum van Schilderijen op het Paviljoen. Geopend op werkdagen van 10 tot 4 uur; op Zon- en Feestdagen van 124 tot 4 uur. Kinderen beneden de 8 jaar hebben geen toegang, kinderen \un S tot 12 jaar alleen onder geleide.
Toegane vrij.Koloniaal museum op het Paviljoen. Ingang Preefzijde 2e deur. Geopend dagelijks van 10 tot 4 uur. Toegang 25 cents per persoon. Donateurs en leden der Nederlandsche Maatschappij ler bevordering van Nijverheid hebben op
vertoon van* diploma vrijen toegang, donateurs 'met gezelschap, leden met 1 dame. Museum van kunstnijverheid op het Paviljoen. Ingang Drecfzijde le deur. Geopend dagelijks van 1(1 tot 4 uur. Toegang 25 cents per persoon. Donateur» en
leden der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hebben op vertoon van diploma vrijen toegang, donateurs met gezelschap, leden niet 1 dame. Bisschoppelijk museum voor kerkelijke oudheid, kunst en geschiedenis, vooral
van Nederland en meer bijzonder van het Haarlemsche Bisdom, Kruisweg No. 59. Geopend dagelijks, uitgenomen Zaterdag. Zon- en Feestdagen, van 105 uur. Tocgaug 25 cents per persoon. Doorloopcude toegangskaarten voor een geheel jaar
i 1 gulden. Museum der stad Haarlem op het Raadhuis. Geopend van 15 April lot 14 October alle werkdagen van 104 uur. van 15 October tot 14 April op die dagen van 10—3 uur tegen betaling van 25 cents per persoon, alleen op
Zondagen kosteloos van 124 uur, de overige Christelijke feestdageu tegen betaling van 25 cenrs per persoon. Kinderen beneden de 8 jaren worden in het geheel niet toegelaten; kiudereu van 8 tot 14 jaren niet dan onder behoorlijk geleide.
lev Iers museum in de Damstraat. Geopend dagelijks uitgenomen Zaterdag, Zon- en Feestdagen van 113 uur. Ter/Iers bibliotheek. Geopend Woensdag, Donderdag, Vrijdag en Zaterdag van 14 uur. Stadsbibliotheek Prinsenhof. Geopend
WÓeHsdae en Zaterdair van 24 uur. Orgel-bespeling in de Groote Kerk. Dinsdag van 1—2 en Donderdag van 23 uur. Toegang (dear Oudegroenmarkt) vrij.
gfgp"" Evenals liet vorige jaar ml,
einde dezer maandaan de geabon-
neerden van Haarlem's Dagbladgra
tis morden toegezondeneen net af
gewerkte W'and-Almanak voor 1885.
De Administratie.
Wanneer velen zich vereenigen
om een gemeenschappelijk doel te
bereiken, dan kan er zeer veel tot
stand gebracht worden, en zoo ooit,
dan is nu de tijd gekomen, om de
handen ineen te slaan en gezamen
lijk op te treden tot wering van 't
g-ebrek in deze wintermaanden. Sinds
langen tijd klaagt bijna iedereen en
met alle recht over de drukking,
die er op het gebied van handel en
nijverheid heerseht. Verschillende
firma's, wier naam sinds jaar en dag
een goeden klank had. hebben dien
tengevolge gevoeligeslagen ontvan
gen en zijn verplicht geweest, ofwel
hunne zaken op veel kleiner voet
dan voorheen te drijven, ofwel ze
geheel te likwideeren. Groote aan
nemers en fabrikanten, gewoon aan
honderden handen werk te verschaf
fen, zijn genoodzaakt geworden, hun j
werkvolk voor het meerendeel weg
te zenden. De handel, zoowel binnen-
als buitenslands, kwijnt en dit is
wederom de reden, dat een aantal
scheepstimmerlieden zeilmakers
touwslagers en zooveel andere lieden
geen werk kunnen bekomen. De
boeren, die stapels geld voor hun
producten ontvingen, en daardoor
een groote welvaart genoten, zijn
nu blijde, als zij hun pachtsom op
den bepaalden tijd kunnen voldoen,
en brachten zij voorheen het geld
Ds fraai ra dan Mieter.
Naar het Fransch
VAN XAVTER DE MONTÉPIN.
Vertaald door I. Muller.
68.
Mijn arme meesteres moet
waanzinnig zijn, fluisterde Tien-
nette. Het scheelt haar zeker in
het hoofd. Zoo ik slechts durfde bij
haar naar boven gaan
Ga maar, het zal zoo erg niet
afloopen.
De kamenier, door dezen raad
aangemoedigd, ging op haar beurt
naar de vestibule, klom vlug den
trap op en wilde Jeanue's kamer
binnentreden. Maar de deur der voor
kamer was binnen gesloten. Tien-
nette durfde niet aankloppen en
kwam zeer droevig bij den mars-
spoedig weder in omloop, waarbij
winkeliers en kleinhandelaas uit
stekende zaken maakten, thans moe
ten ook zij zich bij hun inkoopeu
alleen tot het noodzakelijke bepalen,
en hoewel het spreekwoord zegt:
«den een zijn dood, den ander zijn
brood», zien wij nu helaas maar al
te vaak, dat als het den een slecht
gaat, ook de ander daarvan de groot
ste nadeelen ondervindt. Wel het
meest drukt die stilstand in alle
zaken op den handwerksman en met
den besten wil kan deze tegenwoor
dig geen arbeid bekomen, en wat hij
ook doet, de weg is hem, althans
voor eenigen tijd, afgesneden om in
de behoeften der zijnen te voorzien.
Hem en zijn gezin grijnst het gebrek
tegen; de honger staat voor zijn deur,
zoo aan die gedwongen werkeloos
heid niet spoedig een einde komt.
Laten we dan allen trachten den
werkman een eerlijk stuk brood te
bezorgen. Veel grooter dienst bewijst
men hem daarmee, dan door hem
een bon voor turf, brood of andere
benoodigdheden te verschaffen. Am
sterdam, de hartader van ons land,
gaat daarin ten goede voor. Nauwe
lijks is er door den burgemeester
en andere welmeenende mannen een
beroep gedaan op de offervaardigheid
der inwoners, of van alle kanten
wordt hulp verleend. Giften van
duizenden guldens komen in, en het
geld dat verzameld is zal niet besteed
worden, zooals veelal elders, tot het
aanschaffen van levensmiddelen en
kleedingstnkken, want dit kan altijd
nog geschieden, maar men zal het
daar tot verschillende doeleinden
bezigen, die alle zullen strekken om
werk te geven aan wien het verlangt.
Ziedaar een edel streven, dat den
ontwerpers tot eer verstrekt, en
waarvan de vervulling voor den
werkmansstand goede resultaten zal
I kramer terug.
j Jeanne Caillouët voelde een on- j
weerstaaubare behoefte om alleen te
I zijn. Zij had den grendel op de eerste
deur dichtgeschoven, zoodat niemand
haar kou storen.
Zij wierp, toen zij zich aldus in
haar kamer had teruggetrokken
haar amazonehoed, haar rijzweep en
haar handschoenen weg, en begon
op een stoel neergezonken, jammer-
lijk te weenen.
Zoo wij in onze vluchtige schets
van haar karakter dit eenigszins
duidelijk in het licht hebben doen
treden, moesten onze lezers reeds
opmerken dat zij volstrekt geen
slechte inborst had. Zij had in het.
eerste oogenblik door haar onstui
mige verbeeldingskracht voortge- j
sleept, aan de snoode inblazingen i
van haat en woede g-ehoor kunnen i
geven. Maar zoodra het noodlottige
werk volbracht was, deinsde zij voor i
de gevolgen terug, die zij evenwel
opleveren. Ook in deze plaats loopen
er velen zonder werkzoo gaarne
zouden zij in het zweet huns aan-
j schijns, zij het dan ook een klein
daggeld willen verdienen, liever dan
afhankelijk te zijn van de goedheid
der meer met aardsche goederen ge-
zegenden. Nood breekt wet, en voor-
I zeker, wanneer zij hun gezin aan
gebrek ten prooi zien, zullen zij de
gaven der liefde niet versmaden;
maar het zal zijn tegen wil en dank.
Is het niet veel beter, dat ieder,
zooveel hij kan, en naarmate zijn
middelen het hem veroorloven, werk
verschaft? Wie geld genoeg heeft
verzuime niet daarvan een mild ge
bruik te maken. In plaats van het
werk, dat binnenshuis gedaan kan
worden, tot de lente te laten wach
ten, beginne men er nu reeds mee,
en dadelijk zullen vele handen ar
beid, vele monden brood erlangen.
Mogen de rijken toch bedenken,
dat de socialistische ideeën, die in
andere lauden zoo voortwerkeu en
ook in ons land meer en meer veld
winnen, het best bestreden kunnen
worden, door de ordelijke en vlijtige
arbeiders in benarde omstandigheden
te helpen. Laat men ze aan hun
lot over, laat men hen, hun vrou
wen en kinderen gebrek lijden, dan
zullen ze in hun verbittering elk
middel geoorloofd achten, om van
hun ellende verlost te worden, en
ook zij zullen overloopen naar het
kamp van hen, die de tegenwoordige
maatschappelijke toestanden willen
veranderen, en de grootste vijanden
zijn van het kapitaal en de geves
tigde orde.
Wie niets te bouwen, te vernieu
wen of te herstellen heeft, kan toch
op een andere wijs hulp verleenen.
Zoo menigeen onder den ambachts-
stand zou gemakkelijk zijn brood j
kunnen verdienen, als hij slechts
voorzien had. Zij beschouwde vol
schrik en afgrijzen de ramp, die zij
had veroorzaakt. Op het oogenblik
dat wij haar aan den lezer, onder
den last barer wanhoop verpletterd,
toonen, zou zij misschien tot herstel
van het door haar aangerichte on-
heil, haar geheel vermogen, ja zelfs i
misschien haar leven hebben opge-
offerd. Maar daartoe was het onge-
lukkigerwijs te ver gekomen! j
Mijn God! mijn God! fluis-j
terde Jeanne onder het snikken
moet ik mij op dergelijke ma-1
nier wreken! Mij wrekeu? Waar
voor? Welke beleediging had men j
mij dan aangedaan? Wie had mij!
dan gekrenkt? Het is waar, Lueien
de Yilledieu beminde mij niet, iaaar
was hij daartoe genoodzaakt? Heeft
hij door een enkel woord slechts er
toe bijgedragen om mijn liefde aan
te wakkeren? Nimmer! Hij kende
deze noodlottige liefde wellicht niet
eens! Hij heelt mij niet misleid. Hij
een kleine som gelds bezat, waar-
voor hij zich de noodige materialen
kon aanschaffendan kon hij voor
werpen van nut, smaak of kunst
vervaardigen en van de opbrengst
zou hij ruimschoots kunnen bestaan,
doch helaas! het geld ontbreekt hem
en zoo is hij tot geestverstompend
stilzitten, tot vernederend vragen
om brood verplicht. Edele menschen-
vrienden, die zoo gaarne lijdenden
natuurgenooten wilt bijstaanjgij kunt
dezulke op een gemakkelijke en
tevens zekere manier aan werk hel
pen; door voorschotten van 100 of
200 gulden, na zekeren tijd, des
noods zonder rente terug te betalen,
zou menigeen uit den nood geraken,
en een fatsoenlijk werkman zou ze
ker het geleende zoodra mogelijk
aan den milden geidsehieter in dank
terugbrengen. Door dergelijke hulp
verheft men den werkman in plaats
van hem te vernederen; want hij
acht zich gelukkig door het ver
trouwen dat men in hem stelt; hij
werkt vlijtiger en is spaarzamer, om
eerder het voorschot terug te kun
nen geven; hij is dankbaar en met
dat gevoel van erkentelijkheid wor
den ook andere edele gevoelens in
hem opgewekt. Helpt men hem
daarentegen niet. dan gaat hij en!
zijn gezin reddeloos verloren. Wat'
ziet men toch in den regel gebeu
ren? Waar nauwte is, komt grauwte,
en het eerste gevolg van dat gebrek
aan werk bestaat hierin, dat de hui
selijke vrede in het gezin verstoord
wordt, dat de liefde tusschen man
en vrouw verflauwt en vergaat en
de kinderen het meest van dien on- i
gelukkigen toestand lijden. Maar het
blijft hier niet bij, want ledigheid I
is des duivels oorkussen; de vroeger
zoo oppassende werkman zoekt troost
in den drank, en wat hij zoo nu en
dan nog verdient, vindt zijn weg
heeft zich niets tegenover mij te
verwijten, en toch heb ik mij ge
wroken! Maar hoe? Door een eer-
looze aantijging, het wapen van laf-
hartigen! Tegen wien nog wel?
Tegen een grijsaard, die over mijn
kiudschheid gewaakt en mij geen
leed berokkend heeft. Een onschul
dige grijsaard, want onschuldig is
hijHij heeft, naar men zegt, burg
graaf Armand gedood! Welnu, wat
zou dat? Burggraaf Armand be
droog hem op lage en schandelijke
wijs, hij beeft den burggraaf ge
dood, daar deed hij wel aan, hij was
in zijn recht, ik zou evenzoo ge
handeld hebben! En ik heb liem
aangeklaagd! Nu zucht hij in de
gevangenis, outeerd, te gronde ge
richt, dit alles door mijn toedoen!
Ach! wat heb ik volvoerd? wat heb
ik volvoerd? Een demon huisde dus
in mijn ziel
Jeanne uegon nog zenuwachtiger
te snikken. Zij had willen sterven.
naar de zakken der herbergiersde
omgang met lotgenooten wekt de-
moraliseerend op hem; vechtpar
tijen ontstaan en de gevangenis
wordt eindelijk het verblijf van hem,
die eens in den arbeid zijn geluk
vond en daardoor in staat was ook
aan zijn gezin een zekere welvaart
te scheuken.
lederen dag nemen de misdaden
toe; diefstal, aanrandingen en zelfs
moordaanslagen zijn aan de orde
van den dag en de reden daarvan
is slechts te wijten aan gebrek aan
werk en de daardoor veroorzaakte
ellende. Wie dus, hetzij door werk
te verschaffen, hetzij door voorschot
ten te geven, den arbeider in staat
stelt, gedurende den winter zich zei
ven te helpen, doet een dubbel goed
werk; want hij behoedt velen voor
ellende, maar voorkomt ook de mis
daad; hij schenkt brood en welvaart
en drukt de ondeugd den kop in.
Terecht werd op een der laatste ver
gaderingen in «de Unie» te Amster
dam gebonden, door een der sprekers
gezegd, dat men aldus een edeler
daad doet, dan door den werkman
aan de philantropie van een rogge
brood of een ton turf deelachtig te
maken. Zoovelen die in vergaderin
gen het hoogste woord voeren en
zich daar ware vrienden van den
werkenden stand noemen, toonen dit,
helaas! door hun daden niet, want
zij sporen de werklieden aan tot ver
zet tegen de gestelde machten, ruien
hen op, maken hen ontevreden met
hun lot, wekken afgunst, haat en
wraak in hun gemoed en geven
niets dan holklinkende phrasen in
plaats van werkelijke hulp. Zelfs
zij, die het werkelijk goed meenen
met den Nederlandschen werkman,
falen dikwijls in de middelen, die zij
aanwenden tot verbetering van zijn
lot. Volkskofflehuizen worden opge
Zij stiet zich met het hoofd tegen
het verguldsel der causeuse, waarop
zij lag uitgestrekt.
Moest ik echter, vroeg zij
j zich eensklaps af. daar het toeval
dit verschrikkelijke geheim mij in
handen had gespeeld, het in mijn
binnenste smoren? Moest ik een hu
welijk laten voltrekken dat tegen
de wetten der natuur indruischt?
Moest ik toelaten, dat een broeder
met zijn zuster trouwde? Misschien
niet. Maar dit was nog geen reden
om te handelen, zooals ik deed. Ik
had op den dag, toen ik Lucien
schreef, hem de brieven van gravin
j Margaretha moeten toezenden. Deze
'brieven hadden hem de waarheid
geopenbaard en het huwelijk onrno-
j gelijk gemaakt. Maar in mijn dwa-
j zen liefdegloed wilde ik hem zien,
i tot hem spreken, zijn stem verne-
men. Ik wildedat hij hier zou ko-
i men. Daar hij niet kwam, daar alles
i eenmaal geschied en het te laat was