Grootvorstin Wladimir van Rusland heeft Maandag, bij haar vertrek uit Zandvoort, den heer Heil, stationschef aldaar, als aandenken een prachtige dasspeld geschonken. De heer Heil ontving ook van den prins van Saksen-Coburg, die eeni- gen tijd te Zandvoort had vertoefd, een keurige gouden doekspeld, met de gekroonde initialen van den ge ver. Dit geschenk was vergezeld van een eigenhandig schrijven. Onlans werd medegedeeld, dat de heer mr. Heyligers, auditeur-militair te 's-Hage, naar aanleiding van eene berisping van het Hoog Militair Gerechtshof te Utrecht, in zake de ongeregeldheden der cavalerie-offi- cieren, zijn ontslag aan den Koning had gevraagd. Dit voorwaardelijk verzoek om ontslag is door den Ko ning gesteld in handen van den Minister van Justitie. Volgens loo- pende geruchten zou de Minister van Justitie den Koning in over weging hebben gegeven, aan den heer Heyligers te kennen te geven, dat er geen reden is, om aan het verzoek om ontslag gevolg te geven. Naar het maandbericht van het «Ned. Gvmn. Verbond» mede deelt, zullen de Turnfeesten, die van 1823 dezer te Dresden plaats hebben, worden bijgewoond door leden van het «Ned. G. V.» uit AmsterdamArnhemDordrecht, 's-Hage. Haarlem, Helmond, Roer mond, Rotterdam en Sneek. Hun aantal bedraagt 74, waaronder 12 leeraren in de gymnastiek. De aideeling van den sociaal- democratischen bond te Amsterdam houdt, ter gelegenheid van haar 7- jarig bestaan, een openbare verga dering op morgen, Zondag 12 Juli, 's middags om halfeen in het Volks park van den heer Bosdriesz bij de raambarrière. De heer E. Domela Nieuwenhuis zal spreken overZeven jaren so cialisme in Nederland.» Aan het Panopticum te Am sterdam wordt het vervaardigen der wassen beelden, vroeger het werk van Duitschers. tegenwoordig ge heel door Hollandsche werklieden verricht, die hunnen meesters de kunst nauwkeurig afgekeken heb- hebben, ja hen misschien overtreffen. Ben proefstuk van dit werk is eene groep van 35 personen, le vensgroot en in de meest verschil lende houdingen gesteld. Het ver beeldt een tafereel op de vroegere Amsterdamsche Botermarkt (thans Rembrandsplein), dus in de onmid dellijke nabuurschap van het Panop ticum-gebouw. Als achtergrond dient een gezicht in de Reguliers-bree- straat, met den Munttoren in het verschiet. Middelpunt der groep is een kiezentrekker, die den volke zegevierend het voorwerp voorhoudt, dat hij aan den mond van een naast hem, op een stoel neergezegen jonk man ontrukt. Staroogende gaapt de menigte het kunststuk aan. Stalle tjes met boter en kaas, of met ka toentjes, orgeldraaiers en andere bij groepen vullen het hoofdtafereel aan. De verschillende kleedingstuk- ken had men voor 'tgrijpen, maar die om de lichamen, in hunne on derscheidene houdingen, op natuur lijke wijze te plooien, moet een werk zijn geweest van onuitputte lijk geduld en overleg. De gelaats- staande blijf weigeren? vroeg hij, een loerenden blik op Irene wer pende. Dan komt gij om uw zegepraal te vieren, zeide zij met niet aan te duiden bitteren hoon. De graaf schudde met eene over legde beweging het hoofd. Gij wekt niet mijn toorn, doch slechts mijn medelijden opHier hij bracht zijne portefeuille te voorschijn, waaruit 'hij de schuldbekentenis van den baron nam hier, en nu zijn wij gelijk. Zij hief den blik op en bezag het papier met beleedigende nauwkeu righeid. Men moet veel van uwe berekening verwachten, graaf Mer- feldtHet is goed wij kunnen nu naar het gezelschap terugkeeren Hij reikte haar met verbeten woede, met meesterlijk verborgen tegenzin den arm, welke door Irene's vingertoppen nauwlijks werd aan geraakt. Bij het weder binnentreden van den salon wenkte zij haren vader tot zich en gaf hem de noodlottige a-schuldbekentenis. Gij moogt voor 1 dezen koopprijs thans de verloving typen zijn in 't algemeen goed, sommige zelfs voortreffelijk geslaagd. Men kan er op aan, dat deze groep uit het volksleven, die, door den heer Braajrensiek geteekend, door den beeldhouwer van het Pa nopticum, den heer Koch, met de andere werklieden, onder technisch opzicht van den heer Teixeira de Mattos vervaardigd is, op de aan staande «kwartjes-dagen» degrootste aantrekkelijkheid der inrichting zal wezeu. De Haagsche Vacantiekolonie voor arme zwakke schoolkinderen zal aanst. Maandag 13 dezer haar tocht naar Prinsenhage aanvaarden. Dank zij de mildheid van vele in gezeten, is de Commissie in staat gesteld dit jaar 2 koloniën, elk 20 kinderen sterk, uit te zenden. De eerste helft zal zich daartoe Maan dag-morgen om zeven uren aan de Zwem- en Badinrichting aan de Mauritskade bevinden, waar de klei nen door de welwillendheid van het Bestuur gratis een bad gegeven wordt, om daarna, te elf uren met de Hollandsche spoor den tocht te aanvaarden. Na een verblijf van drie weken zullen zij terug keeren, om aan door de overige 20 kinderen vervangen te worden. Een koloniaal kreeg Donderdag avond op den Zeedijk te Amsterdam twist met vier «jonge dames» uit die buurt. Het verschil liep zoo hoog, dat de zoon van Mars geen betere oplossing ervan scheen te kunnen vinden, dan met een scherp voorwerp een zijner tegenstandsters een hevige hoofdwonde te bezorgen, zoodat zij bewusteloos neerviel. Toen koos hij het hazepad. De gewonde werd door hare vriendinnen naar huis gebracht. Het was gisteren te Amster dam feest op de zetterij van het Handelsblad, ter eere van den mees terknecht J. K. Weiman, die dien dag vóór 50 jaar in dienst kwam bij de heeren C. A. Spin Zn. eu nagenoeg al dien tijd ter zetterij van het Handelsblad is werkzaam gewees, de laatste 24 jaar als mees terknecht, in welke betrekking hij zijn vader opvolgde. In die hoeda nigheid werd hij bij het uitgeven van het Ochtendblad speciaal met het beheer van den nachtdienst belast. 't Was dus feest op de zetterij en behalve de vele en fraaie geschen ken, hem door zijne patroons, het personeel, de Redactie euz. vereerd, werd hij verrast met een Handels blad geheel in het formaat en met de letters van een halve eeuw geleden, met een inhoud van toepassing op zijn gouden feest. Liederen werden hem toegezongen, toen hij in de met bloemen getooide zetterij de hulde kwam ontvangen van het personeel, waaronder zoovelen zijn, die jaren en jaren onder zijue leiding arbeidden. De visschers, die de watereu de Diem, het Nieuwediep en Gaasp bevisschen,klagen zeer over 't nadeel, dat zij ondervinden van de otters, die zich tegenwoordig in zeer groot aantal in die wateren ophouden. Deze verscheuren de netten en ontdoen de fuiken van de visch. openbaar maken. Zichtbaar verlicht haalde de baron adem en wierp een blik vol vreugde op zijne gemalin, die dezelve niet minder verheugd beantwoordde. Daarna begaf hij zich naar de plaats waar hij vermoedde dat Êrwin Horst nog tegenwoordig was. Hij vond die echter ledig, de jonge man was verdwenen. Getroffen zagen de graaf en zijn gastheer elkander aan. Waar is mijn neef? Waar is mijn schoonzoon De eenige welke in de algemeene opgewondenheid, naar 't scheen, kal mer en zorgeloozer werd, was Irene. De opgewondenheid van den baron daarentegen nam al meer en meer toe. Ik zag hem toch zoo pas naast den vleugel, daar, staan! De graaf werd dadelijk zich zei ven meester. Trouwens verwon dert het mij niet mijn neef niet hier te vinden, zeide hij. De jon geman is nauwelijks hersteld van eene smartelijke ziekte, en bij hem zal, door een oponthoud in de ver vulling zijner harte wenschen, een begrijpelijke opgewondenheid zijn Men meent dat deze onwelkome isten hierheen zijn gekomen uit it verleden jaar drooggemaakte Naardermeer. Men ziet verlangend uit naar het openen van de jacht, daar men trachten zal zich van die hongerige kostgangers te ontdoen. Het volgende wordt uit Schiedam van gisteren gemeld: Hedennacht, omstreeks 31/! ure is aan den Rotterdamschen dijk, binnen deze gemeente een moord gepleegd op zekeren Larman, maaier van beroep, wonende in Noord-Bra bant, doch zich tijdelijk alhier be vindende. De dader, een jonkman van bijna 22 jaar, werkzaam aan de fabriek van gasmeters alhier, is ge naamd Antonius Marie Veringmeier. Omtrent de aanleiding tot dien moord loopen de volgende geruchten: Genoemde Veringmeier zou sedert eenigeu tijd liefde hebben opgevat voor eene dochter van den broeder van den verslagene. Deze laatste echter zou zijn broeder hebben aan geraden, zijne toestemming tot een huwelijk tusscheu zijne dochter en gezegden V. niet te veileenen, daar op diens gedrag nog al iets was aan te merken. Dit moet ter oore gekomen zijn van V., die, in woede ontstoken tegen den oom van zijne beminde, heimelijk het besluit schijnt opgevat te hebben, zich op hem te wreken. In dien zin zou hij zich ten minste ia den loop van den avond op de kermis hebben uitge laten. Tegen ruim 3 uren in den mor gen, op het uur dat V. wist dat Larman naar het land zou gaan, wachtte hij hem aan den Rotter damschen dijk op. Hem ziende aan komen, moet hij hem aanstonds heb ben aangegrepen en bracht hij hem met een mes eene doodelijke wond toe in den hals, even ouder het lin keroor. Juist op 't oogenblik dat de moord plaats greep en V. nog met zijn prooi worstelde, kwamen langs dien dijk, om huiswaarts te keeren, een viertal personen (2 heeren en 2 dames), behoorende tot het te Rot terdam wonende personeel, dat door den heer L. van Dijke alhier tijdens de kermis is geëngageerd. De'beide heeren, ziende wat er gebeurd was, schoten onmiddellijk toe om den moordenaar te grijpen, doch deze zette het op een loopen. De twee heeren achtervolgden hem echter en mochten er in slagen, met behulp van een paar andere personen en inmiddels toegeschoten agenten van politie, den moordenaar te grijpen, die daarop aanstonds in verzekerde bewaring werd gesteld. De verslagene, die noch slechts enkele minuten teekenen van leven gaf, werd per brancard naar het stadsziekenhuis vervoerd. Donderdagavond was het op straat te Rotterdam weder zeer on rustig. Om herhaling van de op roerige tooneelen van den vorigen avond te voorkomen, werden vroeg tijdig de Korte Hoogstraat, een deel van den Schiedamschen Dijk en het Van Hogendorpsplein door politie en mariniers afgezet. Eerst des nachts omstreeks D/i uur was de orde geheel hersteld, zonder dat het noodig was arres taties te doen. ontstaan. De dag is, Gode zij dank, nog lang, wij zullen nog tijd genoeg hebben het jonge paar onze beste wenschen aan te bieden! Natuurlijk, natuurlijkriep de baron, die zich reeds half ge troost en gerustgesteld gevoelde. Ik zal dadelijk in den tuin gaan en trachten hem te vinden. Toch niet, zeide graaf Mer- feldt op de hem eigen wijze en met gehuichelde innemendheid, ik zelve gun mij geen rust, alvorens ik mijnen neef hier goed en wel aan de zijde zijner schoone bruid zie; verschoon mij daarom voor weinige oogenblikken, mevrouw de barones, ik ben dadelijk terug. Hij verwijderde zich, een lichte buigiDg makende en zich blijkbaar weinig bekommerende over de on verwachte afwezigheid van zijnen neef. Nauwelijks echter had de por tiere zich achter hem gesloten, toen zijne oogen een verschrikkelijken, niets goeds voorspellenden glans aan namen. Vol woede over den weder- strevenden geest van zijn vermeen den ledepop en vol haat over de treffende, vernietigende verwijteD, De burgemeester heeft het tot handhaving van orde en rust noodig geoordeeld alle samenscholingen te verbieden. De vader van Jacob Spruit, te Alblasserdam, wiens zoon bij het breken van de brug aan het Pa- pendrechtsche veer te Dordrecht het leven verloor, heeft bij het gemeen tebestuur van Dordrecht eene aan vrage tot schadevergoeding inge diend, welke aanvrage bij de eerste raadsvergadering behandeld zal wor den. Andere ingezetenen uit deze plaats, die bij die gelegenheid te water zijn geraakt en daardoor hunne kleederen in meerdere of mindere mate beschadigd zagenschijnen reeds eene schadeloosstelling ont vangen te hebben. Om verzekerd te zijn, dat de jon ge ooievaars niet in handen van roovers vielen, om vervolgens tegen f 6 h f 10 naar Engeland te worden verzonden, heeft de landbouwer Van Erkel, te Herwijnen, de jonge vo gels iederen avond totdat zij uit vlogen, te 7 uur uit het nest ge nomen en ze den volgenden mor- gek te 5 uur er weer in geplaatst de ouders lieten zich dat zeer goed welgevallen. Ook de heer Kolft', notaris te Herwijnen, behield de jonge ooivaars, doch op een kost bare wijze; hij toch stelde, zoolang de vogels niet vliegen konden, een nachtwacht aan. Op de kermis te Leveroy, een ge hucht in Nederweert, ging het deze week onrustig toe. Wegens dron kenschap en het plegen van bald- dadigheden werd tegen eenige per sonen proces - verbaal opgemaak waarna de politie op eene hagelbui van steenen onthaald werd. Nadat de politie van hare wapenen had gebruik gemaakt en zelfs door een der maréchaussées een schot was gelost, trok de menigte at. Op de lijn AmersfoostNijmegen is bij Scherpenzeel zekere W. Hen driks, timmerman, met zijne borst tusschen de buffels van twee zand- wagens bekneld geraakt. In enkele oogenblikken was de man een lijk. Te Nijehaske is Donderdagmorgen een krankzinnige, die een vogel achtervolgde, in een diepe vaart geraakt. Met hulp van eenige om standers werd hij op het droge ge bracht, waarna hij nog dienzelden dag naar het gesticht te Franeker is vervoerd. GEMENGD N3EÜWS. Sommige Eransche bladen hou den er in den laatsten tijd eene ru briek echtscheidingen op na, die nu en dan zeer pikant is. Met een voorval, dat dezer dagen verteld werd, is dit minder het ge val en het mag integendeel in de hoogste mate tragisch worden ge noemd. Een echtpaar had reeds sedert ver scheidene jaren gescheiden geleefd, zoodat de kinderen hun vader ge storven waanden. Hun moeder had, sedert haar man, de heer de G zich en de zijnen door een gerucht makend schandaal had onteerd, steeds rouwkleeding gedragen en was steeds bedroefd en in zich zel ve gekeerd. Toen de wet op de echtscheiding werd afgekondigd, deelde zij haren bloedverwanten haar plan mede om uit den mond van een meisje ver nomen, had hij, ware hem zulks slechts mogelijk geweest, eens flink op de tanden geknerst, daarbij kwam, dat hem een zonderlinge gelijkenis voor de oogen was gekomen, een treffende, hem vrees aanjagende ge lijkenis. Waar is mijn neef? vroeg hij aan een bediende. Niemand had bemerkt waarbeen Erwin zich be geven had, toen hij snel de eetzaal was doorgegaan. Niettegenstaande de ijverigste nasporingen, kon de graaf niets verder te weten komen, dan de voor hem tot dusverre nog geruststellende zekerheid dat zijn neef, tot op dit oogenblik, Rosla nog niet verlaten had. {Wordt vervolgd.) er gebruik van te maken; de ver wanten beproefden, uit vrees voor nieuw schandaal, haar deze gedachte uit het hoofd te praten,maarmevrouw de Gbleef er bij dar de wet tus schen haar en hare kinderen en den man die schande over zijne familie had gebracht, een onoverkomelijken scheidsmuur moest oprichten. Zij deed de noodige stappen en onlangs werd zij door den maire van het zevende arrondissement uit- genoodigd om voor hem te verschij nen, teneinde het gevelde vonniste hooren uitspreken. De dame was toen echter zoo ziek, dat hare krach ten tekort schoten, om naar den maire te gaan en zij liet hem dus verzoeken om ten harent te willen komen. Nogmaals beproefden de bloed verwanten, maar te vergeefs, om haar, met het oog op den naderen den dood, tot verzoening te stemmen; te vergeefs knielde de echtgenoot der stervende naast haar bed en smeekte, handenwringende, om ver giffenis; mevrouw de Ggaf den schrijver, die met den maire mede- gekomen was, een wenk om het vonnis voor te lezentoen de lezing was afgeloopen toog er als 't ware eene wilde vreugde over het doods- bleeke gelaat. Zij vouwde de han den over de borst, richtte zich, diep ademhalend overeind, de oogen gin gen wijd open en de gescheiden vrouw was dood. In 't noordelijk gedeelte van Berlijn wonen twee familiën naast el kander die, als het maar eenigszins mogelijk was, elkander wel met dy namiet zouden willen verdelgen. Daar hier eigenaardige bezwaren tegen bestaan, plagen en tergen zij elkander door allerlei streken en boosheden, waarvan een dan toch een beetje heel bar is geworden. Toen de vrouw des huizes van een der familiën dezer dagen uit een raam keek zag zij, tot haar groote verontwaardiging, in den tuin van haar buurman een vogelver schrikker staan, die in kleeding en vorm haar getrouw portret was. Dat was al te veel, er volgde een aanklacht en de rechter zal binnenkort in de zaak te oordeelen hebben Een zeenimf dansende op de wateren. Een Zweedsch blad ver haalt, dat eenige visscliers op een der eilanden langs de kust van Ble- kinge verleden Zondag 's nachts te twaalf uur de tijd waarop hek sen en zeenimfen zich vertoouen een reusachtig schepsel ontwaarden, dat op eenigen afstand van het eiland op de koppen der golven danste. Na eene langdurige beraadslaging trokken twee van de jongste en moedigste visschers, met bootshaken gewapend, in eene boot naar de plaats, waar het spooksel in den helderen zomernacht op de rollende golven danste. De gedaante zwaaide met de ar men en knikte met het hoofd zoo vriendelijk, als wilde zij de visschers aanmoedigen tot haar te komen. «Wie zijt gij, dansmeester? Hebt gij het misschien op onze netten voorzien? Dat zal u tegenvallen. Reken er op, dat ge met jongens te doen hebt, die voor geen klein ge ruchtje vervaard zijn!» riep de dap perste der helden. Hii was met de bootshaak gewapend, de andere zat aan het roer. Op hetzelfde oogenblik naderde de gedaante, steeds knikkende en met de armen wuivende, alsof ze wilde zeggen: «Gieb mir die Hand, mein Liebste, Komm' in mein Schloss mit mir De helden verbleekten, hun moed zonk in de diepte van den afgrond, het bloed stolte hun in de aderen, In zijne wanhoop slaakte de ge wapende een angstkreet en gaf hij het monster een slag op het hoofd Eene onaangename gaslucht ver spreidde zich, het monster verdween maar aan de bootshaak hing eer gedeelte van zijne huid, en deze bleek eeue der ballons te zijn, welke dier dag aan de kust waren opgelaten Op merkwaardige wijze wer den dezer dagen de beide kinderei van Katharina Rabel te Glein (ir Oostenrijk) van den dood gered. Terwijl de vrouw zich een oogen blik verwijderd hadwierp haai vijfjarig dochtertje een brandends petroleumlamp om, die op tafel stond de lamp viel op den grond, brak en de brandende petroleum stroomdf naar alle zijden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1885 | | pagina 2