Naar men verneemt, blijft de komst van HH. MM. de Koning en de Koningin met H. IC. H. Prinses Wil- helmina en gevolg op bet lustoord «Oranje Nassau's oord# te Renkum bepaald op 28 Juli a. s. Dat de ko ninklijke familie op dien datum uit bet buitenland naar Het Loo zal vertrekken is tot beden niet officieel bevestigd. HH. KK. HH. de Prins en Prin ses von Wied kwamen Zaterdag- 1 avond omstreeks 8 uren met hunne kinderen uit Neuwied te 's Hage aan. - De Minister van financiën beeft afwijzend beschikt op het ver- - zoek van het hoofdbestuur van het «Bond ter verkrijging van Algemeen Kies- en Stemrecht» om de Malie- baan te s-Hage te mogen gebrui- 1 ken voor een te houden meeting. Nadat daarop de heeren Gebing en Van Raaij zich ter audiëntie hadden begeven, gaf de Minister op hunne vraag, welke reden er be- stond voor de weigering, ten ant woord: dat hij geen termen had gevonden om het verzoek toe te staan. Uit eene der archiefkamers van het departement van financiën is eene belangrijke partij beschreven papier ontvreemd. De dader van dezen diefstal is niet bekend. Ter gelegenheid van haar ze venjarig bestaan hield de Afd. Am sterdam van het «Sociaal-Democra tische Bond» gisteren eene drukbe- bezochte vergadering, waar de heer F. Domela Nieuweiffiuis als spreker optrad en nagiDg wat het socialis me in die zeven jaren in ons landje beleefd en bewerkt heeft. Mr. H. J. Smidt, de nieuwe goeverneur van West-Indie, is gis teren morgen met het stoomschip Oranje Nassau van den W. I. mail dienst van Amsterdam vertrokken. De heer Smidt was vergezeld door zijn echtgenoote en zijn dochtertje, en door mej Elise Haigbton, goe- vernante dezer laatste. Van de boot woei de goeverne- mentsvlag. Met het stoomschip Edam, kapt. J. H. Taat, zijn Zaterdag vertrok ken van Amsterdam naar New-York 121 volwassen personen, 13 kinderen van 110 jaar en 4 zuigelingen. Er waren voorst 14 passagiers 1ste kl. aan boord. Ter gelegenheid van de feesten ter viering van 't TOOjarig bestaan van 's Hertogenbosch, op 18,19, 20, 21, 22 en 23 Juli aanstaande, zal bij J. J. Arkesteyn Zoon, uitge vers van de Provinciale Noordbra- bantsche en 's Hertogenbosch Cou rant aldaar, een feestnommer ver schijnen in kleurendruk, dat o. a. zal bevatten een «Feestmarsch» voor zang en piano, muziek des heeren C. P. W. ICriens, luitenant-kapel meester van 't muziekkorps der dd. schutterij, woorden van den heer T. G. Heijmans; een beschrijving van den op 20 Juli te houden grooten historischen optocht, met aanduiding van den weg, dien de stoet zal vol gen, een volledig programma van al de feestelijkheden enz enz. Tegen ontvangst van 11 cent zen den de uitgevers dit feestnommer franco toe. Van goed ingelichte zijde kun- vreemde vrouw uit te steken.Schaam teloos, zonder berouw, fluisterde hij op nieuw eeden van trouw, terwijl hare tranen om het verloren Eden nog niet gedroogd warenEn wie fluis terde hij die toe? Gilda moest hare handen tegen de kloppende slapen drukken, om zich terug te dwingen tot de overtuiging, dat Irene onschuldig was aan dit drama van echtelijk verraad. Voort van hier, waar ik nimmer had moeten komen! riep zij met bevende stem. Voort uit deze hel! Geen uur langer wil ik blij ven, waar het gerinkel der glazen met mijn jammer spot ik wil voort! riep zij en liep naar ha ren koffer, om daarin de weinige voorwerpen te gooien, die zij haar eigendom kon noemen. Te midden van die door gegronde smart tot het hoogste toppunt ge voerde gemoedsbewegingwelke voor Gilda's hart zoo weldadig was als een donderbui voor het dorstende aardrijk, hoorde zij schreden op de trappen. Ik keer niet tot hen terug, zelfs wanneer de barones mij mocht nen wij mededeelen, dat het met de werken aan het Panama-kanaal, die, zooals men weet, voor een belang rijk deel door onze landgenooten uit gevoerd worden, steeds naarwensch gaat. Hoofduitvoerder dier werken te Culebra (Panama-kanaal) is de heer A. D. van Seters, die voor eenigen tijd naar Europa terugge komen was, om met zijne collega's en met de hoofddirectie der Panama maatschappij te Parijs een en ander te behandelen betreffende de verdere uitvoering der werkzaamheden, aan schaffing van verder materieel en aanneming van personeel. Opmerkelijk is het, dat van het reeds ruim een half jaar te Culebra vertoevende Hollandsche personeel nog niemand eenige ernstige onge steldheid heeft gehad. Vermoedelijk is dat te danken aan de maatrege len, welke de aannemers, de heeren J. C. van Hattum Co. te Slie- drecht, genomen hebben voor de huisvesting en voeding, welke laat ste geheel geschiedt van wege de aannemers. Men schrijft uit Scheveningen aan de N. R. Ct.: Omstreeks het jaar 1860 of 61 vertrok van Java naar China het Nederl. barkschip Watergeus, kapt. H. R. Giezen, boekhouder wijlen de heer P. Varkevisser te Scheve ningen. Sedert het vertrek van dien bodem van Java heerschte in de Chineesche zee een schrikkelijke storm, en sedert werd er van de Watergeus niets meer vernomen; zoodat bij de rechtbanken aanvraag werd gedaan door sommige vrou wen, om een ander huwelijk aan te gaan, wegens vermoedelijk over lijden. Al die jaren van 1860 of 61 af ziju sedert voorbij gegaan, en nu komt een man in Delft vertellen dat hij ook tot de equipage der Watergeus behoorde, doch het schip door Chineesche zeeroovers is over vallen, geplunderd, en de opvaren den als slaven naar het binnenland zijn vervoerd, waar zij, aan ketenen gebonden, hun ellendig leven slijten. Aan den verhaler was het gelukt, zich aan boord van een ander schip te verbergen, en zoodoende was hij er in geslaagd te ontsnappen en naar Nederland te komen. Hij ver telt verder, dat enkelen van de equi page zijn overleden, doch sommigen nog in leven zijn, wier namen hij opgeeft. Tengevolge daarvan zijn sommige familieleden thans bezig nadere inlichtingen in te winnen, en zij zullen daarna trachten, wan neer zij zekerheid hebben, de tus- schenkomst van het Nederl. goever- nerneut in te roepen, ten einde de invrijheidsstelling der gevangenen te verkrijgen. Zaterdag brak in den Houtrak- polder, onder Houtrijk en Polanen, bij de heeren Gebr. van der Beek, een felle brand uit, die vier schel ven erwten en eenige andere schel ven ongedorscht graan, benevens eene schuur in vlammen deed op gaan. Daar men juist aan het dor- schen was met de machine, zoo kan wellicht eene vonk uit de locomo bile de oorzaak van den brand ge weest zijn. komen halen. Ja, de geminachte trot seert eindelijk een verderen dwaDg van het noodlot, ik ben het moede, mij met open oogen in den angst en kwelling van het laatste uur te rug te laten voeren, moede ook De voetstappen kwamen nader, de deur werd geopendGilda maakte zich gereed om voor de eerste maal in haar leven openlijk en vast be sloten wederstand te bieden Erwin stond voor haar. Snel, met een luiden kreet, sprong de jonge vrouw uit de door haar aangenomen houding. Gilda, Erwin meende dat woord luide te hebben uitgesproken, doch de naam kwam in geen anderen vorm dan een zucht over zijne lippen. Hare oogen sloten zich plotseling, zoo hevig woedde de gramschap in haar binnenste, haarlichaam sidder de en beefde van geweldige aan doening, hijgende ging hare borst op en neder. Gilda, GildaErwin geloofde haar te zien ineenzakken, en snelde aan hare zijde om haar voor een zwaren val te behoeden, doch nog sneller dan hij op haar toetrad, ging te Amsterdam verzoekt te worden bekend gemaakt met het verblijf van Jansje Knor, 25 jaren, ongehuwd lang en mager van postuur, met donkerblond haar, blauwe oogen, gezonde kleur, knap voorkomen en gekleed als dienstbode met paarse japon en wellicht met groenen hoed. Bedoelde vrouw heeft haar kind, oud 5 maanden, te Amsterdam on verzorgd achtergelaten. Te Amsterdam viel Vrijdag avond een stratenmakersgezel, toen hij langs de loopplank een schuit wilde verlaten, in de Buitensingels gracht bij de Raampoort. Een zijner kameraden begaf zich zonder dralen te water en bracht hem weder op vasten bodem. De drenkeling ging onmiddellijk weder aan den arbeid. Aan boord van het Vrijdag te Amsterdam aangekomen stoomschip Prins Alexanderwas te Batavia ook ingescheept een marinier, die wegens poging tot moord veroor deeld was tot 7 jaren gevangenis straf, in Nederland te ondergaan. Die toekomst lachte hem zoo wei nig tegen, dat hij zijn bewakers wist te ontsnappen en te Ismaïla, in het Suez-kanaal, Egypteland in ging- Aan de zweminrichting van den heer Obelt, aan de De Ruyterka- de te Amsterdam begaf zich Vrij dag iemand in het diepe bassin te water, zonder de zwemkunst te ver staan. Weldra verkeerde hij in ge vaar en riep om hulp, doch naar het schijnt vruchteloos. Althans de heer Otto Cohen, med. stud, aldaar den toestand bemerkende, begaf zich ijlings en bezweet geheel te water en had de voldoening den onvoorzichtige te redden. De heer Obelt deelt mede dat genoemde persoon een habitué zijuer inrichting was, doch die altijd in het ondiepe bassin baadde. Hij moet echter geen groot gevaar geloopen hebben, maar wel degelijk dadelijk dooi het wachthebbend personeel zijn opgemerkt. De wachters waren dan ook te gelijk met den heer Cohen bij het geval aanwezig. Van andere zijde wordt dit bevestigd. Zaterdagavond tot omstreeks half tien was het in Rotterdam rustig. Duizenden wandelaars bewogen zich langs de Hoogstraat, vooral langs de Korte Hoogstraat, maar op Za terdagavond is het daar altijd druk, en de vermeerderde drukte viel daardoor minder in het oog. Intusschen was de aanwezigheid van zóóveel nieuwsgierigen een al lerongelukkigst verschijnsel, daar enkele kwaadwilligen zich in de menigte konden verschuilen en hun slag slaan, met kans niet herkend te worden. Te half tien vlogen dan ook eenige steenen van den kant van het Boy- mansplein, waardoor eene ruit werd ingeworpen op de tweede verdie ping van het politiebureau in de Pauwensteeg en in de woning van den directeur van het bureau van Van Gend Loos aldaar. De volks menigte werd dientengevolge door de politie van het plein verdreven. Ook van den kant van den Schie- damschen Dijk kwamen uit de me nigte eenige steenen, geworpen in de richting van het politiebureau. Gilda voor hem terug, en terwijl zij hem met vlammende oogen aanzag, maakte zij een afwerende beweging met de hand. Spreken kon zij nog niet, dat voelde zij aan den reeds tot lichamelijke kwelling gestegen druk, die haar op 't harte lag. Gildahoor mijmeer waagde hij niet te zeggen. Zij lachte bitter, een ruwe lach was het, die hem deed verstommen van verwondering en medelijden. Was die snel ademhalende vrouw, met haar koortsachtig gloeiende wangen en de verwarde lokken zijn lieve, aanvallige Gilda, wier teeder gemoed slechts voor zachte aandoe ningen vatbaar was geweest? O, hoor mij aan, Gilda, zeide Erwin na een lange pauze, terwijl hij met een bang hart zijne schuld aan die plaats gehad heb bende verandering afwoog. Gilda, slechts een woord, neem dat van mij aan. Ik vlei mij met uwe edelmoe digheid! Ga, - antwoordde zij, zich van hem afwendende. Laat mij, evenals tot dusverre, aan mijn lot over Boymansplein en Schiedamschen Dijk werden toen door de politie atgezet. Weldra evenwel werd het op de Korte Hoogstraat stampvol, en bleef men er post vatten in spijt van de publicatie des Burgemeesters, die samenscholingen verbiedt. De politie zag zich genoodzaakt de Korte Hoogstraat tot aan de Fransche kerk door eene kleine charge schoon te vegen. De menigte trok daarna van zelf verder af, waarna de politie eveneens naar de Pauwensteeg te rugkeerde. De schutterij, die op de Beurs bij een was gekomen, patrouilleerde nu en dan. Te half elf ongeveer werd de Korte Hoogstraat echter weder door eene massa nieuwsgierigen bezet, waaronder natuurlijk weder ettelijke kwaadwilligen wegschuilden, die met steeneu verscheidene glazen en winkelruiten inwierpen. Het gevolg was, dat de politie een nieuwen uit val moest doen en de Korte Hoog straat andermaal schoonveegde. Bij die gelegenheid werd een agent licht aan het hoofd gewond door een steenworp. Toen keerde de rust terug, alhoe wel het vooral in de buurt van de Zandstraat zeer woelig bleef. Te midden van dat alles had het tramverkeer ongestoord plaats, en heerschte in al de andere deelen der stad de meest volmaakte rust. Later op den avond is nog een tweede agent van politie, die op den hoek van de Pauwensteeg stond, door een steenworp in den hals ge wond. Ook werd ter verpleging in het politiebureau een burger ge bracht, die in de Soetensteeg door een steen werd getroffen en eene zwaar bloedende wonde had gekre gen. Na verbonden te zijn, keerde de man naar zijne woniDg terug. Na 12 uur zijn nog verscheidene charges gemaakt moeten worden op verschillende plaatsen in den omtrek vau Pauwensteeg, Korte Hoogstraat en Zandstraat waarbij een viertal agenten verwond zijn geraakt. In de N. R. Ct. leest men met betrekking tot bovenstaande het na volgende: Het zijn betreurenswaardige ge beurtenissen, die onzen Burgemees ter noodzaakten eene proclamatie tegen de samenscholingen uit te vaar digen. Eenige belhamels wisten de gewoonlijk in onze stad heerschende rust te verstoren, en daar zich mees tentijds bij ieder opstootje eene me nigte nieuwsgierigen voegen, wor den daardoor de maatregelen der bevoegde macht belemmerd en ont staat de schijn, dat de ongeregeld heden van ernstiger aard zijn, dan werkelijk het geval is. Zulke voor vallen doen altijd veel schade. Rust en kalmte zijn in iedere gemeente, eerste voorwaarden van voorspoed. Wij meenen onze goede burgerij dan ook te moeten aanmanen, deze zooveel mogelijk te bevorderen, door de rustverstoorders geheel alleen aan zich zeiven over te laten en niet door de zucht om te gaan zien wat er gebeurt of gebeuren zal, den schijn te doen ontstaan alsof er eene menigte ontevredenen zijn, terwijl werkelijk slechts weinige baldadigen hun bedroevend werk verrichten. Veel zou het tot de orde bijdra- Het scherpe verwijt joeg hem een beschamend rood op de kaken. Hij deed eenige schreden terug. Zie mij aan, zeide hij zachtjes en op een zoo diep berouwvollen toon, dat Gilda onwillekeurig naar hem op zag! Zie mij aan, en zeg dan wie van ons beiden het meest ge leden heeft, ik of gij! Zij zag hem somber aan, doch de toorn verdonkerde haren helderen blik, anders had zij gewaar moeten worden, dat een andere geest deze vroeger zoo zachte trekken bezielde; aan den scherpen, trotsehen trek om de lippen, evenals aan de als 't ware van zijn voorhoofd stralende wils kracht had zij dit moeten zien. Vordert gij mijne goedkeuring? vroeg zij, en haar stem geleek de een naderende storm aankondigende donder. De goedkeuring van de ondergegane, verstootene, bedrogene echtgenoote, wilt ge die vorderen? Gij waagt het met dat hart vol zondige, vol boosaardige liefde voor mij te treden, voor mij, wier rechten gij met de voeten getreden hebt! Gij siddert niet van schaamte, mij uw verraad, uw meineed in gedachte gen, als allen die werklieden in hun dienst hebben, deze konden bewegen, stil naar huis te gaan, en niet om hunne nieuwsgierigheid te bevredi gen de menigte te vormen, die het de politie moeilijk maakt te onder scheiden wie de schuldigen zijn of niet, waardoor zij zeiven veeltijds ia ongelegenheid geraken. Te Gorinchem is Vrijdagochtend door twee visschers het lijk opge haald van H. B. van den B., ka nonnier 2de kl. van het 3de reg. vesting-artillerie aldaar, die Woens dagavond het ongeluk had bij het baden te verdrinken. Vrijdag-namiddag sloeg de blik sem door den schoorsteen in de woning van Johannes van Schijndel te Maren, verbrijzelde eenige bor den op de schoorsteenlijst der huis kamer, en baaDde zich vervolgens een uitweg door de openstaande deur, zonder brand te veroorzaken. Gelukkig werd niemand der bewo ners hierbij getroffen. Bij een onweder is Zaterdagmid dag te Eist (Utrecht) een groot ge deelte van de te veld staande tabak vernageld. De schade is groot. Ook sloeg de bliksem in eene woning aldaar in, zonder echter brand te veroorzaken. Het paard van de postkar van Nieuwesluis naar Brielle raakte Vrij dag ochtend dicht bij Brielle op hol. De postkar werd aan stukken ge slagen de voerman vrij ernstig be zeerd. Aan de brieven is geen schade. Door de kommiezen te Nijmegen werd gisterennacht een goede vangst gedaan. Twee bekende smokkelaars, die nog nooit op keeterdaad betrapt waren werden gisternacht in hun handwerk gestoord. Juist toen ze drie bussen met spi ritus behouden in huis hadden ge bracht en zich met een tweede vrachtje daarheen wilden begeven, kwamen de kommiezen; en niette genstaande ze spoedig met de Vlieger (een boot) van wal staken, werden ze door de kogels gedwongen zich zelf en hun contrabande in handen van de maunen der wet te stellen. De boot, benevens de daarin nog aanwezige inhoud van 10 bussen spiritus, werd in beslag genomen. In de Halstraat te Breda speelden Zaterdag eenige kinderen op eene kar. Een der jongens had daarbij het ongeluk naar beneden te tui melen, waardoor hij eene hersen schudding kreeg, aan de gevolgen waarvan hij is overleden. Vrijdag werd uit eene der Sin gelgrachten te Breda het lijk van een soldaat opgevisclit die Zondag in kennelijken staat was gezien, en Zaterdag werd er andermaal het lijk van een militair opgevischt, die was gaan baden. De arbeider J. ICooijenga te Arum, bezig zijnde een paard te verspan- nen, had de onvoorzichtigheid een der achterpooten, die over de streng geraakt was, te willen optillen. Het paard gaf hem een slag tegen het hoofd, zóó hevig, dat de hersenpan terug te voeren. Hebt gij werkelijk den moed bezeten, mij na het ver- loopen uur nog te bezoeken? Hebt gij in uw glanzend jubelleven ooi het kleine overschot van eigenwaarde verloren, dat ge nog bezat? Ga, ga ik wil niets van u hooren, noch zien Gij zult mij aanhooren en min der haten, zeide Erwin diep ge schokt. U aanhooren Het was of a de door haar ondervoeden kwellin gen zich in hare borst te samei drongen en onophoudelijk over har< lippen kwamen. Hebt gij mi aangehoord, toen ik weenende ei smeekende op den grond aan uwi voeten lag, om u en mij te redden Mijn noodlot ontzeide mij da inzicht. O, geloof mij, ik ben harde: gestraft, dan uw toorn zou kunnei wenschen. Wordt vervolgd.) De hoofdcommissaris van politie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1885 | | pagina 2