opening van 't Congres op Dinsdag zal de weth. Driessen, bij afwezig heid van den burgemeester, in 't Hollandsch den Crongresleden het welkom toeroepen, en hen des avonds op het stadhuis uitnoodigen om aan de overige leden van het dag. bestuur en de raadsleden te worden voor gesteld. Na den heer Driessen zullen, kort evenwel, nog andere heeren spre ken, en daarna zal dadelijk met de werkzaamheden worden aangevan gen. De in het vorige jaar te Amsterdam opgerichte vereeniging «Friso», die zich tot taak stelt ook in de hoofdstad het Friesche ele ment en de Friesche taal zooveel mogelijk te bewaren en t it haar recht 'te doen komen, gaf Zondag avond in «Maison Stroucken» eene welgeslaagde uitvoering. No. één van het programma was Giet it sa? (Gaat het zoo?) Toa- nielstik yn fiif utkomsten fen O. Stellingwerf. Sïben Sibenga en froulje «syn wiif» teeren een beetje van den hoogen boom. Irouhje en haar Baukje houden van «fyndoeken» en laten zich tamelijk veel «spullen aanpraten door den fyndoekspoep». Siiinga zit gaarne in de herberg en laat zich daar door een soort van paardenhandel beet nemen door den «Hynsiekeapmau». Beiden,vrouw en man, misleiden elkander, en toen eindelijk bleek dat beiden schuld hadden, komt de «Skoanfaer» als een Deus ex machina alles weer terecht brengen en geeft natuurlijk de noodige moraal. Sibenga belooft «geen bitter meer te zullen drinken» en Froukje zal de «Findoekspoepen» voortaan niet meer te woord staan. De verschillende rollen werden door de vertolkers en vertolksters zeer goed vervuld. Het spel was vlug en los en soms aangrijpend. Omtrent de opdracht aan een Belgisch industrieel tot het leveren van 10,000 helmhoeden, ten dienste van het Indische leger, bevat het Dagblad eene opheldering. Op de tentoonstelling te Amster dam zag de ambtenaar van het de partement van koloniën, tot wiens bemoeiing het behoort, een helm hoed door den hoedenmaker Tonsou geëxposeerd. Deze was nagenoeg wat men sinds lang voor Indië zocht. Het model moest echter nog een weinig veranderd worden. De Belgische hoedenmaker ver klaarde zich bereid. Maar hiertegen over moest eene bestelling staan. De levering van 10.000 werd hem op gedragen. Maar de 27,000 die er nog noodig zijn, zullen aan Nederlanders worden gegund (altoos meenen wij, wanneer zij ze voor denzelfden of lageren prijs kunnen leveren) en ook voor het vervolg zijn Neder landers niet uitgesloten. Hiermede is geheel verklaard, waarom ons Goevernement zich tot den heer Tonson wendde, maar niet is verklaard, waarom Nederiandsche industriëelen niet beproefd hebben voor ons Nederlansch leger te ma ken, wat de Belgische industrieel ontwierp, op wiens weg het toch lag hoofddeksels voor militairen in tropische gewesten uit te den ken: de Congo was in 1883 nog in het verre verschiet. buiten u niemand. Kom den onver- zoenlijken haat van mijn broeder voor, sla aan een dreigend gevaar, door uw eigen wil, den bodem in, heersch als te voren, wees een god als vroeger, ongenaakbaar voor allen. Laadt ge anders niet het oordeel der menigte op uw hoofd? De graaf zag met verwondering dat Theresa al meer en meer in vuur geraakte. Ik.... Voldoe aan den wensch mijns broeders, erken Margaretha einde lijk als uwe vrouw, dat is alles wat wij verlangen, en gij zult bevrijd zijn van ons aandenken, want nadat Margaretha erkend is, verbannen wij ons uit vrijen wil. Niemand zal getuige van die erkenning zijn, dan Ileinrich en ik, de ongelukkige zus ter uwer vrouw. Doe wat ik u zeg en gij zult rust hebben. De dooden slapen voor eeuwig, en wij levenden zullen weten te vergeven; de moe der van uw kind zal voortaan een blijvende troost in het hart harer dochter vinden, tot God haar op roept, zoo zullen beiden gelukkig zijn, en zeker hun geluk, door aan u te denken, niet vergallen. Bedwing De industrie klaagt, maar heeft hier de industrie niet zelfs eenige schuld, en als de ambtenaar van koloniën zoo precies beoordeelen kon wat voor het leger in Indië geschikt is, kou hij dan nooit eens met een hóedeufabrikant onder zijne landge- nooten gesproken hebben over eene verbetering, welke ook volgens hem noodzakelijk was? Moest hij wach ten tot er eens een tentoostelling was, om daarvan werk te maken? Die vragen spruiten voort uit hetgeen het Dagbl. mededeelt, in de onderstelling dat dit juist is. Arnh. Ct. Zaterdagavond kreeg een minnend paar op de Prinsengracht te Am sterdam een minder minzamen woor denstrijd. De jongeling, die de ar gumenten der schoone niet genoeg zaam kon wederleggen, nam een hopeloos besluit en sprong in het water. Dit bleef niet zonder uitwer king. Toen eenige voorbijgangers hem weder op het droge gebracht hadden, zorgde het thans geheel verzoende meisje voor een vigilante, waarin beiden zich naar huis be gaven. Zondag avond reed te Amster dam een koetsier met een open rij tuig, waarin zes personen waren gezeten, van de verkeerde zijde den Nieuwendijk op. Een politieagent wilde hem dit beletten, doch de voerman legde de zweep over het paard en spotte met alle agenten van politie. Zoo draafde hij lustig door en draaide de Nieuwstraat in, waar hij een lantaarn omver reed. Het begon den personen, die in het rijtuig gezeten waren nu wel een weinig te benauwd te worden, zoo dat vier van hen er uit sprongen. De koetsier reed steeds en thans in zeer snellen draf door, tot hij op een goed oogenblik bij de Oude brugsteeg door een tweeden agent tot staan werd gebracht. Deze greep het paard bij den teugel, doch kreeg met het achtereinde der zweep zulk een slag op de hand, dat hij weder moest loslaten. Hierop holde het paard weer ver der, het Damrak langs naar den Dam, achtervolgd door den agent van politie. Op den Dam werd het wederom, en thans voor goed, tot staan gebracht, daar de voerman in dolle vaart tegen een rijtuig der maatschappij aanreed. De koetsier, thans geen kans meer ziende met zijn rijtuig te ontkomen, liet dit in den steek en vluchtte te voet ver der. Het rijtuig werd door de politie zoolang bij een stalhouder op het Damrak geplaatst, terwijl men voort ging met den voerman te achter volgen. Toen de jongens der kweekschool te Leiden jl. Zaterdagmorgen het gemeente-zwembassin verlieten, werd een marinier, die hen geleidde, door eenige vrouwen aangevallen, ge scholden en geslagen, terwijl een oude man hem met een knipmes eene gelukkig niets beteekenende wonde aan het hoofd toebracht. De oorzaak daarvan was, dat een der jongens, die bang voor het water was, niet wilde zwemmen en, daar toe genoodzaakt, vreeselijk gilde. De verontwaardigde menigte meende den akeligen trots welke zich van uw ziel heeft meester gemaakt, want gij stort u in 't verderf. Balthasar's bekentenis, welke Heinrich hem zoo even nogmaals, in tegenwoordigheid van Erwin, afdwong, maakt u vol komen hulpeloos. Denk thans niet aan wraak, maar alleen aan uwe waardige redding, ik doe u daartoe den weg aan de hand, u, den doods vijand der onzen. Heb medelijden met mij, red u, ik kan het niet verdragen het brandmerk der schande op dat.... geliefd voorhoofd te zien. Na dit gezegd te hebben haalde Theresa diep adem, en bedekte haar gelaat met de beide handen. Ferdinand Merfeldt was zoo ver rast, dat hij geen woord kon uiten. Hij deed een schrede terug, om The resa's gestalte scherper in oogen- schouw te kunnen nemen. Het geheim van lange, treu rige jaren is er uit. Vergeet het morgen, denk er nu aan dat ik, ter wille van u, zondares werd tegen over mijne vrienden. Ja door u, Ferdinand Merfeldt, wiens verschij ning als een verblindende meteoor aan den horizont voor mij opsteeg, daarom, dat de marinier den jongen slagen toegebracht had. Tegen een paar vrouwen en den ouden man is door de politie proces-verbaal opge maakt. In de St.-Jozefskerk, aan de Ver lengde Kruiskade, nabij de grens tusschen Rotterdam en Delftshaven, is in den nacht van Zaterdag op Zondag ingebroken. Voor zoover men kan nagaan, is de dader, alleen of met hulp van medeplichtigen in den tuin gekomen, die achter de kerk ligt. Aldaar heeft hij van een wagen gebruik gemaakt om een raam der sacristy te bereiken, waar van hij de ruiten en een ijzeren stang heeft uitgebroken, om toegang uaar binnen te verkrijgen. In de sacristy heeft hij de brandkast en andere voorwerpen onaangeroerd ge laten, doch alle laden opengehaald, misschien om naar sleutels te zoe ken. Vervolgens is hij in de kerk gekomen, alwaar hij eene sterke en stevig sluitende ijzeren kast, die op het altaar stond, heeft opengebro ken. De beide daarin geplaatste hostiekelken een zilveren en een verguld zilveren heeft hij mede genomen en de hostiëu op het altaar nedergeworpen. Voorts heeft hij de offerblokken verbrijzeld, maar doordien zij juist des morgens waren geledigd geworden met veel er in gevonden. Misschien is hij toen door eenig gerucht opgeschrikt, of heeft hij wegens andere redenen zich gehaast om weg te komen, althans hij heeft op den grond nog eenig geld laten liggen, hetwelk hem bij het openbreken der blokken zal zijn ontvallen. Ten slotte heeft hij een dik gaas doorgesneden, ten einde zich, door een biechtstoel heen, een uitweg te banen. Zoodoende is hij weer in den tuin terechtgekomen, van waar hij zich uit de voeten heeft weten te maken. Toen de knecht van een voerman te Deutichem behulpzaam was een fust van 200 liter in een kelder te brengen, brak het touw dat om het vat geslagen was, waardoor bij den last tegen het hoofd en het rechter been kreeg. Ofschoon de man op verschillende plaatsen deerlijk ge kwetst is, hoopt men hem in het leven te behouden. Volgens berekening zijn bij een boschbrand onder Rozendaal op de grens der gemeente Arnhem onge veer 130 hectaren hout verbrand. Te Maastricht is Zondag een knaap van 8 jaren onder de post- kar geraakt, met het noodlottig ge volg, dat hem het wiel over den hals is gegaan en zijn leven in ge vaar verkeert. Te Heer, nabij Maastricht, is Zondag een kind van 18 maanden, dat men een oogenblik uit het oog had verloren, in een kuip met water gevallen en verdronken. Uit Weert (in Limburg) is door het kantongerecht de nachtwaker veroordeeld, wegens het maken van nachtelijk burengerucht. Te Blija (Ferwerderadeel) raakte een paar dagen geleden iemand, die een wagen met steenen bestuur- heerlijk, onweerstaanbaar. Ik be minde u, ofschoon gij ter nauwer- nood een blik voor mij over had, ik aanbad u, en gij hebt Margaretha uwe liefde geschonken. O, wat moest ik lijden. Als 't ware aan u geke tend, was ik echter niet meer dan een speelbal van uw willekeur. Als vijandin van mijne eigen zuster, die ik beklaagde en toch zoo innig be nijden moest, als uwe verpleegster, welke gij uwe toeneiging gunde en misgunde tegelijk, als de plichtver- geten dochter, die den moordenaar haars vaders niet vermocht te haten en de hartelooze zuster van een buiten zijn schuld op een dwaalweg gebrachten broeder, als zoodanig bracht ik achttien lange jaren onder uw dak door. Zij zweeg, en ver volgde toen met een bitter lachje Door u gehoond, als iemand die als te veel wordt beschouwd, ver langde ik steeds vurig naar de en kele minuten waarop ik mij in uwe tegenwoordigheid kon bevinden, o, zoo gaarne had ik er mijn leven voor willen geven u een enkel vriendelijk lachje te ontfutselen. Te vergeefs echter, ik offerde mijne waanzinnige de, door het hollen van het paard van den bok. Het voertuig ging over zijn borst, zoodat hij bewus teloos werd opgenomen, en zijn toe stand nog hoogst zorgelijk is. De landbouwer Albers te Alber- gen (Pruisen), bekend als een be rucht tabakssmokkelaarwerd zes weken geleden daar betrapt, terwijl hij eene vracht ruwe tabak binnen smokkelde. Deswegen werd hij te Osuabrück veroordeeld tot 5 maan den gevangenisstraf. Hij is echter uit de gevangenis uitgebroken en kwam Zondag ochtend te Ootmar- sum aan. Maar ongelukkig voor hem werd hij door een brigadier herkend en gearresteerd. Hij heeft ook hier te lande nog 45 dagen cel straf te ondergaan, wegens overtre ding van de drankwet en verzet tegen de beambten, die hem bekeur den. GEMENGD NIEUWS. Een beroemd zanger vertelt in het Duitsche tijdschrif Ibis het na volgende «Ik hield mij eens eenige weken in Leipzig op, waar ik gastvoor- stellingen gaf, en had een rustige woning gezocht, waarvan de vensters niet aan straat maar op een tuin uitkwamen, en hoopte het dus zeer stil en kalm te hebben. Er kwam echter niets van, want de menschen die beneden mij woonden, hielden er een papegaai op na die, als het mooi weder was, buiten het raam op een stang heen en weder wan delde en een gruwelijk spectakel maakte. Het beest was gemeen ge noeg om het hardst te schreeuwen, wanneer ik begon te studeeren en ik werd zoo kwaadaardig op den schreeuw-leelijk dat ik op wraak zon. Op zekeren dag verzoende ik mij echter met mijn vijand: een onwe- der was komen opzetten en het wa ter stroomde van den hemel en ik keek eens in den tuin om te zien of er ook schade was aangericht, toen de papegaai mijne aandacht trok. Mijne bewoners waren uitgegaan en hadden vergeten het dier naar binnen te nemen; het had den ge- heelen zondvloed op het lijf gekre gen was kletsnat en probeerde, angstig heen en weder loopende en met de vleugels slaande, onder het voortdurend geroep«O Ileere jé I O Heere jé!» het water van zich af te schndden. Het gezicht was zoo grappig dat ik mij niet kan herinneren ooit in mijn leven hartelijker te hebben gelachen, en ik vond de zaak zoo onbetaalbaar, dat ik mij met den vroeger zoo verwenschten vijand verzoende.» De directeur der gevangenis voor vrouwen te Madrid kwam te weten dat de kostgangsters er sedert eenigen tijd meer wijn en brande wijn gebruikten.ldan voor hare ge zondheid en voor de goede orde wenschelijk was. Hij verbood dus ten strengste het binnenbrengen van dat vocht. Eene zekere Benita Cle mente kon zich naar het scheen er niet van spenen, en op een goe den dag werd zij in hare werk zaamheid om een paar flesschen neiging, de hoopvolle toekomst van mijne meisjesjaren op en kreeg spijt van mijne dwaasheid, die een be klagenswaardig, tweeslachtig wezen van plicht en liefde was. Waarom zegt ge mij dat al les? vroeg de graaf somber. Om mij aan te klagen? Neen om u te overtuigen, dat ik alles eer zou kunnen verdragen dan uwen val. Wat mijn broeder en ook de echtgenoot van Gilda uit rechtvaardigheid vorderen, ik smeek u dat uit liefde af. O, gun aan nie mand, niemand het geluk u over weldigd te zien; geef vrijwillig toe aan de rechten van een stervende, doe den geestelijke ontbieden, sluit het treurige drama van dezen nacht met het zachte, verzoenende woord van den grijzen priester, doe dat en gij zult vrede met u zeiven hebben. Lang kunt ge niet meer gebonden zijn, want spoedig zal Margaretha naar betere gewesten worden opge roepen en dan zijt gij vrijGij hebt geen boete te doen voor hetgeen waaraan u niet schuldig zijt, doch indien gij vrijwillig doet waartoe ge zedelijk verplicht zijt, dan zal het met brandewijn binnen te loodsen, betrapt. Hare moeder had haar die namelijk gezonden, en de flesschen, aan een touw vastgemaakt, werden door een venster naar boven ge- heschen. Benita Clemente werd nu in den cachot opgesloten. De andere gevangenen verzochten hierop van den directeur ontheffing van deze straf, en de directeur voldeed aan het verzoek. Maar nauwelijks was Benita Clemente bij hare mede-ge vangenen teruggekeerd, of zij zette dezen aan tot verzet tegen de cipiers en den directeur, en een oproer in de gevangenis was er het gevolg van, zoodat de gewapende macht tusschenbeide moest komen. Benita Clemente kreeg hij deze aanraking met de gewapende macht twee sa belhouwen, een aan den schouder en de andere aan de hand. De Commissie van de Ten toonstelling te Budapest heeft naar de Neue Freie Presse bericht, een eigenaardig besluit genomen, en wel om den millioensten bezoeker ervan eene gedachtenis aan te bie den. Een Comité van ontvaDgst, uit drie leden bestaande zal, op den dag dat de gelukkige moet komen, aan den ingang post vatten, terwijl alle overige ingangen zullen worden gesloten. De «millioen»-man zal op plech tige wijze worden toegesproken en men zal hem honderd loten der tentoonstellingsloterij ten geschenke aanbieden. Tot nog toe werd de expositie door circa negen-honderd-duizend personen bezocht. Naar de Singapore Mail meie- deelt is de oudste soeverein der we reld, en wel de vorst van het rijk Broenei, op het eiland Borneo, sul tan Abdul Munin, onlangs in den ouderdom van honderd veertien jaar overleden. Hij had dertig jaren geregeerd, bezat Europeesche beschaving en sprak, behalve Hollandsch, ook En- gelsch en een weinig Spaansch. Aangezien de sultan geen zoons heeft nagelaten, heeft een zijner verre bloedverwanten den troon be stegen. Volgens tijdingen van den Congo is de heer de Brazza op eene nieuwe expeditie uitgegaan. Hij wil een onderzoekingstocht ondernemen naar de rivier Mobangi, die zich onrlast in den Congo en ontdekt is door twee Engelsche zendelingen. Deze rivier is over eene uitgestrekt heid van meer dan 700 kilometer bevaarbaar. De reuzen-olifant die men voornemens was op Coney-Island te bouwen, werd indertijd druk be sproken en thans wordt gemeld dat het eigenaardig bouwwerk gereed is. Men heeft liet plan om er een hötel van te maken opgegeven en de groote zalen in het binnenste van het dier worden voor concerten gebruikt, terwijl op den rug, die honderd vijftig voet hoog is, astro nomische waarnemingen plaats vinden. De kolossus weegt niet minder zijn als of gij rechtvaardig willende handelen tevens een weldaad bewijst. Graaf Merfeldt, bij mijn steeds mis kend, steeds geminacht hart bezweer ik u, maak aan de kwelling een einde, voleind wat niet meer onge daan kan gemaakt worden. Smee- kend strekte Theresa naar den graaf de handen uit. Zij rilde over het lichaam en 't scheen als of zij zich aan de voeten van Ferdinand wilde werpen. De graaf echter sloeg op dat alles geen acht; slechts de woorden wel daad en rechtvaardigheid ruischten hem nog in het oor. De bekentenis van Theresa, hoe verrassend die ook was, had voor hem niet het minste belang, nog minder wekte die me delijden of berouw in zijn hart. Zij deed hem daarom slechts een wei nig goed, aangezien hij er een klein voordeel in zag, na al hetgeen er was voorgevallen, te vernemen, dat hij nog door iemand werd aange beden. Desniettegenstaande streden in zijn binnenste zijn groote trotsch- heid en zijn onbedwingbare eigen zin om den voorrang. Toegeven, daar waar hij had kunnen vernie tigen! Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1885 | | pagina 2