ADYUT1N11IUD.
3e Jaararan«
Maandag 14 September 1885.
No. 671.
FOUR AGES.
Duitschland en Spanje.
FEUILLETON.
VEEGETE1T.
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per maand40 Cents.
Franco door geheel het Rijk p. maand 55
Afzonderlijke Nommers 5
Verschijnt Dagelijks uitgenomen Zon- en aigemeone Feesiiiagen.
Brieven, geiden, advertentiën enz. franco te adresseeren
aan het Bureau, Kleine Houtstraat No. 9.
Hoofdagenten voor het .Buitenland-. ompagnie Générale de j. ublicite Etrangère G. L.
JJA JJ.B l'j éf Go., JOH. F. JONES, Snor., Parijs, 3 Ibis Faubourg Montmartre.
AD VERTEN TI ËN:
van 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents.
Groote letters naar Plaatsruimte.
Advertentiën worden aangenomen tot 's middags 12 uur.
MUSEUMS EN ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN HAARLEM.
Koloniaal museum op het Paviljoen. Ingang aan de Dreefzijde 2e deur. Geopend dagelijks van 10 tot 4 uur. Toegang 25 cents per persoen. Donateurs eu leden der Nederlandsclie Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hebben op
vertoon van diploma vrijen toegang, donateurs met gezelschap, leden met 1 dame. -Museum van kunstnijverheid op her- Paviljoen. Ingang Dreefzijde le door. Geopend dagelijks van 10 tot 4 uur. Toegang 25 cents |>er persoon. Donateurs en
Teglers
Woensdag en Zaterdag van i
Orgel-bespeling in ds Groote Kerk. Dinsdag van 1-
8 uur. Toegang (deur Oudegroenmarkt) vrij.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Haarlem zullen op Donderdag
24 September e. k., des namid
dags ten 2 ure, ten Raadhuize der
gemeente, bij enkele inschrijving
aanbesteden, in twee perceelen of in
massa, de levering van:
lo. HOOI en STROO en
2o. HAVER, en PAAR-
HRNBOONEN, tenbelioeve
van de paarden der Ge
meente-Reiniging, voor het
tijdvak van lo. November
1885 tot ulto. October 1886.
De voorwaarden liggen ter lezing
ter Gemeente-Secretarie, op alle
werkdagen, van des voormiddags 10
tot des namiddags 4 ure.
Inlichtingen zijn te bekomen ten
kantore van den Opzichter over de
Gemeente-Reiniging, op alle werk
dagen vóór den dag der besteding,
des morgens tusschen 9 en 10 en
'snam. van 121 ure.
Haarlem, 10 Sept. 1885.
E. A. JORDENS.
De Secretaris
P. v. d. ELST, lo. S.
Sinds eenige dagen zijn aller oogen
naar het Zuidwestelijk Schiereiland
van Europa gekeerd, omdat daar
gebeurtenissen zijn voorgevallen, die
op den vrede van ons werelddeel in
het algemeen den grootsten invloed
kunnen uitoefenen. Wat toch is ge
beurd. Tusschen de verschillende
mogendheden is sedert korten tijd
een wedstrijd begonnen om landen
X.
Eene dame uit de groote wereld.
22)
Welnu, gij moet weten, mijn
lieve, dat daar volgens een alge
meen gerucht verleden jaar een ont
zettend familiedrama moet zijn voor
gevallen, ten gevolge waarvan men
nu te Ornatoffsko spoken ziet en het
eenzame landgoed in de steppe in
kwaden reuk staat. Intusschen, hoe
veel men ook in het verleden sei
zoen een tijd lang over die treurige
zaak sprak, tegenwoordig is zij reeds
tamelijk vergeten; want vooreerst
waren de berichten te onzeker en
daarbij leeft men hier te snel, om
zich lang met onzekere vermoedens
in andere werelddeeleu te annexee-
ren, en een verdrag is door hen
aangegaan, dat ieder hunner daar
vrij een streek gronds in bezit kan
nemen, zoo geen andere mogend
heid op dien grond aanspraak kan
maken. Het voorbeeld van Nederland,
dat sinds het uitbreken van den At-
jeh-oorlog jaarlijks millioenen voor
zijn koloniën moet bijpassen, schrikt
hen niet af, evenmin als de onlus
ten, waarmede Spanje bijna voort
durend in zijn bezittingen, zooals
op Cuba, te kampen heeft. Dat des
bevoegden den toestand in den nieu
wen Congo - Staat allerdroevigst
noemen en dat zoawel de vrucht
baarheid van den grond, als de aard
van het klimaat zeer veel te wen-
schen overlaten, belet den Belgen
echter niet de grootste waarde te
hechten aan de nieuwe stichting!
Ieder Europeesch rijk, dat tot nog
toe geen bezittingen had, haast zich,
ze thans machtig te worden en zoekt
het beste voor zich te verkrijgen,
alvorens een ander het vóór geweest
is. Is de vlag maar geplant, dan is
er verder geen nood en zoo wordt
de zee thans doorploegd van Duit-
sche, Engelsche en andere oorlogs
schepen, wier lading uit nationale
vlaggen bestaat, om die hier en daar
op een onbekende kust te planten.
Of die nieuwe landen ook door wil
den en ra enscheneters bewoond wor
den, of het klimaat er voor den
Europeaan doodelijk is, en of het
land vruchtbaar is of dor, het doet
er niet toe, koloniën moeten er zijn.
Ook Duitschland, dat door zijn tal
rijke legerscharen, waarmee het bin
nen enkele dagen een vijandelijk
land kan overstroomen, de eerste
militaire staat in Europa is, doet
zijn best bezittingen machtig te wor
den. Op de Oostkust van Afrika, op
Nieuw-Guinea en elders heeft het
bezig te houden, ten minste, wan
neer zulk een geschikte hand als
die van vrouwe Ornatoff een sluier
weet te werpen over datgene, wat
de wereld niet mag vernemen. Trou
wens het is haar niet kwalijk te
nemen, indien zij alles doet, om een
vlek te wisschen van den naam,
dien haar zoontje moet dragen en
in eere houden; want, wat haar
zelt aangaat, zij zou wel geneigd
zijn, dien naam tegen een anderen
te verwisselen en den weduwen-
sluier in den familiekelder te Orna
toffsko te begraven. Maar, o Hemel,
waartoe geraak ik met al dat ge-
gepraat Wat is ons aan Ornatoffsko
gelegen? Gij zult het toch nooit
zien
Toch, viel hierbij Clarita
snel intoch zou ik u willen
verzoekenmij op uwe eigenaardige
manier meer van dat aangehaalde
familiedrama te vertellen, dat na
tuurlijk mijne nieuwsgierigheid le-
zich reeds hetzij alleen, hetzij in
vereeniging met andere Staten ge
vestigd en voorzeker is het voor dit
Rijk van het groote belang aanzien
lijke koloniën machtig te worden,
opdat zij débouchés worden voor
de talrijke voortbrengselen der nij
verheid in dat land en aldus tege
lijkertijd den handel er van ten goede
komen. Als Bismarck iets op het
touw zet, kan men er zeker van
zijn, dat de zaak flink aangevat en
doorgezet wordt en sinds hij subsi
die voor de nieuwe stoomvaartlijnen
op Afrika en Australië vroeg en ver
kreeg, werd Duitschland's begeerte
naar koloniën telkens grooter.
Zoo liet het voor korten tijd ook
het oog vallen op de Carolinen, een
eilandengroep in den Stillen Oceaan,
niet ver van het belangrijke Nieuw-
Guinea, hetwelk het voor een ge
deelte in bezit genomen heeft. On
gelukkigerwijze meenen de Span
jaarden recht op deze eilanden te
hebben en wel, omdat ze door hen
ontdekt zijn en tevens, omdat Spaan-
sche missionarissen verscheidene ma
len gepoogd hebben de bewoners
tot het christendom te hekeeren en
er dus een geordende maatschappij
te vormen, tot nog toe echter ver
geefs. In zedelijk opzicht zijn ze
dus de werkelijke bezitters, maar
hun bezit steunt niet op wettelijke
gronden, zoodat de Duitschers er
volstrekt geen bezwaar in zagen, die
eilanden voor zich machtig te wor
den. Tegen dit plau rezen al aan
stonds van Spaansche zijde levendige
protesten, daar de Spanjaarden zich
als werkelijke meesters van die eilan
den beschouwden, ofschoon ze er tot
nog toe zich niets aan hadden laten
gelegen liggen en er zelfs geen be
stuur gevestigd hadden. Eerst wer
den langs diplomatieken weg de
bezwaren aan het Duitsche hof in-
vendig opgewekt heeft; te meer
daar ik eenmaal de eer zal hebben
in die familie opgenomen te wor
den
Dit verzoek was de vorstin niet
ongevallig; zij hield te veel van
babbelen, om niet gaarne die op
gewekte herinnering tot het onder
werp eener langere conversatie te
maken.
-Achmijne lieve mademoiselle
de la Para, men spreekt eigenlijk
niet gaarne van die dingen. Het is
een zonderlinge geschiedenis van die
Ornatoffs. Gij moet weten, de oude
maarschalk had reeds uit het eerste
huwelijk twee volwassen zonen, toen
hij voor de tweede maal de jonge
Wera Sergewna Maffowskoy trouw
de, die wel liever haar schoonen
vriend uit hare kinderjaren Nikolai
Pawlowitsch Karin genomen had
dan den ouden Ornatoff. Intusschen
aarzelde de eerste met een bepaald
aanzoek te lang en de oude maar-
gediend, doch ook het Spaansche
volk meende zich met de zaak te
moeten bemoeien, en de geheele pers
van alle partijen en kleuren ont
kende ten stelligste het recht der
Duitschers, om zich er van te mogen
meester maken. Zelfs wilden zij van
een scheidsrechterlijke beslissing
niets weten, omdat zij overtuigd
waren, dat het goed recht aan hun
zijde was en er dus niet over be
slist behoefde te worden, of de Ca
rolinen aan Spanje al dan niet toe
behoorden.
Hoezeer de taal der dagbladen,
zelfs der ministerieele, dikwijls zeer
heitig was en op vergaderingen de
Spaansche trots en fierheid zich niet
verloochenden,bleef het geruimentijd
bij woorden, vooral ook, omdat de
Duitsche bladen, naar het voorbeeld
van Bismarck's orgaan, de zaak
zeer kalm opvatten. Onverwachts
echter kwam de tijding, dat het
voornaamste eiland der Carolinen,
Yap, door de Duitschers, door het
planten der vlag, in bezit genomen
was en dat, niettegenstaande reeds
Spaansche schepenwaarvan de be
manning van geen Spaansch-Duit-
sche kwestie wisteD, op de reede
gen. Het warme zuidelijke bloed
kwam in beweging, de woede der
Spanjaarden kende op dit bericht
geen palen en hadden sommige
heethoofden vroeger reeds hun
Duitsch onderscheidingsteeken aan
de Duitsche regeering teruggezon
den, of alle handelsbetrekkingen
met kooplieden en fabrikanten uit
dat Rijk afgebroken, nu werd aller
wegen in Madrid en in de provin
ciën om oorlog geroepen, ten einde
Spanje's eer te herstellen. Het wa
penbord en de vlag werden bij den
Duitschen gezant afgebroken en
vertreden, en dit feit alleen was ern
stig genoeg om een oorlogsverkla-
schalk kwam hem voor. Wera Ser
gewna was arm en op kosten van
het land in 't klooster Smolna op
gevoed; Ornatoff bracht haar den
gewenschten rijkdom aanwelke
haar er toe gebracht had, dat aan
zoek aan te nemen. De oude be
minde haar hartstochtelijkdoch
zijne zonen daarentegen waren vol
strekt niet ingenomen met de jonge
stiefmoeder. Het waren beide sehoo-
ne, levenslustige jonge mannen, al
leen hadden zij van hunne moeder
wat te warm, Poolsch bloed in de
aderen. Dit, evenals de in 't oog
loopende terughouding tegenover
hunne tweede moeder, vervreemdde
vader en zonen meer en meer, zoo
dat de laatsten Rusland verlieten.
Weldra hoorde men van beiden om
zoo te zeggen niets meer, totdat na
jaren de dood van den maarschalk
ze terugriep. De jongste moet daarbij
zijn papa niet meer levend gevon
den hebben en in hevige opgewon-
ring van Duitsche zijde uit te lokken.
Iedereen dacht dan ook jongstleden
Maandag, dat opnieuw de oorlogs
fakkel in Europa zou ontstoken
worden, maar dank zij de persoon
lijke vriendschap, die er tusschen
Keizer Wilhelm en Koning Alphon-
sus heerscht, zal er wellicht nog
een méér vreedzame oplossing der
kwestie gevonden worden, en kan
het zwaard in de schede blijven.
Alphonsus echter is het kind der
revolutie; zijn moeder is door de
Spanjaarden van den troon verdre
ven en aan een andere revolutie
dankt hij zijn Koningschap. Zoodra
Duitschland dus te veeleischend
wordt, waar het geldt de grievende
beleediging weder goed te maken,
zal het Spaansch volk zich als één
man tegen die eischen verzetten en
wil de Koning niet meegaan, dan
zal hij waarschijnlijk tot heengaan
gedwongen worden; voor hem staat
dus alles op het spel, eu wel moet
men den jeugdigen vorst vol goe
den wil, beklagen, die door de han
delingen zijner vrienden, de Duit
schers, welke hem nog onlangs met
zulke groote bewijzen van welwil
lendheid ontvangen hebben, in die
netelige omstandigheden gebracht
is. Het laat zich echter aanzien,
dat alles, door de toegevendheid
van Duitschland's gebied, door diens
persoonlijke vriendschap voor Koning
Alphonsus en het handelsbelang van
Duitschland om met Spanje op goe
den voet te blijven, in der minne
zal geschikt worden. Alle Duitsche
bladen zijn dan ook zeer voorzichtig
in het beoordeelen van de Spaansche
uitspattingen en het schijnt, dat ook
Yap bezet is, zonder dat daartoe
het stellig bevel gegeven was, zoo
dat het zonder veel bezwaar door
Duitschland kan teruggegeven wor
den.
deuheid met zijn broeder in strijd
geraakt zijn. Zooals gezegd wordt,
moeten zij beiden een schoone dame
in het buitenland bemind hebben
en het daardoor oneens geworden
zijn. Zeker is het, dat tusschen bei
den een hevige woordenwisseling
piaats vond, juist op dien avond,
toen men wat later Wladimir Iwa-
noiwitsch in zijn kamer dood vond;
eenige zeggenvermoord, anderen
beweren, dat hij plotseling aan eene
hartziekte gestorven is.
Welk gerucht juist is, bleef on
opgehelderd. De schoone Wladimir
was dood; over zijne laatste oogen-
blikken zweeft een geheimzinnige
duisternis. Evenzoo over het lot van
zijn broeder.
Men kwam dadelijk tot de ver
denking, dat deze in een oogenblik
van heftige toorn zijn eigen broeder
doorstoken had eu dat vermoeden
werd bevestigd door de onmiddellijk
volgende vlucht van Alexis Iwanoj.