voor on- en minvermogenden en
van de openbare bewaarscholen, van
gemeentewege voedsel te verstrek
ken.
Maandag is bet testament van
mevrouw Kleine geopend. De laat
ste wil der kunsteuaresse is ge
weest, dat bare erfgenamen slechts
het vruchtgebruik zullen hebben
van hare geldelijke nalatenschap.
De sommen, die telkens vrijvallen,
zullen worden gebruikt tot vorming
en uitbreiding van een fonds, dat
den naam van «Kleine-fonds» draagt,
en waaruit aan oude en behoeftige
tooneelisten hulp kan worden ver
leend.
Schenkingen en bijdragen voor
het fonds worden gaarne aangeno
men. De overledene heeft tot admi
nistrateurs van het fonds benoemd
de heeren A. C. Wertheim, S. J.
Bouberg Wilson en J. L. A. Schut,
De koninklijke goedkeuring op
de statuten van dit fonds is ge
vraagd en reeds verkregen.
a in <jeu laatsten tijd is van
verschillende zijden gewezen op de
wenschelijkheid om voor ons land
eene inrichting in het aanzijn te
roepen als het te Berlijn bestaande
«Central-Verein. für Arbeit-Nach-
weiss».
Naar de meening van het bestuur
der Maatschappij voor den Werken
den Stand te Amsterdam lag het
op den weg dezer Maatschappij om
hiertoe eene poging in het werk te
stellen, doch het kwam het bestuur
voor, dat het zulks niet meer mocht
doen alvorens het advies van des
kundigen te hebben gevraagd. Het
heeft daarom de zaak in handen
eener commissie gesteld en thans
het door die commissie uitgebrachte
rapport het licht doen zien.
Overeenkomstig het advies is tot
de oprichting van eene Arbeidsbeurs
besloten, met dien verstande echter,
dat zij direct nationaal zal gemaakt
worden en niet, gelijk door de com
missie in overweging werd gege
ven, met eene plaatselijke instelling
^ftls proef zal worden begonnen.
In de maand September 11
zijn op het Noordzee-Kanaal ge
schut
Door de Noordzeesluizen. Naar zee
23 fregatten of barken, 5 brikken,
15 schoeners, 1 kofschip, 127 stoom
schepen, 112 visschersvaartuigen en
6 andere vaartuigeu, te zamen 289
schepen, inhoudende 321,341 M*.
Uit zee20 fregatten of barken, 2
brikken, 6 schoeners, 1 kofschip
113 stoomschepen, 1 tjalk, 97 vis
schersvaartuigen en 5 andere vaar
tuigen, te zamen 245 schepen, in
houdende 280,216 M*. Totaal
534 schepen, inhoudende 601,55
Ms, tegen 532,648 M! in Septem
ber 1884.
Door de Oranjesluizen: 2 schoe
ners, 2 kofschepen, 167 raderstoom-
booten, 606 schroefstoombooten,
5018 tjalken of pramen, 5170 vis
schersvaartuigen en 131 andere
vaartuigen, te zamen 11,097 sche
pen, tegen 9815 in September 1884,
De meubelmaker Van Raay,
die erkend heeft de vervaardiger te
zijn van het als beleedigend voor
regeeringslichamen opgevat «Stem
rechtlied» en deswege vervolgd
wordt, ia gisteren in verhoor geweest
bij den rechter-commissaris, belast
met het onderzoek van strafzaken in
den Haag.
De Midd. Ct. verneemt dat
voor eene firma te Ierseke bij de
heeren Smit te Kinderdijk eene
schroefstoomboot in aanbouw is.
waarbij, ten behoeve van de oester-
cultuur, stoom op nieuwe wijze zal
worden toegepast. Sedert eenige
jaren is bij de firma De Groot en
Bolier eene raderstoomboot in ge
bruik, die eenige ondiepe bakken
op zijde neemt, waarin men oesters
kort, doch bij gezegde stoomboot,
die op de Schelde en in het Am-
steldiep dienst zal doen, zullen die
bakken vervallen en het korren
zelf met stoom plaats hebben. Zij
zal den naam dragen van De Mos
sel en werkelijk in vorm veel over
eenkomst met een mossel hebben.
De proeftocht is voorloopig bepaald
op 16 October a. s.
De in Nederland reeds welbe
kende firma J. H. C. J. van Rijn
van de Kaapstad, heeft voor haar
Zuid-Afrikaanschen wijn, cognac en
braudewiju op de tentoonstelling te
Antwerpen de gouden medaille be
haald.
had. Wie echter kon haar geholpe
hebben?
Weder dwarrelden de gedachte]
verward door Clarita's brein, totdat
zich voor haar geest plotseling, diep
verschrikkend, een naam vertoonde.
Nikolaï Karin 1 Was deze niet da
delijk na den dood van den ouden
hofmaarschalk overgekomen? Had
vrouwe Wera hem niet geroepen?
Zeker maar wanneer? Op het
tijdstip kwam het veel aan enCla-
rita besloot, dit voorzichtig uit te
vorschen. Met dit voornemen intus
schen scheen ook hare kracht uit
geput. De laatste wending harer
gedachten deed haar inderdaad ze
nuwachtig beven. Karin! zij
schudde smartelijk het hoofd, ter
wijl hare lippen zacht herhaalden:
Nikolaï Karin, hij ziet er zoo
goed, zoo edel uit, het schijnt mij
een schande toe, hem slechts tot
eene slechte, verraderlijke handel
wijze in staat te achten! O, Vader
Zondag 20 Sept. jl. werd een
fourier vau het 7e reg. inf., te Am
sterdam in garnizoen, door de poli
tie in bewaring genomen, wegens
vechterij met burgers en het daarbij
gebruik maken van zijn sabel.
Na een grondig onderzoek voor
officieren-commissarissen, waarbij
een vijftiental getuigen, allen bur
gers en agenten van politie, waar
onder de hoofdagent Drent, zijn ge
hoord, is overtuigend gebleken en
wettig bewezen, dat deze onderof
ficier in gezelschap van een serg.-
majoor, door drie burgers, hoogst
beleedigend zijn uitgescholden en
gesard en daarna beiden beurtelings
zijn geduwd en aangegrepen. Door
de steeds aangroeiende menigte werd
de fourier, op wien men het vooral
gemunt had, zoodanig opgedrongen
en in het nauw gebracht, dat hij
ten einde raad met zijn sabel zwaai
ende, ruimte heeft gemaakt en in
een huis is binnengegaan, om zoo
doende aan de menigte te ontkomen
Het toen ontstane gerucht, als zou
een der aanvallers ernstig getroffen
zijn, is geheel bezijden de waarheid
gebleken.
Blijkbaar was er pijn voorgewend,
om die onderofficieren te doen de-
gradeeren. Dit opzet is echter niet
gelukt. Men had niet gerekend op
een zoo nauwgezet onderzoek en
de behulpzaamheid van een aantal
burgers en politieagenten, die zich
geheel vrijwillig hebben aangemeld
om in deze zaak te getuigen. Thans
verneemt het N. v. d. D. dat deze
onderofficieren door den kolonel
plaatselijk commandant van alle
rechtsvervolging en straf zijn ont
slagen. Hun is in overweging ge
geven bij den officier van justitie
een aanklacht tegen twee der aan
vallers in te dienen, van wien het
bewezen is, dat zij den sergeant
majoor en den fourier hebben mis
handeld en beleedigd. Of zij van
dit, hun recht, gebruik zullen ma
ken, is nog niet bekend.
Het Engelsche stoomjacht «Cecile:
kapt. Hayman, door Kloppers voor
mevrouw Bulkley afgehuurd om de
gestolen kinderen naar Engeland
weg te voeren, is gisterenmorgeu
van Amsterdam weggestoomd naar
Shoreham.
In de Kerkstraat, te Hilversum,
had gisterennamiddag een ongeva
plaats, dat ernstiger gevolgen had
kuunen hebben.
Een heer bemerkte dat het
een der vertrekken van zijn huis
naar gas riekte. Om de oorzaak er
van op te sporen, streek hij een
lucifer aan, waarop onmiddellijk het
gas ontbrandde. De uitwerking wa9
aevig. Met een geweldigen slag
werden de glasruiten verbrijzeld en
de vlam sloeg uaar buiten. Het
deurkozijn werd uit zijn verband
gerukt, terwij de kamerdeur en een
der wandeu scheurden. Door spoe
dig aangebrachte hulp werd een
onheil voorkomen. De heer bekwam
gelukkig slechts weinig letsel.
In den afgeloopen week hadden
enkele zeelieden van Terschelling
weder de gelegenheid te toonen,
dat zij met de golven vertrouwd
zijn, en dat zij niet aarzelen, wan
neer er sprake is, de zee hare prooi
te ontrukken, 't Is de geheele week
itormachtig geweest, en dat het dan
op de Zuiderzee flink kan spoken,
weet ieder. Eene schuit, behoorende
bij den stoomschelpeuzuiger De Tijd
kwam met hare volle lading schel
pen op de Vliereede, zoowel door
opdringend water, als door water
wat er oversloeg, in zinkenden toe
stand, wat werd opgemerkt door de
bemanning op den uitlegger en door
die van den loodsafhaalder, schipper
Molenaar. Een der opvarenden van
De Looperde gezonken schuit,
dreef eenigen tijd op een stuk hout,
de ander trachtte zwemmende bo
ven te blijven. Niettegenstaande het
holle water bemande Molenaar da
delijk zijne sloep, en zijne knechten
hadden het geluk de tweee mannen
van een wissen dood te redden. De
gezonken schuit is later door De
Tijd gelicht en naar het Sop bij
Makkum gesleept.
in den Hemelzuchtte zij nu uit
het diepst harer ziel, erbarm U
mijner, ontferm U over Uw hulpe
loos kind, bescherm mij tegen mij-
zelve, laat mij geen valschen arg
waan vatten juist in het oogenblik,
dat ik tot U roep om gerechtigheid
God, mijn God, geef mij kracht en
volharding om den schuldige te ont
dekken! Red Alexis, help mij zijne
onschuld aan den dag brengen!
Met deze overwegingen vloog een
uur om, ook een tweede en een
derde, Clarita merkte in 't geheel
niet hoe snel de tijd voortging. Het
matteduistere schijnseldat de
olielamp in het vertrek verspreidde,
was verdwenen, toen deze uitging,
maar buiten had de maan haar cir
kelvormig licht aan den horizon
ontstoken, om den nacht wat vrien
delijker te doen verschijnen.
De eenzame vrouw was opge
staan, aan het venster getreden en
blikte naar buiten. Hare oogen zoch-
Alfen aan de Maas, om gerechtelijk
geschouwd te worden. Twee genees-
heeren werden daartoe aangewezen.
Men vermoedt, dat er eene vergifti
ging heeft plaats gehad.
De vrouw van den overledene
wordt ervan verdacht en is reeds
naar de gevangenis te Tiel vervoerd.
Te Groesen werden vijf koeien
op één morgen dood in de weide
gevonden, zij waren aan miltvuur
gestorven.
Een jager te Gasselternijveen,
die Maandag in het Drouwenerveld
ioeg, schoot bij ongeluk een wild-
drager in de beenen. Twee en
dertig hagels zijn in het vleesch en
been doorgedrongen.
In de Veen onder Lunteren over
leed dezer dagen een alleen wonend
76 jarig man, die zeer sober leefde
en door de diaconie onderhouden
werd. Toen na de teraardebestelling
de diaconie het huisje onderzocht,
werd niets van eenige waarde ge
vonden, maar een buurman, die den
volgenden dag het stroo uit de bed
stede verwijderde, vond, daaronder
verborgen, 4 gouden tientjes, 11
rijksdaalders en eenige guldens.
Men schrijft uit SliedrechtOnze
gemeente met eene bevolking van
bijna 10,000 zieleu, die zich een
maal kon beroemen op twee flinke
gasfabrieken, is goed op weg om
tot den olie- en vetkaarsentijd terug
te keeren. De petroleumgasfabriek
bestaat sedert lang niet meer; de
andere, die het gas uit steenkolen
fabriceert, is stervende. De een voor.
de ander na laat zijn meter weg
halen en de leiding afsluiten. En
geen wonder. Het gas hier is bui
tengewoon slecht en daarbij zeer
duur, 14 ct. de kubieke meter. Men
zegt dat het fabriceeren niet gaat,
zooals dat behoort te geschieden,
maar dit daargelaten, is het van
algemeene bekendheid, dat de groote
toevoerbuizen, die in den dijk lig
gen, zoo slecht zijn, dat er veel
meer gas ontsnapt dan er verbruikt
wordt. Eeu en ander is oorzaak, dat
we hier menigen avond zoo goed
als in 't duister zitten.
De man, die zich door in een ruit
te vallen te Utrecht verwondde, is
reeds aan de gevolgen daarvan over
leden.
Te Arnhem is een valsch tien-
stuiverstukje in omloop gebracht en
in beslag genomen.
Bij een tapper te Arnhem werd
Maandag een bezoeker zoo onzacht
uit het lokaal verwijderd, dat hi
met het hoofd tegen een wagenrat.
viel en eene belangrijke schedel-
wonde bekwan.
Terstond moest geneeskundig-e hulp
worden ingeroepen.
Te Tiel is Maandag het lijk aan
gebracht van zekere H. V. O. uit
ten onwillekeurig de vensters dier
kamer, waar de moord gepleegd
was geworden maar, almachtige
Hemel, wat was dat? Wat zag zij?
Hare knieën knikten, hare oogen
spalkten zich wijd open en bleven
vol afwachting in dezelfde richting
staren. Werkelijk drong een felle
gloed door die omsluierde vensters
van het oude gebouw binnen in
de kamer was licht! Was daar in
derdaad een rustelooze geest het
spook de Domowoï, zooals de
lieden zeiden Ja, een rustelooze
geest was daar binnengekomen
spoedig zou Clarita zijn waren naam
vernemen. Helderder en schitteren
der werd daar boven het licht, een
schril gekletter van gebroken gla:
en in hetzelfde oogenblik drong ook
een dichte, zwarte rookwolk naar
buiten; hier tusschen, den binnen
dringenden luchtstroom te gemoet,
schoot uit den vuurgloed de helle
vlam te voorschijn; nu vatte zij het
Bij het afbreken van een huis te
Noordbroek (Gr.) heeft de heer J.
Buurke een oude munt gevonden ter
grootte van een rijksdaalder.
De voorzijde vertoont een krijgs
man in wapenrok, gezeten op een
geharnast paard en het randschrift
MON. ARG. MI. DOMI. DE. M ANST.
(«Zilveren munt van mijnheer Van
Mansfeld») en in Gothische letters
Q. C. N
De keerzijde draagt het wapen
van graaf Albert Van Mansfeld (1
en 4 Querford, 2 en 3 Mansfeld)
gedekt door een aanzienden helm
Het randschrift luidtEI. IG. GEB-
HAR. ALBER. («Eeuwig ik, Geb-
hard Albert»!.
De munt is afkomstig van Albert
Van Mansfeld, die leefde in de eer
ste helft der 16e eeuw.
GEMENGD NIEUWS.
In de «Brieven uit Japan»
van den heer P. G. Van Scherm
beek, in een der vorige afleveringen
van den Spectatorkomt o. a. het
volgend voor:
«De Japansche pers, die, tusschen
twee haakjes, streng onder den duim
gehouden wordt, heeft aangaande
den dood van den heer Sakurada
eene zeer gereserveerde houding
aangenomen en alleen vermeld, dat
hij overleden was.
Eergister, 15 Juni, heb ik den
heer Nakamura, den nieuw be
noemden minister in Nederland, een
bezoek gebracht. Hij maakt een aan-
genamen indruk en spreekt Fransch
hij was vroeger chargé d'affaires
in Italië en laatstelijk le secretaris
of referendaris aan het departement
van buitenlandsche zaken. Naar ik
hoor, is zijne vrouw een der erkende
Japansche schoonheden; wellicht
vergezelt zij hem naar Nederland
«De Hollanders in Tokio bieden
hem en zijne echtgenoote dezer da
gen een diner aan, waarop alle rok-
dragende landgenooten (ook de da
mes) van Yokohama uitgenoodigd
zijn. Wij vonden, dat eene derge
lijke in het oog vallende beleefd
heid, na het voorgevallene met Sa
kurada, niet misplaatst zou zijn; de
heer Nakamura stelde haar blijk
baar zeer op prijs.
Voor het hof te Brussel stond
terecht zekere Spitz, wiens uitleve
ring door Duitschland was gevraagd
wegens diefstal. Toen de zitting
was geëindigd zeide de president
tot een gendarme, op Spitz wijzen
de «Recouduisez monsieur» (breng
dien heer weg naar zijn cel); de
gendarme meende dat dit betee-
rende dat hij Spitz tot de deur van
het gerechtshof uitgeleide moest
doen; ja hij wees Spitz den kort-
sten weg naar bet station du Nordl
Spitz volgde die aanwijzing natuur
lijk dankbaar en ondanks alle na
sporingen is hij niet meer te vinden.
Het in Frankrijk verschijnende
Journal des Roses zegt, dat er thans
6340 verscheidenheden van rozen
bestaan, waarvan de meest uitge
breide variëteit constante-hybri-
den 1946 soorten telt, terwijl de
theeroos in 579 soorten voorkomt.
Toen de sneltrein van Calais
naar Parijs dezer dagen in de na
bijheid van Boulogne was, kwam
een conducteur aan het portier van
een der coupé's met bet gewone
verzoek: «Kaartjes heeren!»
Alle reizigers zochten, maar tever
geefs, in hunne zakken, want nie
mand vond een biljet. De conduc
teur werd ongeduldig, er werd druk
over en weêr gepraat en de be
ambte dreigde procesverbaal op te
maken.
Eensklaps stond een passagier op,
die in een hoekje zat en voegde den
conducteur toe: «welke kaartjes heb
je daareven aan de voorzijde van je
pet vastgehecht?» Men kan zich
denken welk een gezicht de man
zette, toen hij zijn pet afnemende,
er al de kaartjes, die behoorlijk in
orde waren, aan vastgehecht vond.
Het bleek, dat de goochelaar Herr
mann, die zich op reis naar Parijs
bevond om er voorstellingen tegeven,
dit grapje had uitgehaald.
In een hótel te Keulen had
onlangs het volgeud geval plaats,
dat werkelijk historisch is. Een En-
gelschman, die wat al te copieus
gedineerd had, kreeg des avonds
zulke pijnen, dat hij om een dokter
zond. De portier van het hótel ging
persoonlijk er op uit, maar kon geen
dokter zoo laat mede krijgen, en
kwam onverrichterzake in de kamer
van den Brit terug. Deze lag reeds,
op den arts wachtend, tot over zijne
ooren in de dekens, en meenende
dat de binnenkomende bediende de
lang verbeide geneeskundige was,
begroette hij dezen met een «goe
den avond dokter!» Deze, eerst wel
wat verrast met dien titel, voegde
zich aanstonds in zijne nieuwe waar
digheid, liep op het ziekbed toe,
greep den arm van den zieke en
telde met het horloge in de hand
ernstig zijne polsslagen, betastte en
beklopte de pijnlijke plaatsen, en
beval daarop eene inwrijving met
eau-de-cologne aan, waarvan hij de
behandeling zelf op zich nam, en
wel met zooveel tact, dat de pa
tient weldra meende, dat hij al be
ter werd. Vervolgens moest de zoon
Albions nog een glas warme grog
gebruiken, en zie toen was hij
genezen! Dankbaar vroeg hij wat
hij schuldig was, doch de pseudo-
dokter antwoordde zeer gevat«niets
mijnheer, dat is onder 't logies be
grepen.» Zoo sprak hij, en ver
dween, om weder zijne nederige
plaats als dorpelwachter in te nemen.
Een oplichter, die zich onder
den naam van dr. J. Brouwer als
onder-bibliothecaris der Leidsche uni
versiteit in verscheidene plaatsen
gordijn en evenals een vuurzuil ver
lichtte zij knetterend de duisternis
daar buiten.
Dat alles was het werk van wei
nige seconden.
Brandbrandriep Clarita
uit. Brand, ja, dat was het, dat zag
de eenzaam wakende in het groote
gebouw. Op hetzelfde oogenblik was
zij zich ook het dreigende gevaar
bewust het oude gebouw met
het vermolmde houtwerk bood den
vlammen verschrikkelijk veel voed
sel. Eenmaal ontboeid, moesten deze
met bliksemsnelheid om zich grijpen
en zelfs het hoofdgebouw aantasten
Clarita ijlde naar buiten in den
gang, haar angstvolle, waarschu
wende kreet klonk schel door het
geheele huis. Overal ontwaakten de
slapenden, verschrikt sprongen zij
uit bed. De gloeiende schijn van
den brand, de brandlucht, die reeds
tot in de kamers doordrong, was
de verklaring voor den kreet, die
in de gang weerklonk.
Clarita vloog daardoor; haar eer
ste gedachte gold het haar toever
trouwde kind, dat moest zij eerst
in zekerheid brengen.
Zoo bereikte zij ademloos Teo-
door's gesloten kamer. Met eene
kracht, die de angst verleend, ram
melde zij aan het slot, daarbij luide
den knaap roepende. Deze ontwaakte
uit een gezonden, diepen slaap, even
als zijn mentor, die in de naaste ka
mer sliep. Sneller dan deze was
Teodoor op de been, vluchtig kwam
hij de weer naar hem uitziende
Clarita tegen, die zich intusschen
haastig overtuigd had, dat Lisavetta
en madame Duflois reeds op eigen
redding bedacht waren, in de ver
warring, die de meesten het hoofd
deed verliezen.
Wordt vervolgd.)