Hij, die Maandagmiddag op de
St.-Jacobsgracht was, zoo ver
teld het Leidsch. DU., kon van
uit het R. C. Wees-en Oudelieden-
huis aldaar twee pakken koopmans
goederen op straat zien vliegen, ge
volgd door een even groot getal
kooplieden, die wel niet vlogen,
maar toch nogal vlug de deur uit
kwamen, in hunne bewegingen een
weinig geholpen door den binnen
vader dier inrichting. De kooplui
waren van dat soort waartegen zoo
dikwijls in de dagbladen gewaar
schuwd wordt, omdat ze de goed-
geloovigen met den verkoop van
linnen, laken enz. trachten om den
tuin te leiden, door eenige kleinig
heden als theedoekjes, zakdoeken,
vloermatjes enz. voor spotprijzen
aan te bieden.
Dat was ook nu in het weeshuis
het geval. De vader kocht voor
twee gulden 12 vloerkleedjes, die
eerst heden geleverd zouden wor
den, onder beding echter dat het
kleedje, hetwelk als staal diende,
in het bezit van den kooper zoude
blijven om daarna nog elf soortge
lijken te ontvangen. Toen echter de
verkoop van linnen niet gelukte,
vorderden de heeren kooplui het
model-kleedje terug, maar ook dat
gelukte nietreden waarom ze den
binnenvader voor dief begonnen te
schelden, waarvan het gevolg was
dat ze zoo vlug de deur uitsprongen.
Be meesterkoopman, die verklaar
de uit Bremen te komen en geen
woord Hollandsch te verstaan, had
onder dat bedrijf zoo maar ineens
onze taal leeren spreken, waarvan
hij blijken gaf door in echt Hol
landsch den vader van het weeshuis
nog herhaalde malen voor dief uit
te schelden en zulks ten aanhoore
van het talrijk publiek, dat zieh
inmiddels voor het weeshuis had
verzameld.
De vader, dat lawaai moede zijnde,
pakte den chefkoopman bij den
kraag en bracht hem naar het
wachthuis der politie, onder mede-
geleide van een groote schare be
langstellenden die blijkbaar dat
transport nogal aardig vonden.
Maandagavond was de politie in
de Bagijnestraat te 's Hage genood
zaakt een dronkaard te arresteeren.
Daarin werd zij echter zeer be
moeilijkt door eene menigte, die den
arrestant trachtte te ontzetten. De
twee agenten moesten ten slotte de
sabels trekken om het opdringend
volk uiteen te jagen. Eerst daarna
konden zij den dronkaard brengen
ter plaatse waar zulks te doen ge
bruikelijk is.
Ook Delft werd met een bezoek
van den gewaanden doctor Lhoeste
(zie ons vorig bericht) vereerd,
doch jammer voor hem, liep hij
spoedig in de fuik.
Na bij twee aldaar wonende doc
toren zich te hebben aangemeld,
voorgevende zijn portefeuille te heb
ben verloren met geldswaarde, ver
haalde hij verder naar Amsterdam
te moeten reizen, ten einde als
oculist, professor Mooren van Dus-
seldorf, behulpzaam te zijn bij eene
belangrijke operatie van eene dame,
die volgens hem woonde aan de
Keizersgracht te Amsterdam.
De personen tot wie hij zich had
gewend, schenen evenwel den ocu
list niet te vertrouwen, althans men
gaf de politie van de zaak kennis,
nadat een der doctoren den oplichter
schuldig geweten? Bleek als een
doode staarde zij den kleinen spre
ker aan.
Wat spreekt gij van Gods ge
rechtigheid? Over welke dingen
spreekt deze Spaansche, deze Clarita,
met u?
O, mama, haar godsdienst is
vol troost, ik luister zoo graag naar
haar! zoo graag! Al mijn pijnen
worden daarbij lichter. Weet gij,
ging hij zachter voort, ik moet
hier in die lange nachten en dagen
zooveel aan Wladimir en Alexis
denken. Ik weende eens bitter om
hun lot, toen vertelde Clarita mij
van Gods gerechtigheid en barm
hartigheid.
Stil! stil! kreet Wera nu
ontzet. Praat, spreek mij niet
van AlexisHij vervolgt mij zonder
dat toch!
Hij vervolgt u? herhaalde
de knaap bevend. Mama, mama,
wat beteekent dat? Hebt gij
f2.55 voor reisgeld had ter hand
gesteld.
De Directeur der Polyt. sehool
bracht hij een bezoek, voorgevende
bibliothecaris te zijn bij de Univer
siteit te Dusseldorf; deze stelde hem
eveneeus eenig geld ter hand. De
agenten van politie werden onmid
dellijk met het opgegeven signale
ment van den «Doctor» in kennis
gesteld en spoedig gelukte het, hem
in handen te krijgen, juist op het
oogenblik dat hij op het balcon van
den tram stond, met het doel zich
naar 's-Hage te begeven.
Voor den commissaris van politie
geleid, veranderde de «docter» wel
dra in een steendrukker J. van der
V. genaamd, oud 34 jaar, geboren
en wonende te Keulen. Hij bekende
volkomen zijn schuld, waarom hij,
na te zijn gehoord, ter beschikking
van de justitie naar 's-Hage is over
gebracht.
Meermalen is vau andere plaatsen
gemeld, dat enkele slachters den
prijs van het vleesch aanzienlijk
hadden verlaagd. Te Utrecht is dit
voorbeeld nog weinig- gevolgd. Maar
thans is aldaar eens inrichting ge
opend, waar de prijs van het vleesch
in overeenstemming zal worden ge
bracht met dien van het vee. Aan
het hoofd dier inrichting staat een
man van ervaringdie indertijd
werkzaam is geweest aan de coöpe
ratieve slagerij.
Te Lichtenvoorde woonde een
moeder bij hare dochter in, die geen
van beiden tot de snuggersten be
hoorden. Eenige dagen geleden werd
door een der buren aan het meisje
gevraagd, hoe moeder het toch
maakte, daar zij in den laatsten tijd
niet meer buiten was gezien. «Och,
was het antwoord moeder
heeft al in geen dag of tien wil
len eten, en is zoo koppig, ze wil
geen woord spreken.»
Men is toen tot de ontdekking
gekomen, dat de vrouw reeds lan
ger dan acht dagen dood in bed
moet gelegen hebben, daar het lijk
reeds in gevorderden staat van ont
binding verkeerde.
In de beide stoomweverijen der
Almeloosche stoomspinnerij, weverij
en verwerij, met ongeveer 600
werklieden, is het werk gestaakt.
De staking moet meer het gevolg
zijn van de malaise in de katoen
nijverheid, dan wel van het nog niet
weder werken der spinnerij dier
vennootschap, waardoor deze in
de vervaardiging van een deel harer
benoodigde garens niet kan voorzien.
De genoemde malaise veroorzaakt
ook, dat in de katoenfabrieken de
werkzaamheden alleen des daags
geschieden.
Onder de gemeente Oldebroek
vindt de vrijwillige afstand van
grond ten behoeve van den Kon.
Ned. locaalspoorweg tegenstand. O.a.
heeft een eigenaar voor een stukje
gewoon bouwland, dat onteigend
moet worden, een prijs gevraagd, be
rekend tegen f 50,000 de hectare.
Volgens de Zm. Ct. belemmert de bur
gemeester van Oldebroek, die de be
trokken eigenaren onder zijne ge
meente in hun belang bij elkaar
heeft geroepen, de vrijwillige over
dracht der gronden zeer. Door en
kele eigenaren althans zijn onder
zijne adsistentie allerlei denkbeel
dige gevaren (schrikken van paar
den enz.) opgeworpen, welke natuur-
Ik heb een misdaad gepleegd
snikte de ongelukkige vrouw, door
de macht van het oogenblik over
weldigd.
O, mama, hebt gij mijn broe
der eenig leed gedaan Zeg, o zeg
mij alles!
Ja, klonk het krampachtig
van hare vale lippen, ik zal u
alles zeggen, die kwelling verdraag
ik niet langer. En met dwalenden
blik en koortsachtige haast fluis
terde zij haren zoon eene verschrik
kelijke bekentenis toe.
XXII.
Overwonnen.
Toen Clarita een half uurtje later
de ziekenkamer naderde, ontmoette
haar ijlings een der barmhartige
zusters.
Ik wilde u juist roepen, juf
frouw de la Para, onze kleine pa
tient is heel erg, hij verlangt drin-
lijk van invloed zijn op de prijzen.
Het schijnt, dat een spoorweg al
evenmin genade vindt in de oogen
van den burgemeester als eene vélo-
cipède.
Te Zevenaar heeft tusschen twee
broeders eene hevige vechtpartij
plaats gehad, waarbij een hunner
zóó werd mishandeld, dat men vreest
hem niet in het leven te zullen be
houden. De dader is gevat.
Een driejarig meisje van een
spoorwegbeambte te Zevenhuizen
is dezer dagen in een ketel met
kokend water gevallen en tenge
volge der bekomen brandwonden
overleden.
Uit Oudenbosch wordt gemeld:
J.l. Zaterdagnamiddag begaven
zich zestien jongens van 613 jaar
oud, allen uit deze gemeente, naar
de een half uur van hier gelegene
buurtschap Bosschehoofd, gemeente
Hoeven, alwaar in 1883 eene nette
openbare school werd gebouwd met
annexe onderwijzerswoning. Door
vertrek van den onderwijzer staan
school en schoolhuis tijdelijk ledig
en onbewaakt, 't Naastbij zijnde be
woonde huis is er ongeveer 300 me
ter van verwijderd.
Toen de baldadige jeugd daar ge
komen was, ving de verwoesting
aan. Acht en vijftig glasruiten wer
den verbrijzeld. Na dit bombarde
ment klom men door de ramen naar
binnen. De boekenkasten werden
opengebroken, boeken, platen, leien,
kaarten door de localen geworpen,
verscheurd, vertrapt en met inkt
bemorst. De aangerichte schade
wordt op f200 geschat. Duizend
stuks boeken, platen en kaarten zijn
bedorven.
Van 't gebeurde is proces-verbaal
opgemaakt en met belangstelling
wordt de rechterlijke uitspraak ver
wacht. (IV. E. Ct.)
Te Maastricht viel Maandag een
werkman van eene hooge stelling,
met het noodlottig gevolg, dat hij
eenige oogenblikken later den geest
gaf.
Als een zeldzaam verschijnsel
wordt gemeld, dat ook op eene
hofstede onder Kloetinge, bewoond
door jhr. H. F. de Jonge een twee
ling- of dubbele komkommer is ge
groeid, waarvan de beide deelen
van boven en van onder aan elkaar
zijn gehecht. In die streek was dit
product nog geheel onbekend. Tal
van personen komen het voorwerp
bezichtigen.
GEMENGD NIEUWS.
De Redactrice van een weekblad
voor meisjes schrijft in hare «cor
respondentie»
«M. Wist ik maar je adres
dan kon ik je bereiken om je te
antwoorden, nu ben je ontevreden
over me en ik kan er niets aan
doen. Je bent eerst aan mijn huis
g'ckomen en ik was niet thuis; je
hebt niet gevraagd, wanneer ik wel
thuis zou wezenden volgenden
dag toen ik nog niet thuis geweest
was heb je gevraagd of ik geen
boodschap voor je had achtergelaten.
En nu ontving ik je briefje; je
bent teleurgesteld, maar je laat me
geen adres, noch op je kaartje,
noch op je briefje, zoodat ik niet
weet hoe je te bereiken om je te
zeggen, welk uur ik thuis kan we
gend naar u. Zuster Scholastika is
bij hem, maar kan hem niet tot
kalmte hrengen.
Wat is er dan gebeurd?
luidde ademloos Clarita's vraag.
Zijne moeder was
Juist met haar, knikte de
zuster, moet hij een aangrijpend
tooneel gehad hebben. Mevrouw is
ten minste in hevige opgewonden
heid als 't ware naar hare kamer
gevlogen en heeft de deur achter
zich gesloten.
Beiden waren nu bij de kamer.
Clarita ijlde naar binnen. Wasbleek
kwam Teodoor's gezichtje uit de
kussens te voorschijn, het was met
tranen bedekt.
Mi Clarita! Kom, kom bij
mijsnikte hij bij haren aan
blik. Gij moet, gij zuit mij hel
pen.
Hij vleide zich tegen haar aan,
toen zij liefderijk tot hem neder-
boog. Ik moet u iets, iets ver
zen voor je. Had je me een brief
kaart vooruit gezonden, of had je
even met een potlood je adres op
een kaartje gezet, dan kon ik je
bereikt hebben.»
Wij hebben altijd gedacht, dat
zoo er afzonderlijke weekbladen voor
kinderen noodig waren, ze dan ze
ker dienen moesten om de school
jeugd geregeld een goeden stijl on
der de oogen te geven. Deze redac
trice schijnt van een ander gevoelen
te zijn. CsB. Ct.)
Een beursbezoeker met verlog.
Op de Berlijnsche beurs tracht men
in den stillen tijd evenals elders zich
op elkanders kosten te amuseeren.
Een jongmensch, pas kort geleden
ter beurze verschenen, vol eerbied
voor de majesteit der groote handels
instelling en nog weinig met de ge
bruiken bekend, uitte in tegenwoor
digheid van een ander beursbezoe
ker het plan, een paar dagen op
reis te gaan. «Zoo, en hebt ge
reeds verlof aangevraagd?» zeide
deze. «Verlof? waartoe?» was
de wedervraag van den novitius.
«O ja, ge zijt nog zoo kort hier, en
niet van alles op de hoogte. Men
behoort verlof te vragen, anders
heeft het zoo den schijn, alsof men
stilletjes wegblijft. Het is het regle
ment. Wend u tot den heer X.
daarginds, hij is verlofskanselier
van het beurscomité; hij zal u het
verlof niet weigeren, maar ge dient
het te vragen.»
De jeugdige .beursbezoeker richtte
op den heleefdsten toon zijn verzoek
tot den verlofskanselier, die spoedig
begreep wat er gaande was, en met
een bedenkelijk hoofdschudden zei-
de: «Eigenlijk zijt ge nog te kort
op de Beurs, om nu reeds verlof te
kunnen vragen; waar moest dat
heen? Het zal niet gaan, mijn waar
de heer». «Maar het is noodza
kelijk, slechts twee dagen!...»
«Twee dagen? Nu voor ditmaal stem
ik er in toe, maar zorg, dat geniet lan
ger uitblijft!»
Het slachtoffer betuigde innig aan
gedaan zijn dank voor deze welwil
lendheid, en verliet Berlijn in echte
vacantiestemming. Het doel zijner
reis hield hem echter drie dagen
op; en schoorvoetend verscheen hij
weder op de beurs. Op het gefronsd
voorhoofd van den verlofskanselier
las hij eene berisping. Zonder zijne
verontschuldiging aan te hooren, las
de kanselier hem het boetenregle-
ment voor: eene geldboete van tien
mark wegens een verzuim van 24
uur. Een kring had zich intusschen
om den schuldige gevormd, toen
deze zijne portemonnaie uit den zak
haalde en met gramstorig gezicht
naar tien mark zoaht, barstte de bom
en het gelach hield niet op. voor
dat de telegraaf «flauwere noteerin
gen» van andere beurzen seinde.
Van een Duitsch acteur wordt
het volgende verteld. Hij reisde on
langs in Zwitserland, en zat in een
waggon tegenover twee jonge, sehoo-
ne dames, die hem voortdurend aan
zagen en fluisterend opmerkingen
over den beroemden acteur wissel
den. De opmerkzaamheid zoo zeer
te trekken, vleide den acteur in den
beginne zeer, op den duur werd het
hem echter lastig en hij besloot
zich te wreken. In den tunnel voor
Lausanne gekomen, nam hij het
bekende middel te haat, greep met
zijn linkerhand zijn rechter en drukte
er hoorbaar eenige kussen op. De
dames liepen in den val; zoodra
het daglicht weder in den waggon
verscheen, keken zij elkander en
schrikkelijks zeggen. Zijn wij al
leen?
Het nonnetje, dat te voren bij
zijn bed gezeten had, had zich be
scheiden teruggetrokken.
Wij zijn alleen, amigo mio,
verzekerde Clarita hem geruststel
lend. Spreek! Wat scheelt u?
Gij moet mij helpen, ik moet
naar de czarin!
Clarita verschrikte. Sprak het kind
in de opgewondenheid der koorts?
Naar de keizerin, naar de cza
rin? herhaalde zij onwillekeurig.
Ja, ja, naar haar, zij is niet
ver van hier in eene badplaats. Zorg
nu spoedig, dat ik daarheen kan
gaan.
En om eene mogelijke tegenwer
ping te voorkomen, voegde hij er
opgewonden bij
Gij hebt mij van Rusland tot
hiertoe gesleept, waarom zou ik dan
niet een paar uren verder kunnen
reizen, waar het Alexis geldt? Ziet
den kunstenaar aan, die ernstig en
alsof er niets gebeurd was, in zijn
hoekje zat.
Daarop begon het gefluister we
der; ieder der dames verweet aan
de andere hare vrijmoedigheid. Ieder
der twee ontkende alles.
Dit duurde tot Lausanne, waar
de kunstenaar zou uitstappen. Than»
volvoerde hij de tweede helft zijner
wraakneming. Met den hoed in de
hand zeide hijDames, gij hebt
mij op de reis zooveel aandacht
waardig gekeurd, dat ik zeer be-
geerig zou zijn te vernemen, wie
van u beiden mij in den tunnel bij
Gervex een zoo levendig bewijs van
hare genegenheid heeft geschonken.
Terwijl de dames verschrikt en
verslagen naar antwoord zochten,
was de acteur verdwenen.
De spoorwegdieven die roo-
vers van den nieuweren tijd
waarover in ons land en in Duitsch-
land, vooral ook op de Oostenrijk-
sche lijnen, wel eens geklaagd wordt,
maken het in Italië al bijzonder erg.
Het «Bibliogr. Institut» te Leipzig
zendt aan verschillende dagbladen
(ook aan ons) een stuk, waarin de
aandacht gevestigd wordt op de
schandelijke plunderingen, waaraan
op de Italiaansche spoorwegen het
goed der reizigers blootstaat. Het
deelt daarin een artikel van het te
Genua verschijnend blad Commercio
mede, waaruit blijkt, dat de steeds
toenemende diefstallen nu in Italië
opzien beginnen te wekken. Zij blij
ven doorgaans ongestraft. De Itali
aansche spoorwegbesturen doen niets
om het kwaad te bestrijdende
reizigers geven meestal de diefstal
len niet aan: als zij het doen, zijn
de beambten maar al te zeer ge
neigd de zaak in den doofpot te
stoppen, en aan een gerechtelijke
aanklacht zijn vele bezwaren ver
bonden.
De dieven, zoo verhaalt het ge
noemde Italiaansche blad, gaan zeer
behendig te werk. Zij maken de
koffers, kisten en doozen met val-
sche sleutels open, en sluiten ze la
ter weder zorgvuldig, zoodat de be
stolenen eerst eenigen tijd na hunne
aankomst bemerken wat er vermist
wordt.
Het aantal kleedingstukken, reis-
benoodigdheden en kostbaarheden
(in een paar gevalllen zelfs ter
waarde van duizenden guldens),
welke op die manier ongestraft ge
stolen werden, is groot. De Com-
mereio zegt, dat er geen dag voor
bij gaat, waarop niet uit 8 h 10
percent van de verzonden kisten en
koffers iets ontvreemd wordt.
Het is te hopen, dat nu de drang
der algemeene verontwaardiging tot
verbetering in dezen moge leiden.
Intusschen zijn zij, die een reis in
Italië willen ondernemen, nu ge
waarschuwd.
(O. v. d. D.)
De prins van Wales is een
zoo hartstochtelijk rooker van ciga-
retten dat hij zich zelfs gedurende
den maaltijd dit genot hoogst on
gaarne ontzegt. Tusschen twee «ser
vices» rookt de troonopvolger, die
in het breken met Engelsche ge
woonten een radicaal hervormer
schijnt te zijn, gaarne zijne cigaret-
ten. Toen hij onlangs te Pest een
te zijner eer gegeven gastmaal hij-
woonde, begreep hij, dat de beste
wijze, om voor deze vreemde ge
woonte verlof van zijn buurdames
te verkrijgen zou bestaan in het aan-
gij, hij is niet gestorven! Hij leeft
nog, verbannen in Siberië. Daarom
moet ik naar de czarin; ik moet
haar de bewijzen brengen voor de
onschuld van den armen Alexis en
voor mijne mama.
De onschuld van AlexisClarita
hoorde niets anders; zij kon zich
nauwelijks inhouden. Hare stem
beefde van innerlijke aandoening:
Alexis' onschuldEn zijn daar
bewijzen voor?
Ja, Clarita, ik heb het zoo
juist vernomen. O, mijn hoofd is
geheel in de war, het is eene ver
schrikkelijke geschiedenis
En Wera.... uwe moeder, wist,
weet zij daarvan?
Amiga, ik kan daarvan niet
spreken. Ga naar mama, zij is ont
zettend aangedaan. Spreek met haar,
misschien zegt zij u alles dan
echter, mi Clarita, vergeet niet
dat zij mijne moeder is!
Wordt vervolgd