Toen de jl. Donderdagavond van Berlijn naar Stettin vertrokken spoortrein het station Colbitzow verliet, daagden plotseling twee paarden op, die in galop de locomo tief vooruitsnelden. Ten einde ongelukken te voorko men, moest de maohinist den trein met minder vaart doen loopen; de paarden, die oogenschijnlijk schuw waren geworden, hieven tusschen de rails voorthollen, totdat eindelijk een van beide, in de nabijheid van Seheune, van vermoeidheid neder- stortte. De trein stopte en het gevallen paard werd door het personeel van den trein van de rails verwijderd. Eene poging om het andere dier op te vangen mislukte, want het bleef tot aan het personen-spoor wegstation te Stettin voorthollen, en werd daar eindelijk door een locomotief, die met rangeeren bezig was, in zijn vaart gestuit. Toen kon het eindelijk worden ge vangen. De paarden, een paar stevige bruintjes, waren getuigd alsof zij voor een rijtuig gespannen waren geweest. De spoortrein kwam door den zonderlingen wedren een half uur te laat aan. De Engelsche sportsman Lowe kocht onlangs een volbloed paard voor 735 p. st. (f8,820). Maar on derweg naar Aldershot schrikte het kostbare dier zoozeer van den oli fant eener menagerie die het ont moette, dat het plotseling, met zweet overdekt, dood neerviel. Dat van tijd tot tijd een en kele gevangene ontsnapt uit een, naar men meende, goed bewaakte cel, is geen hijzonder zeldzaam feit, maar dai een paar honderd arres tanten tegelijk zonder vergunning de wijde wereld trachten in te gaan, komt niet zoo dikwerf voor, al be hoort het tot de gebeurlijkheden. Te Koepjansh, zoo bericht de Petersi. Zeiiungbevonden zich ruim 200 personen in verzekerde bewa ring in het huis van arrest aldaar. Zij beraamden het plan om te ont vluchten en het beste middel daar toe was, naar hun oordeel, het gra ven van een onderaardsche gang. Zoo gezegd zoo gedaan, dat wil zeggen, men toog aan het werk en na verloop van tijd werd de loop- graai voltooid. Het gewichtig oogen- blik, waarop allen de zoolang ont beerde vrijheid zouden herkrijgen, was eindelijk genaderd. In diepe stilte dalen zij een voor een af in de onderaardsche gang' en ieder volgt den hem bekenden weg naar de uitgang, maar helaas 1 een uit gang bestond er niet. Kort vóór den tijd, dat het plan zou worden ver wezenlijkt, was er mededeeling van gedaan aan den directeur der ge vangenis, die nu zijn maatregelen zoodanig had genomen, dat de ge vangenen de verijdeling daarvan eerst bespeurden, toen zij zich on geveer in vrijheid waanden. Onbe schrijfelijke teleurstelling bezielden allen, voor wie niets anders over schoot dan terug te keeren op hunne schreden, om het verdiende loon in ontvangst te nemen. Rusland heeft nu ook vrij hooge invoerrechten gesteld op Eau- de-Cologne, welk reukwater daar te lande meest als sterke drank wordt gebruikt. Een pianohandelaar te Kopen hagen verkocht aan een victualiën- handelaar een piano en ontving een oude in ruil terug. Hij was niet weinig verrast daarin twee spaar boekjes te vinden. Op het eene stond 8000 kronen en op het andere 1800 kr. Hij bracht ze onmiddellijk aan den eigenaar terug, die er zeer ver wonderd over was. Maar zijn vrouw herinnerde zich toen, voor vele jaren haar spaarpen ningen in een bank gebracht, en de boekjes in 't oude instrument ge borgen te hebben. Zij had ze nog niet gemist. Zalig wie zoo sparen kan, zeker! Een duif die rolt.-Bijzonder groot is de liefhebberij voor duiven, die bij de Hindoes heerscht. Daar zijn die schoone dieren ook voor werpen van eene zorgvuldige teelt, in men heeft daar variëteiten, die veel merkwaardiger zijn dan onze kroppers of zoogenaamde pauwstaar ten. Onze kleine tuimelaars, met een licht kopje en dik lijf, worden daar overtroffen door de Lotans, of de duiven die over den grond kunnen rollen. De naam beteekent rolduiven en de eigenschap is erfelijkzij ko men veelal voor in de noordweste lijke provinciën, meestal in Rohil- cand, waar voor een goed paar f 30 betaald wordt. De Lotans zijn zuiver wit en hebban zwarte oogen; zij rollen als men ze neerlegt en den kop aanraakt, maar nooit uit vrije beweging. Daarbij spreiden zij de vleugels uit en hebben een soort van zenuwtoeval. Het rollen houdt eerst op, als de duif geheel uitgeput is, ja, men zegt dat enkele exem plaren zich reeds dood gerold heb ben. Het rollen gaat zeer snel, en voor Europeanen is het geen aan genaam gezicht; als men de dieren te dikwijls laat rollen, bezwijken zij er licht onder, een bewijs dat de rolzucht, om het zoo te noemen, op een ziekelijken aanleg van den vogel beiust. De reederij der Alberiha doet onderzoek te Rio Janeiro naar het gerucht, als zouden de kapitein en de stuurman der Sunbeam reeds 3 malen een zoogenaamd «verlaten» schip binnengebracht hebben, na het volk met gezagvoerder van boord gelokt te hebben. Het innaaien van de gedenk schriften van Generaal Grant zal twee maanden duren. Ongeveer 300 menschen zijn er mee bezig. De 400 boekhandel-colporteurs, die er voor reizen, hebben reeds 400,000 inteekeningen verzameld. Het werk zal uit twee deelen bestaan, en 1200 bladzijden tellen. Het eerste deel verschijnt in December; het tweede in Maart e. k. Zooals men weet, is het werk aan het Amerikaansche leger opgedra gen. Een jong Amerikaansch bur ger, die tijdelijk te Stuttgard ver blijf hield, had jl. Vrijdag te veel wijn gedronken en zich daardoor in het hoofd gehaald dat hij den Ko ning moest spreken. Hij meende dat dit zeer gemakkelijk zou gaan, en wilde ongegeneerd het paleis bin nendringen, waarin- hij echter door hofbeambten verhinderd werd. De jonge republikein, (hij is, ge lijk later bleek, een geboren Wur- temberger en heet Kachel) nam dit zeer kwalijk en daagde zijne tegen standers tot een tweegevecht uit, waartoe het echter niet kwam, daar eene aangerukte patrouille hem in arrest nam en aan de politie uit leverde. Men ontwaarde dat Kachel geen geheimzinnig samenzweerder, maar slechts een minnaar van goeden wijn was; en daarom werd hij slechts tot eene geldboete veroor deeld. Het bleek dat de voortvarende jongeling eene goedgevulde porte- monnaie bezat. Volgens de Amerikaansche tuinbouwbladen, heeft een eigenaar van uitgestrekte kweekerijen van ooftboomen in Amerika waargeno men, dat in sommige omstandigheden ijzervijlsel een uitstekende meststof voor vruchtboomen en in het bij zonder voor pereboomen is. Pere- boomen, wier vruchten aan de op pervlakte steeds ruw en gescheurd waren, verloren deze onaangename eigenschappen, nadat men ze een ijzerbemesting had gegeven. Ook de Fransche kweekers ge bruiken ijzermest. Zij begieten van tijd tot tijd de wortels met een slappe oplossing van ijzervitriool ("1 gram ijzervitriool op 1 liter water) en besproeien er de bladeren mee. Het gevolg is, dat de vruchten veel grooter worden. Het spreekt van zelf, dat niet iedere bodem voor de ijzerbemesting geschikt is. Men wendt ze vooral dan aan wanneer er weinig ijzerdeelen in den grond zijn, of wanneer door haar chemische omzettingen in den bodem worden bewerkt, die een gunstigen invloed op de voeding der boomen hebben. Christenmoordeii in Cochinchina. De dépêches omtrent Christen- moorden op groote schaal in Annam, welke men vrij algemeen, als even vóór den 18en October aangekomen, voor eene verkiezingsmanoeuvre had gehouden, worden op de treurigste wijze bevestigd door allerlei docu menten. In de Missions catholiques komt een schrijven voor, door den zendeling pater Geoffroy aan den directeur van het zendelingshuis te Parijs ge richt; in de Avant Garde vindt men een particulieren brief, te Dax uit Saigon ontvangen, welke beide de bijzonderheden bevatten. Er moeten tusschen Juli en 17 October onge veer 30,000 Christenen vermoord zijn. Pater Geoffroy schrijft: «Drie dagen heb ik gewerkt, om den tegenstand te organiseeren. Mijne Christen-gemeente te Gia- Hieu was ten slotte eene ware ves ting, wel ii staat de aanvallen te weerstaan. Het was mij te doen om tijd te winnen, en ik was overtuigd, dat de Franschen, van onzen toe stand onderricht, niet zouden aarze len, ons te komen ontzetten. Ik had tot dat doel brieven naar noord en zuid gezonden. Al de Christenen hadden zich met hun have op het gebied van het klooster en de kerk teruggetrokken, zoodat dit weldra te beperkt werd. Men zocht zoo goed mogelijk een schuilplaats en wachtte op den aanval der Mandarijnen, die met de moordenaars gemeene zaak gemaakt hadden. Toen ik bemerkte, dat de «geletterden» erbij waren, zag ik het wanhopige van den toe stand in en besloot zelf naar den opperbevelhebber te gaan, en hem om hulp te smeeken. Ik liet de ge meente onder pater Dumont, huurde met groote moeite eene schuit en kwam na een gevaarlijken overtocht heimelijk te Hué aan, waar ik geen gehoor vond. Men achtte het gevaar niet zoo nabij. Den 3en Augustus keerde ik onverrichterzake naar Thuanan terug, om met de boot der Messagerie3 naar Qui-Nhone te varen. Den 5en kwamen wij in het gezicht van ons district, en de vuren, welke men langs den oever zag flikkeren, wezen den omvang der ramp aan. Te Qui-Nhone vond ik slechts 500 vluchtelingen uit mijn district, dat 3000 Christenen telde. Ik zette de reis naar Saigon voort op de Duitsche boot Gerdaik hoopte daar hulp te vinden om de Chris tenen te Kanh-Hoa te redden. De Gerda wierp het anker tegenover het fort Nan-Tzang. Hier vernam ik dat de moorden nog niet begonnen, maar op den volgenden dag bepaald waren. Daar geen Christenen tot mij kwamen, besloot ik, naar een gezin, dat ik kende, boven in het dorp te gaan. Het was een gevaarlijk waag stuk; wij moesten tusschen twee forten door. Tot de tanden gewapend gingen wij met ons vijven, twee Duitschers, twee Franschen en een Amerikaansch zendeling, op weg. De kanselier van het Fransche consu laat te Qui-Nhone wilde volstrekt medegaan, en bewees mij voortdu rend de grootste diensten, 's Avonds zagen wij met een verrekijker reeds talrijke Christenen aan den oever, waar zij bijeengevlucht waren. Wij waren gedwongen, booten der hei denen te eischen, om allen te red den; den ganschen nacht voeren tusschen de stoomboot en de kust zes booten heen en weer, en tegen het aanbreken van den dag waren alle Christenen, 700 in getal, aan boord. Be Duitschers hadden ons bij die gelegenheid op de edelste wijze ondersteund. Terstond lichtten wij het anker, en voeren naar Saigon, waar wij eerst twee dagen later aankwamen.» De brief, te Dax ontvangen, be vat ongeveer gelijke bijzonderheden. De correspondent geeft al de schuld aan de Fransche regeering, en zegt dat eenige kanonschoten, op het rechte oogenblik gelost, alles had den kunnen verhinderen. Op een verzoek van Mgr. Camelbeke, dat de Lyon, die te Qui-Nhone lag, de paters te Cant-Hoa zou bijstaan, had de officier geantwoord, dat hij tot instructie had, de Fransche conces- siën te beschermen, en daarvan niet mocht afwijken. Men wendde zich toen tot de Duitschers van de Gerda. Dezen beloofden hulp en toen men drie mandarijnen in een bootje te genkwam, werd de boot genomen en de mandarijnen in boeien gelegd en op het schip bewaard, terwijl men de Christenen ging redden. Verder geschiedde hetgeen pater Geoffroy beschreef: men bracht de 700 geredden te Saigon, waar zij bij de Christen-gezinnen ingedeeld werden; waarna de Gerdadie een der mandarijnen had losgelaten en er twee als gijzelaars behouden, naar Qui-Nhone terugkeerde om te trachten er nog een aantal Christe nen te redden. Hoewel het hekend is, dat kolo niale besturen voortdurend over de eischen der zendelingen te klagen hebben, en het met name aan de Franschen ook onmogelijk is, overal, waar de vurige zendelingen verkie zen propaganda te maken, de kracht des woords met de kracht der wa penen te besahermen, valt het toch niet te ontkennen, dat zij tegenover moordtooneelen als de thans voor gevallene zich niet zoo geheel buiten het spel hadden mogen houden. Amsterdammer De ramp in de steengroeven te Chancelade. De Justice bevat de volgende me- dedeelingen omtrent het onheil, dat wij gisteren in enkele woorden heb ben vermeld. De steengroeven te Chancelade, waaruit eene steensoort verkregen wordt die zeer gewaardeerd is en door geheel Frankrijk verzonden wordt, liggen op zeven kilometers afstands van Périgueux. Zondag in den namiddag stortte de berg, die over de groeven heenhangt, op ver scheidene plekken met donderend geraas neder. Tien huizen, die op den berg ver spreid lagen, stortten in, waardoor vier vrouwen en tien kinderen onder puinhoopen bedolven werden. Het was gelukkig dat het onheil op Zondag plaats had, aangezien anders de honderdvijftig arbeiders, die in de groeven werken, zouden zijn omgekomen. Op het oogenblik van de catastrophe was echter een ploeg van zeven of acht man aan het werk; deze ongelukkigen wer den allen bedolven. De eerste hulp werd door de gen darmerie en bewoners der omlig gende gemeenten verleend. Detache menten van het vijftigste linie-re giment, voorzien van houweelen, verschenen in looppas op het ter rein en zetten, bij het licht van toortsen, het opruimingswerk voort. Het schouwspel was tegelijkertijd fantastisch en schrikverwekkendnu en dan hoorde men van onder de puinhoopen akelige jammerkreten opstijgen. Eene vrouw en een kind werden levend te voorschijn gehaald, eene tweede vrouw bleek bezweken te zijn. Twee voorbijgangers, een man en eene vrouw, werden door een hoop rotsblokken verpletterd; een kind dat zij bij zich hadden werd door de sterke luchtverplaatsing, die een gevolg van de instorting was, ge red; het werd op verscheidene me ters afstand geslingerd, maar ont ving hoegenaamd geen letsel. De generaal, de prefect, de pro cureur der republiek, zeer vele auto riteiten, drie ingenieurs van bruggen en wegeneen mijningenieur en verscheidene doctoren bevonden zich op het schouwtooneel van het on heil. Ontelbare spleten, uitgestrekte klo ven en gedeeltelijke instortingen, die nu en dan nog plaats vinden, ma ken het hoogst gevaarlijk de ruïnen te naderen. De geheele bevolking is wanhopig; de honderdvijftig ar beiders, die thans buiten werk zijn, gaan dagen van bittere ellende te gemoet. Gedurende den nacht werd eene vrouw, die levend begraven lag en wier geschreeuw men hoorde, ge lukkig te voorschijn gebracht; zij had slechts lichte kwetsuren beko men. Haar kind, dat naast haar liggende stierf, bevindt zich nog on der het puin. Vier werklieden lig gen nog onder de galerijen der groe ven bedolven en men meent, dat zij zijn omgekomen. Nog een man werd met vrouw en kind onder reusach tige rotsblokken, die van den berg vielen, verpletterd. De lijken der slachtoffers werden Dinsdag ter aarde besteld. KUNSTNIEUWS. De Rederijkerskamer: „HET VLIEGEND WIEL", Gisterenavond dreef de nieuwsgierigheid mij, om van de uitvoering der hier bo vengenoemde rederijkerskamer gebruik te maken, en hare opening in dit seizoen bij te wonen. Het varieerende van het pro gramma en de fraaie nummers welke den toeschouwer daarin werden verzekerd, was wel van dien aard, om de ambitie op te wekken van hen, die deels als toeschou wende leden, deels als introducés van de uitvoering van het programma voornoemd, konden gebruik maken. Zij die zich voor gesteld hadden op tooneelkundig gebied het publiek eenge oogenblikken bezig te houden, deden zulks in „Dirk de Porder" van G. P. T. Bigot en „Hoogstraat no. 11" van Leonard. Beide stukjes oogstten den lof in welken zij verdienden. Het eerste kenmerkte zich door eene eenvoudige dra matische kern, terwijl het tweede, hetwelk op een misverstand berustte, van dien aard was, dat de lachlust nog al eens werd opgewekt. Tusschen en na deze stukjes werden wij met recht hoogst aangenaam bezig gehouden door soli en quartetten, uitgevoerd door een viertal leden der Haar- lsmsche liedertafel „Zang en Vriendschap", die hunne welwillende medewerking aan 't bestuur der kamer „Het Vliegend Wiel" op dier verzoek hadden toegezegd. „Ruhe" van E. Abt, werd het eerst uit gevoerd en deed ons het genot smaken dat de juiste en zuivere uitvoering van een moeilijk muziekstukje ons steeds geeft. Hierop volgde het lieve stukje„Meiplan ting" van Smölling, waarvan woorden en muziek, zoo geheel met elkander in over eenstemming, schoon door het quartet wer den weergegevenOok, ,Ihr liebe Vögl ein" van Mozart bewees den goeden smaak der zan gers door het kiezen van dit nummertje, dat in de ademlooze stilte waarmede dit stukje door het publiek werd aangehoord en liet daaropvolgende oorverdoovend ap plaus zijn belooning vond. „Das einsame Röslein im Thai" werd nog na de bis seering gegeven, waarmede de werk zaamheden van het quartet waren afee- loopen. „Mijne moedertaal" van Brandts Buys werd door den tenor van het quartet weergegeven, doch of het kwam, dat 't oorspronkelijk voor barritonsolo werd ge zet, en ik het meermalen door een barri- tonzanger heb hooren uitvoeren, het maakte op mij niet dien indruk welken ik wenschte; niettemin wist echter de zanger, dank zij zijn goed orgaan als tenor, den ruimsten bijval van het publiek uit te lokken, het geen hem dan ook aanspoorde de lieve romance ,.Och ik zie heur toch zoo geern" tot besluit te geven. Een woord ran lof komt nog toe aan de flinke begeleiding door den pianist bij deze twee soli. Een bal sloot de bijeenkomst, en bij 't naar huis gaan, heeft ieder voor zeker de overtuiging meegedrageneen genoeglijken avond te hebben gesmaakt. Stot-Tai is weer hier te lande aangeko men en denkt tot half November te blij ven. Zijn komst berichtende, meldt hij, dan al zijn toeren nieuw zijn. RECHTSZAKEN. Naar de heer mr. Ph. A. Haas mededeelt, heeft Jeanne Lorette tot nog toe geen ver zoek om gratie gedaan, maar alleen em wijziging der gewone correctioneel e gevange nisstraf, waartoe zij is veroordeeld, in eene evenredige cellulaire. Tegen den onlangs ontslagen vader uit het Claarkampster weeshuis te Eraneker is door de rechtbank te Leeuwarden rechtsingang met bevel tot inhechtenisneming verleend, ter zake van onzedelijke handelingen jegens weesmeisjes gepleegd. Dientengevolge is be doelde persoon H. B. gearresteerd en de in structie tegen hem aangevangen. Er zijn 11 weesmeisjes, van 8 tot 20 jaren, reeds door den rechter commissaris gehoord. Toen de rijksveldwachter den beklaagde van het Pa leis van Justitie naar den celwagen geleidde, stond een talrijk publiek hem op te wachten. De verontwaardiging was groot en algemeen. Yrijdag a, 8. wordt de instructie voortgezet. De Haagsche rechtbank heeft dezer dagen een advocaat vrijgesproken, die in een terechtzitting van het kantongerecht bij de verdediging van zijn cliënt tegenover den eischer het woord ^afzetter" had gebezigd. De rechtbank meende dat de beleedigende bedoeling niet gebleken was. LAND- EN TUINBOUW, VEETEELT. Het //Huisgezin" meldt: Een landbouwer bood een zestigtal paarden te koop aan. Slechts twee werden goedge keurd en de andere van de hand gewezen. Eenige dagen later bezochten hem een paar Eransche kooplieden. Dezen schenen een beter oog le hebben op dc paarden dan de remonte commissie van ons goevernement, wantvéór den boer te verlaten, kochten ze hem al zijne paarden af, en hij maakte zelfs per stuk meer voor zijne paarden dan voor de twee, welke hij aan ons goevernement verkocht had. Dat een Nederlandsch paard in Frankrijk wèl, doch in Nederland zelf niet deugdelijk en geschikt voor den krijgsdienst wordt ge acht, vatten wij niet. MARKTBERICHTEN. AMSTERDAM, 29 Oct. De prijzen der Aardappelen waren als volgt Eriesche Dokkummer Jammen f 1.90 a 2.10; dito Eraneker fl.80 a 1 90; dito Engelsche fl.a 1.30; Zeeuwsche Blauwe f 1,75 a 1.80 Geld. Blauwe 1.40 a 1.50; dito Kralen f 0. a 0.dito Thomassen f0.a 0.dito klei f 0.a 0.Noordwijker zand f 0.a 0.dito Sassenheimer f0.a 0.dito Hillegommer f 0.a 0.Haarlemmer Zand f0.a 0.Zeeuwsche Elakkeesche f 1.90 a 2.10; dito Spuische Jammen 2.25 a 2.50; dito Footers fl.10 a 1 20; Pruisische Ham burgers f2.50 &2.60, Andijker Blauwe f0. a 0. Aangevoerd 3 versche ladingen. Handel flauw. Koffie. Afgedaan 134 bn. Macasser (Bon- thain) ex //Thorbecke II", 68 bn. dito ex //Johanna Margaretha", 376 bn. Java W.-l. B. alhier gedopt ex //Voorwaarts", 26 bn. dito dito en 252 bn. dito dito (Tanahwangie) beide ex *Prins van Oranje", benevens 108 bn. Menado, ex //Prins Hendrik". Suiker. Ruw en Geraffineerd stil.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1885 | | pagina 3