toonstellingen gehouden worden, om het talent der schilders te doen uit komen, kunnen met evenveel succes op kunst-industriëel gebied die po gingen worden aangewend, hetgeen niet anders dan tot bevordering daar van leiden kan. Bovendien juichen wij toe, dat in het reglement dezer a. s. ten- toonslelling is opgenomen, dat geene voorwerpen van bekroning in aan merking kunnen komen, als waaraan de naam des ontwerpers is toege zegd, om daardoor juist die kunst- industriëelen te stellen boven an deren, die laten ontwerpen. Wij wenschen die vereeniging succes met hare pogingen, daar ieder kun.-tindustriëel er prijs op zal stellen, er toe mede te werken, om ten eerste deze nuttige onder neming te doen slagen in 't belang van zich zelf, maar ten tweede ook in het algemeen belang, wijl daar door meer vertrouwen zal opgewekt worden in onze Nederlandsche kunst industrie. Lavertu, een der Amsterdamsche paneelzagers, is in het Binnengast huis te Amsterdam overleden. Te Amsterdam werd verleden week de sneeuw van de straten op geruimd door een nieuwe soort van sneeuwkrabber, een werktuig, dat veel heeft van een ploeg en door twee paarden wordt getrokken. Willem Van Zuijlen viert heden te Rotterdam zijn 30jarig jubileum als acteur. Hij heeft in zijn jeugd zooal van alles om handen gehad. Voor den middag verkocht hij te 'sHage, zijn geboorteplaats, schoen smeer en na den middag stond hij met bouquetten voor Busgens, den bloemist, op het Badhuis. Willem verkocht altijd alles; want hij had er zóó'n slag van, zich aardig voor te doen of een praatje te houden dat niemand hem weigeren kon, schrijft Jan C. De Vos. Dat er bij zulk een leven van schoolgaan niet veel kwam, kan ieder begrijpen. Willem Van Zuijlen, een onzer beste acteurs, heeft nog geen jaar schoolgegaan, bij Neuman achter de gevangenis. Deze was trouwens blij, dat hij den wildzang kwijt raakteer was met den jongen, die vol grappen zat, niets aan te vangen. Zijn pad liep niet altijd langs rozen. In het begin zijner loopbaan had hij een vast engagement van f2.50 per week! Maar bovendien verdiende hij in zijne vrije uren bij den banketbakker Görts, opde Plaats, er toen nog wat bij door ijs te halen, pannen te smeeren, ovens in orde te maken enz. Ook is hij in het begin couplet zanger geweest. Toen Van Zuijlen op zekeren avond- met kleeren aan zijn directeur, den heer Sauvlet, die hem veel te groot en te wijd wa ren, ten tooneele verscheen hij was toen lang en mager geworden -en begon te zingen; «Aan mijn persoon heeft de natuur Haar gaven niet verkwist,!» werd er van verschillende kanten geroepen: «Daar heb je gelijk in! Dat is waar! Ga maar weg jij! Ga maar weg!» En daarbij werden hem rotte appelen naar het hoofd geworpen. Hij... huilde. Natuurlijk kon hij heengaan. Hij had nog maar 16 centen in zijn zak. Na eenig beraad kocht hij daarvoor Langzaam verliet hij het huis, en op het trottoir gekomen, stond hij juist te denken, wat hij doen zou, eerst naar huis gaan of wel Gaston dadelijk op te zoeken, toen een rij tuig voor hem stilhield. Hij keek op, en bevond zich plotseling tegen over Gaston de Marei. Wel, dat is een gelukkig toe val, dat ik u hier aantref, riep Gaston hem toe, anders had ik nog dadelijk naar uw woning moe ten rijden. Henri voelde het bloed in de ade ren stollen, maar hij vraagde, zoo kalm als het hem onder deze om standigheden mogelijk was: Dus gij wiidet mij spreken? Natuurlijk; dat kondetgij wel begrijpen! Ik ben nu weer volko men hersteld, en geloof, dat het be - ter is, dat ik het bewuste pakje brieven nu weer zelf ga bewaren; als gij het morgen vroeg gereed wildet houden, zal ik het zelf aan twee paardenroggetjes, nam zijn beenen op anders had hij niet - en wandelde des avonds om 9 uur uit Amsterdam naar 's-Hage. Wat moet er toen niet in zijn ziel zijn omgegaan Toen hij den anderen dag des na middags laat te 's-Hage aankwam, moest zijn vader hem de schoenen van de voeten snijden, zóó waren die gezwollen. In de vorige week arriveerden te Rotterdam vijf Arabieren, vermoe delijk vier mannen en eene vrouw uit hunne kleediDg was dit niet op te maken. Zij spraken alleen hun eigen taal. Aan een der politie- bureau's gebracht werden verschil lende tolken ontboden, maar nie mand kon hen verstaan. Zij zijn daarna naar het hoofdbureau van politie overgebracht, waar men eene laatste poging zou aanwenden, om te trachten met hen te spreken. Als eene bijzonderheid kan wor den gemeld, dat te Ooyen, op de Boven-Maas, sedert een paar dagen zich een zeehond ophoudt. Hoewel door schippers en visschers veel moeite is gedaan om hem machtig te worden, mocht dit bij dezen hoo- gen waterstand niet gelukken. In het laatst uitgekomen Politie blad komt een gesignaleerde voor, veroordeeld door het kantongerecht te Tiel, waarbij als beroep staat vei meld, «koopman in lucifers en houder van voorlezingen.» Te Arnhem is een 15-jarige knaap door het ijs gezakt en verdronken. Te Groesbeek heeft een 22jarig jonkman zich 11. Dinsdag met een geweer gekwetst terwijl hij aan het vogelschieten was. Hij overleed aan de gevolgen. Zondagmorgen zijn in de gemeente Hellendoorn 2 jongens door het ijs gezakt en verdronken. Te Hardenberg verdronk een jon gen van negen jaar. Zijne moeder, die hem poogde te redden, kwam zelve in gevaar. Te Zevenbergen heeft Zaterdag met goed gevolg de beproeving plaats gehad van de nieuwe ijzeren draaibrug over «de Mark» aan het Lamgatsveer aldaar. Bevracht met 25000 kilogram, boog de brug slechts 9 millimeters door. Eerst daags zal deze brug nu voor het publiek verkeer worden geopend, en dan zal een uitstekend middel van communicatie bestaan tusschen de gemeente Zevenbergen en de ge meenten Oudenbosch en Hoeven. Het ijs heeft ook te Dubbeldam zijn slachtoffers geëischt. Twee var kens begaven zich, terwijl hun stal werd schoongemaakt, op het ijs. Zij schijnen echter niet goed be kend te zijn geweest met het spreek woord: «Die op glad ijs danst glib bert», ten minste een oogenblikje later waren zij in een bijt gesuk keld, met het ongelukkig gevolg, dat zij onder het ijs schoten en alle pogiDgen tot redding der on- gelukkigen vruchteloos waren. De eigenaar is echter meer te beklagen dan de varkens. De politie uit Twelloo en Wilp heeft de 5 boerenjongens opgespoord, die twee ingezetenen uit Twelloo, uw kantoor komen afhalen. Henri gevoelde iets, alsof hem een mes op de keel gezet werd, en hoe hij ook poogde, meester van zich- zelven te blijven, kon hij een be weging van schrik niet weerhou den, hetgeen door Gaston werd op gemerkt. Komt het u niet gelegen? vraagde deze op eenigszins ironi- schen toon; zijt gij morgen niet op uw kantoor, of vmdt gij het be ter, dat het in plaats van morgen, overmorgen geschiedt? Het komt er mij niet op één dag op aan, en ik laat het geheel aan u over, wan neer gij mijn eigendom wilt terug geven. Dat bedoel ik niet....trachtte Henri te zeggen. Maar wat dan? Ik was juist van plan, met u over dat pakje te spreken. Te spreken?.... Mij dunkt, dat ik u daaromtrent geen verklaringen toen zij van Deventer op 5 Dec. 's avonds huiswaarts keerden, heb ben aangevallen en een hunner deerlijk mishandelden. Tegelijk is in handen van dezelfde agenten geval len een boer uit Twelloo, die meer malen door aanranding den open baren weg naar Twelloo onveilig maakte. Omtrent den ontvluchten Dittmer kan worden gemeld, dat hij zoo goed als zeker reeds Maandagmorgen (daags na de ontvluchting) over de Duitsche grenzen was gekomen. Hij schijnt bij zijne vlucht geholpen te zijn door iemand, met wien hij in de gevangenis had kennis gemaakt en die een paar dagen te voren was ontslagen. Woensdagmiddag' jl. was het zoontje van een molenaar te Diever (Drente) boven in den molen, om bij de as eenige werkzaamheden te verrichten. Daar komt eene musch, door 't sneeuwachtige weer gedron gen eene schuilplaats te zoeken, on der zijn bereik. Hij wil het diertje grijpen, maar waagt zich te ver voorover en tuimelt naar beneden. Van 't eene rad valt hij op 't an dere en blijft eindelijk op een balk liggen, waarvan hij door zijn broe der wordt weggedragen. De arme knaap ligt thans bijna voortdurend bewusteloos. Een enkele maal komt hij tot bewustzijn, maar dan kan hij zich van het voorgevallene niets herinneren. Zondagavond tusschen elf en twaalf uur zijn weder in de Oosterstraat te Steenwijk, bij een drietal inge zetenen de ruiten ingegooid, waar onder een groote spiegelruit. De po litie doet onderzoek. Een jeugdige dienstbode te Leeu warden werd dezer dagen door een harden sneeuwbal zoodanig aan het oog getroffen, dat zij dit naar alle waarschijnlijkheid zal verliezen. Zondagavond kwam door de glad heid der rails de kolentrein uit Duitschland met zulk een vaart te Winterswijk binnen dat hij tegen een ledigen personentrein zou zijn aangeloopen, had niet de machinist van dezen de tegenwoordigheid van geest gehad zijn machine snel ach teruit te laten werken, waardoor de botsing voorkomen werd. Te Appelscha is een daglooner door een schaap aan de hand ge beten. De geheele arm is zeer ge vaarlijk ontstoken, en de patiënt is niet buiten gevaar. Het schaap leed aan eene onbe kende ziekte en is reeds gestorven. Te Groningen zijn verleden jaar door timmerlieden, die tijdelijk geen werk hadden, meubels gemaakt. Alles is echter niet verkocht. En nu de winter weer begint en hét te wachten staat, dat de commissie haar menschlievende taak weer zal moeten opvatten, zijn nog ongeveer driehonderd meubels: kasten, nacht tafeltjes, waschcommodes, tafels enz., niet opgeruimd. De koninklijke goed keuring is aangevraagd en men zal trachten drieduizend Toten van één gulden bij ingezetenen te plaatsen om zoodoende de rest op te ruimen. GEMENGD NIEUWS. Bij het doen van boringen in de ingestorte marmergroeven van schuldig ben! En toch bevind ik mij sedert een paar uren in een toestand, die misschien buitengewoon ismaar die mij toch verplicht, om, alvorens aan uw verzoek te voldoen, u eenige ophelderingen te vragen. Wilt gij mij die geven? Ofschoon ik het zeer vreemd vind, antwoordde Gaston, ben ik toch bereid, uw vragen te be antwoorden, hoewel ik het u giste ren nog onder alle omstandigheden geweigerd zoude hebben. Gij neemt namelijk op eens zulk een in oog oog loopend vreemde houding in die zaak aan, dat ik het beter acht, u ronduit de waarheid te zeggen, en de moeielijkheden, die gij mij misschien in den weg wilt leggen, te leeren kennen en zoo spoedig mogelijk uit den weg ruimen. Hoewel Henri zeer goed gevoel de, dat Gaston's gezegde en de toon waarop hij sprak, kwetsend was, Chancelade heeft men wederom rook uit de diepte zien opstijgen. Men hoopt, dat deze afkomstig is van vuren aangelegd door de onder den grond bedolven mijnwerkers. d'Hérisson beschrijft in zijn Journal Jun interprète en Cliine den voet van eene Chineesche dame aldus: Men sluit de vier vingers van de hand en laat de duim ge strekt: dan drukt men de half ge opende vuist zoo op de tafel dat de buitenzijde der bovenste vingerleden op het vlak van de tafel liggen, waarbij de duim gestrekt bïijft. Het handgewricht stelt dan het voetgewricht der Chineesche vrouw en de hand haar voet zoo juist mo gelijk voor. De bekende tooneelspeler Pos- sart trad dezer dagen te Dusseldorf op, eene gastrol vervullende in het tooneelstuk «Bonaparte en Jose- fine». Daarin komt eene kleine grafzerk voor en de tooneelspeler drukte den regisseur op het hart te zorgen, dat daarop zou staanN. II koning van Rome. Toen het tooneel met de zerk kwam, kon Possart ternauwernood zich bedwingen, om niet in een scha terlach uit te barsten. Op de zerk toch las men: «Entzwei Königvon Rom.» Geen der acteurs of actrices kon ernstig blijven. Possart liet de zerk in zijn logement brengen en zal ze als eene humoristische reliquie bewaren. De directeur van een schouw burg in een Duitsch landstadje meende den Vorst, toen deze het theater eens met een bezoek vereerde, niet beter hulde te kunnen brengen, dan door in het parterre de zit plaatsen derwijze te verdeelen, dat de kaalhoofdigen, van boven gezien juist 's vorsten naamletter vormden. Een jachtpartij Een Wee correspondent der Schlesische Zei- tung meldt de volgende bijzonder heden betreffende de jachtpartijen, welke baron Nathaniël von Roth schild, uit Weenen, in dit seizoen op ziin landgoed Schillersdorf bij Oberberg (Pruisisch Silezië) gehou den heeft. De jachten duurden veer tien dagen. Als gasten waren tegen woordig; Prins Richard Metternich, prinses Pauline Metternich, graaf Wilczek Jr., graaf Karl Kinsky, graaf Heinrich Larisch en zijne ge malin,graaf Széchenyi graaf Potocki, baron en baronnes Bourgoing, de heer Aristides Baltazzi, lord Lenox en de heer Milbande van de En- gelsche legatie, enz. Een door den baron beschikbaar gestelde extra- trein bracht het geheele gezelschap naar Schillersdorf. Eiken voormiddag te 10 uur werd met hoorngeschal het sein tot vertrek gegeven. De boogspanne: s met hunne wagens openden den stoet. Dau volgde _een met vier paarden bespannen prach tig Japansch rijtuig, dat alleen voor deze gelegenheid vervaardigd is. Daarachter kwam een reek rijtui gen, deels door twee, deels door vier paarden getrokken, en ten laatste eene phaëton, waarin baron Roth schild en prinses Metternich zaten, welke laatste zelve mende. Elk rij tuig had een rijk gegalonneerden postillon, die gedurende den toch vroolijke deuntjes blies. Al de dames, in jachtgewaad, namen ijverig deel aan de jacht. De uitkomst, welke deze opleverde grenst bijna aan het ongelooflijke. In het geheel werden niet minder dan zevenduizend fa- gaf hij met een hoofdknik te ken nen, dat hij met Gastons woorden genoegen nam. Deze keek hem verbaasd aan; wel begreep hij ten deele, wat er in Henri omging, en welke de vra gen zouden zijn, die hij hem zou stellen, maar hij vermoedde niet, dat Henri reeds bekend was met een deel van het geheim, dat de brieven bevatten. Heden morgen heb ik verno^ men, zeide Henri, dat de brie ven, die gij mij in bewaring hebt gegeven, een geheim inhouden, dat den goeden naam der gravin De Mallepeyre kan benadeelen en mis schien geheel kan verwoesten. Gij weet, dat ik mejuffrouw De Malle peyre bemin en ik mag er bijvoe gen, dat die dame mijn liefde be antwoordt. Gij begrijpt dus, dat iets, wat met die iamilie in verband staat, mij niet onverschillig is. Ik verzoek u dus, mij te willen mede- zanten en tweeduizend patrijzen ge schoten, en toch werd nog slechts een gedeelte van het vliegende wild onder schot gebracht, zoodat men zich een denkbeeld kan vor men van den kolossalen omvang der jachtgronden van het goed Schil lersdorf en van den zeldzamen rijk dom van wild aldaar. Ook verdient het opmerking, dat de geschoten fazanten, patrijzen enz., bijna allen naar de Berlijnsche markt gebracht werden, waar thans voor het wild meer aftrek is dan te Weenen, om dat daar een bijna niet te overwin nen embarras de richesse heerscht. 's Avonds kwam het gezelschap we der bijeen op het kasteel, alwaar na een welvoorzienen dischge speeld en gedanst werd. De twee weken, gedurende welke baron Na- thauiël von Rothschild te Schillers dorf gastheer was, moeten hem een kwart millioen gekost hebben. Het Italiaansch blad Caffaro deelt het volgende treurige voorval mede uit de schoolwereld: De her-examens aan het Technisch Instituut te Catania waren afgeloo- pen, en acht uur 's avonds zat de heer Eugenio Vito. professor in de mathesis en president van het In stituut, in zijne kamer, wachtende op de overige professoren van de examen-commissie, om met hen de laatste hand te leggen aan het ver slag van het examen, toen een van de pedels hem kwam zeggen, dat een der leerlingen van het eerste jaar hem wenschte te spreken. «Binnenkomen,» zeide de profes sor, en dadelijk daarop verscheen een knaap van zestien k zeventien jaar, klein, blond en tenger, zoodat hij er veel jonger uitzag dan hij werkelijk was, die kalm aan den president vroeg de punten te mogen zien, welke hij bij het examen ge kregen had. De heer Vito was welwillend ge noeg om dit toe te staan, opende een dik boek, en ging, daarin bla derend, met den knaap tegelijk de lijsten na. Het bleek dat Pietro An- guissola, zoo heette de knaap, voor elk vak had kunnen overgaan, be halve voor de mathesis. Plotseling keek hij den president vlak in de oogen en zeide: «ik wist het sedert gisteren morgen, dat gij mij te kort hebt gedaan, en daarom ben ik hier gekomen om de zaak tot ons beider genoegen te schikken. Verander mijn cijfers.... «Mijn beste jongen, wat er staat, staat erde Commissie heeft deze cijfers vastgesteld, en ik kan ze on mogelijk veranderen. «Dus, gij wilt niets voor mij doen? «Het spijt mij, maar hier is niets aan te doen.» De jonge man liet den president niet uitspreken; hij haalde onver wacht een revolver te voorschijn en loste twee schoten op hem, die wel licht door andere gevolgd zouden zijn, als niet de professor, ofschoon een der kogels vlak in zijn gelaat was gekomen, hem aangevallen en ontwapend had. Gelukkig kwamen er op dat oogen- blik meerdere professoren binnen, die het pistool in bewaring namen en de eerste hulp aan den gewonde verleenden. Het was vreeselijk, het misvormde gelaat van den president, waaruit het bloed stroomde, te zien. De kogel, door den mond gaande, had alle snijtanden meegenomen en de onderkaak verbrijzeld. Maar bij na erger dan dit was de koele, aan- n atigende houding van Anguissola. deelen, welk gebruik gij van de brieven denkt te maken. Hij sprak op vasten en overtui genden toon en zag Gaston gedu rende dien tijd strak aan. Is dat alles, wat gij mij te vragen hebt? vraagde Gasto». Ten minste voor het oogenblik. Goed, ik zal met open kaart met u spreken, hoewel ik betwijfel, of mijn antwoord u bevredigen zal; de zaak moet tusschen ons nu toch opgehelderd worden. Ik zeg u dus, dat ik u zal mededeelen, wat ik met de brieven denk te doen, zoodra ik ze weder in mijn bezit heb; voor dien tijd vertel ik u niets. Is dat uw laatste woord? Mijn laatste woord. Gij hebt beloofd, mij ophel dering te geven, en nu stuurt gij mij met een kluitje in het riet, - antwoordde Henri, bleek wordende. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1885 | | pagina 2