Het bestuur van bet Paleis voor Yolksvlijt beeft, in overleg met de Commissie der Bakkerij-ten toonstelling, besloten de tentoon stelling met 2 dagen te verlengen. Vele aanvragen en druk bezoek noopten tot deze verlenging. De Bakkerij-tentoonstelling is Maandag door ongeveer 10,000 per sonen bezocbt. Een zeer overdreven, zoo wij bet woord mogen bezigen «koddige» voorstelling van bet Amsterdamscbe oproer geeft bet Franscbe blad Jour - nal Illuslré. Dit blad geeft eene prent os er de volle pagina. De Dam is het tooneel van een feilen strijd. Op den achtergrond ziet men het stadhuis. Rechts een sterke troep paardevolk in de uniform der Prui sische Uhlanen, met de lange ge- wimpelde lansen omboog, een charge maken om den Dam in de richting naar het Rokin schoon te vegen. De Dam is zwart van de menschen. Velen zijn met stokken gewapend, die zij dreigend zwaaien. Op den achtergrond bij den Nieuwendijk staat eene afdeeling infanterie, die blijkbaar een salvo in de lucht heeft afgevuurd. Zij houdt de geweren omhoog en de kruitdamp waait met den noordenwind langs het Paleis. Kalm staart «juffrouw Eendracht» van de hoogte van haar voetstuk op dit ontzettend schouwspel neer. De opbrengst van de Noord- Zuidhollandsche Stoom-Tramweg- maatschappij, HaarlemLeidenbe droeg over Juli 1886 f 7116.20, zijnde f 8.20 per dagkilometer. De nieuwbenoemde gezant van Portugal, Graaf de Pindella, is gis teren te 's-Hage in het hotel den «Ouden Doelen» aangekomen en vertrok 's namiddags, in het gezel schap van den zaakgelastigde San Pedro, naar Vlissingen, ter ontvangst van den koning van Portugal, die incognito reist, en vergezeld wordt door kolonel Francisco d'Almeida, adjudant, le luit. ter zee, door de Serpa Pimentel, ordonnans-officier en dr. Maj Figuera, lijfarts. In het einde der week zal Z. M. de resi dentie bezoeken. De kapitein der stoomtrawler Gleaner, van Northshields, heeft eene klacht ingediend tegen Sche- veningsche visschers, wegens ver nieling van vischwant. Deze klacht wordt op aanvraag van het Engel- sche goevernement door den water schout te Scheveningen onderzocht. Namens den heer F. Domela Nieuwenhuis, te 's Gravenhage is aan het gemeentebestuur van Koog aan de Zaan een stuk gemeente grond te koop gevraagd, waarop later eene vergaderzaal zou gebouwd worden. Door den Raad is neg niets be slist, daar men eerst nadere over legging van plannen enz. wenscht te ontvangen. Eenige familiën in Overijsel en Drente hebben in Rusland land goederen aangekocht. Men heeft de talrijke boomen geveld en alles naar Hollandschen trant ingericht. Voor al wil men er zich op melkerij toe leggen. Uit verschillende plaatsen van genoemde provinciën heeft zich reeds een aantal huisgezinnen naar Rusland begeven, om daar een beter middel van bestaan te vinden. Door een onbekend persoon zijn gisterennacht op een soldaat van het 7de regiment te Amsterdam, op den Zeedijk, en op een bewoner verlangen van zijnen oom. Hij werd doodsbleek en knikte zwijgend en kort daarop, bijna tien minuten la ter, klonk er een doordringende kreet door het huis. Ik snelde naar het vertrek van uwen grootvader; de oude man lag in onmacht en Her man kwam mij met ongesteld ge laat te gemoet en beval mij frisch water te brengen. Dat vreeselijk oogenblik zal ik nooit vergeten, zoo vervolgde nu de kleine vrouw het verhaal, wij stonden allen onder aan de trap; een ieder vermoedde, dat er iets ernstigs geleurd moest zijn. Na tuurlijk dachten wij het allereerst, dat de oude man plotseling gestor ven was en onze koetsier waagde het zelfs het vermoeden uit te spre ken, dat mijnheer Herman zijnen oom vermoord had. Dat heeft hij ook gedaan, vervolgde de waard, al was het ook niet direct, dan toch maar 1 der Uilenburgerstraat, in de O. Z. Kapelsteeg, pistoolschoten gelost. De schoten misten en terwijl de man voor den derden keer laadde, wilde een agent hem arresteeren. De om standers ontrukten dezen den woes teling, die'zich uit de voeten maakte. Een streng onderzoek is gelast. Men leest in het Handelsblad Een Duitsch financieel blad heeft te Amsterdam een correspondent, die zijn plicht meent te vervullen door allerlei scheeve en hatelijke voorstellingen te geven van toe standen en personen hier te lande. Vaak worden ons dergelijke brie ven door verontwaardigde lezers vertoond, maar wij hebben het steeds raadzaam geacht er over te zwijg ;n om den schrijver de vol doening niet te gunnen, dat zijne hatelijkheden nog meer worden ver spreid. Zoo hebben wij ook gezwegen van de schandelijke wijze, waarop hij over het oproer heeft geschre ven. Hij viel in dien brief de poli tie aan, beweerde dat het lager onderwijs hier te lande in bedroe- venden toestand verkeert, dat de militaire macht niet voldoende zou zijn om op den duur de onlusten te bedwingen en eindigde met de verzekering: «dat mannen van inzicht» reeds vol verlangen uit zien naar Duitsehe tusschenkomst enz. enz. Wij halen thans deze woorden aan, omdat zij een Duitscher, te Rotterdam gevestigd, aanleiding hebben gegeven, om aan de redac tie van het bedoelde beursblad een krachtig protest te zenden, dat in het laatste nummer is opgenomen. In dat protest vraagt deze waarheid lievende man, of zulk eene taal de dank is voor de groote welwillend heid, waarmede zijne landgenooten in den regel in Nederland worden ontvangen. In den nacht van Zaterdag op Zondag werd in het stedelijk zie kenhuis te Amsterdam ter verple ging opgenomen een meubelmakers gezel, die, bij een vechtpartij op den Zeedijk, verraderlijk door een messteek in den rug getroffen en vrij belangrijk verwond is. De da der, een koopvaardijmatroos, bevindt zich in hechtenis. In het Hdbl. komt eene ad vertentie voor, waarin wordt aan gekondigd de openbare veiling van «het kapitale, voor weinige jaren opgerichtePassagegebouw,» met het daarbij behoorend hötel, te Am sterdam. Als een bewijs van stipte eerlijk heid dient, dat zekere David de Rek, een zeer behoeftig- man, wonende in de Kattenpoort te Leiden, Zater dag op den Nieuwen Rijn een bank biljet van f25 vond. Hij gaf daar van onmiddellijk kennis aan de po litie en door diens tusschenkomst kon hij het gisterenmorgen aan de rechtmatige eigenaresse, mevr. De J., wonende in de Aloëlaan onder Oestgeest, wier dienstbode het had verloren, teruggeven. Eene dankbe tuiging en een fooi van f'3 was de belooning voor zijne eerlijke daad. De politie te 'sHage heeft twee personen aangehouden, oude beken den van het «Hotel Bossche Veer huis,» op het Spui, die al het lood en de compositiepijpen hadden ont vreemd en dagen achtereen daaraan besteedden. laat mij den draad van mijn ver haal weer opvatten, Fransje. Toen ik met het water in. de kamer te rugkeerde, was Herman Frohberg reeds bezig den ouden heer uitzijn bezwijming bij te brengen en terwijl ik hem de behulpzame hand bood, vertelde hij mij in korte, afgebroken zinnen het gebeurde. Het paard van Eduard was plotseling schuw ge worden en met zijnen ruiter op den hol gegaan, zeide hij; Eduard had geen macht meer over het dier ge had en in de nabijheid van het krankzinnigengesticht had het zijnen ruiter afgeworpen. Het lijk van zijn neef lag nu in het gesticht, en men kon verder niets doen dan voor de begrafenis zorgen. Als hij geweten had, dat dit treurige bericht zulk een vreeselijken indruk op den ouden man zou maken, zou hij daarmee nog eenige dagen gewacht hebben, want geheel en al kon men het niet geheim houden. Hij hoopte, dat zijn Ten nadeele van den heer H., vischhandelaar in het Vos in het Tuintje te 's-Hage, zijn 200 spuit- watersyphons, die in eene berg plaats aan de Gedempte Gracht be waard werden, door onbekende da ders ontdaan van de looden hevels, waardoor het spuitwater de flesch verlaat, en door hen verkocht. Al die voorwerpen zijn echter in het bezit der politie, die ijverig naar de bedrijvers van dezen diefstal zoekt. Uit 'sHage wordt gemeld: Maandagavond maakte men zich zeer ongerust over eene vermeende inbraak in de Israëiietische kerk aan de Wagenstraat. Men had een per soon over het ijzeren hek zien klim men en daarna wegsluipen. Inderdaad is dit het geval ge weest, doch, zooals nader bleek, geschiedde dit geenszins met het doel diefstal in het kerkgebouw te plegen. Een man, die in een twist met zijne wederhelft uit de echtelijke woning geloopen was, hoopte den nacht door te brengen in een on bewoond huis in de Nieuwe Mol straat, welks tuin door eene om heining van de Israelietische kerk gescheiden is. Deze afscheiding werd eveneens door den onverwachten bezoeker overgeklommen, waarna deze zich in het ledigstaande huis te slapen legde. De politie verwijderde hem en bracht hem over naar het politie bureau aan de Groenmarkt, waar hij echter niet lang bleef. De heer G. H., uit Melbourne, wiens wonderbaarlijke redding en aankomst te ScheveniDgen wij gis teren berichtten, is thans naar wij vernemen, reeds zoover hersteld, dat hij eenige nadere mededeelin- gen heeft kunnen doen. Hij herin nert zich thans werkelijk, gelijk vermoed werd, op zekeren dag te Portvilie in de baai van Melbourne een zeebad te hebben genomen, kramp in het been te hebben ge kregen, te zijn weggedreven en een drij venden balk te hebben gegre pen. Hoe lang hij daarop is blijven zwalken, weet hij niet meer. Wel herinnert hij zich vreeselijk van de brandende zon te hebbea geleden, die hem een zonnesteek heeft bezorgd, waardoor zijne geestvermogens wer den aangetast. De heer H. is nog jong. Op 19jarigen leeftijd verliet hij ons land, om te Batavia bij zij nen oom, een bekend uitgever al daar, werkzaam te worden gesteld. Later begaf hij zich naar Aus tralië en slaagde daar als industrieel. Eerst het vorig jaar was hij in het huwelijk getreden. Het grootste gevaar voor den geestestoestand van den geredde mag thans als geweken worden beschouwd. Mevr. de wed. H., zijne moeder, is over gelukkig haren zoon aau hare zijde te hebben, en natuurlijk is aan zijne echtgenoote te Melbourne ter stond de onverwachte aankomst van den heer H. medegedeeld. (N. li. Ct.) De politie en de brigade Kon. maréchaussée te Scheveningen heb ben voor het fonds tot het verlee- neu van onderstand aau zieke en herstellende agenten van politie te Amsterdam f 9 geschonken. Door den waterschout te Sche veningen is procesverbaal opge maakt, op verzoek van den reeder A. de Mos, tegen de bemanning oom wel kalmer zou worden, daar de tijd toch iedere smart heelt. De huichelaar! Hij wist zeer goed, dat de oude, zwakke man onder de zen vreeselijken slag moest bezwij ken en het was in allen geval be rekening dat hij hem hieraan bloot stelde. Ik moet ronduit bekennen, dat zijne mededeelingen mij niet be vredigden, integendeel, zij wekten een vreeselijk vermoeden bij mij op. Het vermoeden, dat mijn va der in het gesticht gelokt en opge sloten gehouden werd? vroeg Alfred, vol gespannen verwachting den waard aanziende. Ja, zeker. Het was een los vermoeden, maar toch niet van allen grond ontbloot en ik kon het niet laten varen. Met uwen grootvader mocht en durfde ik daarover niet spreken; de oude man was zijn einde nabij en aan de verloofde van uwen vader wilde ik ook mijn ver_ moedea niet mededeeien, daar jj£i der sloep T. R. 76 uit Trouville (Frankrijk), wegens het wederrech telijk kappen van ankertouw en het medenemen van het anker van de boomschuit S. C. H. 120, genaamd De Vrouw Adriana, in de Noord zee. Onder de bedienden van een café- restaurant te Scheveningen, dezer dagen wegens wangedrag ontsla- m, behoorde ook een uit Rus- nd verbannen nihilist. In den nacht van 2 Augustus is uit de contrólezaal van 's Rijks ge weerwinkel te Delft ontvreemd eene onafgewerkte revolver. De dader, de milicien-sergeant Vink van het le bat. 4e reg. infanterie, die in den bewusten nacht als comman dant van de hoofdwacht bij het doen der ronde, zich door inklimming van het pistool had meester gemaakt, bracht, door het te koop bieden er van, het feit zelf aan het licht. Na dat hij in arrest was gesteld, heeft hij door ontkennen en het weigeren van alle aanwijzingen het verdere onderzoek zooveel mogelijk bemoeie- lijkt, totdat hij Zaterdag jl. gele genheid vond, waarschijnlijk geholpen door een goed vriend, een anderen sergeant, uit de arrest kamer en daarna uit het kazerne gebouw te ontvluchten. De revolver is in den schoorsteen op de onder officierskamer teruggevonden. Zondag namiddag is te Al'olas- serdam op het hof Soesburg een 22jarig meisje uit Lekkerkerk, tij delijk te Alblasserdam vertoevende, door eene dolle kat gebeten. De kat is dadelijk onschadelijk gemaakt. De geneeskundige van Papen drecht heeft de eerste hulp verleend. In den nacht van Zondag 11. ver nam de politie te Wageuingen, dat men zekere v. E., die dronken in het plantsoen lag, zijn horloge enz. had ontnomen. De man schijnt ech ter niet zoo dronken geweest te zijn, of hij heeft een der twee da ders aan zijne stem herkend, toen deze zeide, «viciteert hem eens» en later «de kale jakkert heeft geen cent op zak.» Nog denzelfden nacht werden door den ijverigen commissaris van po litie pogingen in het werk gesteld om de daders te ontdekken, en het gevolg was, dat bij den aangewezen persoon werkelijk het horloge uit het bed te voorschijn werd gehaald. De machinist Cremers, die Vrij dag jl. bij de ontsporing van de stoomtram tusschen Vechel en Din- ther onder de locomotief geraakte en daardoor hevige brandwonden bekwam, is in het liefdegesticht te Vechel overleden. Zondagavond is door den goede rentrein, die te 9 u. 40 m. van Borne naar Hengeloo vertrekt, de spoorwachter Albertus Nijeweide overreden. De ongelukkige was on middellijk een lijk. Hij laat eene weduwe met drie nog zeer jeugdige kinderen onverzorgd achter. Zijn vreeselijk verminkt lijk werd naar het dorpsziekenhuis te Borne ver voerd. Te Steensel verloor dezer dagen een landbouwer zijn paard, wijl hij een ander vóór wilde zijn op den weg en hunne karren zóó langs elkander kwamen, dat de punt van vreesde, dat zij zich niet zou weten te beheerschen en hem, die haar daarop opmerkzaam gemaakt had, zou verraden, hetgeen mijn onmid dellijk ontslag ten gevolge zou heb ben. En toch was het misschien beter geweest, als ik het gedaan had! De zaak liet mij geen rusten Fransje drong er ook op aan, dat ik iets zou doen om zekerheid te krijgen. Ik ging naar het gesticht en verlangde het lijk van mijnen heer te zien. Men wees mij aan de deur af. Zelfs de leugen, dat mijnheer Frohberg mij gezonden had om mij van den dood zijns zoons te overtuigen en het horloge, de beurs en de brieventasch in ont vangst te nemen, hielp mij niets. Het was des dokters stelregel, nie mand in het gesticht toe te laten, zeide men mijmorgen zou men het lijk in ons huis brengen, tot zoolang zou ik wel geduld kunnen hebben. Wat kon ik verder doen? Ik ging den zeisensnaad (steel) met groote kracht het paard een paar decime ters diep in het lichaam drong, zoo dat de snaad brak. 's Anderendaags stierf het beest aan de wond. De Drentsche werklieden zijn van het grasmaaien in Holland naar hunne haardsteden teruggekeerd, zeer voldaan over hunne verdien sten. Zij hebben ongeveer 20 h 30 pCt hooger loon dan het vorige jaar gehad, zoodat zij met mindere bezorgdheid den winter tegemoet gaan. In een der Drentsche dorpen, Zuidwolde, heeft men een opstoot je gehad, waarbij steenen en revol vers te pas kwamen. Er was nl. een troep Zigeuners aangekomen, die zich door de politie niet liet verdrijven. De Zigeuners dreigden met revolvers en toen begonnen de jonge boeren hen te steenigen nooit zag men Zigeuners harder wegloopen. GEMENGD NIEUWS. Een heer, met voorkomen van een rijken vreemdeling, bood Woens dag 11. aan de bank Allard, place de la Bourse te Parijs, een chéque van 60,000 fr. ter uitbetaling aan. Na het papier onderzocht te heb ben, dat in orde scheen te zijn, werd het geld uitbetaald. Na het vertrek van den vreemdeiing, die verdwenen is, bleek de chèque valsch te zijn. In 1887 zal in het Palais de llndustrie te Parijs eene internatio nale tentoonstelling van wapens, wapenrustingen en uniformen wor den gehouden en wel van 1 Juli 30 Nov. Te Selles, bij Romorantin, werd de 77jarige weduwe Lebon, die kindsch was geworden en bij haar dochter en schoonzoon Firmin inwoonde, door Firmin, in het bij zijn van haar dochter en beide zonen, geworgd. Daarna werd het lijk verbrand en toen ging men den maire waarschuwen, dat de weduwe in het vuur was gevallen. Daar men wist, dat de echtelieden Firmin de ongelukkige slecht behandelden, gelastte de maire een gerechtelijk onderzoek en de 7jarige dochter van Firmin beschuldigde openlijk haar vader van de gruweldaad. De ont aarde kinderen en Firmin zijn in hechtenis genomen. Sedert den dood van Charles Dickens zijn van dien schrijver, in Engeland alleen, 4,239,000 deelen verkocht. Het Engelsch kapitaal zoekt thans plaatsing in Duitschland en wel door het aankoopen en exploi- teeren van aanzienlijke hotels al daar. Zoo heeft thans een Engel- sche maatschappij, waarvan de her tog van Portland een der voor naamste aandeelhouders moet zijn, l1/» millioen gulden voor het «hotel de l'Furope» te Hamburg geboden. Albany, in de Vereenigde Sta ten, heeft onlangs zijn 200-jarig bestaan gevierd. Daar de grondleg gers van deze oudste stad in Ame rika Hollanders waren, is bij het feest Nederland niet vergeten. Als vertegenwoordigers van Ne derland en tengevolge der door het gemeentebestuur van Albany ge- gedane uitnoodigiDg, bevonden zich op het tweede eeuwfeest de hh. dr. P. Blom Coster, jhr. P. A. de Jonge en H. J. Coster Jr. Zij werden op het stadhuis ontvangen door den mayor, door een deputatie van de naar huis terug en wachtte. Her man Frohberg scheen alle beschik kingen voor de begrafenis van zij nen neef reeds met dokter Janin gemaakt te hebben; hij verliet zij nen oom niet meer en dulde ook niet, dat één onzer zich lang in de ziekenkamer ophield. Kwam u dat niet verdacht voor? vroeg Alfred. Zeker, maar in mijne onder geschikte betrekking was ik tegen over dezen man machteloosIk wacht te slechts op de doodkist en toen deze gebracht werd, was zij reeds gesloten. En gij liet ze niet openen? Neen. Dat was een groote fout. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1886 | | pagina 2