Mi TOW 4e Jaargang. Maandag 13 December 1886. No. 1055. ABONNEMENTSPRIJS: teeüsljai iaisiijks Hitaenamen Zen-en algemesne FeesUigefl. ADVERTENTIËN- Humoristisch Zondagsblad. Me lange avonden. FEÜILLETON. Teruggeroepen. HUGH COHWAY. Toer Haarlem per maand40 Cents, froneo door geheel het Rijk p. maand 55 Afzonderlijke Noramera 5 Brieven, gelden, advertentiën enz. franco te adreaaeeren aan het Bureau, Kleine Houtstraat Mo. 9. Eeofdagmton voor het Buitenland: Compagnie Q&nêrala ds ublinte Btrangèrs O. L. BA IJ BE if Co., JOE. F. JONES, Sucr., Parijs, 3 Ibis Faubourg Montmcariro. van 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents. Groote letters naar Plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen tot 'a middags 12 uorj MUSEUMS EN ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN HAARLEM, Xolomaal vsuseuvt van hei Paviljoen. Icgaag aan do Dreougde 2a dartoon van diploma v?\>gk toogang, donateurs mot gszolochap, lesen act 1 - Blonder Nodorlandsehs Maatschappij tc? hovordering vaa Nijverheid naboen ftn Nederland en moer byzoudor van het H&arlonsscho Biedoni, Krniawag 1 gulden. Museum der stad Haarlem (ij> hot Raadhuis. Gaoposd var |«ndagen kosteloos van 12—4 nar, de Btsrigo Ehristelyke ftfostdagoa tegen $6g0'trs museum in da Damstraat. Geopend dagtiHjl-a uitgenomen Zaterdag. Woensdag t;a Zatordag van 4 uur. OtgsPbèspeling in de Groots EorJs. dour. Geopoad dagelijks van 10 tot 4 uur. Toegang 25 cents per persoon. Donateurs ea leden dor Nodorlandscho Ma&t-mh&ppy ter bovordoriug vsh Nyverheid hobbea if dame. Museum van kunstnijverheid op hei Paviljoen. Ingang ••'rontsqde van et Paviijoen op liet tarraa. Goop, dag. v 10't uur. Toegang 25 ct. p. persoon. Donateurs er, op vertoon rsn diploma vrijen toogang, donateurs mot geselschap, leden met 1 dame. Bisschoppelijk museum voor kerkelijke oudheid, kunst ou geschiedenis, voo<*l No. 59. Geopend dagelijks, uitgenomen Zaterdag, Zon- cn Fazstdagea, van 105 nur. Toegang 25 cents per persoon. Dooriooponde toegangskaarten voor een geheel jaaf 15 April tot 14 October allo werkdagen van 104 uur, vaa 15 October tot 14 April op die dagen van 10X uur togen betaling van 25 ceuts per persoon, alleen Of betaling van 25 cents per persoes 'on- on FeCiiihtagoa va! Dinsdag Tan i2 11—3 erdag Kinderen bouodru da 8 jaren vrordan in hot geheel niet tongélatau; kindoren van 8 tot 14 jaren niet dan onder behoorlijk geleidt. r. Teylers bibliothaekGeopend Woensdag, Donderdag, Vrijdag on iïntordas van 14 uur. Stadsbibliotheek Prinsenhof. Geopeaj legang (deu- OuaegrocnTiiarkt) vrij. Bij dit nummer wordt aan de geabonneerden op het Humoristisch Zondagsklad No. 20 toegezonden. Abonnementen kunnen niet dan bij het einde van elk kwartaal wor den opgezegd. Zij die zich abonneeren kunnen tegen betaling de nommers van af No. 1 bekomen. DE ADMINISTRATIE. «Bah, wat een hondenweerheeft menig uwer zeker gezegd, toen in de laatste dagen sneeuw, hagel, regen en wind met elkander, als het ware, een wedstrijd aangingen, om u biu- neuskamers te houden, daar het huiten zoo liefelijk was, dat ge er al gauw genoeg van liadt en slechts om uoodzakelijke redenen uw huis verliet «Bah, wat een avondenHoe lang en vervelend.» zal menige ongehuwde oude heer in zich zeiven zeggen, als het weer hem verplicht te huis te blijven en hij daar op zijn ge huurde, gestoffeerde kamer in zim eentje zit en het er niets gezellig vindt. Menigeen, al is hij geen oude vrijer, denkt er evenzoo over en hoezeer de winter nog niet eens officieel begonnen is, maar slechts officieus door een enkele sneeuwbui van zijn komst heeft kennis gege ven, verlangen er reeds velen, dat koekoeken, zwaluwen, ooievaars en nachtegalen weer spoedig hun ge zang zullen doen hooren; ja zelfs het geluid der kikvorschen, hoe on welluidend ook, zouden zij voor lief aannemen, daar dit toch een bewijs van zacht en mooi weer zou zijn. Foei, wat een ondankbare meuschen zijn er toch op de wereld! Ze zou- 51) VIJFTIENDE HOOFDSTUK. VAN LEED TO! VREUGDE. Het beste was, dunkte mij, miju besluit dau ook maar terstond ten uitvoer te brengen: den volgenden dag namelijk. Ik pakte mijn koffers. Ik bepaalde met welke diligence ik vertrekken zou. Ik zou dan nog dr:e morgenuren hebben, omPriscillade noodige orders te geven, en voor altijd afscheid te nemen van mijn vrouw. Ik kon evenwel niet gaan, zonder haar eerst nog een en ander uit te leggen. Ik wilde haar niet pijnlijk den een lesje bij Tijl Uilenspiegel moeten nemen, die, toen hij eens door een bergachtig land trok, bij het beklimmen van een berg steeds vol blijdschap opwaarts steeg, hoe moeilijk hem de tocht ook viel; maar hij dacht dau aan het gemak, waarmee hij spoedig zou kunnen dalen. Zoo zou ieder moeten doen: in tegenspoed, in kwade tijden deuken aan den voorspoed, aan den beteren tijd, die vroeg of laat ko men zal. Ziet, dat zou het leven heel wat veraangenamen en menig een, die klaagt, zou, goed beschouwd, nog redenen genoeg hebben om zich te kunnen verheugen; maar zoo is de mensch, klagen zonder ophouden, tot de dood het hem belet. We willen dau ook beproeven die zoogenaamde ongezellig lange avon den wat meer genade in uw o gen te doen vinden, en dat zal niet moeilijk vallen, want iedere zaak kan men van twee kanten beschou wen, en het ligt er maar aan door welken bril de mensch ziet, door ziin optimistischen ofpessimi6tischeu. Het is waar, nu de wintertijd na dert of gekomen is, al naar ge ver kiest, mist ge menige prettige wan deling naar den Hout of naar een der vele uitlokkende punten buiten de stad; maar wie belet het u, ook nu naar buiten te gaan? Voor een opmerkzamen waarnemer is er nog genoeg te zien en te bewonderen en in elk geval is zulk een tocht goed, om uw eetlust en spijsvertering te bevorderen en uw ledematen, die door het gestadige zitten bij de kachel ongewoon zouden worden aan beweging, lenig te houden. Maar revenons a nos moutons en laten we op de avonden terug komen. In een goed huishouden is er werkelijk niets prettigere en ge zelligere dan zulk een lange win- aandoen door te zinspelen op onze onderlinge betrekking, maar ik moest haar zeggen, dat zij niet die rijke erfdochter was, die zij meende te zijn. Ik zou haar zeggen, dat zij evenwel genoeg had om van te le ven, zonder er bij te voegen, dat ik, als haar echtgenoot, daarvoor zor gen zou. Als dat afgehandeld was, dan vaarwel voor altijd! Toen ik dat schema aan mijn ont bijt had uitgewerkt, begaf ik mij naar het huis, waar Pauline lo geerde. Van mijn plan tot vertrek wist zij nog niets. Ik hield hare hand langer en vaster in de mijne dan gewoonlijk, en met veel inspan ning bracht ik de woorden uit: ik kom om u vaarwel te zeggen; ik ga vandaag naar Londen. Zij sprak geen woord, maar ik voelde, dat hare hand beefde. Hare oogen kon ik niet zien. Ja, ik heb mij bier nu lang genoeg opgehouden,ging ik voort, teravond, en nu behoeven we nog niet juist aan al de extra-genoegens, die de winter schenkt, te deuken, want juist op deze avonden viert de huiselijkheid in een echt Hol- lanösch gezin hoogfeest, veel meer dan des zomers. Nu vindt ge het gelieele gezin te zamen in het goed verwarmde vertrek, bij de helder verlichte tafel. Het ziet er wezenlijk aanlokkelijk uit, de ouders daar met hun kroost vereeuigd te zien, de vader zich na de inspanning van den dag te goed doende aan zijn geliefkoosde Portorico of lekkere Amerefoortsche tabak, al naar de financiën dat toelatenzoo smakelijk rookt hij zijn langen Gouwenaar of zijn kort, doorrookt neusbrandertje, dat de wolkjes, die er uit opstij gen, hem, als het ware, een krans van tevredenheid om de slapen vlechten. Moeder de vrouw hanteert vlijtig naald en draad, stopt f breit kousen en vertelt onderwijl allerlei sprookjes, ouden doch altijd nieuw, aan haar jongste spruiten, die op een stoof aan haar voeten zitten. De schoolgaande kinderen zijn voor over gebogen over hun huiswerk eu heffen nu en dan het hoofd op, als zij het gejuich der kleinen hoo ren veroorzaakt door moeders ver telling, terwijl de huwbare dochter de naaimachine doet snorren, dat het geluid ten laatste op muziek gaat gelijken. Is dit alles nu zoo ongezellig Integendeel Er behoeft dus nog juist zooveei weelde niet te heerschen, om zulk een winteravond recht genoegelijk te maken. Het is waar, een glas warme punsch, bisschop of wijn, geflankeerd door een heele of halve banketletter, is daarbij niet te ver smaden en maakt het genoegen nog zoo veel te grooter; maar eilieve, in welk burger huishouden gebeurt trachtende bedaard te spreken, verscheidene aangelegenheden roe pen mij naar stad. Pauline zag er dien morgen eenigs- zins ongesteld uit. Zij was bleeker dan zij sedert mijne komst nog ge weest was. Zij scheen kwijnende en terneergedrukt. Zonder twijfel was mijne tegenwoordigheid daar oorzaak van. Het arme meisje I spoe dig zou zij weer beter worden! Ziende, dat ik wachtte, dat zij iets zeggen zou, zeide zij alleen: wan neer gaat gij en hare stem klonk dof en mat. Met geen enkel woord vroeg zij wanneer ik terug zou ko men Met de diligence van twaalf uur, antwoordde ik. - Ik heb nu nog een paar uur tijd; zullen wij nog eens samen naar die open plek wandelen? Zal het u genoegen doen? Ja, als gij er niets tegen hebt. Bovendien ik heb u iets te zeggen zulks anders dan op St. Nicolaas- avond, Kersttijd, Nieuwjaar ot een verjaarfeest? Och, een gewoon kopje koffie, door arme lieden terecht dik wijls «een kommetje troost» genoemd, voldoet dikwijls evengoed. Hoofd zaak is maar, dat er een goede stemming onder de huisgenooten heerscht, en als geen al te groote zorgen of vreeselijke kommer drukt, dan is het gewoonlijk wel uit te houden, al duurt de avond nog zoo lang. Leest de vader of een ander iets uit krant of boek voor, wat boeiend en tegelijk leerrijk is, hon derd tegen éen of de avond vliegt om; gezellige kout brengt ook bet hare bij om het genoegen te ver- hoogen, terwijl muziek, hetzij dan een gezamenlijk gezongen lied, het zij een wijsje op het een of ander instrument, allicht de vrooliikheid vermeerdert. Teekengereedschap, verfdoos, bouw- en plakplaten, boeken uit de schoolbibliotheek, en ter afwisseling een kwartiertje of een half uur op het ganzenbord of met het domino spel geeft de jeugd afleiding genoeg; hoofdzaak is maar, dat jongens noch meisjes zich vervelen, en verstandi ge ouders weten hiertegen honder den middelen. Voor ouderen leveren kaarten, dammen, schaken en nog een aantal andere gezelschapspelen overvloedig gelegenheid, om ter af wisseling met de drukke werkzaam heden, of ter uitspanning gezellig eenige uren door te brengen. Wat wenscht ge dan meer, en voelt ge u niet gedrongen in u zeiven te neuriën: «Mijn liefste, wat wilt ge nog meer?» al ontbreken u ook de diamanten en paarlen, waarvan in het bewuste liedje sprake is? Doch, er is meer! Geen tijd, die zooveel verschillende feesten voor eiken leeftijd en stand aanbrengt, omtrent uzelve omtrent zaken; dit laatste voegde ik er opzettelijk bij, opdat zij er minder tegenop mocht zien. Ik zal meegaan, zeide zij, terwijl zij haastig de kamer uitging. Ik stond te wachten. Daar kwam Priscilla. Zij keek, alsof zij mij wilde opeten; dat had ik tenminste van haar niet verdi :nd. Hare stem was scherp en bar; juist zooals zij altijd sprak, wanneer zij mij als jongen óver het een of ander kattekwaad beknorde. Juffer Pauline zegt, dat gij op haar niet wachten moetzij zal zoo meteen wel bij u komen op de open plek. Ik nam mijn hoed, en maakte mij gereed, om te gaan. Priscilla had niets gezegd, waaruit bleék, dat zij wist, dat ik vertrekken wilde; maar toen ik het huis uit w:\lde gaan, zeide zij op een toon v i de dui delijkste minachting: - jongeheer als juist de winter. Hoe zouden de leden der rederijkerskamers gelegen heid hebben druk bezochte uitvoe ringen te geven, als zij niet over de lauge winteravonden konden beschik ken, om hun rollen te leeren en her haaldelijk repetitie te houden? Wel ke toeschouwer zou met zulk on verdeeld genoegen, met zooveel be langstelling luisteren naar de lui mige of ernstige lezingen, die er hier ter stede nu en dan gegeven worden, zoo het plaats had op een stikheeten zomerdag, op een avond, als alles uitlokte naar buiten te gaan? Juist de winter is het ge schiktste jaargetijde om de menig vuldige theekransjes, loterij- en kaartklubjes het weligst te doen bloeien. De aanzienlijke lieden geven dan bij voorkeur hun soupers, daar er een zekere aantrekkelijkheid in is, in het gezellig gemeubelde salon, Lij het flikkeren van gasvlammen en bougies, bij het schijnsel der vlammen in deu prachtigen vuur haard, en terwijl de tallooze spie gels de kostbare kostume3 en de schoone draagsters weerkaatsen, bij een te zijn. Neen, niet ongezellig, maar op wekkend zijn die winteravonden voor ieder, die geleerd heeft, niet overal de schaduw- maar de licht zijde van te zien; voor een elk, die niet steeds op de keer- maar ook op de weerzijde der medaille tuurt. Een opgeruimde aard, een gezel lige haard, bezigheid en afwisseling, zietdaar wat noodig ie, om den winter niet een somber en vervelend, maar een vroolijk en gezellig jaar getijde te doen wezen. Hoe jammer, dat er nog zooveel ongelukkigen zijn, voor wie de win ter dit niet kan wezen, omdat het ieder jaar voor hen de tijd is van nijpend gebrek en ellende onder Gilbert, ik had niet gedacht, dat ge zoo'n aartsdomoor waart. Zulk eeue opmerking, zelfs van een oude gedienstige, mocht ik niet onbeant woord laten. Ik keerde mij om, om iets te zeggen; maar Priscilla sloeg de deur eenvoudig dicht, mij bijna tegen 't hoofd. Ik ging heen. Die schrobbeering was mij te nietig in vergelijk van mijne andere weder waardigheden. Natuurlijk kon ik niet verwachten, dat Priscilla zich zou vinden in mijne gevoelens, en de kieschheid zou weten te waardeeren van mijne positie. Bovendien, ik moest haar nog veel zeggen, vóór mijn vertrek. Die open plek, zooals vrij het noemden, was eene plaats op een heuvel in de nabijheid. Bij toeval hadden wij dat punt gevonden bij onze rondwandelingen. Het was een plek, waar de hoornen geveld, en het lage hout weggehakt waren. Een weinigbetreden pad leidde er

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1886 | | pagina 1