cratisch opschrift opgehangen aan
een telephoondraad.
Vrijdag jl. is vanwege den
Sociaal-Democratischen Bond in het
Volkspark te Amsterdam aan wer-
keloozen hrood uitgedeeld.
Duizenden nieuwsgierigen en par-
tijgenooten bewogen zich gisteren
te Amsterdam tusschen 9 en 10 uur
op de Prins Hendrikkade nabij bet
Centraalstation en op het plein daar
voor, om den bekenden socialist
Van Ommeren op te wachten. Deze
kwam met den trein van 10.10 van
Utrecht aan en werd op het perron
afgehaald door Van de Stadt en een
paar bloedverwanten. Aan het sta
tion waren de noodige maatregelen
genomen, dat niemand het perron
zonder plaatsbiljet kon betreden,
zoodat hier geen overtollige men-
schenmassa werd aangetroffen, ter
wijl voor het station eene niet al tï
groote politiemacht de orde hand
haafde.
Onder het roepen van «Leve van
Ommeren» en het zwaaien met hoe
den en petten nam deze met Van
de Stadt en nog twee partijgenoo-
ten in een aapje plaats, welk voer
tuig hen naar het Volkspark bracht.
Bij aankomst aldaar heerschte de
meest gewenschte kalmte. Er waren
toen nog nauwelijks een paar hun-
derd nieuwsgierigen en partij ?e-
nooten bijeen, welke groep langza
merhand aangroeide, zoodat om half
elf de zaal vol was. Een genoeg
zaam getal personen, allen van eene
cocarde voorzien, zoude de orde
handhaven.
Het tooneel, de gewone spreek
plaats in deze bijeenkomst, was met
roode banieren behangen.
Toen om 10.45 Domela Nieuwen-
huis ter vergadering verscheen, werd
deze weder met luide toejuichingen
begroet.
Om 11 uur waren in en om het
Volkspark ongeveer 3000 personen
bijeen. Dit getal maakte het nood
zakelijk dat ook eene der bijzalen
geopend werd, waar Eortuijn de
menigte zou toespreken.
Van de Stadt opende om 10.45
de bijeenkomst en riep v. Ommeren
nu het welkom toe.
Hij zeide dat door de vastzetting
van v. Ommeren, niettegenstaande
dit, aan de zaak der socialisten een
groote dienst was bewezen. Hij noo-
digde daarom de vergadering uit,
om met hem te roepenleve Van
Ommeren! Terwijl daaraan voldaan
werd, trad een meisje, geheel in het
rood gekleed en, evenals de beide
knapen, met eene roode muts op en
roode vlaggen in de hand, op Van
Ommeren toe en boden hem een
bouquet met begeleidend schrijven
aan, dat van de Stadt voorlas en
dat bleek te zijn van de kinderen
van zekeren Snel.
Na gezang voerde Domela Nieu-
wenhuis het woord. Hij eindigde
zijne korte toespraak, vol van insi-
nuatiën met den wensch dat Van
Ommeren zal blijven strijden voor
het lijdend proletariaat en wenschte
hem geluk met de terugkomst in
de gelederen. Van Ommeren dankte
hierop de menigte voor de blijken
van belangstelling in hem getoond,
om daarna te wijzen op de goede
gevolgen die zijne veroordeeling
voor de propaganda had gehad. Hij
verzekerde dat hij zijne plaats in de
gelederden zou hernemen en blijven
strijden vuor de zaak.
Van de Stadt sloot hierop deze
bijeenkomst, omdat de vergaderden
daarnaast ook VanOmmeren wensch-
ten te zien.
Op de Engelsche boot Iris,
liggende aan de Westerdoksdijk te
Amsterdam, had Vrijdagmiddag een
ongeluk plaats. Men was bezig om
eiken duigen uit het ruim te hijschen,
toen de ketting brak en de zware
vracht naar beneden viel. De werk
man P. J., in het ruim werkzaam,
kreeg de lading op zijn lichaam en
werd zwaar gekneusd naar het Gast
huis vervoerd.
en een been en was oogenblikkelijk
een lijk.
Tot dusverre was het gebruike
lijk, dat er van Kerstmis tot Vrou
wendag geen graan- en zaadmarkt
te Alkmaar gehouden werd. B. en
W. hebben echter ter algemeene
kennis gebracht, dat er. reeds op
Vrijdag 14 Januari zulk eene markt
zal gehouden worden. Dit besluit
schijnt evenwel niet de algemeene
goedkeuring te ondervindenalthans
19 der voornaamste graanhandela
ren in Noord- en Zuid-Holland heb
ben verklaard, dat zij die markt
niet zullen bezoeken.
Het verkeer, ook het brievenver
voer met het eiland Marken, is ge
stremd. Een paar malen zijn de post-
schippers over het ijs naar Monni
kendam en teruggetrokken; de in
gevallen dooi echter heeft hieraan
een einde gemaakt.
Oudejaarsnacht kwam een hondje
te 's-Hage, dat werd uitgelaten, tot
driemalen toe van den Noordwal
Daar zijn meesteres luid blaffende
heen en weder loopen. Dit trok de
aandacht van de juffrouw. Zij volgde
het beest en bemerkte een man te
water. Op haar hulpgeroep werd
de drenkeling met zeer veel moeite
door verschillende lieden en een
paar nachtwakers op het droge ge
bracht.
luidruchtige verwarring; daar ver
scheen eensklaps Jurgen, sloeg haas
tig voor zijn luitenant aan en schoot
toen als een roofvogel midden door
de soldaten heen, waar hij iets scheen
te zoeken.
Pater Leonhard ging nu ook den
jongen officier verwelkomen, dien
hii sedert den aftocht van Cattaro
niet weergezien had; want door de
eigenaardige soort van veldtocht,
hadden de krijgsverrichtingen van
de eene legerafdeeling meestal op
een verren afstand van die der an
dere plaats. Gerald kwam hem reeds
te gemoet in gezelschap van den
officier, die op het fort het bevel
voerde. De begroeting was warm
en hartelijk, maar kon slechts vluch
tig zijn. Gerald beloofde, den gees
telijke zoo spoedig mogelijk eens te
bezoeken en wilde toen zijn kame
raad volgen. Op het punt van weg
gaan, keerde hij zich nog even
Te Scheveningen wordt jaarlijks
f60,000 aan sterken drank uitge
geven, en aldaar zijn 59 «vergun
ningen» verleend.
Aan de Ned. Gist- Spiritus
fabriek te Delft werd, wegens het
overlijden van den eersten beslag
kooker O versloot, de tweede kooker
A. van Peppen in diens plaats aan
gesteld, die door de bevordering
aanspraak kreeg op hooger loon.
Vrijwillig deed hij echter afstand
van deze loonsvermeerdering ten
behoeve der weduwe van zijnen
overledeu kameraad, tot tijd en wijle
hij wellicht zelf er over mocht gaan
denken de zorgen voor een eigen
huishouden op zich te nemen. Bij
de vermelding dier edele daad zegt
de Fabrieksbode«Braaf zool» en
met recht.
Zaterdag in den vroegen och
tend zijn door de politie te Delft
aangehouden vijf sjouwers, zonder
vaste woonplaats, bij verschillende
vonnissen door het kantongerecht
veroordeeld tot boete of subsidiaire
gevangenisstraf, wegens openbare
dronkenschap, en wier opsporing en
aanhouding is verzocht in het Alge
meen Politieblad van den 7en Ja
nuari 11. De aangehoudenen zijn
naar het huis van bewaring te
's-Gravenhage overgebracht.
Omstreeks 4s/« uur is Zaterdag
namiddag eene dienstbode, die in een
pand aan de Wijnstraat te Rotter
dam op de tweede verdieping gla
zen waschte, uit het raam en op
straat gevallen. Zij brak den schedel
Een oude vrouw, die Donderdag
namiddag aan de Kranskade te
Utrecht bezig was met goed te spoe
len, had het ongeluk uit te glijden
de Singelgracht te vallen. Hoe
wel zij spoedig uit het water werd
gehaald en naar hare in de nabij
heid gelegen woning gebracht, bleek
het dat zij reeds was overleden.
Te Eist, bij Utrecht, heeft men
dezer dagen den 80-jarigen oud
strijder A. Lardée nog als schaat
senrijder op het ijs kunnen zien.
Naar men uit Barneveld meldt
is A. van Veldhuizen, op wien op
den eersten Kerstdag verscheidene
schoten uit een revolver werden
gelost, reeds bijna hersteld.
Een heer, aan de Steenstraat te
Arnhem wonende, gaf een arm meisje
naar hij meende, vijf 27s centstuk
ken als aalmoes. Eerst later be
merkte bij, in vergissing daarbij
een gouden tientje gegeven te heb
ben, en deed daarom bij de politie
aangifte. De moeder van het meisje
was hem echter reeds vóór geweest
en had mede kennis gegeven van
het abuis. Voor hare eerlijkheid
werd de vrouw behoorlijk beloond.
De hardlooper, die, toen te Arn
hem zijn vonnis in de zaak van den
schapendietstal zou worden uitge
sproken, ontsnapte, is in Duitschland
wij meenen te Lünenburg
achterhaald en zal weder uitgele
verd worden. {Arnh. Ct.)
Te Ter Apel-kanaal is eene oude
vrouw, die jaren lang door hare
dronkenschap den spotlust der straat
jeugd gaande maakte, na twee dagen
onder den blooten hemel gelegen
te hebbeD, ouder gewoonte, in een
toestand van verregaande bedwel
ming aan de gevolgen overleden.
Nadat men haar gevonden en onder
dak gebracht had, leefde zij nog
slechts eenige uren.
Men schrijft aan de N. R. Ct,
De wejsjongens in het Godshuis
te Veere zijn 's winters precies ge
kleed als in den zomer. Een van
de twee daar verpleegde jongens
deed aan het college van regenten
aanvraag om zich voor eigen reke
ning eene winterjas te mogen aan
schaffen, daarbij wijzende op de ge
stichten te Vlissingen en te Mid
delburg, waar zulks geoorloofd is,
Het mocht niet batenregenten
weigerden toestemming te geven
en de weesjongen is verplicht, a
is het nog zoo'n bar en guur weer.
zich in zijn kort buis langs 's Hee-
ren straten te bewegen.
Heeft Jurgen u al van zijn'
vondeling verteld?
Van welken vondeling? Ik
weet daar niets van.
Jurgen bekleedt tegenwoordig
eene nieuwe betrekking, die hem
nog al zonderling afgaat. Hij heeft
zich tot pleegvader opgeworpen en
is voornemens u zijn pleegkind te
brengen. Gij zult het andere wel
van hemzelven hooren. Tot weer
ziens, Eerwaarde'
De heeren gingen heen en pater
Leonhard schudde zeer verwonderd
het hoofd; hij kon zich den vech
tersbaas Jurgen niet in de aange
duide betrekking voorstellen. Maar
hij zou niet lang in de onzekerheid
blijven, want daar kwam Jurgen
aan met een jong meisje, dat hij
als een kind bij de hand hield.
God helpe mij I riep de pa
ter, die op dit gezicht volstrekt niet
voorbereid was. Wat brengt ge
mij daar?
Nabij Weurt, onder Nijmegen, is
uit de rivier de Waal opgehaald
het lijk van mej. v. D. welke voor
eenigen tijd verdwenen was, en van
wie men den regenmantel en eenig
ander goed op de Waalkade teNij
megen had gevonden.
Uit de gerechtelijke schouwing
van het te Eijsden aangespoelde
lijk is niet gebleken, dat de op den
drenkeling bevonden verwondingen
het gevolg zijn geweest eener mis
daad, maar ook kunnen zijn ver
oorzaakt door de aanraking van het
lijk met eene stoomboot.
Eene wilde! antwoordde
de jonge soldaat met groote deftig
heid. Maar gij behoeft niet te
schrikken, Eerwaarde, zij is geheel
tam.
De geestelijke keek verbaasd naar
het kleine, teere sshepseltje, dat ha
ren geleider nauwelijks tot aan de
schouders reikte. Het was nog een
heel jong meisje, nauwelijks den
kinderschoenen ontwassen, slank als
eene gems en even schuw als deze
Het zuidelijk gebruinde gelaat met
de nog geheel kinderlijke trekken
en de donkere oogen hadden eene
uitdrukking van schuchtere onder
worpenheid en zachtmoedigheid
Hare kleeding was zoo ellendig en
armoedig, als men het slechts bij
de armste herdersstammen van het
land vond.
Dat is Jovica! zeide Jurgen
verklarend, en op een toon, alsof
daarmede alles gezegd was. De pa
ter was evenwel met deze verkla-
Uit Roermond schrijft men aan
De Nederlandsche Slachters- Courant:
«Toen het zoontje van den land
bouwer H. uit het naburige Pos-
terholt Vrijdagmorgen opstond, zag
hij een achttal wilde varkens op de
its loopen. Hij werd zóó door
schrik bevaugen, dat men vreest
voor het behoud van zijn leven en
hem de laastste sacrementen moesten
worden toegediend. De varkens had
den den kettinghond letterlijk opge
vreten. Zij komen uit de Duitsche
bosschen over de naburige grens en
storen zich aan geen rijksgebied of
aan persoonlijke eigendom.
Twee bakkersleerlingen, die te
Rennes den geheelen nacht aan de
kneedmachine hadden gestaan, gin
»en 's nachts om drie uur naar hun
ramertje, dat zij beiden bewoonden.
Voor de koude staken zij een bak
met kolen aan. Toen zij 's morgens
niet op hun werk kwamen, ging
de baas naar boven en vond hen
beiden dood: zij waren door den ko
lendamp gestikt.
De bekende Van Ommeren is,
na een verblijf van een jaar in de
cellulaire gevangenis te Groningen,
Vrijdag weder op vrije voeten ge
steld. Hij zou dien avond, zooals
door rondgedragen plakkaten be
kend gemaakt werd, van zijne Gro
ninger geestverwanten afscheid ne
men.
GEMENGD NIEUWS.
«Hij» was in zeer kommer
volle omstandigheden opgegroeid
op het Lycée was hij een flink
scholier, maar zijn getuigschriften
maakten zijn geheelen rijkdom uit.
Daarna kwam hij op de Universi
teit, waar de knappe koppen der
geheele wereld elkander ontmoeten.
Hij studeerde in de rechtenop een
armzalig dakkamertje bracht hij
zijn academieleven door en had met
Henri Murger's «Bohemers» slechts
de armoede gemeen, maar niet de
lichtzinnigheid. Hij werkte steeds
ijverig voort en werd, dank zijn
vlijt en volharding, advocaat. Nu
daalde hij van de dakkamer van
een huis in de voorstad naar bene
den in een kamer op de eerste ver
dieping. De cliënten kwamen niet,
lazen zijn naambordje niet en wisten
over het algemeen niet, dat «hij»
bestond. Kalm dacht hijwachten
helpt niet, en ging les geven. Van
een goeden aanbevelingsbrief voor
zien, meldde hij zich bij een jonge
weduwe aan, die een onderwijzer
voor haar kinderen noodig had. Hij
werd aangenomen, kwam steeds op
zijn tijd, gaf les en ging heen. De
moeder was zeer tevreden, de kin
deren brachten goede getuigschrif
ten van school mee en waren braaf.
Doch mevrouw was ook zeer rijk;
zij had iemand noodig, die haar
vermogen bestuurde. De ernstige
huisonderwijzer kwam haar voor
de geschiktste persoon te zijndaar
bij was hij advocaat en had gron
dige rechtskennis. Zoo trad hij al
administrateur op; in verloop van
tijd leerden gebiedster en admini
strateur elkander liefhebben. De
jonge advocaat zonder cliënten werd
de echtgenoot der rijke vrouw. Nu
was hij op de hoodte; spoedig
stroomden de cliënten toe, zijn naam
werd bekend; zijn gewestgenooten
zonden hem naar de Kamer en hij
verkreeg binnen korten tijd invloed.
Hij toonde ook groote kennis te
hebben van internationale staatkun
de en werd vertegenwoordiger van
zijn land iD den vreemde. Eenige
dagen geleden werd hem nog de
portefeuille van Buitenlandsche Za
ken aangeboden, waarvoor hij ech
ter bedankte. De man, wiens levens
loop hier geschetst is, is de Eraosche
gezant te Weenen Decrais.
In het Edentheater te Bergen
in Henegouwen, had eene voorstel
ling, die in de vorige week plaats
vond, een hoogst treurig einde. Een
troep kunstenmakers, die aan vlie
gende rekken hadden gewerkt, wa
ren juist gereed met hun halsbre
kende toeren en wilden uit de hoogte
neerdalen, toen het veiligheidsnet
brak en een man naar beneden
stortte. Hij bleef dood liggen.
Het net viel op het orkest en een
stuk hout dat er zich aan bevond,
verpletterde het vooi hoofd van een
der leden van het orkes die door
het hospitaal werd gebracht.
De burgemeester Lefèvre van
het dorp Vobaries ("departement
Aisne) heeft zijn oom door een ge
weerschot gedood, omdat deze zijn
neef heeft wilien bestelen. Toen de
oom weigerde het huis te verlaten,
greep de neef een geweer en dreig
de hem te zullen dooden. Plotseling
ging het schot af doordat Lefévre
bij ongeluk den trekker raakte en
viel de 51-iarige dood neder.
Te Parijs heeft zich een mar
kiezin des Rois, uit vertwijfeling
over den dood van haar kortelings
overleden echtgenoot, uit het raam
der derde verdieping op straat ge
worpen; zij was onmiddellijk een
lijk. De ongelukkige laat vier kin
deren na.
- Woensdagmorge waren eenige
werklieden te Metz in het fort bezig
eene mijn te leggen, toen eenige
dynamietpatronen,daartoebenoodigd,
plotseling ontbrandden en twee
werklieden gedood en twee gewond
werdeD.
De redacteur van het republi-
keinsche blad Progrès de laSomme,
de heer Erancois, t.eeft de redacteu
ren van het republikeinsche blad
Journal Amiens en van het con
servatieve blad VEcho de la Somme
wegens beleedigende artikelen uit
gedaagd tot een tweegevecht.
De redacteur van le Journal nam
de uitdaging niet aan, doch de heer
Fleuey, redacteur van VEchoheeft
met den heer Erancois op den degen
gevochten.
De eerste bekwam in het bosch
van Querrien, bij Amiens, vier ge
vaarlijke wonden. Toen was aan «de
eer» voldaan.
Donderdag werd een soort van
lynchwet toegepast op een in hech
tenis genomen bankier te Berlijn,
door de lieden die hij bedrogen had.
Het geschiedde in de wachtkamer
van den officier van justitie, waar
zich een aantal voor de instructie
gedagvaarde getuigen bevonden. In
de zaak van dien bankier, Richard
Reiff genaamd. Deze was eerst in
verhoor genomen en toen hij werd
weggeleid en door de wachtkamer
kwam, vielen zijn slachtoffers op
hem aan en vooral de zich daar
onder bevindende vrouwen takelden
hem duchtig toe, voordat de gen
darme, die hem begeleidde, het kon
beletten.
Te Berlijn kwamen op Nieuw
jaarsdag omstreek 4 millioen brieven
aan.
ring niet tevreden. Hij wilde weten
wie Jovica eigenlijk was, en waar
zij vandaan kwam, en nu moest
Jurgen alles haarfijn vertellen.
Twee dagen geleden moesten
wij een paar van die hutten van
klei en steen overmeesteren, die zij
hier een dorp noemen. Het ging
er scherp toe; maar üet gelukte
ons toch eindelijk er ons te nestelen
en de bewoners op de vluchtte drij
ven. Toen vond ik het arme kind,
dat alleen achtergebleven was, in
een hoek verborgen, half uitgehon
gerd en bijna dood van angst. Zij
dacht zeker, dat ik haar op de
plaats dood zou steken, want zij
beefde over haar geheele lichaam.
Maar ik heb gezorgd, dat zij een
beteren dunk van de keizerlijke ja
gers gekregen heeft, nietwaar, Jo
vica? Men zag duidelijk dat het
meisje geen woord van het geheele
gesprek verstond. Hare groote oogen
rustten vreesachtig en angstig op
den haar vreemden geestelijke, ter
wijl zij zich blijkbaar met groote
vertrouwelijkheid tegen haren be
schermer aanvlijde, die nu ver
volgde
De luitenant verstaat een beetje
Slavoonsch en daardoor kwam het
uit, dat zij in het dorp woonde. Zij
was met een troep vluchtelingen
van de grenzen gekomen en wist
zelve niet, waar zij eigenlijk thuis
behoorde. Zij heeft het mij toch aan
het verstand gebracht: Vader dood
moeder dood alles dood
Dan blijft er toch niets anders over
dan dat in de plaats van vader en
moeder bij haar vervang.
Deze woorden kwamen er zoo
eerlijk en gulhartig uit, dat de pater
niet laten kon in zich zeiven te
lachen. Hij zeide kalm:
Mij dunkt, JurgeD, dat het
het beste zal zijn, dat ge mij uwe
beschermeling toevertrouwt.
Wordt vervolgdi)