verwerken. Dit boekje, dat ook af
zonderlijk verkrijgbaar is, zal zeker
in eene groote behoefte voorzien,
zoowel bij het onderwijs als voor
ondernemers op koloniaal gebied.
Naar wij vernemen is het ijs-
feest der «Haarlemsche ijsclub»,
Dinsdagavond gehouden, uitstekend
geslaagd. Het ijs was uitmuntend
en de lampions der talrijke rijders
en rijderessen leverden een verras
send gezicht op voor de vele stad-
genooten, die zich niet op de «ijze
ren vleugels» bewogen, doch in de
felle koude de stad hadden verlaten
om het gezellige tooneel gade te
slaan. Wel hoorden we een enkele
klacht over muziek en verlichting,
ook over het pad, dat naar de baan
leidt, en waar men gaarne een paar
flinke lantaarns wenschte, doch ove
rigens komt bet bestuur van de
«Haarlem ijsclub» allen lof toe voor
de flinke regeling van het ijsfeest.
Moge dat van Dinsdagavond niet
het laatste zijn!
Men schrijft uit Rio De Ja
neiro:
Het behaagde Z. M. den Keizer
van Brazilië heden (19 Dec. '86)
het état major van het Nederlaud-
sche oorlogsschip Hel Zilveren Kruis
audiëntie te verleenen. Zijne Ma
jesteit, een achtenswaardig grijsaard
van ongeveer 65 jaar, vergezeld van
een kamerheer van dienst, trad in
admiraalsuniform de audiëntiezaal
binnen. Daar hij geene Nederlaud-
sclie orde droeg, veronderstellen wij,
dat hij niet in het bezit daarvan is.
Z. M. onderhield zich langen tijd
met den kommandant en informeerde
met belangstelling naar den toestand
van de vloot in het algemeen en
van de Zilveren Kruis in het bij
zonder. Ook vroeg hij met belang
stelling naar de droogmaking der
Zuiderzee en sprak met geestdrift
over het Noordzee-kanaal; ten slotte
bracht hij in herinnering de be
langstelling, waarmede hij tijdens
zijn bezoek aan ons land de model
kamer van het departement van
Marine had bezocht en hoezeer de
daar uitgestalde voorwerpen van de
Barendshut zijne belangstelling had
den gaande gemaakt. Daarna richtte
de koning eenige woorden tot den
oudst aanwezenden officier van ge
zondheid, informeerde met belang
stelling naar de gezondheid der be
manning, en trachtte te weten te
komen of deze geneesheer ook on
dervinding had op het gebied van
tropische ziekten. Toen daarbij
Java genoemd werd, zeide Z. M.
zich te herinneren hoe een Indisch
hoofdofficier hem uitvoerige inlich
tingen had verstrekt, over de wijze
waarop de Inlanders tot de cultuur
van stapelproducten worden genoopt.
Wij dachten dat daarbij ook het
bezoek van den heer Van Delden
zou worden ter sprake gebracht,
doch dit bleek niet het geval te
zijn. Den officier van gezondheid
gaf de koning nog den raad, vooral
toe te zien, dat zijne matrozen zich
niet aan onrijp ooft te buiten gin
gen, en ten slotte wenschte hij den
kommandant en officieren een voor
spoedige reis. De heer Palm, consul-
generaal der Nederlanden, die den
état major aan Z. M. voorstelde,
ontving een handdruk en is blijk
baar aan dit hof zeer gezien. Het
bezoek in het algemeen maakte op
al de aanwezigen een uiterst aan-
genamen indruk.
De gisteren te Dresden bij
eengekomen internationale confe-
Later, toen ik bij de uwen was,
kwam de herinnering er aan soms
bij mij op als een half vergeten
sage, die slechts tot de sprookjes
wereld behoorde. Sedert ik terug
gekeerd ben, weet ik, dat dit sprookje
eene beschermende waarheid in zich
sluit. De bron wordt geëerbiedigd,
meer dan de drempel van eenig
Godshuis. Hier is zelfs de moorde
naar, de verrader veilig, hier deinst
zelfs de bloedwraak terug, deze vree-
selijke familiewet van ons volk. Nog
niemand heeft het gewaagd deze
macht te schendenen wanneer
iemand het waagde hij zou door
al zijne stamgenooten vervloekt wor
den
En gelooft gij, dat deze macht
zelfs den vreemdeling, den vijand
beschermen zal?
Ja!
Het antwoord klonk zoo beslist,
dat Gerald er niets tegen inbracht,
ofschoon hij twijfelde.
rentie tot vaststelling van den zo
merdienst voor 1887 op de spoor
wegen werd bijgewoond door 80
gedelegeerden voor 72 spoorweg-
besturen en 2 stoomvaartmaatschap
pijen, en gepresideerd door den voor
zitter van de Saksische Staatsspoor
wegen. Besloten werd dat de zomer
dienst algemeen den laten Juni zal
ingaan.
Aan het Dinsdag door de «Ken-
nemer-IJsclub» te Overveen gehou
den schoonrijden voor leden met
hunne dames werd door 13 paren
deelgenomen.
Bij loting viel de prijs ten deel
aan den heer Albert Faase Fz. met
mej. M. Faase, beiden van Overveen;
de premie aan den heer G. A. van
der Steur Jr., van Haarlem met mej.
Anna van Velsen, van Overveen.
De jury bestond uit de heeren
J. Henri Bijvoet, L. Roozen Hz.,
J. J. W. Rijnierse, van Overveen en
J. H. Steel, van Bloemendaal.
Tevens moest bij deze gelegen
heid door M. Dijkman van Bloe
mendaal, en F. v. Velsen, van Over
veen gereden worden om den kam-
pioenprijs in het schoonrijden voor
jongens van 16 tot 18 jaar uit de
gemeente Bloemendaal, welke kamp
door het ongunstig weder bij het
vorige schoonrijden onbeslist was
gebleven.
Laatstgenoemde bleef overwin
naar.
Dinsdagmorgen werd weder door
de op het Enkhuizer zand in het
ijs vastgeraakte visschers, waarvan
reeds melding gemaakt werd, de
noodvlag geheschen. Door de goe
derenboot van Enkhuizen op Sta
voren werd beproefd een weg door
het ijs te banen, maar dit bleek
weldra onmogelijk. Daarna staken
een tiental mannen in twee booten
van wal, van een ruimen voorraad
levensmiddelen voorziendaar zij
geen zekerheid hadden voor het
vallen van den avond de vaartuigen
te zullen bereiken. Nu eens de boo
ten voorttrekkende, dan weder in
open water roeiende, werd de ge
vaarvolle tocht voortgezet. Na on
geveer vier uur mocht het geluk
ken de in nood verkeerenden te be
reiken.
Onderwijl zag men, met behulp
van verrekijkerstwee menschen
zich van de gestrande vaartuigen
verwijderen, blijkbaar met het doel
den vasten wal te bereiken. Na on-
geloofelijk veel moeite, nu eens
voortkruipende, dan weder loopende,
kwamen zij ongeveer te Oosterleek
aan wal. De eigenaar is van plan
een boot te koopen, en zich daar
mede weder naar zijne vaartuigen
te begeven, ten einde, mocht het
blijken, dat de bodems, als het ijs
begint te schuiven, niet te behou
den zijn, een middel te hebben om
zich en zijne knechts te redden.
In den nacht van Maandag op
Dinsdag strandde in de Tesselsche
gronden de Belgische kotter Fernan-
dusthuisbehoorenae te Ostende.
Daar het vaartuig reeds voor de
stranding lek was geworden, wat
door het hevige stooten niet verbe
terde, verliet de uit zes man be
staande ekwipage, benevens een zich
aan boord bevindende passagier, dit
tegen het aanbreken van den dag,
in een rank bootje, dat niet tegen
de zware branding bleek te zijn
opgewassen; reeds spoedig werd het
door hooggaande zeeën grootendeels
Een raadsel meer in dit raad
selachtige land, zeide hij lang
zaam. Laat ons afwachten, hoe
het voor ons zal opgelost worden.
Wij zijn verraderlijk in een hinder
laag gelokt en staan alleen tegen
over een geheele schare vijanden,
dus zal het toch wel geen lafhar
tigheid zijn, wanneer wij ons aan
zulk eene bescherming toevertrou
wen.
Hij keek om naar Jurgen, die de
zaak terstond van de meest practi-
sche wijze had beschouwd, en in-
tusschen de geheele diepte nauw
keurig en grondig onderzocht had.
Toen hij niets vond, dat hem ver
dacht voorkwam, was hij op een
groot rotsblok geklommen en had
daar post gevat. Hij kon daar tege
lijk den ingang en zijn luitenant in
het oog houden, want hij vreesde
nog altijd dat Danira's hekserij plot
seling zou losbreken. Hij kon helaas
daar boven niet verstaan, wat die
met water gevuld, en juist toen de
inmiddels van Nieuwediep aange
komen reddingboot de schipbreuke
lingen had overgenomen, wat zeer
veel moeite kostte, sloeg het in de
branding om.
In de Doelen-kazerne te Leiden
heeft een kip elf kuikens, hetgeen
in dit barre jaargetijde wel tot eene
bijzonderheid mag worden gerekend.
Toen gisterenochtend als naar ge
woonte te Leiderdorp de bijt zou
worden opengehakt bij de Herv.
kerk, bemerkte de.'een, daarmede
belast, tot zijn schrik, dat daarin
het lijk eener vrouw lag. Een on
derzoek, onmiddellijk door den veld
wachter ingesteld, bracht aan het
licht, dat het dat van Meintje Jan
sen was, een oude vrouw van 60 a
70 jaren, in het dorp algemeen be
kend. Haar huisje stond opeD, de
lamp brandde nog, het bed was op
geschud, zoodat men vermoedt, dat
zij voor het naar bed gaan haar
koffieketeltje, waaruit zij nog iets
genuttigd had, heeft willen schoon
maken, maar zoodoende den dood
heeft gevonden.
Men schrijft aan de L. C.Het
is een vuile winter. Sneeuw
modder ellende om den anderen
dag en hedenochtend had men voor
de variatie het «ijselijke» schouw
spel, waarbij men geen voet buiten
de deur durfde zette. Spiegelgladde
straten zoover het oog reikte, want
het regende, en toen kon men zich
spiegelen aan menigeen, die voort-
kroop als een slakot tegen den grond
tuimelde. Het was voor mensch en
dier niet mogelijk voort te komen
en zoo had het menigeen begrepen,
brievenbestellers niet uitgezonderd,
die de voeten in «sandalen» hadden
gewikkeld, trots den besten doedel
zakspeler. Nu hebben een dikke
mist met zuidenwind wat dooi be
zorgd, maar als de mist optrekt,
vriest hec waarschijnlijk al weer,
want de barometer staat nog veel
te hoog om verandering uit het
«zoele» zuiden te verwachten.
Men schrijft uit 's-Hage:
Dinsdagavond te half twaalf, na
afloop der «Walhalla»-vergadering,
was de heer Domela Nieuwenhuis
aan zijn huis opgeroepen zich gis
terenochtend te 10 uur aan het
parket gevangen te geven. Deze
opeisching werd gisterenochtend per
rouwbulletin van Recht voor Allen
in de stad bekend gemaakt.
Vele nieuwsgierigen stonden bij
het gebouw der Rechtbank.
Nadat de politie gehoord had dat
de heer Nieuwenhuis zich in «Wal
halla» bevond met een paar hon
derd volgelingen, werd een politie
macht derwaarts gezonden ter voor
koming van ordeverstoring bij de
thaus bevolen arrestatie.
Tegen 11 uur volgde hij den
politie-beambte, die hem met het
bevel van gevangenneming bekend
maakte, naar een gereedstaand rij
tuig, na vooraf van sommigen der
hem in de Poort omringende socia
listen met een handdruk afscheid
te hebben genomen. Op de ver
schijning van den politie-beambte
ontstelde de veroordeelde.
De politie sneed alle gemeenschap
af tusschen het volk en haar gevan
gene in het rijtuig waarmede hij
voorloopig naar het huis van be
waring op de Prinsengracht is over
gebracht.
twee met elkander spraken, daartoe
huilde de wind te hevig, maar hij
kon hen tenminste zien, en zoo stond
hij dan vast en onversaagd op zijn
post, gereed om zich als man en
als soldaat tegen den indringenden
vijand te verweren. Hij wilde tege
lijk zijn luitenant met zijn geheelen
voorraad christendom te hulp ko
men, als de booze vijand hem soms
van achteren zou willen aanvallen
de brave kerel vreesde dood noch
duivel.
Gerald was Danira genaderd, die
nog tegen den rotswand leunde,
maar zij week terug. Er lag eene
stomme maar zoo besliste afwering
in deze beweging, dat hij het niet
waagde nog nader te komen. De
redding, die ze hem beloofd had,
scheen hen nog verder van elkander
verwijderd te hebben, hij gevoelde
dat en trad terug met een blik vol
verwijt.
Danira zag het niet of wilde het
Ziende dat de politie zijn partij-
genooten van het rijtuig afhield,
zeide de heer Nieuwenhuis tot den
inspecteur, dat hij hoopte, dat er
met die menschen niets zou ge
beuren.
Alles liep ordelijk af en de groep
jes op den Vijverberg ontbonden
zich van lieverlede op het bericht
dat de gevangene het huis van be
waring had bereikt.
Uit 's-Hage wordt gemeld:
Wij vernemen dat tegen F. Do
mela Nieuwenhuis proces-verbaal is
opgemaakt, omdat hij verdacht wordt
art. 131 van het Wetboek van
Strafrecht te hebben overtreden,
door Zondagavond alhier, toen hem
door de socialisten voor zijne wo
ning eene serenade werd gebracht,
hun te hebben aangezocht in optocht
te gaan naar de gevangenis, en
daar eene serenade te brengen aan
den gevangen vriend Croll. Op
tochten nu mogen zonder vergun
ning niet gehouden worden.
Tevens kan worden medegedeeld,
dat, toen bij het oploopje in de
Assendelftstraat de politie-agenten
met den stok op de menigte los
trokken, de commissaris van politie
Dietz hun toegeroepen heeft: «Niet
slaan!» (N. R. Cl.)
Aan aandeelhouders in de
«Algemeene boek- en handelsdruk
kerij Excelsior» te 's-Hage een
onderneming der sociaal-democraten
is bekend gemaakt, dat het di
vidend over het jaar 1886 5 pet.
bedraagt, en dat de coupons kunnen
worden ingewisseld bij de penning
meesters der afdee'.ingen van den
sociaal-democratischen bond.
Hoe hebben wij het nu? Aan
deelhouders en dividend? Wordt
deze zaak dan gedreven naar de
gevloekte «kapitalistische productie
methode?» Zijn er «loonslaven», die
zwoegen voor een weeklooD, en
«bloedzuigers», die inpalmen wat
hun niet toekomt?
't Moet een aardigheid wezen.
Een aardigheid, om den kwaadden
kende er in te laten loopen, en dan
te kunnen uitroepenwat hebben
we u beet gehad!
Tegemoet zien wij dan ook de
verzekering, dat de leer: «hetgan-
sche arbeidsproduct voor den arbei
der» ten opzichte van de letterzet
ters der partij wel degelijk wordt
in praktijk gebracht. SW.)
Op komische wijze werd Zon
dag-morgen vroeg de Zondagsrust
verstoord. Op de Geest te 's-Hage
wist een koe, die gedoemd was het
tijdelijke met het eeuwige te ver
wisselen, op het laatste oogenblik
nog te ontsnappen, en zij er van
door! Een agent had de ontsnapte
in de gaten en instinctmatig ach
tervolgde hij haar, waarbij het luid
«Houd de koe!» plaats maakte voor
«Houd den dief!» Van lieverlede
sloten collega's zich bij hem aan,
zoodat het een volmaakte drijfjacht
werd en men de Lange Gracht na
derde. Het dier gaf echter den moed
niet op. In volle vaart met den kop
tusschen de beenen en de staart
omhoog, rende het steeds door. De
agenten niet minder; ook zij liepen
wat zij loopen konden, met het ge
helmde hoofd omlaag, terwijl hun
stok nu en dan de houding van den
staart der koe aannam. Op het Spui
scheen er echter een einde aan te
zullen komen. De ter dood veroor
deelde viel, en de agent-hardlooper,
die het van de anderen won, viel
over haar heen. Door doodsangst
gedreven was het beest weer het
niet zien, ofschoon het maanlicht
beider gelaat helder bescheen. Haas
tig, als wilde zij ieder hartelijk
woord voorkomen, vraagde zij
Waar zijn uwe manschappen?
Zij zijn in het fort. Wij keer
den na den uitval van heden mor
gen daarheen terug, en de krijgs
makkers, wien wij hulp brachten,
insgelijks.
En vermoedt men daar niets
van het gevaar waarin gij u be
vindt?
Integendeel, men zal denken,
dat ik volkomen veilig ben. Het plan
was immers zoo schandelijk slim
overlegd! Een stervende krijgsmak
ker, die zijne laatste beschikkingen
aan mij wil opdragen zijne por
tefeuille als waarheidsieeken het
aangeduide dorp, dat ik en wij allen
nog door onze troepen bezet waan
den. Obrevic is omzichtig ge
noeg geweest, mannelijker zou het
geweest zijn, wanneer hij mij in een
eerst overeind, doch werd toen ge
grepen door een persoon, die er
mede wist om te gaan. Er werd
toen bij een bakker een knuppel
uit een takkebos geleend, en zoo
toog men over den Hofsingel. Maar
opgebracht te worden onder geleide
van zooveel knuppels, daar zag de
gevangene niets in. Zij wist zich
wederom los te rukken, maakte
rechtomkeer en met den staart nu
nog hooger dan in 't eerst, vloog zij
de Pooten door in de richting van
het Bosch, waarschijnlijk om een
visite aan het Bonte koetje te ma
ken doch aan den brug werd men
haar opnieuw meester en toen voor
goed, waarna allen, behalve de vet
gemeste, zeer voldaan den terug
tocht aannamen.
Te Oud-Beijerland heeft een man
met zijn kind spelende, een gulden
ingeslikt. Bij het eten voelt hij het
geldstuk op en neer gaan, maar
heeft er overigens weinig last van.
Dinsdagmorgen had uit Utrecht
een tocht op schaatsen plaats door
officieren, onderofficieren en minde
ren van het korps genietroepen
naar Harmeien, onder commando
van kapitein Jentink. Het detache
ment, sterk 3 luitenants en ongeveer
150 minderen, vertrok om 10 uur
v. m. en keerde des n.m. half twee
in het garnizoen terug.
Door de rijkspolitie te Nijmegen
is tegen een herbergier aldaar, die
in eene tent op het ijs op de Oude
Waal, onder Ubbergen, eene flesck
cognac in eene mand had verbor
gen, wegens overtreding der drank
wet proces-verbaal opgemaakt. Ten
vorigen jare werd dezelfde persoon
voor een dergelijk feit door de recht
bank te Arnhem tot 8 dagen ge
vangenisstraf veroordeeld.
Dit tot waarschuwing voor an
deren.
Een echtpaar te Gennep, dat
vele jaren kinderloos bleef, werd
den 6n Januari 1886 verrast met
de geboorte van een zoonter her
innering aan de H. Drie Koningen
ontving hij den naam van Melchior.
Den 6n Januari van dit jaar zag een
tweede mannelijke spruit het levens
licht, dien men Caspar doopte. Om
het drietal te completeeren, wenschen
de ouders thans niets liever dan
dat hun op 6 Januari 1888 een
Balthazar moge geschonken wor
den s B. G.)
Te Joure (Fr.) bestaat het bij
zondere gebruik, dat eiken morgen
te vijf uur de kerkklok wordt ge
luid, welke taak is opgedragen aan
de oudjes uit het armhuis aldaar.
Met de koude donkere nachten
schenen de Btumpers met den tijd
in de war te zijn: de ingezetenen
hoorden eens te één uur de klok
luiden, en denkende dat er brand
was, spoedde ieder zich naar buiten.
Mocht dit geval aanleiding geven
tot afschaffing van de oude ge
woonte, de arme verpleegden zouden
allereerst zich daarin verheugen.
GEMENGD NIEUWS.
De geschiedenis van een brief.
Op 3 Maart 1886 werd, zoo schrijft
men aan het Ulr. Dagbladaan het
postkantoor te Leiden een brief ver
zonden naar eenNederlander,die sinds
jaren aan den Congo vertoeft en
wiens naam hier te lande niet ge
heel onbekend is.
De brief was behoorlijk gefran
keerd en vermeldde duidelijk als
plaats van bestemmingBoma in
Afrika.
Nu stem ik gaarne toe, dat dit
onvolledig is; Afrika is groot en
openlijken strijd gezocht had. Ik ben
hem waarlijk niet ontvlucht. Hij
gaf de voorkeur aan de handelwijze
van een sluipmoordenaar, niettegen
staande hij zich krijgsman en op
perhoofd noemt.
Danira's gelaat betrok, zij schudde
zachtjes het hoofd en zeide
Gij gaat te rade met uwe be
grippen van eerHier is dat anders,
hier geldt slechts de daad, men ver
diept zich niet in het denken daar
over. Joan Obrevic is door uwe hand
verslagen, en zijn zoon moet hem
wreken, zoo eischt het de wet van
onzen stam. Op welke wijze, dat
moet geschieden, daar vraagt Marco
niet naar.
Wordt vervolgd.)