m
4e Jaargang.
Zaterdag 22 Januari 1887.
No. 1088.
FEUILLETON.
EEIV OORDEEL GODS.
ABONNEMENTSPRIJS:
7oor Haarlem per maand40 Centa.
Uraneo door geheel het Rijk p. maand 55
Afzonderlijke Hommer» 5
Verschijnt Dagelijks uitgenomen inn- en algemeens Feestdagen.
Brieven, gelden, advertentiën enz. franco te adreaaeeren
aan het Bnrean, Kleine Hontatraat No. 9.
Hoofdagenten voor het Buitenland Compagnie Qénérale de x" ub licit e Etrangère 8. L.
DAUBE Co., JOE. F. JONES, Sucr., Parijs, 31bit Faubourg Montmartre.
ADVERTENTIËN'
▼an 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 8 centa
Groote letters naar Plaatsruimte.
Advertentiën worden aangenomen tot 'a middags 12 uur»
MUSEUMS EN ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN HAARLEM.
Koloniaal museum van het Paviljoen. Ingaag aan de Dreefiyde 2e dear. Geopend dagelyk. van 10 tot 4 unr. Toegang 25 cent» per persoon. Donateur» en leden der Nederland.clie Maat.chappij ter feevordertug va» Nüveiheid bobboa s*
tditooa van diploma vrijen toegang, donateur» met gezelschap, leden met 1 dame. Museum van kunstnijverheid op het Paviljoen. Ingang Frontzyde van liet Paviljoen op het terra». Geop, dag. v 104 unr. Toegang 25 ot p persoou Donateur» i'
(dander Nederlandache Maatschappy ter bevordering van Nijverheid hebben op vertoon van diploma vryen toegang, donateur» met gezelschap, leden met 1 dame. Bisschoppelijk museum voor kerkelijke oudheid, kunst en gescl.'iodeni. voo-J
lin Nederland en meer bgzonder van het Haarlem.che Biidom, Krnisweg No. 59. Geopend dagelijks, uitgenomen Zaterdag Zon- en Fee»tdagen, van 10—5 nur. Toegang 25 cent. per persoon. Doorloopende toegangskaarten voor een geheel jail
1 gulden. Museum der stad Haarlem op het Raadhuis. Geopend van 15 April tot 14 October alle werkdagen van 104 nur, van 15 October tot 14 April op die dagen van 10—8 uur tegen betaling van 25 cents per poraooH aTaen 08
iMdagen kosteloos van 12—4 uur, de overige Christelijke feestdagen tegea betaling van 25 cents per porsoon. Kinderen beneden de 8 jaren worden in het geheel niet toegelaten; kinderën van 8 tot 14 Jaren niet dau onder behoorlijk geleid# i
Sevfirs museum in de Damstraat. Geopend dagelyfc» uitgenomen Zaterdag, Zon- en Feestdagen van 11 3 uur. Teylers bibliotheek. Geopend Woensdag, Donderdag, Vrydag en Zaterdag van 14 uur. Stadsbibliotheek Prinsenhof Gaonerd
Woensdag en Zaterdag van 4 unr. Orgel-bespeling in de Qroote Kerk. Dinsdag van 12 en Donderdag van 28 nur. Toegang (den- Oudegroeumarkt) vry. p
ALGEMEEN OVERZICHT.
Bij de pogingen, die thans in
België gedaan worden om tot af
schaffing van de plaatsvervanging
te geraken, verdient een pas uitge
komen brochure vau generaal Van
der Smissen, ook om den persoon
des schrijvers, zeer de aandacht. De
generaal wenscht de militie-wet in
dien zin gewijzigd te zien, dat daar
door een persoonlijke dienstplicht
voor den lijd van 13 jaren zal wor
den ingevoerd, waarvan 7 bij het
staande leger. In geval hoofden van
huisgezinnen onder de wapens ge
roepen worden, zijn de gemeente
besturen belast om, zoo noodig, voor
die gezinnen zorg te dragen.
Het jaarlijksch contingent is vast
gesteld op 16,000 man. De personen,
die bij de loting vrijvallen, zullen
een soort belasting te betalen heb
ben, waarvan de opbrengst moet
strekken tot vorming van een fonds
om het bijteekenen van geschikte
onder-officieren aan te moedigen.
Aan de miliciens, die, na een jaar
in dienst te zijn geweest, een vol
doend examen in de praktijk afleg
gen, wordt een buitengewoon ver
lof toegestaan.
Ook generaal Brialmont heeft zich
nu opeulijk bij de voorstanders vau
den algemeenen dienstplicht aange
sloten. De generaal betoogt uitvoe
rig, dat België om zijn neutraliteit
te handhaven, moet kunnen beschik
ken over een actief leger van 180,000
man. Dit kan alleen verkregen wor
den door invoering van algemeenen
dienstplicht en daarom acht de ge
neraal het dringend noodig, dat het
voorstel van graaf d'Oultremont ten
uitvoer worde gebracht.
ELISABETH WERNER.
Naar het Duitsch door Gerda.
26)
Hij kent slechts één doel, de
vernietiging van den vijand, en kan
hij dat niet in een openlijken strijd
bereiken, dan neemt hij list te baat.
Ik heb een eed gehoord, dien hij
gezworen heeft, toen wij op den
morgen van die ontvluchting weder
de bergen van het vaderland be
traden, en hij zal hem houden, al
moest het hem ook ten verderve
zijn. Daarom juist zijt gij hier maar
voor het oogenblik veilig. Ik ken
Marco. Al waagt hij het ook niet
bij de Wilabron te komen, toch zal
hij den ingang bewaken; hij zal u
Naar de Times uit Weenen ver
neemt, steunen Turkije, Duitschland
en Frankrijk Rusland's plannen ten
opzichte van Bulgarije, terwijl zij
het aftreden der regenten en de
verkiezing van eene nieuwe Sobiauje
voorstellen. Engeland, Italië en
Oostenrijk verklaarden daariu geen
bezwaar te zien, indien de Buiga
ren er in berustten!
Volgens berichten uit Weenen, is
Zankoff, bij zijnen terugkeer uit
Constantinopel te Bourgas door de
Bulgaarselie overheid aangehou
den. en mishandeld geworden.
De Times verneemt uit Constan
tinopel dat de Turksehe ver
sterkingen reeds gedeeltelijk naar
Creta ingescheept zijn uit Macedo
nië, en dat zij bestaan uit vijf ba
taljons voetvolk en vier veldbatte-
rijen. De Porte beval een streng
onderzoek naar aanleiding van de
ontdekking, dat de inhoud van be
langrijke dépêchen aan buitenlaud-
sche Kabinetten heimelijk werd
medegedeeld.
De Daily Netes verneemt uit Con-
stantiuopel dat de Porte ongerust
is wegens het bericht, dat 3000
Albaniërs eenen post bij Mitrowitza
hebben aangevallen. Er zijn troepen
daaiheen gezonden.
De Standard verneemt uit Con
stantinopel dat Gadban Effendi we
der iu genade bij den Sultan ont
vangen is. Vermoedelijk zal hem een
belangrijke post worden opgedragen,
indien hij niet naar Sofia terugge
zonden wordt.
Haarlem, 21 Januari 1887.
Naar men ons mededeelt zal ter
gelegenheid van den 70en verjaar-
hier belegeren totdat gij eindelijk
tot een wanhopigen stap gedwongen
wordt en in zijn handen valt. De
uwen moeten van uw verblijf alhier
verwittigd worden, hoe moeilijk dit
ook gaau moge.
Dat is onmogelijk! Wie zou
zulk een boodschap op zich nemen
willen of kunnen?
Ik!
Hoe, gij zoudt willen
Ik wil niets ten halve doen en
uwe reddiDg is slechts half volbracht,
indien er geen hulp vau buiten
komt. Maar ik moet wachten totdat
Marco in het dorp is teruggekeerd.
Hij zal er elke hut, iedere rots on
derzoeken en intusschen win ik tijd
om te gaan.
Nooit! riep Gerald in vuur
uit. Hierin stem ik niet toe. Gij
zoudt Obrevic kunnen ontmoeten en
ook ik ken hem. Doorgrondt hij,
vermoedt hij wat uw plan is, dan
zou hij u dooden.
dag van Z. M. den Koning dooi
de Haarlemsche afdeeling van den
«Volksbond», een feest-i aal worden
gegeven in de groote zaal der socië
teit «Vereeniging.»
Gisteren werd op de gemeen
telijke begraafplaats het stoffelijk
overschot van mr. J. J. Enschedé
ter aarde besteld. Tal van vrienden,
bekenden en belangstellenden hadden
zich aan de groeve vereenigd, waar
onder de redactie, geëmployeerden
en werklieden van de Haarlemsche
Courantleden van de rechterlijke
macht, regenten van het Gerefor
meerd Weeshuis, kerkvoogden der
Nederd Herv. Gemeente enz.
In gevoelvolle bewoordingen her
dacht de heer A. van Straalen den
overledene als regent van het Wees
huis en sprak tot de weeskinderen
over het groote verlies door hen
geleden.
Het schoone «Graflied» van Ten
Kate: «Hoor 't ruischt door het gras
van de zoden» werd daarop door
hen aangeheven.
De heer jhr. mr. Rethaan Macaré
sprak namens de rechtelijke macht
en ds. Snethlage namens kerkvoog
den der Hervormde Gemeente. De
schoonzoon van den overledene de
heer Doyer sprak een hartelijk
woord van dank tot de aanwezigen
voor de betoonde belangstelling en
daarmede liep de plechtigheid ten
einde.
Hedenmorgen is door de politie
alhier in beslag genomen een val-
sche gulden voerende de beeltenis
van Koning Willem III en het jaar
tal 1865, welk geldstuk blijkbaar be
staat uit lood.
Voor de rechtbank te Haarlem
stond gisteren terecht de 22-jarige
heer A. H. v. W. C., beklaagd van
op den 12en November jl., onder
het uiten van de woorden«Ik
Dat zou hij, zeide Danira
koel. En daar had hij gelijk in.
- Danira!
Indien Marco het verraad met
den dood straft, dan is hij in zijn
recht, en ik zou den doodslag kalm
van zijne hand ontvangen. Ik roep
immers zijn vijanden te hulp ter
wille van een vijand; dat is verraad,
ik weet het.
En waarom redt gij mij dan
tot zulk een prijs? vraagde de
jonge officier, terwijl hij de oogen
onafgebroken op haar gericht hield.
Omdat ik moet!
De woorden klonken niet onder
worpen, maar scherp en bitter. Er
lag een trotsch- afweren in tegen de
macht, die met den wil ook het ge-
heele zijn van het meisje in kete
nen geboeid had eu waarvoor zij
gruwde, zelfs op het oogenblik waarin
zij voor die macht hukte. Zij had
deu vreemdeling, den vijand, aan
de gewijde bron gebracht, ofschoon
verd het», te hebben geweigerd,
onmiddellijk te voldoen aan de ver
zoeken, aanmaningen en bevelen van
een agent en van een inspecteur
van politie om, terwijl hij met een
rijtuig bespannenjmet 2 paarden, het
tramspoor in de Barteljorisstraat
versperde, uit te halen en den tram
weg vrij te maken.
Uit de verklaringen van verschil
lende getuigen bleek, dat er op dat
oogenblik, 's namiddags omstreeks
half 2, geene gelegenheid voor den
heer C. was, die van den kant van
de station kwam aanrijden, om langs
den tram, die hem tegemoetkwam,
uit te halen, daar reeds één of meer
wagens op die hoogte de straat ver
sperden. Hij had dus behooren te
wachten, of, eenmaal op de tram
baan zich bevindende, moeten kee-
renhetgeen hij echter niet verkoos
te doen herhaaldelijk zeggende «Ik
verd het» en «Ik ben in mijn
recht». Eindelijk werd door eenige
mannen het rijtuig van de rails af
gelicht, en toen dejbekl. bleef voort
gaan met de paarden om te zetten,
gaf de inspecteur van politie W.,
die ook vruchteloos getracht had,
den heer C. te overreden om den
tram door te laten, aan twei agen
ten last, hem van den bok te halen,
waarop hij eindelijk toegaf. De be
lemmering had nagenoeg een kwar
tier geduurd.
Door het O. M., mr. A. A. van
der Mersch, werd er op gewezen,
dat bekl. geenszins in zijn recht
wa', omdat rijtuigen, zooals de po-
litie-verordening voorschrijft, voor
den tram moeten uitwijken en dan
natuurlijk niet mogen blijven stil
staan. In ieder geval, als de politie
beveelt, heeft men geen recht, niet
te gehoorzamen.
Daar de bekl. door de openbare
behandeling van deze zaak zeker
zij wist, dat zulk eene redding als
verraad en heiligschennis werd be
schouwd. Zij was bereid alles voor
hem op te offeren, en wendde zich
toch op hetzelfde oogenblik vijandig
van hem en zijne liefde af.
Het gelukte de bora niet in de
diepte der rotskloof binnen te drin
gen, maar des te onstuimiger woedde
hij boven in de hoogte en loeide om
de rotsen heen, alsof hij hare top
pen wilde neervellen. Men leest in
de oude sagen, dat in zulke storm
achtige nachten de geesten afdalen
van alle verslagenen wier bloed ooit
dezen bodem geverfd heeft, en het
scheen inderdaad alsof er heirlehers
van geesten in de lucht streden en
in razende vlucht voortjoegen. Daar-
tusschen weerklonken, als het ware,
duizend stemmen, die honend, drei
gend, sissend door elkander klonken
en eindelijk smolten al deze stem
men en al dat geraas en gehuil sa
men tot eene woest ruischende me-
reeds genoeg gestraft is, wilde de
spr. geene gevangenisstraf vragen
("art. 184 W. v. S. legt eene gevan
genisstraf op van ten hoogste 3
maanden of geldboete van ten hoogste
f600), maar requireerde hij eene
geldboete van f 200, subsidiair 8
dagen gevangenisstraf.
Als verdediger voor den beklaagde
trad mr. W. K. van der Breggen,
adv. te Amsterdam, op, die er met
nadruk op wees, dat vooral ééne
hoogst gewichtige omstandigheid er
hem toe had gebracht, deze straf
zaak te behandelen, namelijk de
juridische vraag, die het hier gold,
of art. 184 van het nieuwe Straf
wetboek hier geldt eu van toepas
sing kan zijn op bevelen, door agen
ten van politie gegeven ter uitvoe
ring van gemeentelijke politie-ver-
ordeningen. Het art. zegt: «Hij, die
opzettelijk niet voldoet aan een bevel
of eene vordering, krachtens wette
lijk voorschrift gedaan door een
ambtenaar», enz, Z. i. ontbreekt
hier een mettelijh voorschrift en had
de agent hier niet te beveleu.Eene
plaatselijke verordening is geene
wet, het bevel steunt niet op eenige
wet.
Subsidiair voerde hij aan, dat al.l
van art. 42 der politie-verordening,
zelts al waren verordeningen, zooals
het O. M. meende, ook bedoeld on
der «wettelijke voorschriften», niet
sprak van eenig bevel, en dat al. 2
hier niet kon ingeroepen worden.
Het O. M., bij zijne repliek, achtte
de kwestie ook van groot belang,
maar meende, dat onder wettelijke
voorschriften ook zeer goed ge
meentelijke verordeningen konden
begrepen worden; ze zijn ten minste
niet uitgesloten, en daar er wel de
gelijk gevaar voor botsingen was,
had men in het geval van de 2de
alinea van het artikel verkeerd en
lodie, tot een triomflied, dat slechts
van verderf en vernietiging sprak.
Waarvan anders zou het ook ge
sproken hebben, in dit land, waar
de meuschen even koud en gevoel
loos waren als de natuur, die hen
omringde. Hier kon immers alleen
de strijd bevrijding aanbrengen. Een
woest verzet tegen eiken dwang,
zelfs tegen dien van wetten en ze
den, een bloedige strijd en een be
zwijken onder knarsetanden. Zoo was
het van den beginne af aan geweest,
zoo was het nog heden, en indien
de geesten uit de sage werkelijk op
de vleugelen van den storm voort
holden, dan streden zij nog in den
dood met elkander.
En midden in deze wereld van
strijd stond de ban des vredes van
de Wilabron. Waaraan hij zijn ont
staan te danken had, wie hem had
uitgesproken, dat wist niemand, dat
lag in het grijze verledeD, maar hij
werd geëerbiedigd met die onkreuk-