Binnenland. Nadere bijzonderheden omtrent de inbrekers te Bennebroek zijn de volgende: Op drie verschillende plaatsen lieten zij de sporen van hun nach telijk bezoek achter: op «Bagatelle» bij den heer B., waar een gouden horloge en eenig zilverwerk werden gestolen; bij den heer P. A. v. d. L., in wiens apotheek zij een be zoek brachten, doch door wiens opstaan zij verjaagd werden, en bij den heer W., waar de ramen te goed gesloten waren, om er in te kunnen komen. Eenen grooten bijl lieten zij achter. De gestolen voorwerpen zijn: 1 gouden remontoir-horloge met dub bele kaït, op het deksel staan de letters D. B., 1 gouden damesring met diamanten steen, de ring met haar omgeven en van binnen de letters D. B., benevens een da tum; 1 geëmailleerd gouden dames medaillon, opschrift «Souvenir», met halsketting van haar en gouden sluiting; 1 zilveren voet van eene suikervaas; 1 onderstel van een olie- en azijn-, 1 van een peper-en zout- stel en 1 van een sardinendoos van christoffel-zilver1 fantasie-broche, waarop de letters O. U. R., door elkaar gewerkt. De officier van justitie te Haarlem verzoekt opsporing, inbeslagneming en bericht. Bij de acte-examens te Am sterdam slaagden op 26 April 8 van de 16 candidaten. Toegelaten werden nl. de dames: P. J. Beumer van Amsterdam, S. C. S. Beyers van Weesp, H. W. Bloemendal van Amsterdam, G. Bloemendaal van Eukhuizen, Gr. Bruin en M. Buys van Zaandam, S. Groot van Hoorn en H. J. Kat van Zaandam. In de vorige week bracht de heer Farncombe Sanders, afgevaar digde ter Tweede Kamer, een bezoek aan de Zaanstreek, om daar met verschillende personen kennis te maken en inlichtingen te ontvangen omtrent zaken van algemeen staat huishoudkundig belang voor dit district. Te Zaandam werd hij op zijn verzoek voorgesteld aan de ie- den der Zaanlandsche Kamer van Koophandel, terwijl hij ook te Wormerveer ten huize van zijn mede afgevaardigde, den heer W. de Meijier, geruimen tijd vertoefde. Op Woensdag 4 Mei a. s. zal te 's Hage eene derde vergadering worden gehouden van gedelegeer den der R. K. kiesvereenigingen als vervolg op die van 6 April. Men hoopt dan den bond voor Noord en Zuid-Holland voorgoed tot stand te brengen en een bestuur te kiezen. Bij Zr. Ms. besluit van 25 April is benoemd tot notaris binnen het arr. Amsterdam, standpl. Amster dam, W. Krabbendam, cand.-not. aldaar. De minister van Financiën maakt bekend dat het saldo van !s Rijks schatkist op 23 dezer be droeg: bij de Nederlandsche Bank f 16,263,719,28, en. bij de betaal meesters f 1,887,800,721/»- Tezamen f18,151,520,001/»- Door Z. M. is benoemd tot voorzitter van den Raad van Toe zicht op de Rijkspostspaarbank het lid van den Raad, de heer mr. F. S. Van Nierop te Amsterdam. Op 1 Januari 1887 bestond de bevolking des rijks uit 2,174,001 m. en 2,216.856 vr., totaal 4,390,857, men. Ze hadden elkander gevonden, waren het eens geworden en hadden wederkeerig elkander trouw gezwo ren. Fabiaan nam het op zich om onder de billijkste voorwaarden het goed van Boppel te koopen en de ander nam de zoete hoop mede, hem eens nader te zullen zijn dan ieder ander. Tnen ze elkander in Fabiaans omgeving weder ontmoetten waren de zaken reeds vrij ver gevorderd. Adelbert had zijne Poolsehe bezit tingen verkocht en woonde reeds op het landgoed van Boppel; de gelukzoeker in 't groot en in 't klein was van de eene zaak naar de an der gefladderdClementine was van Roger Walcott gescheiden; hare moeder was naar de zijde van haren vader overgegaan en de nieuwe aanbidder had met alle oplettend heid en elegantie in den kleinen kring, die zich eiken avond om Koert en zijne zuster verzamelde, tegen 4,336,012 (2,147,133 m. en 2,188,879 vr.) op 1 Januari 1886. Zij is dus in den loop van 1886 toegenomen met 26,868 m. en 26,977 vr., totaal 54,845. Bovenstaande ierichten zijn uit de St. Ct.) Het Nil. van Ned. brengt zij zijne bespreking van'sKonings pa leis te Amsterdam bet volgende in herinnering: De van Speyk-zaal was een maal getuige van een trek van 's Konings goedhartigheid, nog wei nig of niet bekend. Eenigen tijd ge leden bevond Z. M., dat het verguld der kroon van de groote schilderij aldaar slecht was, en werd er last gegeven, deze lijst den volgenden dag opnieuw te doen overtrekken. De vergulder kon tegen 5 uren des ochtends komen en dan wel tegen den namiddag, als er een klein familiediner hier gehouden werd, met zijn werk gereed zijn. Het was ongeveer 6 uren den volgenden och tend zooals men weet was en is Z. M. nog niettegenstaande zijn minder gunstigen gezondstoestand, zeer matineus dat de Koning in chambercloak gekleed de zaal binnen trad, en den man, op eene hooge dubbele ladder bezig vond, de kroon lijst van het doek schoon te maken en voor het opnieuw vergulden te prepareeren. De morgengroet des Konings werd door den man boven op de ladder, wegens onbekendheid met den persoon des Konings, een voudig met een «goeden morgen meneer», beantwoord. «Gij staat daar'vrij gevaarlijk op die hooge, zwiepende ladder." «Och meneer, was er geen tapijt, dan zou ik steun voor uitglijden van de ladder noodig hebben, maar daarenboven kon de baas, nu de Koning in het paleis ie, daarvoor geen paar mannetjes medegeven, want ziet u, dat geeft alweer meer drukte en hoe minder opschudding hoe beter.» Dit korte gesprek werd aange hoord door een viertal aanzienlijke keeren, die in de aangrenzende zaal vertoefden, op het oogenblik dat Z. M. de van Speyk-zaal binnen trad. Zij naderden alleD, overtuigd dat het Z. M. welgevallig zou zijn, dat zij ieder eene plaats aan de vier pooten van de ladder innamen, ten einde den man daarboven met meer gerustheid te doen werken. En alzoo geschiedde het. Z. M. knikte als betuigde hij zijn dank. Tableauvier rijksgrooten een werkman behulpzaam in zijn werk Het lijk in den Amstel. De Amsterdamsche bladen zijn liet nog niet geheel eens omtrent het geheimzin nige lijk dat in den Amstel werd gevon den. De Amst. schrijft: Zooals werd gemeld is in den Amstel bij „De Omval" het lijk gevonden van een meisje met wonden aan het hoofd, beroofd van een gedeelte van den rechter arm. Wij kunnen daaromtrent thans het volgende met zekerheid mededeelen: Maandagmorgen vervoegde zich aan het politiebureau op den Amsteldijk een heer, die opgaf dat hij uit de beschrijving der dagbladen het lijk meende te herkennen als dat van een nichtje, waarover hij voogd was. Toen hij bij het lijk werd gebracht, her kende hij het dan ook terstond. Het meisje is elf jaren oud en dochter van mevr. J. C. L. geb. L. geb. te Alkmaar, weduwe van wijlen den heer H. W. L. in leven directeur van het Rijkstelegraafkantoor te Alkmaar. Het meisje was drie jareD lang besteed geweest bij den heer J., Rozen- straat te Amsterdam, terwijl de moeder het voorzitterschap aanvaard. De jonge landeigenaars en de jeugdige luitenants gevoelden zich niet weinig gestreeld, nu een man van de groote wereld, iemand die het kwade zoowel als het goede kende, een speler, die de hoogescho- len van Monaco en Baden-Baden bezocht had, in hun midden te hebben. Andere flesschen, andere kaarten, andere geldsommen verschenen op de speeltafel. Een vroolijk leven had de plaats ingenomen van de eentonige alledaagschheid in de pro vincie. Het was Adelberts plan niet, deze arme hoentjes te plukken, evenmin meende hij hier het rechte gezel schap voor zich gevonden te hebben, neen, wanneer hij deze knapen noo dig had, wilde hij ze gebruiken: zoo dienden ze hem nu reeds om eiken avond met Clementine in aan raking te komen. woonachtig moet geweest zijn in de Lelie straat No. 36. Van 10 April jl. heeft men moeder en dochter niet meer in haar wo ningen gezien. Een brief, dien de voogd kort voor dien tijd van mevr. L. had ontvangen, en waar uit wanhoop doorstraalde, terwijl zij tevens de verzekering gaf, dat haar dochter haar overal zou volgen, gaf genoemden voogd na 10 April aanleiding om een onderzoek naar haar in te s'.ellen. Zooals wij reeds mededeelden is den 21 April jl. in de Keulsche vaart het lijk opgehaald van een vrouw, dat den linkerarm miste en zeer gekneusd was. Deze vrouw is ter aarde besteld, maar genoemde voogd heeft te Watergraafsmeer de kleederen en vooral het ondergoed, dat blijken gaf van vroegere maatschappelijke welvaart herkend, als in merk, vorm en hoedanigheid geheel overeenkom© de met het ondergoed, dat de ongelukkige vrouw in hare woning had achtergelaten. Vermoedelijk heeft men dus hier aan een dubbelen zelfmoord te deuken. Daar do moeder den linkerarm en de dochter den rechterarm miste, bestaat er waar schijnlijkheid, dat beiden zich aan elkaar vast hebben gebonden en zoo zich van het leven beroofd, door in den Amstel te springen. Wellicht vastgeraakt in de schroef van een stoomboot zijn zij, met verlies der aaneengebonden armen, van elkander ge slagen en ieder weggedreven, zooals het toeval wilde. Mevrouw de wed. L. schijnt in behoef tige omstandigheden verkeerd te hebben. Zooals bekend is zorgt de Nederlandsche Staat niet voor de weduwe en weezen van de ambtenaren bij de Rijkstelegraaf. De eenige bron wellicht die haar ten dienste stond was een jaarlijksche toelage van f 176.96 uit het fonds der Vereeniging van Ambtenaren bij de Nederlandsche Rijkstelegraaf tot geldelijke uitkeering bij overlijden. Gewend aan een vroegeren maat- schappelijken welstand heeft zij met haar kind den dood gezocht, toen de armoede haar meer en meer aangrijnsde." Uit andere berichten blijkt dat de naam van het meisje is Charlotta Lieveloo, doch ter van Jacomine Christine Lievert, oud 46 a 47 jaar en H. W. Lieveloo, laatst genoemde overleden. Het li b 1 d. meldde verder omtrent de moeder „Onjuist was de vermelding dat zij aan sterken drank was verslaafd, en de toe ziende voogd van het meisje, aan wien wij om inlichtingen vroegen, achtte het niet waarschijnlijk dat zij aan verstands verbijstering lijdende was. Alleen uit ar moede eu afkeer om zich om hulp te wenden daar waar die, in een stad als Amsterdam, zoo ruimschoots te verkrijgen is, schijnt haar tot zelfmoord te hebben gedreven." Een andere dochter van deze weduwe is twee jaar geleden even noodlottig te Amsterdam omgekomen, een zoon, nog in leven, is in militairen dienst. Het blijft thans nog eenigszins twijfel achtig of moeder en dochter gezamenlijk zelfmoord pleegden of wel, zooals sommige berichten volhouden, de moeder haar kind zou vermoord hebben en daarna zichzelve. Men schrijft van Terschelling Reeds sedert eukele weken is de zee zoo vol Engelsche kotters, dat men, volgens de uitdrukking der visschers, de kimmen niet kan zien. Ze komen hier elk jaar, en onze visschers zien, niet zonder reden, met bezorgdheid hunne aankomst tegemoet. Dit jaar zijn zij echter bizonder goedgezind geweest; zij kwamen niet zoo dicht onder de kusten als gewoonlijk, en onze land- genooten hebben geene schade ge leien door gepleegde baldadigheden of rooverijen, behalve één visscher van Volendam, die een paar lijnen, een ankertje, eene joon en eene brail verloor door het verzuim van een kotter, welke door zijne beug wilde zeilen. Als dat zóó eenige jaren gaat, worden de tegenstanders nog dikke vrienden. Het kan echter ook zijn, dat zij nolens volens wat Als de verstandigste en met de meeste eigenaardigheden bedeelde personen, moesten ze vroeger of la ter over de hoofden der anderen heen elkander meer naderen. Clementine, die van dat betee- kenisvolle gesprek harer ouders slechts de laatste woorden had ver nomen en niet het minste vermoe den had van den lievelingswensch haars vaders en de tusschen hem en Adelbert afgesproken zaak, liet zich de galanterie van hunnen buurman argeloos welgevallen. Hartstochte lijk van gemoed als zij was, nam zij vol vuur aan het gewaagde spel deel, verloor en won beurtelings en dankte het den baron, dat hij tijd verdrijf en verstrooiing aan hare vertwijfeling had verschaft. Dit gevoel maakte voor 't eerst hare ziel voor hem genegen en stemde haar tot vertrouwelijkheid jegens een man, die, wat ook zijne innerlijke waarde mocht zijn, in deze voorzichtig waren, omdat Argus zich herhaaldelijk tusschen de vlo ten vertoonde, tot groot genoegen van ons volkje. Is dit zoo, dan is nu bewezen dat van een goed politie toezicht voor een goed deel de rust en orde op de Noordzee afhangen. De Argus is heel welkom in onze wateren. Wij hopen, dat onze na buren ook in 't vervolg van tijd een bloempje verdienen en overal langs onze kusten even schappelijk han delen, als ze hier deden. Zij genie ten er later trouwens zeiven de voordeelen van, want als zij de teelt aan de kusten niet verstoren, krij gen zij in de diepte ook meer en beter visch, dan wanneer zij'tjonge goed overal vernielen. Hier te lande wordt, naar men wil, een maatschappij opgericht tot den uitvoer van melk en room, ge conserveerd volgens een nieuwe wijze. De politie te 's Hage heeft Dinsdag aan het station van den Hollandschen spoorweg aldaar eene goede vangst gedaan. Eene winkelierster uit de Veene- straat kwam aan het station, om te zien of daar een Duitschspre- kend heer was, die even te voren in haren winkel was geweest om een das te koopen, en vermoedelijk twee pakken nieuwe handschoenen had ontvreemd. Op hare aanwijzing hielden de aan het station dienstdoende agenten dien persoon aan. Hij werd op 6taanden voet doorzocht, en nu brachten de beambten niet alleen de vermiste handschoenen te voorschijn, doch bevonden hem bovendien in het verdacht bezit van meer nieuwe handschoenen en een aantal zijden foulards, die echter niet van voor noemden diefstal afkomstig waren. De aangehoudene, die werkelijk een Duitscher is, werd per rijtuig naar het politiebureel en van daar naar het huis van arrest gebracht. Aanstaande Zaterdag zullen van het regiment grenadiers en jagers ongeveer 250 miliciens van de lichting 1886, die niet voor het blijvend gedeelte zijn aangewezen, met groot verlof naar hunne haard steden terugkeeren. Maandagmorgen had er aan den Hoek van Hollaud onder's-Graven- zande een treurig ongeval plaats. Voor 5 maanden beviel aldaar de vrouw van een der rijksambtenaren. Daarna werd zij krankzinnig en werd naar het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te Delft over gebracht. Na eenigen tijd keerde zij terug, doch moest later opnieuw daarheen vervoerd worden. Donder dag was zij weder ontslagen en Maan dagmorgen, terwijl haar man zich even naar boven begaf, om iets te balen, had zij zich met haar kind naar buiten begeven, en viel of sprong zij met het kind in een wa terput. De ongelukkige werd er nog levend uitgehaald, het kindje was reeds verdronken. Men heeft haar weder naar het gesticht moeten overbrengen. Men meldt uit Moordrecht: In den nacht van Vrijdrag op Zaterdag werd hier op verschillende plaatsen ingebroken. Bij een paar inwoners zijn eenige goederen ont vreemd. Naar men verneemt, moet Zater dagavond in eene der herbergen alhier een vreemdeling zijn gezien, bij zich hebbende eene reistasch, en met een stok in de hand. Deze per soon, die vermoed wordt de inbre- omgeving de beste, ja, de eenigste was, welke van den kant eener vrouw onderscheiding verdiende. Adelbert von Althaten bleef nooit te lang. Meestal nam hij afscheid op 't oogenblik dat het gesprek door hem in vollen gang was gebracht. Clementine vond het aardig, dat hij de paarden, die gebruikt werden om hem af te halen, niet liet wach ten en dus meer notitie nam van deze schoone dieren, dan van de nietsbeteekenende menschen, waar mede zij beiden dagelijks moesten omgaan. Zoo ras von Althaten, de ziel van 't gezelschap, vertrokken was, wisten de anderen ook niets beters te doen, dan heen te gaan. Als Koert dan met zijne zuster terug keerde, werd zij altijd door over- groote treurigheid overvallen. Zij sprak dan nog dikwijls over Roger Walcott en weende bittere tranen. Koert verbeeldde zich, dat dit ge ker te zijn, is ongeveer 25 jaar oud, heeft donker haar, blauwe oogen en is van middelmatige lengte. Zijne kleeding bestond uit demi-saison, lagen hoed, laken bottines en hij had een witten halsdoek om. Naar alle waarschijnlijkheid be hoort hij te Rotterdam thuisalthans hij is in die richting vertrokken. In deD Militaire Gids zal, naar wij vernemen, weldra eene belang rijke bijdrage verschijnen betreffen de de inrichting onzer levende strijd krachten en 's lands weerbaarheid. De schrijver geeft daarin het ont werp van een legerorgaisatie met uit gewerkte begrooting. Volgens die regeling zal er een veldleger en een bezettingsleger zijn van ongeveer 90,000 man, en zouden de jaarlijksche uitgaven ruim 20 millioen bedragen. Het militie-contingent zou op 11,000 man 'sjaars bepaald blijven, zoodat in dit opzicht de last op de bevol king niet zou verzwaard worden. Maar de diensttijd wordt op tien jaren gesteld, waarbij gedurende de laatste helft de verplichtingen op een minimum worden gebracht. Maar tevens vervalt de schuttersplicht. Dat ontwerp staat in verband met het tot stand komen der grond wetsherziening. Er blijkt opnieuw uit, hoe noodig het is dat die her ziening spoedig ook op het gebied der defensie een feit zij en voor 's lands weerbaarheid aldus einde lijk naar behooren kan worden ge zorgd. Volgens de ontvangen rappor ten van kapitein Harten, is de brand aan boord van het stoomschip Prin ses Amalia ontdekt op den lOn April, te 12 u. 15 m. namiddags, terwijl het schip stoomende was in het Suezkanaal. Bij onderzoek bleek, dat de brand was aangekomen mid den in het achter-onderruim, en, hoewel er met alle scheepspom pen werd gespoten en eene centri- fugaalpomp door de Kanaalmaat schappij ter assistentie was gezon den, kon men den brand niet meester worden, dan na het achter-onder ruim en achter-ondertusschendeks vol water te hebben doen loopen, waartoe van de machinekamer uit gelegenheid bestaat. Hiermede had men 11 April, te 3 u. voormiddags den brand bedwongen. Het schip, dat in het Groot-Bit termeer ten anker was gekomen, zette de reis naar Suez voort op den 12n April en kwam daar des avonds aan. Onmiddellijk werd een aanvang gemaakt met de lossing uit het achterruim; de lading aldaar en in het achter-tusschendeks, de proviand enz. zijn zwaar beschadigd. Volgens telegrafisch bericht zou de beschadigd geloste lading, op order van experts, te Suez verkocht worden. Opgave van merken is per telegraaf aangevraagd. Kapitein Harten roemt zeer de houding van passagiers en equipage tijdens het ongeval. Zooals reeds gemeld, hebben de passagiers de reis voortgezet, te wetende heer Tol en echtgenoo- te, van der Linden met eehtge- noote en kind, v. d. Brandeler met echtgenoote, kind en baboe, per stoomboot Gelderland en de overigen per Burgemeester den Tex. De pakketdienst is insgelijks met laatstgenoemd stoomschip opgezon den De mail is, zooals reeds reeds gemeld werd, per stoomschip A.na- dyrvan de Messageries Maritimes, verscheept. schiedde om de eer van haar hart op te houden en dat de flinke knap pe Adelbert wel in staat zou zijn de rest van dat verlangen op te ruimen, waardoor Clementine's arme ziel nog steeds werd geplaagd. Wijl hij elke gelegenheid te baat naam om eene flesch uit zijns va ders kelder te halen, zoo rekende hij het bij zulke gelegenheden tot zijn plicht haar op de ons bekende manier te troosten. Zaten beiden dan nog een uurtje bij elkander en had de wijn Koerts tong losgemaakt, dan liep zijn mond over van hetgeen zijn hart vervulde, dan prees hij Adelbert von Althaten, die nog meer indruk op hem maakte dan op zijn verstandigen vader. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2