BINNENLAND.
een treurspel van Vondel, wiens ge
boorte dit jaar juist drie eeuwen geleden
is. Het lidmaatschap van het Congres is
op f 2,50 bepaald. De commissie bestaat
uit de heeren jhr. mr. J. W. M. Schorer,
Commissaris des Konings in Noord-
Holland, en mr. Gr. van Tienhoven,
burgemeester van Arasterdam, eere-voor-
zitters; mr. J. N. van Hall, voorz.mr.
N. de Roever, secret.; dr. Gr. Kalff, 2de
secret M. A. Perk en A. C. Wertheim,
penningmeesters.
Het /,Soer. Hbld." zal binnenkort
publiceeren eene verzameling letterkun
dige fragmenten, door zijn medewerker
Ferragus verzameld uit brieven, welke
Multatuli hem toezond, voor zoover die
excerpten natuurlijk voor openbaarmaking
vatbaar zijn.j
Die fragmenten zullen den titel voeren
van /Relieken van Multatuli."
De Leidsche studenten, die ten
voordeele van de Tooneelschool op een
kunstreis door ons land f 753.50 bijeen
brachten, en dit bedrag nu aan de dames
patronessen van de Tooneelschool over
handigden, hebben van prof. Stokvis,
voorzitter van het Tooneelverbond, een
zeer waardeereud schrijven ontvangen ter
dankbetuiging voor hetgeen zij voor dit
goede doel welwillend en met zooveel
vrucht hebben gedaan.
LEGER EN VLOOT.
Benoemd bij het wapen der cavalerie,
bij het 2de reg. huzaren, tot majoor, de
ritmeester L. B. Loeflf, commandant van
het eskadron ordonnansen; bij het 3e
regiment huzaren, tot luitenant-kolonel,
den majoor J. C. Wilbrenninck, van het
korps; en in den rang van ritmeester
overgeplaatst, bij het wapen der cavalerie
en wel bij het 1ste regiment huzaren, de
kapitein W. E. A. Wuppermann, van den
generalen staf.
ARMENZORG.
In de Woensdagavond te Amsterdam
gehouden vergadering van deelhebbers in
het herstelliugs- en vacantieoord voor
Israëlietische kinderen te Wijk-aan-Zee,
is verslag uitgebracht over het afgeloopen
jaar en werd de rekening goedgekeurd.
In het aanstaande seizoen zal als direc
trice optreden mej. "S. Meijer, en als
onder-directrice mej. A. de Lima. Uitge
loot werden de oblig. Nos. 29, 114 en
115, betaalbaar 1 Oct. bij de Ontvang
en Betaalkas. De heeren Dribbelaar, De
Metz en Benjamins werden als bestuurs
leden herbenoemd.
Aan den directeur, den heer E. J. de
Vries, is door het bestuur van de Amsterd.
afdeeling der vacantie-koloniën verzocht,
of, evenals ten vorige jare, oik in dit
seizoen aan de Israëlietische kinderen
warm eten in het herstellingsoord zou
kunnen worden verschaft, tot welk philan-
tropisch en godsdienstig doeleinde wei
denkenden hunne bijdragen bestemmen.
Bij kon. besluit van 4 Mei
zijn, als blijk van Zr. Ms. goedk.
en tevredenheid, de bronzen med.
en een loffelijk getuigschrift toe
gekend aanP. Bauer, korporaal
bij het 3de regiment infanterie, in
garnizoen te Middelburg, wegens
het met levensgevaar redden van
een knaap uit de Vest aldaar, op
11 Febr.; B. van Rijn, timmerman
te Amsterdam, wegens het met le
vensgevaar redden van een drenke
ling uit het water der Nassaukade
aldaar, op 17 Febr.; M. Corsmit,
W. Corsmit, A. Dik, W. Brand Wzn.
en H. Dubbelman, visschers te Moer
dijk wegens de met levensgevaar
volbrachte redding van 2 der op
varenden van het visschersvaartuig
P. de Bie, dat in den morgen van
17 Mrt. '87 tengevolge van 'nevigen
wind en hooge golven op het Hol-
lansch Diep is omgeslagen en ge
zonken; J. G. van Evert, milicien
bij het 4de reg. inf., in garn. te
Leiden, wegens het met levensge
vaar redden van een kind uit de
gracht bij de militaire en correctio-
neele strafgevangenis aldaar op 12
April 1887.
Bij kon. besl. van 4 Mei is
aan de na te noemen personen ver
lof verl. tot het aannemen en dra
gen der onderscheidingsteekenen
achter hunne namen vermeld: G.
M. Boissevain, te Amsterdam, rid
der der Orde van de Kroon van
Italië; J. J. W. Meijer, te Amster
dam, ridder 3de kl. der Orde van
St. Stanislaus van Rusland; J. F.
Verouden, te Rotterdam, ridder der
Orde van den H. Gregorius den
Groots, waartoe hij door Z. H. den
Paus benoemd is; H. van L;ng,
diamantslijper te Amsterdam, med.
3e kl., voor moed, zelfopoffering en
menschlievendheid, hem door den
Koning van België geschonken.
In een afzonderlijk bijvoegsel
tot de Staatscourant van 6 Mei
wordt medegedeeld eene tabel, be
treffende de statistiek der geboorten
en der sterfte naar den leeftijd en
de oorzaken van den dood in Ne
land, over Februari 1887.
De Staatscourant no. 104 be
vat het verslag de commissie, in
1886 belast met het afnemen der
examens van hen, die akten van
bekwaamheid verlangden, in wis-
en natuurkundige wetenschappen,
Nederlandsche taal en letterkunde,
geschiedenis, aardrijkskunde, Staats-
en handelswetenschappen, schoon
schrijven en gymnastiek.
(Bovenstaande berichten zijn uit de St. Ct.)
H. K. H. de kroonprinses van
Zweden en Noorwegen is Donder-
ochtend met twee kinderen en tal
rijk gevolg te Amsterdam aange
komen en afgestapt aan de dépen
dances van het Amstelhötel aan de
Weesperzijde.
De Engelsche gezant bij ons
Hot, sir William Stuart, is. Woens
dagavond uit het buitenland, waar
ZExc. geruimen tijd met verlof ver
toefd heeft, te 's Hage teruggekeerd.
Door den minister van Bin-
nenlandsche Zaken is aan de Com
missarissen des Konings de volgende
circulaire gezonden
«Naar aanleiding dat in den laat-
sten tijd meermalen honden, ver
dacht aan dolheid te lijden, naar
's Rijks veeartsenijschool werden ge
zonden, of lijken van verdachte hon
den, zonder dat deze door de dis-
tricts-veeartsen waren gezien, der
waarts gezonden werden, ten einde
te doen constateeren, of het ver
moeden van dolheid gegrond was,
heb ik de eer U.H.E.G. te verzoe
ken, de burgemeesters door het
Prov. blad uit te noodigen, wanneer
bij hen aangifte, als bedoeld bij art.
2 der wet van 5 Juni 1875 (Stil.
no. 110) plaats heeft, daarmede met
den meesten spoed voor zooveel
noodig telegraphisch de districts-
veeartsen in kennis te stellen.
«Gelief hun daarbij tevens te ver
zoeken, te voorkomen, dat honden,
waarvan vermoed wordt dat zij aan
dolheid lijden, levend naar 's Rijks
veeartsenijschool opgezonden worden
in plaats van onmiddellijk te wor
den afgemaakt, en dat lijken van
verdachte honden derwaarts gezon
den worden, tenzij die honden, hetzij
levend of dood, door de districts
veeartsen zijn gezien en dezen van
hunne bevindingen aan de burge
meesters mededeeling hebben ge
daan.»
Het hoofdbestuur der Holland-
Bche Maatschappij van Landbouw
heeft besloten, naar aanleiding van
het voorkomen van trichinen bij
varkens te Goes, aan den minister
van Binnenlandsche Zaken een adres
te richten, waarbij krachtig wordt
aangedrongen een nauwkeurig on
derzoek te doen instellen en desge
raden de meest gestrenge maatre
gelen tegen uitbreiding dier ziekte
te nemen.
Ter aanvulling van het hoofd
bestuur van het «Nut» zijn door de
commissie «ad hoe» de volgende
voordrachten gedaan: 1. Vacature-
Van Diggelen: mr. A. Bloembergen
Ezn. te Leeuwarden en dr W. P.
Ruijsch te 's Hage; II Vacature-
Qaack: prof. G. A. van Hamel te
Amsterdam en mr. W. H. K. Mout-
haan, id.
Voor den grooten nat'.onalen
muziekwedstrijd, welken men voor
nemens is op 2, 3 en 4 Juli a.s.
te Nijmegen te houden, hebben zich
reeds 30 muziekvereenigingen doen
inschrijven, waarvan niet minder
dan 26 uit Noord-Brabant en Lim
burg.
Aan het zes en dertigste al
gemeen verslag van het Muntcol-
lege te Utrecht over 1886, is het
volgende ontleend:
Gedurende 1886 zijn op 's Rijksmunt
de volgende muntspeciën vervaar
digd:
Aan gouden standpenningen 54171
tien-guldenstukken in 0 partijen,
welke alle aan de bepalingen om
trent gewicht en gehalte voldaan
hebben. Van de opgebrachte stuk
ken zijn 54.141 tienguldenstukken
voor de circulatie afgeleverd. De
aanmunting heeft plaats gehad voor
rekening van de Nederlandsche
Handelmaatschappij, welke daarvan
in den loop van 1883, 50,000 stuk
ken naar Nederl.-Oost-Iudië ver
zonden heeft.
Aan bronzen pasmunt voor Ne
derland 2.200.000 halve centen.
De op 31 December 1886 hier te
lande aanwezige hoeveelheid tien
guldenstukken bedroeg 4141 stuks
meer dan ten vorigen jare. Van de
sedert 1875 aangemunte tiengulden
stukken, ten getale van 7.551.627
stuks, wordt een belangrijk gedeelte
niet in den omloop aangetroffen.
Het bedrag aan zilveren pasmunt
hetwelk 1 Januari 1887 hier te
lande zou aanwezig zijn, kan ge
steld worden op
f3,984,182.25 in 25 centstukken,
f 3.468.587,83 in 10 centstukken
en f 243.648.95 in 5 centstukken;
te zamen f 7.696.419.00.
Aan bronzen pasmunt kan ge
acht worden voorhanden te zijnin
21/s centstukken f 450.000, in cen
ten f 1.200.000 en in 1/ï centen
f 160.000, te zamen f 1.810.000.
De Maatschappij De Katholieke
Illustratiete 's Bosch, deelt over
1886 aan aandeelhouders een divi
dend uit van f 5.65 per aandeel van
f100. Het reservefonds bedraagt
thans f23,970.30.
De gezondheidscommissie te
Deventer heeft aan B. en W. voor
gesteld de kermis die op den eersten
Maandag in Juni zou aanvangen,
uit te stellen, totdat de typhus er
geweken zal zijn.
Over het Leger des Heils dat
binnenkort een inval in Nederland
zal doen en reeds kwartiermakers
vooruit zond, schrijft de Amst-, D.
v. N., aldus:
«Zooals wij reeds mededeelden zal
een afdeeling van de «Salvation
Army», uit Engeland overgekomen,
den krijgstocht te Amsterdam ope
nen. Daar echter optochten op straat
verboden zijn, heeft de afdeeling de
Volkszaal in de Gerard Doustraat
gehuurd, meer bekend onder den
naam van «Emanuel». Deze zaal
is vrij ruim en kan ongeveer acht
honderd personen bevatten.
De staf-kapitein Tyler, onder wiens
aanvoering de afdeeling staat en
dien wij een bezoek brachten, is
nog jong en heeft evenzeer als me
vrouw Tyler een gunstig voorkomen;
niets kenmerkt in woord of gebaar
een ascetische richtingintegendeel,
beiden zijn vroolijk en opgewekt.
De uniform, voor Nederland aan
genomen, wijkt eenigszins af van
de gewone. De jas is zwart en heeft
het model van een gewoon heeren
jacket, alleen de kraag is aan beide
zijden getooid met een zilveren S.
De uniformpet is het voornaamste
onderscheidingsteeken. Deze is zwart
met een breede roode baud, waarop
met gele letters geborduurd staat:
«Leger des Heils». Boven den band
bevindt zich een zilveren insigne
bestaande uit een «S» waarin een
kruis staat met twee elkander krui
sende zwaarden het randschrift is:
«blood and fire».
Evenals de benamingen omtrent
de wijze van bekeering, schijnen
de krijgers van het «Leger des Heils»
zich ook strikt aan de titulatuur te
houden. Mr. Tyler wordt door de
familie alwaar hij in kwartier is,
«kapitein» genoemd, en hij zelf stelt
zich voor als «Captain Tyler».
De arbiters, door de partijen
gekozen in zake de vereffening van
het geschil tusschen de stad Am
sterdam en de Amsterdamsche Om
nibus-maatschappij, over eene bij
drage in de kosten van monumen
tale balustraden en hydraulische
inrichting der Hoogesluis, beslisten
Donderdag in het nadeel der gemeente
d. w. z. verklaarden haar verplicht
f 65000 te vergoeden.
Appèl was buitengesloten.
De heer J. H. Van Koten, die
zich te Amsterdam door zijne voor
drachten op natuurkundig gebied
bekend heeft gemaakt, is Woensdag
door eene beroerte getroffen en eeni-
ge uren later overleden.
Het Broekerhuis te Amsterdam
zal dezen zomer nog geheel in den
zelfden toestand bliiven en eerst in
het najaar liquideeren.
Een bewoner van de le Ro
zendwarsstraat te Amsterdam stak
Donderdagochtend zijne vrouw, die
in belangwekkenden toestand ver
keert, in eenen twist met een mes
in het onderste gedeelte van haren
rug. De vrouw bloedde hevig en
werd in zorgwekkenden toestand
naar het gasthuis gebracht. De man
werd door de politie in hechtenis
genomen.
Men sehrijft ons uit Hilversum
Bij de alhier jaarlijks plaats heb
bende verpachting van hooiland in
den Eemnesserpolder, waren dit jaar
de pachtsommen aanmerkelijk lager
dan voorheen. Het verschil bedroeg
zelfs wel f 20 per dagmat of deimt.
Onieraardsche gangen te Delft
Nu het bericht aangaande de ont
dekking van onderaardsche gangen
van het Prinsenhof naar verschil
lende punten in deze stad (zegt de
D. Ct.) nagenoeg de geheele Ne
derlandsche pers is rond geweest,
wordt het dunkt ons, hjog tijd, met
volkomen zekerheid te melden, dat
het geheele relaas een verzinsel is
geweest. De ter plaatse met de groot
ste nauwkeurigheid en in verschil
lende richtingen gedane onderzoe
kingen hebben niet alleen het on
waarschijnlijke, maar het onmoge
lijke van het bestaan van onderaard
sche gangen voldoende aangetoond.
Te Apeldoorn is door den heer
van Heemstede Obelt, uit Amster
dam, eene sierlijke giek afgeleverd,
op last van Z. M. den Koning op
zijne werf vervaardigd.
H. M. de Koningin en de Prinses
hebben Zondagmiddag daarin, op
den grooten vijver in het koninklijk
park, een roeitochtje gemaakt.
De Xölnische Volhszeitung ves
tigt er de aandacht op, dat de En
gelsche post via Ostende zoo dik
wijls de aansluiting mist en wijst
op de mooie postgelegenheid, die
met den dagdienst der Mij. «Zee
land» den lsten Juni zal worden
geopend. De Volhszeitung wijt de
tegenwoordige onregelmatige ver
zending grootendeels aan de ongun
stige ligging der haven van Ostende
en aan de slechte constructie der
Belgische mailbooten, terwijl zij haar
oordeel uitspreekt, dat in beide op
zichten de Ylissingsche dienst groo-
ter waarborgen biedt.
De onlangs te Maastricht aan
gehouden Duitscher Frank, die zich
in zijn land aan valschheid in ge
schrifte zou hebben schuldig ge
maakt, doch tegen wiens uitlevering
aanvankelijk bij de rechtbank te
Maastricht bezwaren waren gerezen,
zal, nu door de Duitsche regeering
aan alle wettelijke formaliteiten is
voldaan, worden uitgeleverd.
Uit Zandeweer word gemeld:
Onlangs is in de N. R. Ct. ge
meld, dat landbouwers uit een ze
ker dorp een adres aan Z, M. heb
ben opgezonden, waarin verlof wordt
gevraagd, daar ter plaatse de raven
te mogen uitroeien.
Dit voorjaar werden ook wij be
zocht door een troep witgebekte
raven. In een oogenblik zaten de
boomen van het kerkhof vol van
hunne nesten, en ze gaven ons
reeds een voorproefje van hetgeen
wij zouden smaken, als die vogels
zorgen zouden hebben voor een
talrijk kroost.
De vernielzucht dier dieren grenst
aan het ongelooflijke.
Terstond werd eene veldtocht te
gen de vernielers geopendeen ja
ger gaven wij ieder wat voor kruit
en lood, waarmee hij een dag of 3,
4 bij de kerk moest schieten, en nu
is er geen raaf meer te hooren of
te zien. Zoo'n onherbergzaam, ru
moerig oord dat leek hun niet
en het aardigste van'tgevalis, dat zij
zelfs hunne nesten tot het laatste
takje toe hebben weggehaald en
meegenomen. De proef is gemakke
lijk te nemen.
In Oostfriesland, in Rheider-
land, d. i. het gedeelte dat aan
Nederland grenst, trekt sedert
eenige weken eene zeer gevaarlijke
brandstichtersbende ronddie in
verscheidene dorpen en buurtschap
pen haar vreeselijk werk uitvoert.
Met boerenhofsteden en arbeiderswo
ningen is eene groote hoeveelheid
vee, ook uitmuntende paarden, ver
brand en zijn talrijke familiën van
landbouwers en arbeiders zonder
dak. Ook een armhuis (te Ditzum)
is verbrand. Het gerucht loopt dat
o. a. het groote vlek Jemgum met
de aarde gelijk gemaakt zal worden.
Schrik en vrees vervullen de be
volking lange den Dollardte meer
daar tot dusver nog geen brandstich
ter kon ontdekt worden.De bevolking
houdt nu dag en nacht de wacht.
slaap was gevallen.
Adelbert heeft gelijk 1 zeide zij. Ik zal maar te
hed gaan. Hij moet toch dadelijk weer hier wezen.
Zii haastte zich hare sieraden af te leggen. Hoe laat
zou het wel wezen Zij keek op een uurwerk, dat daar
hing; de wijzers stonden op half twee, doch het werk stond
stil. Wat deed dat er ook toe?
Zij legde haar hoofd op 't kussen. Spoedig wist zij niet
meer, wat er om haar gebeurde.
Kwam Adelbert nu maar!.... Hij moet dadelijk ko
men.... Dadelijk.... De zaag zwijgt nu... Of was het geene
zaag? Was het een vogel?... Een wagenrad? Een orgel?
Ach, dat orgel... Ach
Zij sliep.
Adelbert was haastig de trap afgesneld. Hij opende de
deur die naar de plaats geleidde. Zijne lamp ging uit, maar
hij wist den weg in 't donker.
Snel ging hij in de richting vanwaar het geluid kwam.
Spoedig ontdekte hij een man in een grauwen kiel, die zoo
druk zaagde, alsof hij tegen den anderen morgen al het in
voorraad zijnde hout moest in stukken maken.
Hubert! Alle duivels, is de vent krankzinnig gewor
den? Zul je ophouden 'met je helsch lawaai, ellendeling!
O, zeide de knecht, en zette groote oogen op. Wie
wist dan ook, dat mijnheer tehuis was. Geen van ons ver
wachtte u voor morgen hier. Toen ik wakker werd ben ik
maar aan 't werk gegaan. Morgen wilden wij 't er eens van
nemen en daarom ben ik maar vroeg begonnen. Ik meende
het goed daarom behoefde ik toch niet zoo ruw bejegend
te worden!
Ellendige hond! riep de vertoornde jonge man. Je
durft nog een hoofd tooneu? ik zal je leeren wat ruw is.
Adelbert hief de zweep hoog op, maar Hubert sprong
ter zijde en stond weldra ter plaatse, waar zijn bijl in een
blok stond. Onaangenaam was de indruk, dien het glinste
rend metaal in de schemering maakte.
Met het wapen in de hand van zijne veiligheid verzekerd
durfde de knecht zijn heer weerstaan. Laat dat schelden
van hond achterwege, mijnheer de baron 1 Honden blaffen
en bijten I Ik wil u nu juist niet bijten, maar ik zou u
iets kunnen voorblaffen, dat u nog onaangenamer in de
ooren klinkt dan het geluid mijner arme zaag. De ooren
konden u daarvan misschien uw geheele leven tuiten.
Een spottend lachen weerklonk, daarop keerde de knecht
zich om, schopte een hoopje hout, dat hem in den weg
stond, omver en maakte zich gereed om heen te gaan.
Blijf! riep Adelbert en sprong naar hem toe.
Hubert draaide zich om, zette zich met hoog opgeheven
hoofd en de bijl in de vuist voor zijn heer en zeide
Werp die zweep weg, mijnheer de baron!
Je zult je verantwoorden, lompe vlegel! riep deze
bleek van woede.
Werp liever die zweep weg, herhaalde de ander
met bijtenden spot, of ieder hanteert zijn wapen op zijn
manier. Wat bekommer ik mij om uwen schedel, als ik
dingen hooren moet, zooal6 me daar voor de voeten zijn
geworpen en die geen eerlijk man zich behoeft te laten
welgevallen
Adelbert begreep, dat hij een man voor zich had, die
alle eerbied had afgeschud en die even weinig tegen eene
booze daad als tegen een boos woord zou opzien. Hij vroeg
zich zelf af of hij in zijne opgewondenheid niet te verwas
gegaan en een man had gekrenkt, die uit domheid of on
wetendheid aan 't werk was gegaan.
Hubert had zich, zoolang hij bij von Althaten diende,
goed gedragen, wel was hij stil en afgetrokken, maar dat
hinderde niemand. Men zeide van hem, dat hij gewoon was
in zijne vrije uren allerlei opruiende geschriften te lezen
en dat hij al eens het plan had opgevat om naar Amerika
te gaan.
Wordt vervolgd.)