-van een groote bijeenkomst, op nader te bepalen dag en plaats, ten einde te beraadslagen over den toestand der nationale nijverheid. Er heeft zich te Aalsmeer een commissie gevormd om den nieuw- benoemden burgemeester, den heer Heydanus, op 1 Juni feestelijk in te halen. De onderhandelingen, te Parijs gevoerd, namens en door de hoofd commissie der aanstaande Tentoon stelling van Voedingsmiddelen heb- tbans tot een uitslag geleid, waarvan het groote gewicht kwalijk kan worden overschat en die zeer de aandacht verdient, vooral van som migen onzer industriëelen. Op verzoek van den minister van Koophandel, den heer Lockroy, zijn door de Parijsche Kamers verzocht de tentoonstelling krachtig te onder steunen. Het gevolg daarvan is geweest de benoeming eener Com missie, waarvan eere-voorzitter is de heer M. J. H. van Lier, Consul der Nedeilanden. De leden vertegenwoordigen allen groote en algemeen bekende firma's en allen hebben beloofd ook voor hunne firma's ten toon te stellen. Zij hebben het recht van assumptie en zullen daarvan gebruik maken om nog eenige bekende huizen in de Commissie op te nemen. Daar geen dezer firma's lange voorberei ding noodig heeft, kunnen hunne inzendingen spoedig worden ver wacht. De goede uitslag van deze pogin geu is vooral te danken aan de welwillende tusschenkomt van den heer van Lier. - In het lokaal «de Geelvinck» te Amsterdam, werd Dinsdagmiddag eene vergadering gehouden van eenige afgevaardigden van R. K kiesvereenigingen in Noord-Holland met het doel van oprichting van een boud voor die provincie. Omtrent het resultaat der vergadering konden geene mededeelingen gedaan worden. De redeneeringen over de duis ternis, die op de Hoogesluis des avonds keerscht, bij de behandeling der gemeentebegrooting gehouden hebben toch tot eenig gevolg geleid. Op de trottoirs dezer brug worden nu gewone lantarens geplaatst, om de gaspitten aan de grafzuilen bij te lichten. Amst. D. v. N.) Men schrijft ons: Op de veemarkt te Purmerend zijn in het jaar 1886 totaal at voerd 166,265 stuks, waaronder alleen 101,439 schapen en lammeren. Dit belangrijk cijfer, hooger dan de vorige jaren, toont aan, dat Purmer end een der gezochtste markten is, waartoe de gunstige ligging in het hartje van het beste gedeelte van Noord-Hollands polderlaud, ook het hare bijdraagt. Van kaas werd totaal aangevoerd 13,182 stapels, wegende te zamen 3,549,289 K. O.; en van boter 71,727 K. G., ook eerbiedwaardige cijfers" De buitenlandsche kaashandel is echter zeer verminderd. Werden vroeger aanzienlijke hoeveelheden kaas opgekocht en in de pakhuizen gezolderd, om later uitgevoerd te worden, thans is dat bedrag tot een minimum teruggebracht. De malaise in alles drukt ook hier op het ver bruik en de prijzen, terwijl ook de regelmatige en snelle verbinding met de tropische gewesten als een der oorzaken van deze vermindering wordt beschouwd. Het gemeentebestuur van Purmer end ontziet echter geen offers, waar het geldt de verbetering en den bloei van het marktwezen. De Haagsche tramway-maat- schappij zit met hare lijn tusschen Den Haag en Delft in een moeilijk geval. Zoals men weet wordt voor den stoomtram een geheel nieuwe weg gelegd. Gedeputeerde Staten van Zuid Holland eischen dat de rijweg een bepaalde breedte zal hebben, zoodat het noodig is dat voor den tramweg een paar honderd boomen worden gerooid; de Raad van Delft weigert echter de boomen te doen vallen. Men verneemt nu, dat de maat schappij den stoomtram zal doen rij den van Den Haag tot de kwes tieuze boomen en van daar de rei zigers per paardentram naar de Rot- terdamsche Poort zal vervoeren. Men schrijft ons uit Hilversum Als een bewijs van snelle aan groeiing der bevolking binnen deze gemeente kan dienen, dat reeds nu weer tot vergrooting van een der kostelooze scholen moet worden over gegaan. Voor slechts enkele jaren was, door aanbouw van nieuwe scholen, de ruimte meer dan voldoende en nu kunnen niet minder dan 300 kinderen geen plaatsje krijgen. De school aan het Naardereind zal nu worden ingericht voor on geveer 600 leerlingen. Men schrijft ons: Het. duiken op het benoorden de Eierlandsche gronden gezonken wrak heeft een aanvang genomen. Bij eene eerste duiking, waarbij het Deensche stoomschip »Em. Z. Svit- zer» behulpzaam was, werden eenige kisten aardewerk, benevens de rond houten van het wrak geborgen. Ook blijft er thans geen twijfel meer over, of het is de Duitsche bark Meteormen had dit reeds vermoed, temeer daar kort voor de stranding te Egmond een naambord Meteor was aangespoeld. Door een der bewoners van de Choorstraat te Utrecht is eene klacht aan het gemeentebestuur iu- gediend, dat, tengevolge van het rijden met aangespannen kanonnen door de veld-artillerie, hem eene schade in zijnen winkel is berokkend van pl. m. f20. Het gemeentebestuur heeft zich terstond tot de betrokken militaire autoriteit gewend, met verzoek die straat en in het algemeen die straten en grachten, waaronder kluizen lig gen, voortaan niet meer door be spannen vuurmonden te willen doen berijden. Uit Nijmegen meldt men: Het stoomrijtuig «Noviomagums, ont worpen en vervaardigd door den neer P. van Rijn, werktuigkundige alhier, werd Maandag in tegenwoor digheid van een aantal deskundigen en belangstellenden, in het voor malig arsenaal voor het eerst be proefd. Met gespannen aandacht werden de verschillende ritten en wendingen van «Noviomagumcc op den klinkervloer van het groote gebouw gevolgd. Zondag nacht heeft te Nijme gen tusschen burgers en militairen weder eene hevige vechtparij plaats gehad, waarbij een infanterist en een huzaar van hunne sabels gebruik maakten en een burger belangrijke wonden aan het hoofd toebrachten. Een 180tal werklieden van de firma Gebr, Stork Co., te Hen- geloo, hebben een resolutie aange nomen, waarin krachtig werd opge komen tegen hetgeen de sociaal democraat Bennink, omtrent ge noemde firma in Recht voor Allen heeft geschreven of doen schrijven. Deze resolutie werd ook Bennink, door al de werklieden gezamenlijk, tehuis bezorgd. De commissie der feestviering van het honderdjarig bestaan van Stadskanaal heeft zich bij adres aan den Raad der gemeente Groningen gewend, met verzoek om subsidie voor de feestviering. Adressanten wijzen er daartoe op, dat Stadska naal grootendeels eene stadsbezitting en als zoodanig een integreerend deel van de gemeente Groningen uitmaakt, en dat de stichting der twaalf huizen in 1787 van de ge meente Groningen is uitgegaan, zoo dat wederzijdsche belangen elkander sinds dien tijd nog altijd raken, als mede dat deze gemeente, hoe groot ook de offervaardigheid der inge zetenen moge zijn, niet in staat is zooveel te doen, dat de commissie een feest, der plaats waardig, kan organiseeren. Uit Leeuwarden is naar Noord- Amerika verzonden eene verzame ling beet rundvee, bestaande uit 60 stuks, waaronder hokkelingen, reeën kalfkoeien en een stier. Zij zijn alle ingeschreven in het Eriesche Rund veestamboek of wel volbloed afstam melingen van ingeschreven stam boekvee. De verzending geschiedt, onder geleide van een boerenzoon, die reeds eenigen tijd bij een farmer in Noord-Amerika is werkzaam ge weest. De heer J. G. Gerritsen, bur gemeester van Groede enz., en ge delegeerd commissaris van de tram BreskensMaldeghem, is benoemd tot ridder der Leopoldsorde. Nabij Brouwershaven is Zondag gestrand de met hout geladen Noor- scheschoener «Thyra»,kapt.Gunder- ssn, van Frederiksstad naar Dordrecht bostemd. De equipage is met eigen boot te Noordschouwen geland. De reddingsboot is uitgegaan, maar be hoefde geen hulp te verleenen. Uit het officieel verslag om trent den toestand van de exploitatie der gemeente-gasfabriek te Venloo blijkt, dat over het eerste half jaar een netto winst van f 1530.34 te reserveeren blijft. Op het einde van het boekjaar waren er 238 gasme ters in gebruik met 1944 meter- lichten. Deze meters registreerden 92,961 kub. meter gas ad 9 cent. Uit Venloo wordt geschreven Het dragende vee, dat op de grei s alhier stond en in Pruisen niet mocht ingevoerd wordeD, is eindelijk daar heen geëxpedieerd. Na veel moeite, en formaliteiten en na een aantal telegrammen met Berlijn gewisseld te hebben, kwam de rijksveearts uit Kempen, die het onderzocht en vrij vau besmettelijke ziekte verklaarde daarop werd de invoer toegelaten. De baldadige jongelui te Roer mond die zich in het café v. d. B. schuldig maakten aan vernieling der meubels, enz. zijn uitsluitend burgers geweest. De hoofdschuldige zit reeds achter de tralies. In het café ziet het er woest uit, de groote spiegel ruiten zijn verbrijzeld en de koffie- huishouder heeft eene gapende wond aan het hoofd, door een slag met eene bronzen candelabre ontstaan terwijl zijn neus en oogen ook zeer gehavend zijn. Eenen loteling te Giethoorn, te klein, gebrekkig en met broeder- dienst, die niet persoonlijk aan de loting deelnam, viel een dienstplich tig nummer ten deel. Hij verzuimde echter de noodige bescheiden tot vrij stelling over te leggen en verscheen ook niet op de keuring. Dienten gevolge heeft hij aan de oproeping als milicien gevolg moeten geven en is hij, naar men verneemt, al thans voorloopig opgezonden naar het garnizoen te Nijmegen. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. In de Dinsdag gehouden zit ting werd aangenomen de onteige ningswet voor de Vechtwaterleiding naar Amsterdam en de definitieve marinebegrooting, na korte discussie. Voorts werd besloten voor ken nisgeving aan te nemen de con clusie in zaken de klachten over de rijksgestichten te Veenkuizen. De heeren Borgesius en Van der Feltz noemden den toestand daar dien van een Augiasstal. De minister van Justitie verklaarde dat De Vos terecht was ontslagen en dat de toestand der gestichten zoo slecht niet was. Door den heer Fabius is op Hoofdstuk VIII een amendement voorgesteld om een nieuw artikel op te nemen, luidende«De dienst plichtigen kunnen tot eerste oefe ning hoogstens 18 maanden onder de wapenen gehouden worden. Ge durende hun volgenden diensttijd kunnen zij niet meer dan viermaal, telkens niet langer dan eene maand, te zamen geroepen worden.» Thans heeft de Regeering hare Memorie van Antwoord ingezonden aan de Eerste Kamer over het aan hangig onteigeningsontwerp voor de uitbreiding der haven- en sluis- werken te IJmuiden. Met betrekking tot de bezwaren tegen den vorm van dit wetsontwerp, meent ie minister van Waterstaat te mogen opmerken dat het ontwerp juist ten doel heeft te doen uitma ken, dat de uitbreiding der haven en sluiswerken door den Staat een werk van algemeen nut ie, dat door of van wege den Slaat behoort te worden uitgevoerd. De Vertegen woordiging toch wordt door dat ontwerp in de gelegenheid gesteld, haar oordeel over de noodzakelijk heid uit te spreken. De Minister moet bovendien be twijfelen of eene afzonderlijke be slissing dat het werk zal worden gemaakt, waaruit volstrekt niet volgt dat het werk een werk van alge meen nut is in dien zin dat de noodige gronden onteigend mogen of kunnen worden, de onderhande lingen zou hebben vergemakkelijkt. Hoewel uit den aard der zaak bij het ontwerp van wet tot onteigening der perceelen, noodig voor den bouw van de schutsluis te IJmuiden met hare verbindingskanalen en voor den aanleg van de visschershaven be zuiden het buitenkanaal, alleen de volgens de wet, regelende de ont eigening ten algemeenen nutte, ge vorderde bescheiden gevoegd zijn, zoo steunt niettemin het door de Regeering genoemde cijfer van f 4,246,000 op een uitgewerkt plan en op eene raming der kosten; tot grondslag van die stukken heeft gestrekt de waterpassing der te ver graven duingronden, die heeft aan getoond dat het terrein, waarop de schutsluis met hare toegangskanalen ontworpen is, ligt dooreengenomen op 7,33 M. boven A. P.; dat voor de visschershaven bestemd, dooreenge nomen op 9.40 M. boven A. P. en bij haren mond op 5 M. boven A. P. Bij het vaststellen der plans en bij het aannemen der verschillende afmetingen van 205 M. schutlengte, van 25 M. doorvaartwijdte ter hoogte van het A. P., en van 8.50 M. diepte beneden A. P. is, naar de meening van den Minister, in derdaad voldoende rekening gehou den niet alleen met de eischen van het oogenblik, maar ook met die der toekomst. Ter terechtzitting te Roermond van Donderdagmiddag werd eene vrouw uit Helden, wegens het afleggen eener valsche getuigenis (onder eede), veroordeeld tot 2 jaren gevangenisstraf. LAND- EN TUINBOUW. Namens de vergadering vaü veehouders en belanghebbenden bij den veehandel, den 2eu dezer le Rotterdam gehouden, heeft een deputatie uit haar midden Za terdag jl. den minister van Binnenland- sche Zaken een adres overhandigd. Daarin wordt den minister verzocht, de uitge reikte dispensatiën tot in- en doorvoer van vee in te trekken en voortaan geene meer te verleenen, indien daardoor kan worden verkregen, dat de Engelsche Re geering spoedig weder den vrijen invoer van Nederlandsch vee toelate. KOLONIËN. BATAVIA, 12 April. Aan een van den civielen en militairen goeverneur van Atjeh en onderhoorigkeden, onder dagteekening van 4 dezer ontvangen rapport, wordt het volgende ontleend: Talrijke benden gelukte het gisteren, maar vooral heden nacht, tusschen onze posten door, binnen de linie te sluipen, en nestelden zich te Kota-Radja-bedil, Kota-Laksamana en Zuidwaarts daarvan te Koewala en in het verlengde van den zoogenaamden Pedir-dijk. Hunne sterkte kan nog niet met zeker heid worden opgegeven, maar bedraagt zeker 150 met geweren bewapenden. Heden morgen rukten uit het beschik bare gedeelte van het 3e bataljon, het 12e bataljon, alsmede detachementen van Kota- Pogama, Pakan-Kroëng-Tjoet en Lamjong, de cavalerie, eene sectie bergartillerie en een detachement genietroepen, gesteund door twee gewapende sloepen van Zr. Ms. marine, ten einde den vijand te omsinge len en aan te tasten. Hij hield stand te Koewala, tegenover het verlengde van den Pedir-dijk, en gaf zijne positie eerst prijs na een zeer hard nekkig gevecht en bedreiging in den rug. Wij verloren 5 dooden en 30 gewonden, waarvan sedert 2 overleden, allen minde ren, terwijl 3 officieren gewond werden, waarvan een zeer zwaar en de beide an deren zeer licht. De vijand liet 17 dooden in zijne po sitie achter, doch niettegenstaande de insluiting volkomen gelukte, maakte het zeer zwaar begroeide en zeer moerassige terrein het hom mogelijk mot zijne gewon den en nog enkele dooden door de mazen van het net heen te glippen. Blijkens een telegram door den goever neur onder dagteekening van 9 dezer via Penang verzonden, was de toestand der gewonden gunstig, en bedroeg het verlies van den vijand aan dooden 33. Volgens de mededeeliug van een in- landsch zeeman, die van een tochtje naar de Pagei-eilanden terugkeerde, te Padang gedaan, ankerden eenige weken geleden twee groote gepantserde oorlogsbodems van 16 en 20 stukken geschut, nu eens hier en dan weer elders onder de kust van de eilanden. De officieren hielden zich on ledig met het doen van peilingen en op- metingen en de bemanning ging aan wal om te jagen en het land op te nemen. De inboorlingen kwamen aan boord en werden daar onthaald. Onze zeeman kon de vlag dier schepen niet thuis brengen, doch de Engelsche vlag was het niet; hij vermoedde dat het de Duitsche was. Ik opende nu alle vensters, om te voorkomen dat de herhaling dezer eigenaardige correspondentie nog meer rui ten kostte, en ging daarop den steen opnemen, die mij zoo onverwachts had gestoord. Het was waarlijk een oude bekende. Een kunstenaarshand had hem ruimschoots allerlei ver sieringen geschonken en in een krans het ontzettende woord «eeuwig» aangebracht. Ik begreep deze uiting van een gekrenkt hart en vergaf Feodoor Gaspari zeer gaarne, dat hij in zijne woede bijna mijn onschuldig hoofd had getroffen. Ik wachtte mij echter te doen, wat hij zeer waarschijn lijk gehoopt had, namelijk den steen bij Clementine's goe deren te pakken. Na eenig nadenken liet ik hem op den schoorsteenmantel liggen. Latere bewoners zullen hem stellig wel hebben gevonden en gebruikt, 's Is te hopen, dat hij den weg door 't venster niet nog eens heeft moeten afleggen. Ik sloot de koffers, schreef de adressen, betaalde de ge broken ruit en nam afscheid van de hulpvaardige vrouw, die mij zoo gewillig geholpen had. Toen ik den volgenden morgen naar Feodoor Gaspari vroeg, ontving ik het antwoord, dat hij in den afgeloopen nacht vertrokken was. Hij trok een tijdlang van de eene plaats naar de andere om hen, die verdwenen waren, te zoeken. Het viel echter niet gemakkelijk een man als de geslepen raadsheer was, op 't spoor te komen. Naar Odessa ging Gaspari in den eersten tijd niet. De familie zijner voormalige bruid was daar algemeen bekend en geacht en hij voorzag wel, dat hij de schuld kreeg van het verbreken eener verbintenis, die algemeen gaarne werd gezien, 't Was natuurlijk ook wel te verwach ten, dat Olga's familie hem niet zou sparen. Onder zulke omstandigheden wilde hij zijne vaderstad niet wederzien. Hij was gewoon het hoofd zeer hoog te dragen en nu zou hij zich toch wel hier of daar moeten bukken. Wanneer de storm eens uitgeraasd was, zou de zaak voor goed afgedaan zijn. Om dien tijd af te wachten begaf Feodoor Gaspari zich naar Parijs, waar, zooals men hem gezegd had, eene goede Rus voor alles troost vindt. Hier bleef hij langer dan hij oorspronkelijk van plan was, wijl de zaken van zijn huis ook zonder hem zeer goed marcheerden. Toen ik in Berlijn terugkwam vond ik nog geen spoor van mijn raadsheer. Zijn plaatsvervanger vertelde mij, dat hij zijn verlof maar had verlengd, wat een werkzaam man als de raadsheer ook wel gegund mocht worden. Sedert het vertrek van- den raadsheer had hij bijna niets van dezen gehoord. In eene groote stad mist men elkander niet eiken dag en daardoor kwam het zeker, dat wij het avontuur van mijn vriend reeds tamelijk hadden vergeten toen ik onge veer zes weken daarna een brief van hem ontving, die mij er opnieuw voor interesseerde. Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2