BINNENLAND.
Het surnumerairs-examen (gedeelte
B), dat bij de Maatschappij tot exploita
tie van Staatsspoorwegen te Utrecht plaats
had en waaraan 1 persoon deelnam, is
voor dezen zonder gunstig gevolg geweest.
Z. M. heeft den luit. ter zee 2e
kl. G. O. van Kuyk, ter zake van
in doch niet door den dienst ont
stane lichaamsgebreken, voor den
tijd van vijf jaren op pensioen ge
steld, onder toekenning van een
pensioen van f500 'sjaars en voor
werkelijk verblijf in mil. dienst in
's rijks overzeesche bezittingen en
koloniën tusschen de keerkringen,
eene verhooging van pensioen van
f 225 's jaars.
Z. M. heeft aan baron W. A.
F. Gevers, gezantsehaps-secretaris
le kl. en als zoodanig verbonden
aan Zr. Ms. gezantschap te Londen,
verlof verleend tot het aannemen
der versierselen van ridder 2e kl.
der orde van St. Stanislaus, hem
door Z. M. den keizer aller Russen
geschonken.
{Bovenstaande berichten zijn uit de St. Ct.)
De Prins van Saksen-Alten
burg en zijne gemalin, vroeger Prin
ses Hendrik der Nederlanden, zijn
te 's-Hage aangekomen en hebben
in het hotel «Bellevue» hunnen in
trek genomen. Het doel der komst
is voornamelijk om eene huwelijks
plechtigheid in eene aanzienlijke
familie bij te wonen.
De Nederlandsche regeering is
uitgenoodigd zich op het internatio
naai geneeskundig congres, dat in
October dezes jaars te Washington
zal gehouden worden, te laten ver
tegenwoordigen.
Te 's-Gravenhage is Vrijdag
onverwachts overleden mr. P. Blussé
van Oud-Alblas, lid der Tweede
Kamer voor het kiesdistrict Deventer
en oud-minister van Financiën.
De heer Blussé heeft vele jaren
zitting gehad in de Tweede Kamer.
In 1850 werd hij onder de toen
ingevoerde kieswet gekozen voor
Dordrecht uit Thorbecke's trouwe
aanhangers. Tweemalen werd hij na
Kamerontbindingen niet herkozen.
In 1853 na de Aprilbeweging, en in
1866, nadat hij van 1860 af weder
voor hetzelfde district zitting had
gehad. De ontbinding van 1868 gaf
hem zijn zetel terug, dien hij be
kleedde tot Januari 1871, toen hij
in het derde kabinet-Thorbecke als
minister van Financiën optrad. Men
weet hoe hij toen een vruchtelooze
poging deed om een Rijksinkomsten
belasting in te voeren. Een maand
na Thorbecke's dood trad hij af en
verving toen zijn opvolger in het
nieuwe kabinet, den heer Van Del
den, als Kamerlid voor Deventer.
Voor dat district heeft hij sedert
zitting gehad. Blussé behoorde niet
alleen tot de oudste, maar tevens
tot de meest geziene leden der Sta-
teu-Generaal; zijn ervaring in han
delszaken, zijn bondige, vaak gees
tige redeneertrant werden zeer op
prijs gesteld. De liberale partij
zegt het Héld. verliest in hem
een barer waardigste vertegenwoor
digers.
Van de «oude garde» is nu alleen
de heer Van der Linden over.
Het hoofdbestuur der «Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen»
heeft het bekende voorstel betref
fende het Sociaal Weekblad, bij cir
culaire aan de departementen inge
trokken. Ofschoon nog altijd van
oordeel, dat de maatschappij door
de aanneming van het voorstel langs
de lijn van haar eervol verleden zou
voortarbeiden, geenszins in strijd,
maar veeleer in loffelijke overeen
stemming met art. 1 en. 2 der her
ziene wet, meent het hoofdbestuur
het voorstel, tegenover de vrij een
stemmige tegenkanting der departe
menten te moeten terugnemen, nu
de verwerping zeker schijnt en er
dus slechts een onvruchtbaar debat
zou plaats hebben. Het hoofdbestuur
werd tot deze intrekking in staat
gesteld door den uitgever, den heer
Tjeenk Willink te Haarlem, die
eerst zijn toestemming gaf om
het voorstel terug te nemen, omdat
het succes, aanvankelijk met het
Sociaal Weekblad verkregen, veel
grooter is dan hij had durven ho
pen, zoodat de steun van 't «Nut»
niet meer volstrekt onmisbaar is
terwijl hij later zelf 't verzoek deed
om tot de intrekking van het voor
stel te besluiten in het belang van
het blad zelf, dat door den beoogden
band niet vrij zou zijn gebleven in
die mate als de uitgever zelf wenschte,
al was hij over dit bezwaar heen
gestapt in het belang van het doel.
Vanwege den heer W. P.
We-ker, de eigenaar van het Bible-
Hotel te Amsterdam, is aan het
Dagelijksch Bestuur en de leden van
den Raad eene afbeelding in licht
druk verzonden van de perspectief-
teekening behoorende bij het bekende
Beursplan, door genoemden heer
herhaaldelijk verdedigd. Ook thans
is er eene gedrukte toelichting bij
gevoegd, hij den boekhandel ver
krijgbaar.
Men schrijft ons:
Donderdagmorgen ten 4 ure is
in café London-Bridge te West-
zaan, waarschijnlijk door het om
vallen van het petroleum-toestel
een binnenbrand ontstaan. Lenige
meubelen, kleederen als anderszins
zijn verbrand, doch door tijdige
hulp is men den brand meester
kunnen worden.
Dinsdag vond te Nederhorst
den Berg eene dienstbode, bezig
zijnde in eene kamer stof af te
nemen, een geweer staan. Zij nam
het op en haalde, niet wetende dat
het geladen was, den haan over.
Het schot ging af en een elfjarig
meisje werd nabij de borst getroffen.
Men hoopt het kind nog in het
leven te behouden.
Uit Enkhuizen wordt gemeld:
Dinsdag jl. kwam een boer van
hier met de Sneeker boot terug,
waarop eenige schapen, die hij op
de Sneekermarkt had gekocht. Zelf
de schapen een voor een over eene
smalle plank naar den steiger bren
gende, trok een schaap hem van de
plank af, zoodat beiden in zee vie
len. Toen de boer uit het water
geholpen was, was zijne eerste vraag
naar het schaap, dat met den stroom
was afgedreven, maar toch door
eenige mannen in een schuitje werd
gered. Tot belooning gaf de boer
voor zijn eigen redding 20 cent en
voor die van het schaap 30 cent.
Het leven van het schaap was
hem dus een dubbeltje meer waard
dan het zijne'
Men schrijft ons uit West-
Graftdijk:
Tengevolge van den hevigen wind
heeft Vrijdagmorgen de derde wa
termolen van de Schermer, nabij
West-Graftdijk, een zijner wieken
afgegooid. Met groote kracht is het
gevaarte een stuk in den grond
gedrongen.
't Is in Egmond aan Zee zeer
armoedig gesteld, doordat het met
de visschenj zoo bijzonder slecht
gaat. Hoorde men vroeger wel eens
van reeders, die 1000 gulden per
week verdienden, thans brengt een
schuit, na eene week op zee geweest
te zijn, dikwijls niet meer dan voor
tien, twintig gulden visch aan wal.
Het aantal schuiten vermindert dan
ook sterk. Reeders, die er vroeger
acht of tien hadden, bezitten er nu
nog twee.
Men schrijft ons uit Hilversum
»Nu men in de laatste dagen weer
van verschillende spoorwegonge
lukken verneemt, vestigt zich op
nieuw de aandacht op den onhoud-
bareu toestand van den overweg,
die naar Laren leidt, bij het station
alhier.
Wanneer men bedenkt, dat het
station van den Gooischen stoomtram
zich juist aan de overzijde van den
spoorweg bevindt en dat aan dien-
zelfden kant een talrijke bevolking
huisvest, die dagelijks van en naar
de kom der gemeente gaat, dan moet
men zich verbazen, dat ons gemeen
tebestuur reeds niet lang pogingen
in het werk heeft gesteld tot het
verkrijgen van een overgangsbrug.
Of zou men ook hier eerst het kaif
moeten verdrinken, vóór men den
put dempt?
Hoort men hier gelukkig niet
dikwijls van nachtelijke baldadig
heden, toch verneem ik thans, dat
eenige laaghartige schurken in den
afgeloopen nacht de gruwelijkste
misdrijven hebben gepleegd.
Zoo hebben ze van een paard
gedeeltelijk den staart afgesneden
en het dier verder diepe wonden
met een scherp werktuig toegebracht
terwijl ze zeker, door hunne helden
daad dorstig, een of meer koeien
hebben uitgemolken.
De politie van hier en 's Graven
land doet ijverige nasporingen, moge
het haar gelukken de daders in han
den van het gerecht over te leveren.
Donderdagavond omstreeks elf
uur is de brievengaarder van Baam-
brug, door de duisternis misleid,
in de nabijheid van het slot Loe-
nersloot, in den Amstel gevallen en
verdronken.
Twee jongelieden te Rotte-
valle hebben eenen zoo hooggaan-
den twist gekregen, dat de een den
ander met een mes een paar steken
in de borst toebracht. Een vrij
hevig bloedverlies en onmiddellijk
daarop volgende bewusteloosheid
deden het ergste vreezen; doch ge
lukkig is het gebleken, dat de be
komen wonden niet gevaarlijk zijn.
De mishandeling had binnenskamers
plaats, en schijut het gevolg te zijn
geweest van eene aanmaning tot
betaling van verschuldigds gelden.
Natuurlijk is er proces-verbaal op
gemaakt.
Woensdag bevond de stoom
bootkapitein JPieter Bruinsma, van
Sneek, zich in beschonken toestand
ten huize van den kastelein Kreeft
aan de veemarkt te Dokkum, waar,
ter gelegeudheid der Meimarkt, mu
ziek en dans gegeven gegeven werd.
Daar hij twist zocht, verzocht de
kastelein hem herhaaldelijk het pu
bliek niet lastig te vallen of zich te
verwijderen. Bruinsma wilde daar
aan niet voldoen, en daarop riep de
kastelein de hulp in van de politie,
die eveneens Bruinsma uitnoodigde
zich te verwijderen, en toen hij nu
ook daaraan niet voldeed, werd hij
door den politiedienaar Sijbranda,
bij fel verzet, buiten de deur ge
worpen. Hierop viel Bruinsma met
een blinkend werktuig, hetwelk la
ter gebleken is eene spitse koeschaar1
geweest te zijn, den politiedienaar
aan, en drong de gelagkamer bin
nen, waar, onder toebrengen van
slagen, opnieuw eene worsteling ont
stond, totdat hij eindelijk door het
publiek werd gegrepen en in arrest
gebracht. De politiedienaar heeft,
uit tegenweer, van zijn sabel gebruik
moeten maken. BruiDsma beweert
dronken geweest te zijn, en dien
tengevolge niets van dit alles te
weten.
De stationchef te Helmond
heeft in eene remkast van een spoor
wegrijtuig een persoon ontdekt, die
zich eerst vreemd hield, doch later
zijn naam opgaf. Hij was te Eind
hoven er in gekropen om de reis
naar Venloo kosteloos te doen. De
politie heeft hem als vreemdeling
en zonder middel van bestaan over
de grenzen verwijderd.
Wegens plaatsgebrek zijn wij
genoodzaakt het Mail-Over
zicht tot het volgend nummer
te laten liggen.
TWEEDE KAMER
DER STATEN-GENERAAL.
In een nota van inlichtingen op
het adres van dijkgraaf en hoog
heemraden van Amstelland over de
indiening betreffende den waterstaat
deelt de minister van Waterstaat
aan de Tweede Kamer een aantal
feiten, opgaven en beschouwingen
mede. Ten aanzien van den eisch
eener altijd voortdurende vrije direc
te uitwatering van Amstelland op het
Noordzeekanaal wordt gezegd
Door verleenen eener altijd duren
de vrije directe uitwatering van Am
stelland op het Noordteekanaal zou
de een nieuw recht aan Amstelland
verzekerd worden, want het bezit
slechts de vrije uitwatering door Am
sterdam op het IJ, doch belemmerd
en tijdelijk gestremd door de rege
ling tusschen Amstelland en Amster
dam, in 1880 tot stand gekomen.
Het verleenen van dat nieuwe
recht zou bovendien den waterafvoer
der andere waterschappen en polders
die op het Noordzee-kanaal het over
tollig boezemwater storten, zooals
onder meer Rijnland, Schermerboe
zem, Waterland, de IJpolders bena-
deelen, want juist in tijden van re
gen en wind, en dus van algemeen
waterbezwaar, zou Amstelland te
zijnen voordeele van het nieuwe
recht gebruik maken.
Bovendien is de eisch, wat de ver
zekering betreft dat de instrooming
van het Noordzeekanaal op Amstel-
landsboezem voor altijd onmogelijk
zou zijn, practisch onuitvoerbaar.
Het verleenen der altijddurende
vrije uitwatering van Amstelland
door de bij den Sint-Anthoniedijk
te bouwen Merwede-kanaalsluizen
zou het karakter vau het seheepvaart-
kauaal veranderen in een afwate
ringkanaal, een toestand voor de
Vecht zoo gewraakt en het toege
ven aan den tweeden eisch zou ten
gevolge hebben dat de sluizen bij
den Sint-Anthoniedijk meestal ge
sloten zouden zijn. Scheepvaart en
handel zouden door het toestemmen
der door Amstelland gestelde ei-
schen in niet geringer mate benadeeld
worden. Het doel van het Merwede-
kanaal is niet om den waterafvoer
van Amstelland te verbeteren.
RECHTSZAKEN.
De rechtbank te Eoermond heeft tegen
O. K. te Veghel de ontzetting uit zijn
ambt als machinist bij de tramweg-maat
schappij 's BoschHelmond gevorderd,
als zou hij, in dienst zijnde, veroorzaakt
hebben, dat onlangs te Gemert door een
der tramrijtuigen een paard werd overre
den en gedood, en waarbij een persoon
verwond werd.
De rechtbank te Maastricht heeft
W. B., te TerhorstMkeer, die in de
vorige week terechtstond ter zake van het
onder eede afleggen van een valache ge
tuigenis, veroordeeld tot 6 maanden ge
vangenisstraf.
Het gerechtshof te 's Hertogenbosch
heeft den 18den Mei uitspraak gedaan, in
zake tegen J. C., oud 36 jaar, koopman
te Osch, appellant van een vonnis dier
rechtbank; dat vonnis is vernietigd, ge
noemde schuldig verklaard aan diefstal bij
gelegenheid van een brand, en veroordeeld
tot 6 jaren gevangenisstraf.
Vrijdag werd voor de rechtbank te
's-Gravenhage behandeld de zaak van E.
te Amsterdam, tegen de „Leidsclie Cou
rant," wegens hot overnemen uit een ander
blad van een bericht, waarin tegon be-
driegelijke handelingen van E. werd ge
waarschuwd. Voor den eischer trad op
mr. Haas uit Amsterdam, voor den ge
daagde mr. Was uit Leiden. Uitspraak
over 14 dagen.
Onder de misdrijven tegen de openbare
orde is in het nieuwe Strafwetboek ook
opgenomen het wederrechtelijk binnen
dringen in de woning, bij een ander in
gebruik, ook zelfs als dit geschiedt door
den eigenaar in de woning, die een ander
van hem in huur heeft. Zekere Van Geest
te Haarlemmermeer had aan een arbeider
een buisje verhuurd, maar deze betaalde
hem slecht, zoodat hij hem de huur reeds
had opgezegd, niettegenstaande de huurder
hem herhaaldelijk beloofd had, de woning
te zullen ontruimen en verlaten, kwam
daarvan niets en op zekeren dag in Maart
11. toen de man op zijn werk was en de
deur achter zicli gesloten had om niet
vóór den laten avond naar huis terug
te koeren, vond Van Geest goed, de wo
ning binnen te gaan na de deur met ge
weld te hebben geopend, en daaruit al
het huisraad to verwijderen en aan den
openbaren weg te zetten. Dat was schen
ding van den „huisvrede", en deze daad
van eigen richting mocht niet ongestraft
blijven.
Tot zijne verdediging voerde de be
klaagde, die Vrijdag voor de rechtbank
alhier terechtstond, aan, dat hij van de
buren gehoord had, dat de schoorsteen
zoo vuil was, dat, wanneer tnen er in ge
stookt had, groot gevaar voor brand zou
ontstaan. Toen hij eenmaal binnen was
om zich van den toestand te overtuigen,
had hij er meteen den boei maar uitgezet
en het huis dichtgespijkerd.
De eisch van het O. M. was f 5 boete,
subsidiair 2 dagen hechtenis.
In dezelfde zitting van de rechtbank
stond de 26jarige ldeinrich Wilhelm Bau-
tenberg terecht, geboren te Gross Liebe-
nau, kreits Eoseuberg, in West-Pruissen,
beklaagd van in den uacht van 3 op 4
Mei, omstreeks 1 uur, te Purmerende nit
de woning van den goudsmid G. Smit
een gouden en eenige zilveren horloges te
hebben weggenomen door middel van bui-
tenbraak. Die horloges lagen achter een
raam uitgestald, waarvoor een luik ge
schoven was. Die ruit was verbrokeu en
het luik ter zijde geduwd. Iemand, die
daar eene poos na de inbraak voorbijkwam,
waarschuwde de policie, die zoo gelukkig
was, den dader nog denzelfden nacht op
straat te vatten, in het bezit van het
gouden en 4 der zilveren horloges, terwijl
er nog 2 op straat werden teruggevonden.
Nog een viertal zijn niet weder tot den
eigenaar teruggekeerd, die daardoor eene
vrij belangrijke schade heeft geleden.
Den beklaagde die zich in hechtenis
bevond, was mr. J. Bruyn, adv. en proc.
te Haarlem, tot verdediger toegevoegd.
Op de betrekkelijke vragen, die liem door
een tolk worden overgebracht, bekende
beklaagde volledig den diefstal, voorge-
vendo, dat bij zijn vaderland verlaten had
om zich naar Amerika te begeven, uitge
lokt door de schooue vooruitzichten, die
een daar vertoevend vriend hem had ge
opend, terwijl hij thuis armoede leed. Een
oom had hem een passagebiljet overge
zonden, hetgeen ook in zijn bezit is ge_
vonden, maar toen hij te Botterdam was
Doe open, ik ben het....
Ik hoorde de bloote voeten van de vrouw op den over
loop, het afstrijken van lucifers en de man, die, zoodra hij
binnenkwam, altijd hetzelfde verhaal trachtte uit te bren
gen: van kameraden, de verleiding.... Die en die, je weet
wei.... Die en die, met wien hij vroeger samenwerkte. De
vrouw luisterde niet:
Eu het geld?
Ik heb het niet meer, zet de stem van Arthur.
Je liegt!....
Hij loog werkelijk. Zelfs in de grootste opgewondenheid
bewaarde hij altijd een paar stuivers, denkende aan den
dorst van den Maandag; en dat overblijfsel van zijn loon
trachtte zij hem te ontnemen.
En ik zeg je, dat ik alles heb opgedronken! riep hij.
Zonder te antwoorden klemde zij zich met alle kracht
van hare verontwaardiging en haar overspannen zenuwen
aan hem vast, schudde hem door elkander en keerde zijn
zakken om.
Na een oogenblik hoorde ik het geld op den grond rol
len en de vrouw er zich met een triomfeerenden lach
op werpen.
Daarop een vloek, doffe slagen,.... dat was de dronkaard,
die zich wreekte. Eens aan het slaan, wist hij van geen
ophouden. Al het slechte en verwoestende, dat er in de
vervalschte wijnen uit de voorsteden zit, steeg hem naar
het hoofd en wilde er uit.
De vrouw kermde, de laatste meubels vlogen in stukken,
de kinderen schreiden.
In het straatje werden de vensters geopend. Men zei:
Hoor Arthur weer! hoor Arthur weerl....
Soms kwam ook de schoonvader, een oude voddenraper,
die in de buurt woonde, zijn dochter te hulp, maar Arthur
had de deur op slot gedraaid, om niet in zijn verwoestin
gen gestoord te worden.
Dan volgde er door het sleutelgat een vreeselijk gesprek
tusschen schoonvadir en schoonzoon, waardoor ik allerlei
fraais hoorde.
Dus heb je nog niet genoeg aan je twee jaar gevan
genis? riep de oude man.
De dronkaard antwoordde op een toon van gewicht:
Welnu, ja, ik heb twee jaar gevangenis achter den
rug.... En wat zou aat nog?.... Ik heb mijn schuld aan de
maatschappij ten minste betaald.... Zorg maar, dat jij dat
ook doetl....
Hij vond dat heel eenvoudig: ik heb gestolen, gij hebt
mij in de gevangenis gezet. Dat weegt tegen elkander op-
Eindelijk, toen de oude man lang bleef aanhouden, deed
Arthur de deur open, viel op zijn schoonvader, zijn schoon
moeder, de buren aan en sloeg iedereen, als Jan Klaassen.
Nu en dan echter gedroeg hij zich zeer goed.
Dan bracht de dronkaard, als hij geen stuiver meer op
zak had om te drinken, den Zondag te huis door. De stoe
len werden uit de kamer gehaald. Men ging op het balkon
zitten, vrouw Weber, vrouw Matthieu, alle buren en men
praatte samen. Dan was Arthur zeer vriendelijk en onder
houdend, men zou gedacht hebben, dat hij een model-werk
man was. Toch kwam dan ook de aap uit den mouw. Hij
sprak dan op lijmerigen, zachten toon zijn denkbeelden uit
over de rechten van den werkman, de overmacht van het
kapitaal. Zijne vrouw echter, verteederd door de slagen van
den vorigen avond, zag hem met bewondering aan.
Dit alles verhinderde echter niet, dat. Arthur den volgen
den Zaterdag zijn loon weer verdronk, zijne vrouw sloeg
en dat er in zijne woning een hoop kleine Arthurs waren,
die slechts wachtten op den leeftijd van hun vader, om
dan ook hun loon te verbrassen en hun vrouwen te slaan.
Arme, blinde menseben!