BUITENLAND. daarin tentoongesteld, te stelen, deed den Minister aan den directeur, dr. Schlegel vragen, of er voor den Bor- neoschen diamant maatregelen van voorzorg tegen diefstal te nemen waren. De directeur bracht in het midden, dat het voor eene wetenschappelijke verzameling minder waarde heeft of een diamant groot is of klein, daar de kristalvorm van beide toch bet zelfde is. Met het oog op de gelde lijke waarde en het voorgevallene met het goud van Aruba, gaf de directeur in overweging, den dia mant niet te plaatseu in het Museum, maar liever te verkoopen en de op brengst te besteden tot het aankoo- pen van voorwerpen, waardoor de wetenschap gebaat zou worden. Men meent doch de zegsman kan voor de waarheid niet instaan dat de diamant toen geplaatst is in de Nederl. Bank te Amsterdam. Zeker zal het wel zijn, dat hij nog niet verkocht is, en daarom meent de A. Ct. te mogen vragen, of daartoe in den geest van dr. Schle gel niet overgegaan moet worden. Door onbekende oorzaak is brand ontstaan in het stoomschip Mars, liggende in het Oosterdok te Amsterdam. Met behulp van vier stoom- en ééne drijvende stoomspuit werden de vlammen gebluscht. De lading is nog al beschadigd, en het schip is naar de Nieuwe Vaart ge sleept om onmiddellijk te lossen, onder bewaking van de Jan van der Heyden, welke den geheelen dag bij het schip gebleven is. Naar men verneemt waren de berichten omtrent het postvervoer van Duitschland naar Engeland en omgekeerd tot nog toe niet volkomen juist. Uit beide landen wordt de post verzonden per «eerste gelegenheid», d. i. via Vlissingen of via Ostende, per gelegenheid die de vroegste aankomst aan de plaats van bestem ming waarborgt. {Amst., D. v. N.) Maandag namiddag had nabij de Tol onder Oegstgeest een hevige twist plaats tusscheu een in Breda in garnizoen liggend artillerist en een burger, waarbij gene misbruik maakte van zijne sabel door zijne tegenpartij verschillende slagen toe te brengen. De tolbewaarder tus- schen beide komende, maakte hieraan gelukkig een einde door hem de sabel met behulp van anderen te ontne men. De vereischte maatregelen zijn genomen, zoodat de artillerist zijne straf niet zal ontgaan. LD.) In de Meer. Nog altijd trekken tal van Amsterdammers op den 2en Pinksterdag naar de Meer om daar een genot te smaken, dat door ve len zeer twijfelachtig genoemd wordt. Doch, «'s lands wijs, 's lands eer», en nog steeds gaat de Amsterdam mer «met zijn moeder naar de Meer.» Niet allen komen echter zonder kleerscheuren terug. Zoo werd daar aan een Willemstrater een zil veren cylinder-horloge ontvreemd. Een ander liep bij een vechtpartij te Diemerbrug een wonde aan het linkeroog op, waardoor hij dat li chaamsdeel zal moeten missen. Te Schollenbrug kreeg een kind van nauwelijks 2 jaar een slag van een schommel tegen het hoold, waar door het een hoofdwonde bekwam, die het kind meer dood dan levend deed neerzijgen. Zondagmorgen vond men in de Watergraafsmeer drie mannen. Een van de drie was zoo goed als dood. Hij had een vogelnest willen uit halen en was daarbij uit den boom gevallen. Hij werd per vigelante naar het gasthuis gebracht. {Amst. Cl.) Vrijdag overleed te Weesp een der meest geachte ingezetenen, de heer C. J. van Houten, in den hoogen ouderdom van 86 jaar. De over ledene was de uitvinder van het beroemde Hollandsche cacaopoeder, algemeen bekend onder den naam van Van Houtens' Cacao. Zijn werk zaam leven gaf eenen grooten stoot aan den vooruitgang en den tegen- woordigen bloei van de plaats zijner inwoning. Men schrijft ons uit Hilversum Wie had zulk heerlijk Pinkster- weder durven verwachten. De stroom van vreemdelingen was dan ook deze beide dagen weer ver bazend en onze kasteleins en stal houders hebben zeker een paar goede dagen gehad. Ook de nieuwe tram-maatschappij heeft beste zaken gemaakt;jammer was hetdat ze slechts twee rijtuigen beschikbaar had, zoodat zelfs de ex-omnibusrijder van 's Gra- veland menig ritje deed en een aardig duitje verdiende. Aan het station was de toevloed van reizigers en nieuwsgierigen zeer groot en het is üan ook alleen aan de flinke en doeltreffende maat regelen van onzen chef te danken dat er geen ongelukken zijn voor gevallen. De gewone treinen waren op verre na niet voldoende tot vervoer van de ontelbare reizigers, zoodat vooral in den avond de stroom moest worden afgevoerd met voor- en natreinen. We twijfelen niet of menigeen zal, thuis gekomen, opnieuw luide ver kondigen hoe lieflijk het is in onze schoone landstreek en zal daardoor anderen opwekken om bij voorko mende gelegenheid ook eens een dagje in het heerlijke Gooi te gaan doorbrengen Katwijks strand en duinen beginnen in de laatste dagen, dank zij het zoelere weder meer leven digheid te vertoonen, daar vele stedelingen een tochtje derwaarts gaan doen. Door dit bezoek daartoe gedreven, spannen de eigenaars van cafe's en restaurants hunne krachten in om de bezoekers naar de eischen des tijds te bedienen. Vooral de heer Vlaanderen, eigenaar van het Groot Badhotel te Katwijk aan Zee, een goed ingericht café-restaurant en ook hoogst aangenaam gelegen, laat niets onbeproefd, om zijn hotel tot een der eerste te maken van de badplaats. Eene aangename verrassing viel te Leiden dezer dagen den plaatsvervanger K., der lichting 1887 van het 4de regiment infanterie, 4de bataljon 3de compagnie, ten deel. Eene tante van genoemde liet hem bij haar sterven de niet ver werpelijke som van f 65,000 na. Onder de personen, die uit de Opéra-Comique te Parijs gered wer den, bevindt zich ook een Haagsche dame en haar man, den heer M., die een huwelijksreisje deden. De Delftsche waterleiding zal Donderdagmiddag 12 uur plechtig geopend worden. Op de markt al daar wordt een rijk versierde fon tein gemaakt, waaruit het eerste water de autoriteiten bij de opening tegenwoordig, zal worden aange boden. De muziek der schutterij zal er zich doen hooren. Zes branderijen zullen te Schie dam gesloopt worden wegens malaise in het brandersvak. Ook de kellners te Botterdam zullen te zamen komen, om evenals hun collega's te Amsterdam dit reeds gedaan hebben, maatregelen te be ramen om de concurrentie, die hen door de Duitsche kellnerinnen wordt aangedaan tegen te gaan. Een jongen te Dordrecht was Zaterdag met eenen sleperswagen medegereden naar de goederenloods op het terreinvan de staatsspoorwegen aldaar. Toen de sleper bezig was goederen te lossen, begaf de jongen zich op het rangeerterrein en schijnt zich daar geplaatst te hebben op de i ails, tusscben de goederenwagens. Toen nu kort daarop eene locomo tief de wagens achteruitduwde, kwam het hoofd van den jongen tusschen de buffers, waarop de dood onmiddellijk volgde. De herse nen waren gedeeltelijk tegen de buf fers geplakt en op den grond ver spreid. De officier van justitie, de commissaris van politie, de rijks opziener Van Leeuwen en de adjunct inspecteur Van Beuningen stelden een onderzoek in, waaruit gebleken is dat het spoorwegpersoneel geen schuld aan het ongeval heeft. Voor bouwkundig opzichter bij de Godshuizen te 's-Bosch, op eene jaarwedde van f 1000, hebben zich aangemeld 115 sollicitanten, onder welke ook uit België en Duitschland! Te Vlissingen sprong Maandag avond een marinier die uit Rotter dam met verlof was, in de Walstraat uit de nog in beweging zijnde tram. Hij geraakte, er onder met het gevolg dat zijn linkerbeen verbrijzeld werd. Per raderbaar naar het militair hos pitaal gebrachtmoest onmid dellijk tot de amputatie van het been boven de knie worden overgegaan. De toestand van den man is overi gens vrij wel. Maandagnamiddag is te Maas tricht een schip, geladeu met steenen en toebehoorende aan Huberts Voets te Grevenbicht, tegen een der pijlers van de spoorwegbrug over de Maas gestooten en onmiddelijk gezonken. De opvarenden werden nog bij tijds gered. In de Kon. Papierfabriek te Maastricht, is Zondagnamiddag brand ontstaan op een der zolders, waar de afval der lompen geborgen wordt. In een oogenblik stoud het dak van dit gedeelte der fabriek in lichter laaie, en vreesde men het ergste. Door de vereenigde pogingen echter van de brandweer der fabriek zelve, die van de stad en van de heeren Regout, en niet het minst door de wakkere houding der politie, mocht het gelukken den brand tot dit ge deelte te beperken. Het dak en de afval, die op den zolder geborgen was, werden een prooi der vlam men, terwijl de andere lompenma gazijnen veel waterschade geleden hebben. De oorzaak van den brand is onbekend; doch men vermoedt, dat die moet worden toegeschreven aan het broeien van wol. Wegens den feestdag was er geen werkvolk tegenwoordig. Op eenen gewonen werkdag zoude het vuur hoogst waarschijnlijk onmiddellijk gebluscht zijn geworden. Het ge bouw en de verbrande grondstoffen waren tegen brandschade verzekerd. De brand bleef bepaald tot de bo venste verdieping van den zuidelij ken vleugel. De schade wordt op f 12,000 ge schat. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Door de heeren Van der Kaaj, De Beaufort, W. K. vanDedem, Van Delden, Mees, Van Weideren Ren- gers en Farncombe Sanders zijn op 2 van het ontwerp van Wet tot het in overweging nemen van ver anderingen in de additioneele arti kelen der Grondwet amendementen voorgesteld om het kiesrecht voor de gemeenteraden, in afwachting eener nadere wettelijke regeling, voorloopig onveranderd te laten. Er moeten overwegende redeneu bestaan om een onderwerp, waarvan de regeling aan de Wet is toever trouwd, door additioneele artikelen in de Grondwet zelve voorloopig te regelen. Voorstellers meenen, dat de redenen ten aanzien van het kies recht voor de gemeenteraden niet aanwezig zijn. De Tweede Kamer heeft, naar men verneemt, het plan nog vóór haar uiteengaan (vermoedelijk de derde week in Juni) te behandelen de zaak Tjiomas. De door den heer M. Mackay voorgestelde motie van orde luidt: «De Kamer, van oordeel dat het wenschelijk is dat in de additioneele artikelen der Grondwet bepaald worde, dat, na de afkondiging van de wetten houdende verandering in de Grondwet, de leden der nieuwe Eerste Kamer gekozen worden door nieuwe Provinciale Staten, gaat over tot de orde van den dag.» RECHTSZAKEN. In de laatste dagen zijn weder verschei dene getuigen gehoord in de zaak van den moordenaar van den steenhouwersknecht Brik te Leeuwarden. Het moet al meer en meer blijken, dat de misdaad reeds lang voorgenomen was. De moordenaar blijft even kalm en toont niet het minste berouw over zijne daad. KERKNIEUWS. Ned. Ilerv. Kerk. De doleerende gemeente te Utrecht heeft het buiten //Kandati," in de Maliebaan, aangekocht, om aldaar een kerkgebouw te stichten. KOLONIËN. BATAVIA, 22 April. Aan het verslag der voornaamste ge beurtenissen in het goevernement Atjeh en Onderhoorigheden, loopende van 316 dezer, wordt het volgende ontleend: Groot-Atjeh. Den 3den dezer werd be richt ontvangen, dat zich gewapende Atjehers in de nabijheid van het binnen de linie gelegen heilige graf van Sjech Abdoel Baoef (in den regel Kramat Teng- koe die koewala genaamd) hadden vertoond, met het voornemen daar een godsdienstig feest te vieren. In den nacht van den 3den op den 4den, bleek dan ook van de aanwezigheid van vijandige benden, doordat Kota-Ëadja van verschillende zijden gealarmeerd, en het Chineesch hospitaal buiten Penajoeng in den brand gestoken werd. Tengevolge van de spoedig genomen maatregelen konden de zich in dat gebouw bevindende zieke Chineezen, 18 in getal, gered werden; slechts één hunner werd licht gewond. Dienzelfden nacht drong de vijand van verschillende zijden de linie binnen en nestelde zich in den omtrek van Kotta- Badja bedil, waar hij zuidelijk van boven gemeld graf eene zeer sterke stelling innam. Ten einde het terrein tusschen de Atjeh-rivier en den weg van Kotta-Badja naar Pakang Kroeng Tjoet van vijanden te zuiveren, rukten den 4den dezer van Kota Badja 4 kolonnes uit, die door de- tachamenten van Kota Pohama, Pakang Kroeng Tjoet en Lamjong werden gesteund, terwijl twee gewapende sloepen van Zr. Ms. marine de Koeala Atjeh afsloten. Bij het deboucheeren uit de kampongs Lambaroe en Lehe stuitte het 3de batal jon op den •vijand, die in de kampong Koeala stelling had genomen welke stel ling eerst na een hevig gevecht vernaees- terd werd. Wij leden daarbij een verlies van 5 dooden en 35 gewonden, waaronder 3 officieren, van welke gewonden 7 min deren overleden zijn. Volgens nader ingekomen berichten bedroeg het verlies van den vijand, die 250 a 300 (allen met geweren gewapend) man sterk zou zijn geweest, 33 dooden en 18 gewonden. In zijne positie liet hij 17 lijken, 5 beaumont- en 2 chassepotgeweren, 6 trompladers, 4 donderbussen, ééne lans en eon duizendtal patronen voor beaumont- geweer achter; twee dagen later werden op eenigen afstand van de stelling nog twee lijken gevonden. Na vermeestering der stelling werd eenige dagen achtereen het terrein in alle richtingen doorzocht, doch geen vijand meer aangetroffen. Onder de gesneuvelden bevonden zich acht Atjehers van aanzien, waaronder drie bloedverwanten van T. di Tiroe. Aanvoerders waren T. Amin, zoon van T. di Tiroe, T. Nja Agam, diens neef, en T. Alie Pager Aer. In de Moekims Longbata werden eenige bruggen door vijandelijk volk geheel of gedeeltelijk vernield. Verscheidene posten in de linie werden gedurende den verslag- tijd nu eens meer dan eens minder hevig beschoten. België. De Kamer van vertegen woordigers maakte gisteren een aan vang met de behandeling der bui tengewone militaire kredieten. De minister Beemaert trachtte vooral het nut aan te toonen van het ontwerp tot versterking der Maas. «Wij hebben behoefte,» zeide hij, «aau eene gewapende neutrali teit, om een oorlogvoerende mo gendheid te beletteD van ons grond gebied partij te trekken. Alle mili taire overheden stellen de Maaslinie voor als uitlokkende tot een door tocht.» Van het tooneel der werk staking wordt geseind Brussel, 31 Mei. Men had aan gekondigd dat er heden in alle bedrijven eene werkstakingzou plaats hebben te Brussel en in de voorsteden. Alles heeft zich bepaald tot eene werkstaking van een deel der me taalwerkers te Molenbeek, ten getale van ongeveer 100. Zij houden zich zeer rustig; er heeft geen enkele ernstige manifestatie plaats gehad. Met het oog op hetgeen er dezen avond zou kunnen voorvallen, zijn er krachtige maatregelen genomen. Bergen, 31 Mei. De nacht is rustig voorbijgegaan. Hedenochtend is het werk in verscheidene mijnen hervat. Men verwacht, dat het mor gen overal hervat zal worden. Luik, 31 Mei. De werkstaking in het bassin van Seraing kan na genoeg als geëindigd worden be schouwd. Zaterdag bedroeg het aan tal werkstakenden nog 1300; heden ochtend slechts 800. Het is hier overal rustig. Brussel, 1 Juni. Gisterenavond was het hier woelig. Eenige troe pen sociaal-democraten trokken door de stad en kwamen in botsing met de politie. Vele personen werden in hechtenis genomen. De burgemeester heeft besloten om ten strengste het besluit te handhaven, waarbij ver zamelingen van meer dan vijf per sonen worden verboden. Luik, 1 Juni. De werkstaking in het bekken van Seraing is op beide Maasoevers geëindigd. Alle mijn werkers zijn weer aan het werk. Geen enkel bijzonder voorval heeft zich voorgedaan. Het was onwaarschijnlijk, verwonderlijk en bespottelijk! Het grensde aan een mirakel! Het was echter zoo, en bleef zool Met koortsachtige werkzaamheid maakte Ernest Camus alles gereed voor de verkooping, die, op 't gebied der schilderkunst, de groote gebeurtenis van het seizoen beloofde te zijn. Hij was overal tegenwoordig. Met zege- pralenden blik, het hoofd in de hoogte, de borst vooruit, liep hij over de straat en werd eerbiedig door zijne leve ranciers gegroet, zelfs door menschen, die hij niet kende. Hij was genoodzaakt twee wachters aan zijn deur te stel len, om den dubbelen aanval te weerstaan van Engelschen en Amerikanen, die dreigden de deuren in te drukken. Eindelijk brak de gedenkwaardige dag aan, en vóórdat de eerste hamerslag neerviel, hadden Estival, Cavet en Davesne het genoegen, Isidore Tampier de hand te druk ken. Er was ongeveer een maand verloopen, sinds zij hem gezien hadden. Acht en veertig uur later, ontving Isidore Tampier van Jean Calvet het volgende briefje. «Waarde heer! Wees zoo goed ons morgen bij u te noodigen en ver zoek den heer Durocher ook tegenwoordig te zijn. Gelieve ZEd. te verzoeken in zijn portefeuille mede te brengen de gezegelde enveloppe, die wij hem, ongeveer zes weken geleden, in uwe tegenwoordigheid overhandigd hebben. Den volgenden dag, na een uitstekend diner genuttigd te hebben, traden de drie kunstcritici en de notaris het salon van den gastheer binnen, dat door een bizonder groot aantal waskaarsen helder verlicht was. Kijkzeide Jean Calvet, terwijl hij een der wanden naderde, gij hebt een Ernest Camus? Drie dagen geleden op zijn verkooping gekocht, ant woordde Isidore Tampier uit de diepten van zijn hoogen boord. En voor hoeveel, zonder nieuwsgierigheid. Twintig duizend franken. Een kleinigheid. Jean Calvet wendde zich tot den notaris. Mijnheer Durocher, zeide hij op zijn vriende'ijksten toon, zoudt gij de goedheid willen hebben, aan onzen gastheer de gezegelde enveloppe te overhandigen, die wij u toever trouwd hebben? Mijnheer Durocher stelde zijn vriend en cliënt een sneeuw witte enveloppe ter hand, versierd met een prachtig rood cachet. Isidore Tampier opende de enveloppe, nam er een brief uit, dien hij openvouwde, doorkeek - en toen liet hij zich op een sofa vallen, als ware hij door een duize ling getroffen. De brief behelsde slechts de volgende woordenVoor dat er, van heden, twee maanden verloopen zullen zijn, zal de heer Tampier zeer duur betaald hebben een schilderstuk van den grootsten knoeier, dien wij op de jaarlijksche ten toonstelling kunnen ontdekken, of wij zullen het ons tot plicht rekenen met hem de onmacht der pers te erkennen. De ongelukkige Tampier bleef als verslagen op de sofa liggen. Jean Calvet naderde hem. Wees ten minste zoo meedoogend, het avontuur niet ruchtbaar te maken.... Die arme duivel van een Ernest Camus zou er van sterven I Isidore Tampier heeft medelijden gehad, want Ernest Camus geniet een beste gezondheid en verdient fabelach tige sommen door voor het buitenland te werken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2