De Haarlemsche correspondent van de N. Roti. Ct. schrijft: Naar aanleiding van de officiëele afkondiging van burgemeester en wethouders omtrent de onschuldig- verklaring van den gemeente-archi tect Leijh en den opzichter over de gemeentereiniging Verkoren moet nog het navolgende in herinnering worden gebracht: In het verslag van B. en W. aan den gemeente raad werd op duidelijke wijze erkend, dat de opzichter Verkoren eenmaal f 10 van den paardeuleverancier Lijnkamp had aangenomen, en dat, wat de provisie van de geleverde kachels door den heer Smit aan den gemeente-architect Leijh toegestaan, betreft, door den burgemeester er kend wordt, dat de onschuld vau den architect niet o n w e- derlegbaar aan den dag is ge komen; alsook dat B. en W. op scherpe wijze hunne afkeuring heb ben te kennen gegeven over het vermissen van den bewusten brief van den heer Smit en over de on behoorlijke boekhouding van den architect. Terecht merkte dan ook het gemeenteraadslid jhr. mr. Ret- haau Macaré in de laatste raads zitting op, adat er een feit, een zeer klein feit, ruiterlijk is bekend, en een tweede van die kracht was, dat men er over heeft gedacht om tot schorsing over te gaan. Daarom is «ongegrond» hier een verkeerde term; men zegt dan: er zijn geen termen om to veroordeelen. Tot zoover de Nieuwe Rotterdam mer, die hiermede de uitspraak van B. en W. aan een critiek onder werpt. Op den voorgrond willen wij hier te kennen geven dat wij niet door partijdigheid worden gedreven, wanneerwij bovengenoemde beschou wing niet heel juist en niet erg billijk noemen. Wat doet de steller van boven genoemd bericht? Hij neemt uit het groote stuk het eene woord onge grond, en legt daarop allen klem maar ziet voorbij in welk verband het is gebruikt. In het stuk staat n.l., alinea 16: Overwegendedat uit dat onderzoek de ongegrondJieid van de beschuldi gingen voortvloeitenz.» De eigenlijke conclusie echter is vervat in deze woorden: B. en W., overwegende enz. enz. verklaren: dat kun vertrouwen in de eerlijk heid en onomkoopbaarheid van den gemeente-architect en de ambtenaren, verbonden aan het bureau van ge meentewerken, benevens van den op zichter over de gemeente-reiniging, is ongeschokt; Mogelijk dat het stuk van B. en W. aan een critiek kan onderwor pen worden, niet echter op de gronden die de N. R. Ct. aanvoert. De zaak wordt echter nog on juister wanneer onze meening juist is en de schrijver de considerans van het eerste voorstel van B. en W., dat voor 14 dagen reeds werd behan deld, toepasselijk heelt willen ma ken op hunne uitspraak van de laatste dagen. Aan het jaarverslag der vereeni- ging voor ziekenverpleging alhier ontleenen wij het volgende Het aantal verpleegsters is met ééne toegenomen, en bedraagt zeven. Gedurende het afgeloopen jaar, van Mei 1886 tot Mei 1887, bedroeg het aantal verpleegdagendoorloo- pende 1019, alleen bij dag 355, alleen bij nacht 388, totaal 1754, tegen 1522 in het vorige jaar. Inge komen waren 116 aanvragen, tegen 96 in het vorige jaar; aan 18 aan vragen kon niet voldaan worden. Dames-bsstuurderessen konden met ingenomenheid getuigen, dat de ver pleegsters voortdurend hare taak met liefde en toewijding vervulden. Zoowel van verpleegden binnen als buiten deze gemeente, mochten zij blijken van tevredenheid hierover ontvangen. Op aanvraag van geneeskundigen waren uit de kookinrichting aan 173 zieken 1498 portiën soep, 1075 liter melk en 4370 eieren verstrekt, waarvan een gedeelte aan 77 zieken op vertoon van kaarten, door parti culieren of diakenen der Doopsge zinde gemeente werd afgegeven. Met de leiding van den cursus voor ziekenverpleging had dr. ICou- wer zich welwillend belast. Ter vervulling der vacature iu het bestuur, ontstaan door het over lijden van den heer A. de Waal Malefijt, die, van de oprichting der Vereeniging in 1871 af, haar voort durend met raad en daad had bij gestaan, was gekozen dr. Rodelstürz, die deze benoeming heeft aanvaard. Hoewel de financieel) toestand niet ongunstig mag genoemd wor den, blijft toch krachtiger onder steuning zeer gewenscht. Voort durend stijgen de jaarlijksche uit gaven en vooral nu omdat weder eene ziekenverpleegster moest worden aangesteld. Door eene jaarlijksche geringe bijdrage toch kan men het voortdurend hestaan dezer zoo nut tige Vereeniging helpen bevorderen. De presidente, mevrouw Postma- Verhurg, Spaarne, i6 gaarne bereid die in ontvangst te nemen of nadere inlichtingen te verstrekken. Het Koloniaal Museum al hier ontving van den heer E. M. Holmes, directeur vau het muse um der «Pharmaceutical Society» te Londen, een groote verzameling plantaardige producten tengeschenke, grootendeels afkomstig van de Brit- sche koloniën. Dr. De Loos, te Leide aan wien de Maatschappij van Nijverheid we gens zijn belangrijke scheikundige onderzoekingen ten behoeve van het Museum zeer veel verplicht is, heeft wederom niet minder dan 66 dezer voortbrengselen onderzocht en deelt in 't kort daarva de voor de Nijver heid meest wetenswaardige bijzon derheden mede, in het Tijdschrift der Maatschappij, Mei-afl. Dit opstel van den heer De Loos sluit zich aan bij de in eenige af leveringen geplaatste artikelen van den heer Van Eeden, directeur van voornoemd Museum, over de «Colin- deries» waarin o. a. hulde wordt gebracht aan den schenker van bovengenoemde verzameling. Van dr. De Loos zal eerlang ver schijnen de beschrijvende catalogus van alle in 't Kol. Museum uit West-Indië afkomstige stoffen, waar onder ook de van den heer Holmes pas ontvangen voortbrengselen van Britsch-Guiana. Tot opvolger van wijlen den heer A. de Waal Malefijt is door Re- igenten van het St. Elisabeths- of Groote Gasthuis alhier tot heelkun dige benoemd de heer dr. B. J. Kouwer, arts hier ter stede. Gedurende de maand Mei is in de Stuivers-Spaarbank van de af- deeling Haarlem van den Volksbond in 516 posten ingebracht f 969,61; in 55 posten terugbetaald f 839,84, terwijl 24 nieuwe deelnemers zijn ingeschreven. Men meldt ons uit Haarlemmer meer Ware niet spoedig hulp gekomen, dan kad Dinsdagmorgen te Hoofd dorp een treurig oDgeluk kunnen gebeuren. Een meisje liet bij het afrijden van de brug, den kinder wagen los, waarin een kind gezeten was, met het gevolg, dat wagen en kind in de Hoofd vaart terecht kwa men. Het kind werd er gelukkig ongedeerd uitgehaald. Iemand die het aanschouwde, viel van schrik neêr en kon eerst gerui- men tijd daarna bijgebracht worden. Maandag geraakte het paard van den landbouwer A. K. in 't Oost einde op hol. De eigenaar viel van de kar en de wielen gingen over 't hoofd en been. Zwaar gekneusd werd de patient ter verpleging weg gevoerd. De aanbesteding te Haarlem op 7 Juni, tot het verdiepen van boch ten in de Haarlemmermeer, was al dus: A. den Breejen f8430, J. v. d. Heuvel f7579, beiden te Haarlem mermeer, W. Noordhoek f 6221, te Nu mansdorp. De gunning wordt later bericht. Woensdag namiddag is d; heer van O., van Hillegom, nabij Veenen- burg uit het talud op den spoorweg komende, door eene losse machine die achter trein 38 volgde, aange reden en onmiddellijk gedood. Het was met de liefde ge daan. Een eerzaam weeuwtje, uit de omstreken van Haarlem naar Amsterdam gekomen, hoopte te Amsterdam langs den meer en meer gebruikelijken weg, in kennis te komen met een man, waardig haren overleden echtgenoot te vervangen en bereid met haar den tocht naar het Raadhuis te aanvaarden. Het weeuwtje had wellicht wel eens van trouivelooze, maar nooit van hongerige minnaars gehoord. Aanvankelijk slaagde zij naar wenscheen blonde Adonis, op het Itplein woon achtig, had als candidaat alle kans van te zullen slagen en bezocht getrouw zijn toe komstig vrouwtje op haar net ingericht bovenhuis in de nieuwe stad. Het weeuwtje volui het erg gezellig en af en toe werden des avonds eenige buren verzocht om een kaartje te maken, bij welke gelegenheid de toekomstige echtgenoot uitermate in zijn schik was. Alles ademde liefde en teederheid; reeds droomde het weeuwtje van de zonnige dagen van toekomstig hu welijksgeluk, toen eensklaps het plan mis liep, door de tussehenkomst harer zuster, die, om in gewoon meusehen-proza te spreken, bij de hand was voor drie. De zus ter dan kwam logeeren, er werd een paar avondjes oudergewoonte een kaartje ge maakt, en nu trof het den scherpzienden blik der zuster, dat de verliefde huwe- lijkscaudidaat nooit meer dan twee kwart jes in zijn portemonnaie had en boven dien bijzonder veel at en dronk. „Ik houd dien man voor erg kaal, zeide zij, meer hongerig dan trouwlustig". Die vonk van argwaan ontvlamde in het voor indrukken zoo ontvankelijk vrouwelijk hart, zus kon toch wel eens gelijk hebben; als het eens om haar centjes te doen wasHoe dit te ontdekken? Er werd door de zusters een krijgslist bedacht. Zondag kwam de ver liefde, hongerige on dorstige minnaar als altijd, er werd koffie gedronken en na afloop verklaarde het weeuwtje dat zij, daar de meid uit was, geen zin had om te koken en dus gaarne met hare zuster en hem in een hotel zou dineeren. Tegen wil en dank moest de man het voorstel aannemen en tegen 4 uur wan delde het drietal op het R plein, want mijnheer moest nog even thuis wezen. Zie je wel, zei het weeuwtje tot hare zuster, hij is bepaald even nog wat geld gaan halen." Het gezelschap kwam einde lijk in een der hotels nabij den Dam, de dames lieten zich alles goed smaken, ook den wiju en daar het zoo warm was, zou een glas champagne niet onaardig zijn. Wij weten niet welk geluid sterker was, dat van het knallen der champagne-kurk of dat van het bonzen van 's mans bart, want het beslissend oogenblik naderde. De kellner wordt geroepenmijnheer zegt „Je kent me wel, ik zal morgen wel komen betalen". Het aanbod wordt goedgevonden, het gezelschap verlaat het hotel, de man met een verlicht hart, de dames verblijd over het succes harer list, het weeuwtje overtuigd dat haar aanstaaude kaal in het kwadraat was. Nog denzelfden avond nam het weeuwtje de pen op, om haren Adonis fatsoenlijk de bons te geven. (Historisch.) (//Pol. Nieuws.") LAND- EN TUINBOUW. Het Nederlandsch. Landbouvvcomité hield Dinsdag zijn vijfde vergadering. De voor zitter, de heer W. J. Hofman, wees bij de opening der vergadering op het belang van samenwerking der verschillende land- houwvereenigingen tot behartiging van het gemeenschappelijk landbouwbelang en op den steun, dien de Eegeeringscommissie voor den Landbouw, der vereeniging gaf. De vergadering was vóór hengstenkeuring teu behoeve der remonte in meerdere provinciën met eene jaarlijksche her nieuwing der keuringsbrevetteu. De vraag betreffende de al of niet wen- schelijkheid van de oprichting eener alge- meene Nederlandsche landbouwcourant werd commissoriaal gemaakt en in handen der heeren Dommer van Poldersveldt, De Bruyne en Fonteyn de Jong gesteld. In verband met de klachten over de werking der vogelen wet ten nadeele van den landbouw werd een commissie benoemd tot het opmaken van eene kwestionnaire voor de landbouw-maatschappijen over de nadeelen of gunstige gevolgen van de toe passing der wet. Meer gebruikmaking van de. dispensatiën tot het dooden van de sterk zich vermenigvuldigende kraaien en musscheu werd noodig geoordeeld. Tot commissieleden voor deze zaak wer den benoemd de heeren Bultman, Hofman en Kakebeeke. Algemeen verklaarde het Landbouw- comité zich voor de inzending van vee op de tentoonstelling te Parijs in 1889 of op elke buitenlandsche tentoonstelling van belang, met het doel ons vee zooveel mo gelijk buitenslands bekend te maken. Het bestuur werd in dit opzicht diligent ver klaard. Tot secretaris is verkozen de heer Dom mer van Poldersveldt. LEGER EN VLOOT. Door den minister van Koloniën is als nog aan den gepensionneerden sergeant der infanterie van het O. I. leger C. Daniels, woonachtig te Nijmegen, het eereteeken voor belangrijke krijgsbedrijven met de gesp 18731885, toegekend. De schietoefeningen, met zwaar kustgeschut op beweegbare schijven, ge durende de zomermaanden door de ves ting-artillerie te Helder te honden, zijn Dinsdag aangevangen. Het geschil dat gerezen is tusschen Z. M. den Koning en den minister van Oorlog over de benoeming' van een luite nant-kolonel tot kolonel-commandant van het 3e regiment infanterie, zal eerstdaags worden opgelost, daar eene nieuwe voor dracht naar Wildungen is opgezonden. BINNENLAND. Bij Zr. Ms. besluit van 7 Juni ia ben. tot notaris binnen het arron. Utrecht, ter standpl. de gemeente Amerongen, J. W. van WieriDgen, thana notaris te Wijk bij Duurstede. Bij kon. besl. van Juni is, met ing. van 10 Juni: 1° aan den minis ter van Waterstaat, Handel en Nijver heid, voor den tijd van eer.e maand tot herstel van gezondheid, een bui- tenlandsch verlof verleend2° aan den minister van Marine tijdelijk de -waarneming opgedragen van de functiën van minister van Water staat, Handel en Nijverheid. Bij kon. besl. van 7 Juni is aan den burgemeester van St. Geer- truid, A. D. A. Quaedvlieg, toestem ming verleend om te Eckelrade (Gronsfield) te wonen; is, met ing. van 1 Juli, ben. tot commies der posterijen van de 4de kl. P. C. van der Veer, thans surnumerair der Posterijen. Blijkens bericht van Zr. Ms. minister-resident te Madrid, heeft de Spaansche Regeering de haven van Cayo-Huesco(Vereenigde-Staten)met gele koorts besmet verklaard. Volgens mededeeling van den consui-generaal der Nederlanden te Lissabon, heeft de Portugeesche Re geering de havens van Argentinië en Uruguay vrij verklaard van cho lera. Bovenstaande berichten zijn uit de St. Ct.) Door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland is de termijn van voltooiing van den paardentram tusschen Enkhuizen en Hoorn met een jaar verlengd. De minister van Marine, de heer Tromp, wordt tijdelijk belast met de waarneming van het mini sterie van Waterstaat, Handel en Nijverheid. De France weet te verhalen, dat de Koning der Nederlanden te «Wilhemgen» ziek ligt en dat «de Kroonprins met zijne gemalin» zich naar Z. M. begeven hebben!! De vergadering van R. K. Kiesvereenigingen, vastgesteld op 14 Juni, is tot 21 Juni verdaagd, om den Kamerleden, nu verhinderd door de grondwetherziening, gele genheid te geven tegenwoordig te zijn. Mr. R. J. graaf Schimmelpen- ninek van Nijenhuis heeft de can- didatuur der katholieken in het hoofdkiesdistrict Deventer aangeno men. Er zijn daar dus thans drie candidateu. De achtste jaarlijksche alge- meene vergadering der Vereeniging van gepensioneerde onderofficieren en minderen van het Nederlandsche leger wordt dit jaar gehouden in de afdeeling Nieuwer-Amstel op Dinsdag 14 Juni e. k. De minister van Oorlog hoopt evenals de laatste algemeene ver gadering, ook deze vergadering bij te wonen. De hh. mr. D. A. Koenen en G. L. Van Lennep, voorzitter en secre taris van de afdeeling «Nieuwer- Amstel», en hel lid vau verdienste, de heer J. W. Brouwers te Boven kerk, zullen alle aanwezigen ter vergadering een diner aanbieden te Bovenkerk, terwijl een rijtoer door Nieuwer-Amstel het diner zal voor afgaan. De Maatschappij tot exploitatie van Slaatsspoorwegen en de Hol- landscheSpoorwegmaatschappij heb ben goedguustig beschikt op de aanvrage van het hoofdbestuur, om vermindering van tarief voor de af gevaardigden en anderen die deze vergadering zullen bijwonen. Onder den titel «Zou ik voor den klepper vreezen?» is een v ug- schrift uitgegeven ten voordeele van een op te richten pensioen- en weduwenfonds voor ambtenaren en beambten van politie in Nederland. Het is geschreven naar aanleiding van een rondschrijven van den al- gemeenen Nederlandschen Politie bond. Het hoofdbestuur riep aller hulp in voor zulk een fonds, dat niet alleen tot heil der weduwen tidor, is Duchessa of Contessa weet ik hetik hen jaren geleden door de een of andere liefdadigheidsgeschiedenis eens met haar in aanraking geweest. Nu komt zij naar mij toe, doet of wij oude hekenden zijn, spreekt van «wij Oos tenrijkers» en «ons Weenen! Is dat niet amusant? Hm! Arme Fritzi! Je bent waarlijk te beklagen, meende Sempaly met een ondeugenden glimlach; nu, er staat je nog een groote verrassing te wachten. Moeder en zuster Sterzl komen eerstdaags te Rome. Zoo?... hm! Dat vind ik recht onaangenaam. Waarom? mengde zich Gandry nu met veel be langstelling in het gesprek, valt er iets op hen te zeggen Pas du tout, antwoordde gravin Ilsenberg, Ik geloof, dat het de fatsoenlijkste menschen van de wereld zijn, maar ik vind het gênant, voortdurend in gezelschap menschen te ontmoeten, die men toch in Weenen onmogelijk zien kan. Je moet hem een wenk geven, Nicki.... Je moet hem zeggen.... zeggen... Ja, Fritzi, antwoordde Sempaly lachend, ik zal hem zeggen: beste vriend, pas vooral op, dat je je dames niet in de wereld brengt, het zou mijn nicht Ilsenbergh onaangenaam zijn. Gravin Ilsenbergh wendde zich schouderophalend van haar plaagzieken neef af, speelde eenigszins zenuwachtig met haar gelen schildpad waaier, ben je van plan die menschen te ontvaDgen, Marie? vroeg zij. Wie ontvang ik niet, zeide de vorstin met een veelbeteekenenden blik. Ik kan het niet, onmogelijk, riep gravin Ilsen bergh, meer en meer in vuur gerakend, hoewel het mij spijten zou Sterzl te moeten kwetsen. In ieder geval zou 't zijn eigen schuld zijn. Doe wat je wilt, zeide de vorstin, maar je weet, dat ik sympathie voor Sterzl gevoel en hij bij mij een wit voetje heeft. Die pay san du Danubegrinnikte Gandry, die niet veel verstaan had van het gesprek tusschen de beide Oos- tenrijkschen. Sterzl is een zeer net mensch, zeide nu gravin Il senbergh koel; zij wilde niet, dat Mme de Gandry den draak zou steken met haar burgerlijken landsman. Die paysan du Danube is mijn speciale vriend, zeide vorstin Vulpini, met de bijna kinderlijke openhartig heid, die een kenmerk was van haar karakter; ik zie hem gaarne, wij blijven altijd «onder ons» met hem. Grooter lof bestaat er zeker niet op aarde, merkte Truyn schetsend en goedaardig- op. Toen mijn kleine jongen hier in het salon zijn arm brak, heeft Sterzl hem opgenomen en gij hadt eens moeten zien, hoe teeder hij mijn lieven kleinen schat in de armen hield, vervolgde de vorstin haar lofrede. Dat bewijst nog al veel voor den tact zijner dames, om zich in salons te kunnen bewegenlachte Sempaly. Vergeef mij de vraag, mengde zich geheel onver wachts gravin Gandry in het gesprek, het is maar om een richtsnoer te hebben, de Sterzl's zijn niet gezien in Oostenrijk, wel? In den vreemde kunnen onze Oostenrijksche gewoon ten eigenlijk geen richtsnoer zijn, zeide Truyn, die gra vin Gandry niet uit kon staan, tamelijk scherp; düar ontvangen wij niemand, die niet onder ons geboren is. -Ja, zeide Sempaly ondeugend,-Onze Oostenrijk sche samenleving is zoo exclusief als de stam Israels; zij versmaadt het proselieten te maken. En de leerhandelaarsdochter, die blijkbaar Truyn's woor den niet begrepen had of niet begrijpen wilde, zeide met veel aplomb: Het verheugt mij, thans ingelicht te zijn. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2