Aan onze lezers. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Mathilda's Liefde 4e Jaargang. Zaterdag 11 Juni 1887. No. 1205. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: STADSNIEUWS. III N N K N L A NI). ZIN KA. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit bind verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. van 15 reg'els 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door allo boekbandelaren, postkantoren en courantiers. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DA TJBE Co., JOH. F. JONES, Sucr., F ar ijs, 3 Ibis Faubourg Montmartre. De Directie van HAARLEM'S DAGBLAD heeft aan haar bureau verkrijgbaar gesteld, een beperkt ge tal exemplaren van den boeienden geschiedkundigen Roman naar het Hoogduitsch door CHRISTIAAN VAN SPAARNE. Voor geabonneerden op HAARLEM'S DAGBLAD is de prijs ƒ0.40; voor niet-geabonneerde'n ƒ1.50. De Directie. Haarlem, 10 Juni. Bij gelegenheid van liet Neder- landsch Landhuisboudkundig Con gres, dat van 28 tot 30 Juni alhier zal worden gehoudeD, zal den 29n Juni een harddraverij in den Dreef plaate hebben, om prijzen van f 300 f100, en f50. Gedurende de maand Mei 11. werd het Museum van Kunstnijverheid op het Paviljoen alhier bezocht door 1708 niet-betalende en 45 betalende, in het geheel door 1753 personen. Bij de afdeeling voor de geschil len van bestuur is o. a.Woensdag in gekomen een koninklijk besluit, houdende beslissing in zake: het beroep van K. M. B. Reigers te Haarlem, van een besluit van B. en W. dier gemeente, waarbij geweigerd is hem ontheffing te ver- leenen van de voorwaarden ten aanzien van het gebruik van steen kolen als brandstof in zijne fabriek. De beslissing van B. en W. is ver nietigd en appellant niet-ontvanke- lijk verklaard in zijn beroep. De polderwerker Cornelis Ivo, be schuldigd van mishandelingen ge pleegd aan een kind in de Nieuw- steeg alhier, zal op 23 Juni e. k. voor de Arrondissements-rechtbank terecht staan. De rechtbank alhier heeft Donderdag de beide vrouwen uit Hillegom, die de vorige week terechtstonden wegens mis handeling van den echtgenoot van ééne van beidon, veroordeeld tot eene geldboete van f B voor ieder, en de ontrouwe zes tienjarige dienstbode uit Jisp, die hare meesteres aan spoken wilde doen gelooven en haar vervolgens bestal, of liever de gelden, die zij voor de ongenoode gasten moest nederleggen, ten eigen bate aan wendde, tot de geëisclite gevangenisstraf van 1 jaar. De zaak van den heer Van den Beyl te Haarlemmermeer, appellant van een vonnis des kantonrechters aldaar, waarhij hij was veroordeeld wegens het jagen met een windhond en jachtgeweer (lange jacht), was opnieuw aan de kennisneming der rechtbank te Haarlem onderworpen, daar deze bij vonnis na de eerste behandeling had gelast het hooren van twee door haar benoemde deskundigen. Deze, cle heeren baron Yan Tuyll van Serooskerke te Yelseu, en jhr. Van (le Poll te Haarlem, respectievelijk voorzitter en lid van de Jachtvereeniging //Nimrod," waren verschenen en evenzoo (le hond in kwestie, waarmede (le jachtovertreding was gepleegd. De beklaagde, appellant, had zijnerzijds nog twee deskundigen medegebracht, de heeren Stoffels, veearts, en Westbroek, paardenarts, beiden te Amsterdam. Allen waren van oordeel, dat de ter terechtzitting aanwezige hond was van ge kruist ras. De substituut-officier, mr. Von Baum- hauer, requireerde de vernietiging van het vonnis van (len kantonrechter, omdat daarin op een onwettig bewijsmiddel was rechtgesproken. Z.E.A. meende, (lat het te laste gelegde feit niet opleverde de over treding van art. 15b, maar van art. 15c der jachtwet. Daar worclt als geoorloofd jachtbedrijf aangemerkt het jagen met ge weer en met of zonder staande honden, (1. i. zoodanige honden, die den jager be hulpzaam zijn bij de jacht, het wild op sporen en in geval het geschoten wordt apporteeren. De hond nu, die door bekl. werd gebruikt, is op zijne aanwijzing achter het haas gegaan, zonder (lat een schot is gevallen, voldoet dus niet aan de eigen schappen van een staanden hond. De wetgever heeft het jageD met geweer en zoodanigen hond verboden, omdat de jager op die wijze eene dubbele kans zou heb ben om het wild te vangen. Het requisi- tor luidde veroordeeling tot eene geldboete van f 10, subsidiair 4 dagen hechtenis. De verdediger van bekl., jhr. mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg, advocaat te Amsterdam, betoogde: 1°. dat het feit geene overtreding kan zijn van art. 15b der jachtwet, omdat niet gejaagd is met een windhond. De kwaliteit van bastaard windhond immers sluit het zijn van wind hond uit. Verder omdat slechts gejaagd is met één hond en voor de toepassiug van art. 15b het jagen met meer honden noodig is, zooals uit (1e geschiedenis der wet blijkt; 2° dat het geene overtreding van art. 15c der wet kan zijn, omdat niet is ten laste gelegd het jagen met een hond, die niet staat. Uit de verklaringen der deskundigen was gebleken, dat een bastaard hazen windhond een staande hond kan zijn; 3° dat het in ieder geval niet be wezen was, dat (1e door beklaagde ge bruikte hond een hond was, die niet stond, en 4° dat, aangenomen dat zulks bewezen was, het feit niet strafbaar was, aangezien de uitdrukking //staande hond" in art. 15c gebruikt is in tegenstelling met de uitdrukking //wiudhond" in art. 15b, en daaraan hare beteekenis ontleent, zoodat iedere hond, die niet is windhond, als staande hond moet worden beschouwd. Zijne conclusie luidde: vrijspraak, subsi diair ontslag van rechtsvervolging. Na repliek is de uitspraak op 23 Juni bepaald. Door J. G. Hijlenburg- is aan het gemeentebestuur vergunning ge vraagd tot het oprichten van eene bakkerij in het perceel aan de Gier straat No. 30. De Rotterdamsche Duivenbond hield Maandag 6 Juni hare bonds- wedvlucht van Maagdenburg. Te 5 uren des ochtends werden de dui ven in vrijheid gesteld. De 4 medail les voor deze vlucht uitgeloofd, werden als volgt behaald: le en 2e duif van den heer H. van Toor, te Ylaardingen, 3e duif van den heer J. F. Duugelman, te Rotterdam, en 4e duif van den heer Johs. Jung te Haarlem, terwijl nog een tiental duiven voor diploma in aanmerking komen. Te laat om nog in ons vorig num mer te vermelden, ontvingen wij gisterenmiddag bericht van het vol gende ongeval: Bij 't verplaatsen van eene hijsch- kraau op de werkplaats der Holl. Spoorw.-Mij hier ter stede, kwam een jongen met zijne rechterhand tus- scben de kamraderen van den rol wagen, met het ongelukkig gevolg dat het lichaamsdeel vreeselijk werd verminkt. In deerniswaardigen toe stand werd de arme knaap naar zijne woning vervoerd. De eerste Amsterdamsche vacan tie kolonies vertrekken den 16en dezer maand en wel ééne naarWijk- aan-Zee van 25, en ééne naar Zand- voort van 40 kinderen. LETTEREN EN KUNST. Uit Leeuwarden bericht men: Ofschoon met het afgraven van de terp bij Stiens nog geen begin is gemaakt, zijn in den grond aan den voet (lezer terreinsverhoo- giag reeds belangrijke opgravingen gedaan, onder leiding van den heer dr. W. K. J. Schoor te Leeuwarden. Ter plaatse, waar vroeger de gracht moet hebben geloopen, die rondom de terp was aangelegd, is op 1.50 M. beneden zomerpeil (ongeveer 1.08 M. beneden Amst. peil) onder de potte- bakkersklei een ongeveer 1 (IM. dikke laag mosselschelpen ontdekt. In deze zelfde kleilaag, mede in de voormalige gracht, zijn voorts nog gevonden een kop en eenige heenderen van een voorwereldlijk rund, vermoedelijk de «Bos primigenius of pris- eus," benevens eenige schedels van den turfhond of paalwormhoud en van den bronshond. Dit alles is opgezonden naar het rijks museum van oudheden te Leiden. Dr. Vitringa zal in den nazomer, in het licht geven: //Neen!" een stadsge schiedenis, door Jan Holland. //Dit ver haal is een satire in den geest van «Nette Mensehen" en in vorm het naast over eenstemmend met den roman «Darwinia" l)e geschiedenis speelt in een stad van den tweeden of derden rang, waar in be knopt bestek zoo wat het zelfde getob en gewurm plaats heeft als in Nederland. De draad, die door het verhaal loopt, is de zucht tot negeeren," schrijft dr. Yitringa. Het werk zal in twee deelen verschijnen. LAND- EN TUINBOUW. De stand der veldgewassen in de z. g. Loosdrechtsche en Hilversumsche Eng is, dank het weder, dat blijkens de vele aangeheven klaagtonen als zoo ongunstig werd beschouwd, zoo goed als in geen jaren het geval was. De aardappelen staan prachtig op rijen, waaraan slechts weinige ontbrekende rogge belooft, zoowel wat korrel als stroo aangaat, een uitnemend beschot; de haver heeft de zoozeer gewilde «blauwe kleur" in ruime mate; de boekweit komt flink, krachtig en zeer regelmatig op, terwijl de erwten en overige gewassen eene even goede opbrengst beloven. ONDERWIJS. Tot directeur van het Schoolmuseum te Amsterdam is tegen 1 November a. s. be noemd de heer G. B. Lalleman, hoofd der openbare school te Moordrecht. De stellingen, door dr. J. Woltjer te verdedigen op de openbare meeting, vanwege de Vereeniging voor hooger on derwijs ter zevende jaar lij ksche samenkomst te Middelburg te houden, zijn de volgende: 1. Het streven van den tegenwoordigen tijd op wetenschappelijk en staatkundig terrein moet leiden tot de oprichting van vrije, d. i., noch van de overheid, noch van de kerk uitgaande universiteiten. 2. De gereformeerde beginselen leiden tot hetzelfde resultaat, daar zij afkeerig zijn van alle syncretisme. 3. De gereformeerde beginselen zijn aan de beoefening en de vermeerdering der wetenschap bevordelijk. Bij kon. besluit van 31 Mei zijn ben. in de Orde van den Nederl. Leeuwtot ridder-grootkruis Z. Ex. de min. van Staat A. H. A. Maybach, min. van Openbare Werken van Pruisen; tot kommaudeur, de heeren L. Brefeld, dir., werkelijke ge heim- en opperregeeringsraad aan liet dep. van Openbare Werken te Berlijn, en G. E. O. Hellwig, directeur, werkelijke ge heim- en regeeringsraad aan het departe ment van Buitenlandsche Zaken te Berlijn tot ridderde heeren J. J. C. G. Hoeter, geheim regeeringsraad aan het departe ment van Openbare Werken te Berlijn, en R. H. G. O. Pritsch, gezantschapsraad en rapporteur aan het dep. van Buitenl. Zaken te Berlijn. Bij kon. besl. van 7 dezer is de heer I. G ten Noever de Brauw, arts, met ir.g. van 21 Juni a.s., benoemd tot offic. van gez. 2de kl. bij de zeemacht is een eervol ontsl. verl. uit hunne betr. van reserveoff. van gez. 2de kl. bij de landmacht: lo met ingang van 9 Juni aan den heer W. J. Yoorthuysen, arts te Baarn, en zulks in verband met de om standigheid, dat hij zich niet heeft aan- ;emold om voor eene herbenoeming in gen. betr. in aanmerking te komen2o met ingang van 80 Juni, op hunne aanvrage aan de heeren P. W. Mari en E.L. Arentz, artsen, respectievelijk te Haas trecht en te Nieuwer-Amstel. De overpl. van den luit. ter zee 2de kl. G. P. Posthuma, bek. tot de rol van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, met 21 dezer, aan boord van Zr. Ms. ram- monitor «Draak", wordt wegens ziekte ingetr. en beschouwd als niet te zijn ge schied; ter zijner verv. aan boord van gen. rammonitor wordt aangew. de luit. ter zee 2de kl. jhr. W. E. van Sprengler. Blijkens bij het dep. van Marine ontv. telegram is Zr. Ms. instructieschip «Nautilus", onder bevel van den kapt.- luit. ter zee P. C. Pabst, in den morgen van den 9 den dezer te Wilhelmskafen aan gekomen. Aan boord was alles wel. Bij kon. besluit van 31 Mei is aan A. Meeter Pzn. te Gorssel vergunning ver leend tot oprichting van een krankzinni gengesticht op het buitenverblijf «den 01- denhof" te Gorssel, met bepaling, dat het maximum van het aantal lijders zal be dragen zes mannelijke en zes vrouwelijke krankzinnigen en het minimum van het getal geneeskundigen één. Bovenstaande berichten zijn uit de St. Ct.) FEUILLETO HST. Roman van OSSIP SCHUBIN. 6) VIERDE HOOFDSTUK. Siegburg, die achter haar zat, knipoogde tegen Sempaly en trok een onbetaalbaar gezicht. Vorstin Vulpini zag er bijna verontwaardigd uit; ik zal Sterzl niet in den steek laten,» zeide zij, «en als zijn zuster is, zooals hij mij haar beschrijft, dan «Heeft hij je al van zijn zuster verteld?» vroeg Sempali. «Natuurlijk,» zeide de vorstin met een goedaardigen glim lach; «jou misschien ook, Nicki?» «De hemel beware me, met mij spreekt hij niet van zijn heiligen, ik ben dat niet waard,» antwoordde Sempaly; «hij heeft mij slechts haar komst aangekondigd en daarbij veel- beteekenend geglimlacht! Hm, hij schijnt groote plannen met de jonge dame te hebben en zal haar zeker een schit terend huwelijk laten doen. Het zou mij zeer verwonderen, als hij haar met een ander doel hier had laten komen. Norina, neem je in acht!» «Mademoiselle Sterzl zal toch geen aanspraak maken op een kroon,» merkte Gandry niet zonder heftigheid op, haar eigendom verdedigend. «Sterzl eischt niets minder voor zijn zuster,» hield Sempaly vol. Praat toch zoo'n nonsens niet,» zeide Truyn om een einde te maken aan de vermetele praatjes van zijn neef. Deze had zich intusschen over een kleinen guéridon gebogen en krabbelde met een gouden potloodje ijverig op de ach terzijde van een brief. Na een oogenblik reikte hij gravin Usenbergh het blaadje toe. Madame de Gandry zag over haar schouder heen; «kostelijk!» riep zij, «kostelijk!» Op het blaadje was Sterzl als afslager voorgesteld, met den hamer in de eene en een modepoppetje in de andere hand en om hem heen verdrongen zich alle kronen van Rome. In een hoek van het blaadje stonden de woorden «Mejuvrouw Sterzl, eenmaal, andermaal!De teekening ging van hand tot hand, Sterzl geleek sprekend. Spoedig daarna nam gravin Ilsenbergh haar afscheid en daar de stemming niet zeer geanimeerd was, vertrokken de beide vriendinnen kort na middernacht, waarop die heeren, welke slechts om harentwil gekomen waren, zich eveneens ver wijderden. «Fritzi lijdt waarlijk aan een idee fixe,* begon de vorstin, toen alle indiscrete vreemden verdwenen waren; ik zou dus verplicht zijn, reeds van te voren voorzorgsmaatregelen tegen dat arme ding te nemen! Waarom zou ik mij voor die kleine Sterzl geneeren? Ik begrijp het ook niet, antwoordde Siegburg; ik heb trouwens al een aardig plan bedacht; als zij mooi is en geld heeft, dan trouw ik haar, dat zou het evenwicht herstellen! Siegburg hield er veel van over het geld te spreken, dat zijn toekomstige vrouw hebben moest. Het was toch nog al onhandig van Fritzi, dit thema in tegenwoordigheid van die twee vreemde vrouwen aan te roeren, ging de vorstin voort. Ik zou zoo op een maal exclusief moeten zijn Heb je gemerkt, hoe die zoogenaamde gravin Fritzi naar den mond praat? zeide Siegburg. Intusschen snuffelde Trnyn met zekere gejaagdheid op den schoorsteen en de étagère rond, waarbij de gastheer hem welwillend behulpzaam was. - Wat zoek je, Erich? vroeg de vorstin. Och, de teekening van Sempaly. Ik zou dat ding niet gaarne laten slingeren. De caricatuur was voortreffelijk, Nicki; ik zou er ook niets tegen hebben gehad, als wij onder ons geweest waren, maar je hadt hem niet aan die vreemden moeten laten zien. Je bent te lichtzinnig, je be denkt niet wat je doet. Wat heb ik nu weer verkeerds gedaan zeide Sem paly eenigszins verdrietig. Je hebt eenvoudig dit jonge meisje als een trouw lustige avonturierster gebrandmerkt. Kom! Als men bij elke onschuldige aardigheid zoo diep moet doordenken! zeide Sempaly. Men zocht de caricatuur nog overal, maar tevergeefs. Ik ben overtuigd, dat die Piazzarola ze in haar zak gestoken heeft, riep de vorstin spijtig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 1