kundig genootschap, van die van de Ver. tot vorming van een verzame ling van hedendaagsche kunst, den wethouder den heer Driessen, den heer Cuijpers en eenige anderen. Om één uur werd het publiek toegelaten. Maandagmiddag hebben Burg. en Weth. van Amsterdam,met den ge meente-secretaris en den directeur van publieke werken, een langdurig bezoek gebracht aan de tweede gas fabriek der Imperial in de Linnaeus- straat en, geleid door den techni- schen directeur der maatschappij, de heer J. Pazzani, tot in de kleinste bizonderheden het in- en uitwendige der trotsche fabrieksgebouwen in oogenschouw genomen. Woensdag te 1 uur wordt te Amsterdam de tentoonstelling van voedingsmiddelen, met het keurige zeventiende - eeuwsche marktplein, feestelijk geopend. Te half drie wordt de toegang opengesteld voor het publiek. De laatste trein van Utrecht is Zondag eerst tegen twee uur des nachts te Amsterdam aangekomen, omdat te Utrecht was gewacht op den trein van 's-Hertogenbosch, waarvan even buiten het station aldaar, waar de wegen naar Nij megen en Utrecht zich scheiden, machine, bagagewagen en een wag gon ontspoord warende postwagen en verdere waggons bleven op de rails. De passagiers kwamen met den schrik vrij en moesten wachten op den van Utrecht komenden trein, om daarin over te stappen. Men schrijft ons uit Hilversum: Een hevige brand heeft Maandag namiddag ten circa 6 uur een groot gedeelte van een sparrebosch van mevrouw de wed. Zeem-Gahr aan den Utrechtsche straatweg vernield. Eenige in de nabijheid wonende en werkende arbeiders mocht het gelukken den brand te beperken om met de in allerijl met wagen en paard aangerukte Hilversumsche vrijwillige brandweer de brand ge heel te blusschen. De oorzaak is onbekendmen ver diept zich in gissingen, omdat de brand, noch aan de spoorbaan, noch aan de zijde van den weg ontstond. Vermoedelijk is zij door jongens veroorzaakt die nog al eens in de bosschen naar vogelnestjes en eieren zoeken. Woensdag a. s. zalte's-Hage voor Burg. en Weth., de commissie van fabricage, den architect, de direc teuren en de brandmeesters van den schouwburg, het waterreservoir bo ven het tooneel van den schouw burg worden beproefd. Later zal de gelegenheid worden geopend, het publiek eenige malen dergelijke proefnemingen te doen bijwonen, met het doel het bestaan van afdoende brandbluschmiddelen in den schouwburg meer algemeen bekend te maken, en zooveel moge lijk reden tot bezorgdheid of paniek bij onverhoopt onheil weg te nemen. Aangaande de voorgenomen restauratie van het paviljoen te Scheveningen van Z. D. H. den prins van Wied verneemt men, dat dit zomerverblijf met twee vleugels zal worden vergroot, terwijl voorts het plan zou bestaan, om van het uitge breide terrein dat het paviljoen om geeft een aanmerkelijk gedeelte te verkoopeu. Vrijdag kwam eene Poolsche familie, bestaande uit man, vrouw en vier kinderen te Rotterdam, met het doel Zaterdag met het stoom schip Edam uit Amsterdam naar New-York te vertrekken. Te Rot terdam geraakten man en vrouw, waarschijnlijk door drukke passage, gescheiden, ieder met twee kinderen, en zochten elkaar te vergeefs. De vrouw reisde met haren zuigeling en het 4jarig zoontje naar Amster dam, in de hoop haren man en kinderen aan de vertrekkende boot te zullen vinden. Zij werd daarin echter teleurgesteld. Haar echtge noot en de twee kinderen waren niet te vinden. Daar de man de plaatsbiljetten in zijn bezit had, moest de bedroefde vrouw wel ach terblijven. Door de politie werd zij medegenomen naar het bureau, en men tracht nu den verdwaalden man en de kinderen op te sporen. {Amst. Crt.) De stoomschelpenzuigers De Tijd en Friesland liggen al eenige dagen gereed om de exploitatie van het wrak der Lntine voort te zetten, doch het ongunstige weder belette hun, op die bank te werken. Men hoopt, dat zij dit jaar meer succes hebben dan in het vorige, want elke week die ze moeten stilliggen is voor de opvarenden en de reederij een belangrijk geldelijk nadeel. In de ijzergieterij van de firma A. F. Smulders, buiten de Weerd, te Utrecht, had Maandagochtend, omstreeks zeven uur, een ernstig ongeluk plaats. In een gedeelte van het maga zijn werden op ijzeren balken of staven eene massa ijzeren pijpen geborgen; door het groote gewicht viel deze massa naar beneden en kwam gedeeltelijk terecht op den heer Henri Smulders, den werkmees ter L. Witbroek, en nog een paar werklieden. Eerstgenoemde brak ten gevolge daarvan beide beenen, ter wijl de tweede zulke in- en uit wendige kneuzingen bekwam, dat zijn toestand bedenkelijk is; de twee overige werklieden bekwamen eenige lichtere wonden. De toestand van den heer Smulders boezemt geen bezorgdheid in. De heeren Quanjer, arts, dr. Vos, dr. Vermeulen en chirurgijn De Wildt, die dadelijk werden geroe pen, verleenden de eerste genees kundige hulp. De heeren II. Smul ders en L. Witbroek werden per draagbaar naar het ziekenhuis ver voerd. Zaterdag werd te Utrecht een koloniaal aangesproken door eenen hem onbekenden, net gekleeden heer die hem eenige inlichtingen in zake het engagement voor Ned. Oost- Indië vroeg. Al sprekende troonde hij den koloniaal, die vereerd was met dit aanzoek, mede naar eene herbergwaar een paar heeren zaten te spelen. Na eenig praten haalden zij hem over, mede te spe len. De koloniaal door het eerste spel, dat nogal gelukkig voor hem uitviel, gestreeld, werd overgehaald om door te spelen, maar nu verloor hij in een oogenblik over de honderd gulden. De drie «heeren» waren zoogenaamde kwartjesvinders, die zich zoo spoedig mogelijk uit de voeten maakten. Uit Baarn wordt van Zaterdag aan het U. D. gemeld: Heden morgen sprong een man uit den trein, even nadat deze het station had verlaten, en nam zijnen weg den straatweg op naar Hilver sum. Al spoedig bleek het, dat hij door hevigen waanzin was aange grepen. Eerst na veel moeite gelukte het hem in veiligheid te brengen. Uit zijn paspoort bleek, dat hij eervol uit den dienst was ontslagen en te Barneveld te huis behoorde, waarheen hij Maandag middag is vervoerd. Bij zijn vertrek was hij tamelijk kalm. Waarschijnlijk heeft men hier te doen met een geval van godsdienst waanzin, want bidden vloeken psalmen opzeggen en spreken over doleeren, wisselden elkander ge stadig af. Den 28sten Juni e. k. zal te Zutfen de algemeene jaarlijksche vergadering der Vereeniging van gasfabrikanten in Nederland gehou den worden. Zondagavond is de laatste trein van 's-Hertogenbosch naar Utrecht ontspoord, toen hij de spoorwegbrug over de Dieze over was. Vier wa gens ontspoorden. Geene persoonlijke ongelukken hebben plaats gehad. De passage is spoedig hersteld. Iemand uit Eindhoven, die pas teruggekeerd is van eene handels reis in Zuid-Amerika, deelt mede dat de gebroeders Tobias van Am sterdam thans verblijf houden te Cordova, in de Argentijnsche repu bliek, onder den naam van Roose. Na zijn ontslag uit de gevangenis is de oude Tobias aldaar aangekomen in het bezit eener som van 1000 pond sterling in goud. Aanvankelijk werd op die som beslag gelegd, doch wegens gemis aan tractaten moest dat beslag weder worden op geheven. Het ingediende ontwerp tot voorziening in het gemis van de dubbelen van de registers van den burgerlijken stand, die bij den in 1866 te Maastricht gewoed hebben den brand zijn verloren gegaan, strekt om aan de te maken afschrif ten wettelijk dezelfde bewijskracht toe te kennen, als aan de oorspron kelijke registers en het vervaardigen der afschriften op te dragen aan den griffier der Arrondissements- Rechtbank, met opdracht aan den president der Rechtbank of aan een door dezen daartoe aan te wijzen rechter, om die afschriften met de oorspronkelijke registers te verge lijken. -- Zaterdag avond is met den laatsten trein uit Groningen te Leeu warden gekomen een Duitsche gras maaier, die tusschen Nieuweschans en Groningen met eenige zijner kameraden uit den wagen was ge stapt terwijl de trein stilhield, doch toen hij zijne plaats weder wilde gaan innemen, bij eene teruggaande beweging van den trein met den rechtervoet er onder geraakte. In weerwil van zijnen treurigen toestand deed hij toch nog in gezelschap van de andere maaiers de reis naar Leeuwarden mede. Daar bleek dat de voet was verbrijzeld, zoodat hij moest worden afgezet. Dit werd verricht in het stadsziekenhuis, waar de lijder nu verder wordt verpleegd. De atgeloopen week was een kwade voor Berchem. Reeds Zater dag werd het getal poklijders ver meerderd met aangetasten in an dere gezinnen, en tot Vrijdag toe werden dagelijks twee of drie nieuwe gevallen geconstateerd. Vrijdagk wam de ziekte echter weer eenigszins tot staan, daar geen nieuwe gevallen voorkwamen. Een geluk is het echter, dat we in deze week geen sterfge vallen te vermelden hebben, daar alle aangetasten aan da beterhand zijn. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. In de Maandag gehouden zitting van de Tweede Kamer is de discussie voortgezet over het kiesrechtartikel in de additioneele artikelen der Grondwet. De Regeering bracht eenige redactiewijzigingen aan. De heer Godin de Beaufort bestreed het amendement VanderFeltz, dat door de heeren Borgesius en De Vos sterk werd verdedigd. Heden voortzetting. KE RKNiEUWS. Nederl. Herv. Kerk. Uit Delft wordt gemeld: De beweging voor de Ned. geref. kerk (doleereude) alhier schijnt zich uit te brei den. Zondagochtend waren in „Stads Doe len» ruim 500 personen bijeengekomen, voor wie als voorganger optrad dr. A. Kuijper van Amsterdam, consulent. Tevens ha'd de bevestiging plaats van ouderlin gen en diakenen. Ook werden er 10 kin deren gedoopt. De afgezette predikant te Bennekom, de heer E. Eisma, heeft aldaar Zondag weer in het kerkgebouw gepredikt en een vijftal kinderen gedoopt. Daar men algemeen verzekert dat op den vorigen Zondag, toen ds. Creutzberg zou optreden, eenige personen gewapend w-aren of met steenen in den zak liepen, heeft ds. Eisma Zondag een vermaning gehouden om rustig en kalm te blijven. Zondag a. s. zal de riugpredikant uit Arn hem weder trachten op te treden op ver zoek van de bevoegde macht. REGHTSZAKEN. De rechtbank te 's-Hage (leed Maandag uitspraak in de zaak van H. E. Baije, voorzitter der afdeeliug 's-Graven hage van den Sociaal-democratische Bond, die door eerstgenoemd college wegens laster tot 4 maanden gevangenisstraf was veroordeeld, doch tegen dit vonnis in verzet was gekomen. Omtrent de zelfverdediging van bekl., dat hij nooit bedoeld had de agenten van politie te beschuldigen van dronkenschap tijdens het uiteendrijven eener volksmenigte, doch alleen had gereleveerd dat de com missaris van politie, de heer Dietz, des avonds op het appèl constateerde dat bijna al zijne agenten, waaronder drie met namen genoemd, beschonken waren, overwoog het heden gewezen vonnis dat deze verdedi ging niet aannemelijk was, wijl in het geïncrimineerde artikel de zinsnede voor kwam, dat de agenten H. D. en O., die beestachtig huishielden, bepaald stomdron ken waren en de woorden //die beestachtig huishielden", in verband gebracht met de aantijging van dronkenschap, aantoonen dat bekl. wel degelijk de bij name ge noemde agenten met de beschuldiging van dronkenschap bedoelde. Het vonnis nam echter ditmaal niet aan dat bekl. tegen beter weten in had gelas terd. Eenige getuigen toch hadden ver klaard dat de politie-agenten hun wapen stok hadden gebezigd zonder daartoe van den commissaris last te hebben ontvangen en dat het ruw toeging bij de uiteendrij ving, zoodat bekl. de agenten niet nauw keurig heeft kunnen gadeslaan, noch zich goed van dien toestand heeft kunnen over tuigen, terwijl hij bovendien beweert mis leid te zijn geworden ten opzichte van den beschonken toestand der beambten. Yan dit deel der aanklacht werd bekl. vrijgesproken. Met vernietiging van haar eerste vonnis, veroordeelde de rechtbank bekl. thans tot 1 maand gevangenisstraf wegens smaad jegens ambtenaren in de rechtmatige uitoefening hunner bediening. De. rechtbank veroordeelde ook een Leidenaar, tegen wien het O. M. in de vorige week (in een niet openbare terecht zitting) 2 jaren gevangenisstraf vorderde, wegens het plegen van ontucht, met een meisje boven den leeftijd van 12, maar beneden dien van 16 jaren, tot 4 jaren gevangenisstraf. KOLONIËN. Aan de //Soerab. Ct." wordt uit Atjeh o. a. geschreven Binnen de linie is door den vijand geen schot meer gelost na de laatste ontmoeting. Wel zijn van onze zijde nog groote ex cursies ondernomen naar hetzelfde terrein en met dezelfde, ja nog meer, voorzorgs maatregelen; doch de vijand was er niet meer. Zelfs zekere spionnenberichten, van vertrouwbare zijden, bleken niet waar te zijn, of wel de vijand heeft oorspronkelijk het plan gehad om ons nog eens weer te verontrusten, doch is er van teruggekomen omdat hij misschien begreep, dat wij er niet mee gekscheren. Ziedaar hoe de zaken tot op heden, den 18 den April staan; zoo wat om den ande ren dag is er uitgerukt naar den lsten sector, en werden de manschappen en ook de beschikbare dwangarbeiders dan aan het werk gezet om den boel open te kap pen, waarmede men nu flink gevorderd is. Yoorloopig gaan in dien sector nog geen patrouilles, doch wordt het terrein er doorzocht door grootere troepengedeelten. Dit heeft in ieder geval weer bewezen, dat we onder onze vele spionnen ook nog goede hebben, en waarlijk het laatste spi on nenbericht is onbetaalbaar. Op den dag van den 4de, dus den dag van het laatste gevecht, zou de 2e luit. jhr. Y. H. met zijn sector-patrouille zijn uitgerukt, ware dat bericht niet ontvan gen. Hoe het met de pi. m. 20 bajonetten zoude zijn afgeloopen, zal voor niemand een raadsel zijn. De vijand heeft weer eene nieuwe ont dekking gedaan. Hij graaft nl. onze niet gesprongen granaten op, en die zijn er vele; de springlading wordt voorzichtig verwijderd, bij laadt er eenen grooten vuurmond mede en zendt ons op die wijze onze eigene projectielen terug. Zijne hulp middelen zijn zeer oorspronkelijk: eene lange vuurmond die onder eene vaste elevatie staat, eene zelfde hoeveelheid bus kruit en geen andere richtingsmiddelen dan de as van den vuurmond. Onze artil leristen zouden er den neus voor optrek ken, toch is de Atjeher er mede tevreden en betrekkelijk vrij zeker van zijn schot. Twee projectielen op die wijze ons toe geworpen, kwamen (lezer dagen op dezelfde plaats; het 12de bataljon had daar eerst gestaan, daarna was zij ingenomen door de cavalerie, die haar juist verlaten had, toen het projectiel er neersloeg. De gewonde luitenant Van Deventer maakt het betrekkelijk uitstekend. Zijn toestand wordt langzaam aan iets bevre digender. Kota-Pohama wordt nog steeds bescho ten, ook wordt nu en dan het vuur in andere oorden van onze postenlinie ge hoord, doch de vijand houdt zich overi gens rustig. Naar men verneemt heeft de heer Avis, assistent-resident te Bengkalis, zich verplicht gezien wegens ziekte verlof naar Nederland aan te vragen. (Deli Ct.) Majoor B., de bekende berri-berri- specialiteit, moet met spoed-certificaat van Macasser naar Nederland vertrekken, en wel wegensberri-berri! Uit goede bron verneemt men, dat door den Goeverueur-Generaal aan den Minister is voorgesteld Atjeh te ontruimen de Oleh-leh en Poeloe Bras na. (Bat. Hbl.) Men bericht uit Padang dat de Eadja van Troemon in een heet gevecht is geraakt met den opstandeling Toekoe Joesoef. Omtrent den afloop is niets na ders bekend. De regeering heeft machtiging ver leend om in de residentie Kediri gedurende den westmoesson 1887 en 1888 bij te planten, 1,811,660 koffieboomen in op hoog gezag aangelegde tuinen. Naar men verneemt, is door den commandant van het leger een voorstel aan de regeering gedaan tot eenige wijzi ging van do voorschriften ten aanzien der onderscheidingsteeken van militairen be neden den rang van adjudant-onderoffi cier. Voor de chevrons, dienende tot aan duiding der verschillende graden en klassen, zal het model worden aangenomen dat bij Ook in Sernpaly, die niettegenstaande zijn Hongaarschen naam in Moravië was geboren, wekten Zinka's eenvoudige liederen een echo van reine, frissche herinneringen uit zijne jeugd. Toen zij had geëindigd, dankte hij haar ongekun steld en hartelijk. Nadat Zinka haar toehoorders en zich zelve eveneens de tranen in de oogen had gezongen, kreeg zij eensklaps lust een couplet te zingen van Lecocq, dat zij in Nizza van Judic had gehoord. Het was voor elk verstandig mensch duidelijk, dat Zinka niets van den tekst begreep. De barones was echter woedend. Zinka I riep zij uit, ik begrijp je niet, wat zul len de heeren wel van je denken? Wees daar niet bezorgd over, zei de generaal. Zinka beefde; haar klein, bleek gezicht trilde van opge wondenheid. Nu kwam Sterzl tusschenbeidehet kost dikwijls moeite mijn zuster te begrijpen, zei hij tot Sempaly; toen streek hij met zijn groote, zware handover Zinka's blond kopje en zei: trek je het niet aan, kap pelletje; maar voor je leeftijd ben je wezenlijk nog een beetje te onnoozel! Toen Sempaly wat later met den generaal het Hotel de l'Europe verliet, waren zijn eerste woordenKan u mij verklaren hoe het komt, dat die kleine, niettegenstaande haar dwaze moeder, zoo engelachtig rein.... zoo.... «Boti- celli» gebleven is? NEGENDE HOOFDSTUK. Een Boheemsch of Poolsch bergwerk werd door een groot ongeluk getroffen; meer dan vijfhonderd huisgezinnen wa ren door de catastrophe broodeloos geworden. Natuurlijk maakte men onmiddellijk gebruik van de gelegenheid om zich door schitterende weldadigheidspartijen te vermaken, door groote geldoffers ridderorden te bemachtigen en door allerlei betuigingen van menschenliefde de opmerkzaamheid der wereld tot zich te trekken. Gravin Ilsenbergh was na rijp beraad tot de overtuiging gekomen, dat het haar plicht was het een of andere wel dadigheidsfeest te geven, daar de beide gezantschappen daarin door diepen rouw waren verhinderd. De zalen van het palazzo waren voor zulk een groot feest als gebouwd. Na lang over en weer praten werd be sloten een dramatisch karakter te geven aan de philanthro- pische onderneming. Men koos voor de opvoering een operette, een proverbe van Musset en eenige tableaux vivants. De voorstelling zou besloten worden met een collecte. Gravin Gandry spreidde bij de geheele onderneming de meest bewonderenswaardige bewegelijkheid ten toon. Zij stond met de Villa Medici de Fransche academie in Rome op zeer goeden voet, zorgde dus ook voor de coulisses, voor de samenstelling der costumes volgens de eischen der kunst, en wist zich in alle opzichten nuttig te maken. Tot op een zeker oogenblik ging alles als van een leien dakje. De operette was gauw bezet. Het was natuurlijk een onbekend werk, en wel vau een Russisch genie, die er zich veel op liet voorstaan, geen noten te kunnen lezen. Er kwamen slechts drie personen in voor, die gelegenheid hadden zich in elegant roccoco-costuum te kleeden en talrijke pikante Parijsche coupletten voor te dragen. Mrs. Ferguson, die geen gelegenheid liet voorbijgaan om zich het haar te poeieren, zich te blauketten en schoon heidspleistertjes op haar gezicht te hechten, zong de so praanpartij; Crespigny nam de rol op zich van echtgenoot of voogd met ffuweelen muts en gebloemden chambercloak terwijl aan een jong schilder uit de Villa Medici, zekeren monsieur Barillat, die altijd klaar was om een smaakvol costuum te teekenen of aan te trekken, de rol van minnaar werd toevertrouwd. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2