staat, de heer van den Bergh blijft bij zijn veornemen om wegens ge zondheidsredenen af te treden, den Minister van Marine, den heer Tromp, thans tijdelijk met de functiên van Waterstaat belast, definitief aan het hoofd van dat Departement te plaatsen. Thans zou 't minder moeite kosten, uit het korps zeeofficieren, een minis- van Marine te benoemen. De voorzitter der Tweede Ka mer, de heer Cremers, biedt aan staanden Woensdag aan de leden een middagmaal aan in het Kur- haus te Scheveningen. Naar het Vad. verneemt, zal de nieuwe Spaansche gezant aan ons hof waarschijnlijk spoedig zijn post weder verlaten. Naar aanleiding eener opmerking van de zijde der regeering van de Vereenigde Staten, die bij het Spaansche Hof een bui tengewoon gezant en gevolmachtigd minister geaccrediteerd hebben, ter wijl Spanje te Washington slechts door een minister-resident is verte genwoordigd, moet de Spaansche regeering hebben besloten, te be ginnen met de aanstaande begroo ting, bet reciprociteits-beginsel bij haar diplomatieke vertegenwoordi ging toe te passen. Daar Nederland te Madrid door een minister-resident vertegenwoordigd is, zal Spanje zich dus in het vervolg te 's-Hage door een diplomaat van denzelfden rang doen representeeren, en zal de tegen woordige buitengewone gezant en gevolmachtigd minister naar een post, overeenkomstig zijn rang, wor den verplaatst. Op het feestmaal te Glasgow gegeven door den Gemeenteraad, ter eere van het jubilé van Konin gin Victoria, dronk de nLord Pro voost» op de consuls der vreemde Mogendheden en op hun voorzitter, den heer Van Raalte, terwijl hij eenige warme woorden wijde aan ons land, dat zooveel overeenkomst heeft met Schotland. De heer Van Raalte beantwoordde den toast en sprak den wensch uit, dat de tweede periode van Koningin Victoria's regeering even roemrijk zou zijn als de eerste en zich zou kenmer ken door vrede en vriendschap onder de volkeren. De rij der vorstelijke personen die door de Engelsche koninklijke jachten van Vlissingen worden af gehaald, om het 50-jarig jubilé van koningin Victoria bij te wonen, zal vermoedelijk nu wel zijn gesloten. Zondag namiddag kwam van Enge land in de buitenhaven het konink lijk stoomjacht Osborne terug, om de des avond3 verwacht wordende fa milieleden van koningin Victoria aan boord te nemen. Te 9 uur kwamen deze met den gewonen exprestrein in eenen salonwagen aan, en scheep ten zich dadelijk in aan boord van het jacht, dat aan den zuidelijken ponton lag vastgemeerd. Het waren de groothertog van Hessen-Darm stad met den erfprins en de prin sessen Irene Alice van Hessen, eene prinses van Saksen-Meiningen, en de prins en de prinses Lodewijk van Battenberg, allen met talrijk gevolg. Te half 10 uren vertrok de Osborne naar Victoria-station. De heer C. L. de Bruijne, vice- consul van Engeland, was wederom tot ontvangst der gasten aanwezig. Aan een van Atjeh ontvangen brief ontleent de Zmolsclie Cl. het volgende «Ondjr de onmogelijke geruchten, die hier de ronde maken omtrent het inkrimpen der «geconcentreerde stelling, is er echter één, dat mij gansch niet onwaarschijnlijk voor komt. Naar men nl. beweert, wordt door de regeering ernstig in over weging genomen, om de oost- en westkust van Atjeh hier en daar te bezetten en wel in de eerste plaats op die punten, waar wij reeds vroe ger vers terking hadden, zooals T elok- Semawe, Samalangan en andere. Al naarmate de nieuwe posten verrijzen, zouden de 18 forten der «geconcen treerde stelling» geleidelijk verdwij nen, om ten laatste op Groot-Atjeh slechts de positie van den Kraton, vanOleh-leh en die van het noordwes- tenlijk daarvan gelegen eiland Bras te behouden. Op die wijze zou be perking van het thans bezette terrein met uitbreiding langs de kust ge paard gaan. De nieuwe créatie zou binnen twee jaar geheel in gereedheid kunnen zijn. Het zou mij inderdaad niet ver wonderen, zoo dit gerucht een voor- looper blijkt te zijn der gebeurte nis. De kust zoo sterk mogelijk bezet en de vloot zoo sterk mogelijk daar voor, kan ons de onderwer ping van Atjeh brengen, 't geen de «geconcentreerde stelling» nooit zal doen. Die stelling is een onding; de forten, die door elkaar het bagatel van pl. m. f 80,000 hebben gekost, sluiten weg noch water, niets hoe genaamd van het terrein af; de Atjehers komen precies waar zij willen zijn, nog veel gemakkelijker dan de sectie-patrouilles, die de wegen niet kennen, en liefst met 300 te gelijk, zooals op den den April het geval was. Men had die fameuse forten evengoed op een rij kunnen bouwen, dan was het ten minste nog aardig geweest voor het gezicht. Velen beweren, dat het ook uit een oogpunt van hygiëne noodza kelijk wordt om onze matten in het land op te rollen. Het is hier een publiek geheim, dat de pogingen door prof. Pekelharing in het werk gesteld om de berri-berri te bestrij den, tot geen resultaat leidden. Ik denk altijd als ik van desinfectie hoor praten aan een deskundige die hier langen tijd was en die op eigenaardige wijze voor zijn mee- niug kon uitkomen. Och wat, zeide hij mij eens, desinfecteeren van de gebouwen, wat zou het? De berri- berri zit in den grond en in de lucht van dat rampzalig stukje land dat den weidschen naam draagt «geconcentreerde stelliDg» en dat met meer recht de «geïnfecteerde stelling» of het Indische Père La- chaise kon worden genoemd. Dui zenden en duizenden, die aan cholera, wonden, berri-berri bezweken, lig gen overal begraven. Zoo kan men het ten minste tegenwoordig noe men, maar hoe ging het vroeger? Een paar voeten diep in den grond, zonder kist natuurlijk, een lik teer of carbol over het graf, klaar is Kees! Met. vroegere bandjirs dreven de lijken dan ook familiaar door den kraton en langs de posten, gemak kelijk losgewoeld als zij werden door het water. Toen zijn we gaan graven en ploeteren in den grond als polderjongens en liefst natuur lijk op moerasachtige plaatsen, als echte Hollandsche kikkers en om eindelijk niet te veel last te hebben van schaduw of mooi uitzicht heb ben we een prachtig stuk terrein van een paar dagmarschen lang en 1000 M. breed «geraseerd», d. w. z. in een wildernis herschapen; maar dat houdt dan ook de Atjehers tegen!... Nu vraag ik je toch hoe kan zoo'n land gezond Blijven?!.. De reüniefeesten, ter gelegen heid van het 225-jarig bestaan der instelling van Hooger Onderwijs te Amsterdam, namen Maandag een aanvang met de plechtige ontvangst der talrijke oudstudenten (reünisten) in de groote zaal van «Felix Me- ritis» aan wie de praeses van het korps, de heer D. E. Van Lennep, in een fraaie rede de verzekering gaf dat het den jongeren studenten goed deed, te zien dat de ouderen met jeugdige en frissche krachten kwamen feestvieren en daardoor toonen, dat, al behoort het studen tenleven tot het verleden, dit leven iets is, dat men nimmer vergeet. Zijn opwekkend woord werd met luide toejuichingen begroet, en kort, geestig, maar krachtig beantwoord door den voorzitter der reünie-com missie, prof. mr. H. P. G. Quack. Deze plechtigheid werd vooraf gegaan door het tradioneel ceremo nieel. Te ll1/» uur hadden de stu denten zich aan 't Universiteitsge bouw vereenigd. Bij het diner van r eünisten, curatoren, professoren en de senaten der studentencorpsenMaandag avond in het «Amstel-Hótel» ge houden, gaf de voorzitter der Am- sterdamsche faculteit van rechtsge leerdheid, prof. Asser, den gasten een door hem samengesteld overzicht der Amsterdamsche Academische Rechtsliteratuur van de laatste 100 jaren, systematisch en chronologisch gerangschikt. Als hulde aan NeSrlands aanzien lijkste koopstad noemde de hoog leeraar de geschriften over Handels recht in de eerste plaats. Ten slotte uitte hij den wensch, dat de Am sterdamsche Academische Rechts literatuur in de volgende 100 jaren niet alléén door een zeer groot aan tal geschriften zich moge onder scheiden, maar dat inhoud en ge halte der aloude instelling waardig mogen zijn. Sedert een paar dagen vertoeft te Amsterdam in het Amstel-hotel, waar zij onder behandeling is van dr. Mezger, de ex-keizerin der Fran- schen Eugéuie, reizende onder den naam van Gravin Pierrefouds. Zij is vergezeld van madame Lebreton, hare voorlezeres en gezelschapsdame en de heer F. Pietri, vroeger prefect van Parijs. Zondagmorgen woonde zij de gods dienstoefening bij in de Duifjeskerk aan de Prinsengracht. Zaterdag wan delde zij door eenige der voornaam ste straten. De ex-keizerin is geheel vergrijsd, doch nog statig van gestalte. Zij gaat geheel in het zwart gekleed, en lennt als zij zich op straat beweegt og een wandelstok. Zij heeft in het Amstel-hotel een achttal vertrekken op de eerste verdieping in gebruik. De bekende restaurants en hotels «Mille Colonnes» (Mast) en «Willemsen» (Heiligenweg) te Am sterdam, zijn overgegaan in handen van een «Maatschappij tot exploi tatie van koffiehuizen, hotels, res taurants en buffetten.» De familie Heineken, geïnteres seerd bij de «Bierbrouwerij-Maat schappij Heineken»is de voornaamste aandeelhoudster. Van de 500 aan- deelen k f 1000, waaruit het kapi taal bestaat, zijn 98 genomen door den heer G. A. Heineken, mevr. SmitsHeineken, mevr. A. G. C. Duyvené de Wit—Heineken en den heer A. G. Heineken Dz. «Café Mast» is voor f272,000 en «Café Willemsen» voor f 123,000 in gebracht. De overige f 7000 zijn in handen van den heeren H. C. van de Wal en D. A von Hemert. {Echo.) De Amstelbode meldt dat Vrij dag a. s. voor het eerst de prach tige en doelmatige omnibus ver beterd stelsel van Haarlem naar Bloemendaal in gebruik zal wor den genomen door de onderneming van Dam. Zaterdagnamiddag omstreeks 5 uren roeide een vijftienjarige knaap met zijne moeder, een melkverkoop ster, over het IJ te Amsterdam, en wilde zich aan eene zolderschuit, door een stoombootje gesleept, vast klampen, om zijn roeischuitje zoo te laten medesleepen. De zolder schuit had te veel gang; de jongen werd over boord getrokken en zonk in het water weg voor de oogen zijner moeder, die, radeloos en alleen in de boot, niets kon doen tot red ding van haar kind. Wel keerde het stoombootje met de zolderschuit terug en schoten toe, doch de jongen was gezonken en het gelukte niet hem spoedig genoeg te vinden. Men schrijft ons uit Nieuwen- dam: Door de politie alhier werd Maan dag een dronken werkman uit Am sterdam in arrest genomen. Met een kameraad had hij de boer van de hoeve «Pieternella» geslagen, omdat deze hun geen werk wilde geven. Bovendien hadden zij zich met ge weld meester gemaakt van het goed van een op het land werkenden gras maaier. De gemeente-veldwachter, geholpen door den rijks-veldwachter en eenige voorbijgangers, maakte de geweldenaars verder onschadelijk. Van de zaak werd proces-verbaal opgemaakt. Men schrijft van Koog aan de Zaan aan de Zaanl. Ct.\ «Naar alle waarschijnlijkheid zal de Vereeniging «het ICoogerBoschje» weldra ontbonden worden. Immers, nadat voor een drietal jaren, op het initiatief van eenige heeren, door een renteloos voorschot van pl. m. f 2000 en het toetreden van zeer veel leden en belangstellenden uit de geheele Zaanstreek, deze gele genheid tot muziekgenot en zomer- uitspanning was tot stand gebracht en ook het eerste jaar genoeg levens vatbaarheid toonde, is de geheele onderneming langzamerhand gaan kwijnen, hebben eene massa leden bedankt en staat het bestuur thans voor een aanzienlijk tekort, waar door het te vreezen staat, dat het zijn ontslag zal nemen en de geheele Vereeniging uiteen zal spatten. «Wat de oorzaken hiervan zijn, willen wij hier niet onderzoeken of breed uitmeten. Alleen willen wij het betreuren, dat zoodoende deeenige gelegenheid, die er aan de Zaan be staat, om aangenaam en gezellig van de natuur te profiteeren, door gebrek aan belangstelling verloren zal gaan, en wij voor langen tijd van het genot van een liefelijk uitspanningsoord verstoken zullen blijven.» Men schrijft ons uit Hilversum Nog niet lang geleden werd de hier bestaande reinigings-dienst op een nieuwen voet ingericht. De tot nog tot gebruikte straatkrabbers, waarmede de blauwgekielde man nen het slijk onzer onoogelijke goo- ten, somwijlen over de geheele breedte der straat verspreidden, moeten pl aats maken voor den bezem. Nu, de luidjes met het schoon houden onzer straten belast, hebben er werkelijk slag van om met hun werktuig om te gaan. Zoo wordt b. v. viermaal per dag de druk be gane Kerkstraat geveegd, en wel zóódanig, dat wolken stof voor een wijle het zonlicht verduisteren. De talrijke neringdoenden in die buurt vinden dat echter wel een weinigje al te erg, want ofschoon wij Hilversummers niet bang zijn voor een K.G. of wat stof, is het toch alles behalve aangenaam, als de uitgestalde waren onder een laag fijn zand worden bedolven. Zij zullen zich dan ook tot het dagelijksch bestuur wenden, met het beleefd verzoek de straatvegers van gieters te voorzien, teneinde door flinke besproeiing het stuiven tegen te gaan. Men kan werkelijk tegenwoor dig op niets meer rekenen. Daar hebt ge nu b. v. de 's Gravenland- sche paardenmarkt. Altijd, zonder uitzondering, heeft het tot nog toe op dien voor 't Gooi zoo merkwaardigen dag geregend en heden? Bitter werden we teleurgesteld. Wel konden we in ons dorp merken, dat het van daag een drukke markt was in 't naburige 's Graveland, doch de traditioneele regen bleef uit, en hoe we ook met smartelijk verlan gen naar omhoog zagen, geen enkel wolkje kondigde een druppel water aan. Er is echter nog iets, dat van daag niet in den baak was. De echter Hilversummers n.l. konden hun oude gewoonte niet volgen om zich hedenmiddag te vergasten aan nieuwe aardappelen met groote boonen. Was het eertijds een vast gebruik om op den dag van de 's Gravenlandsche paardenmarkt de eerste nieuwe aardappelen te nuttigen, heden middag moesten ze zich tevreden stellen met «puike» oude, terwijl ook de groote boonen nog niet op tafel kwamen. In tegenwoordigheid van de bloem der Kennemerlandsche bevol king, werd Zaterdag de nieuwe straatweg geopend, welke van Vel- zen naar Wijk-aan-zee voert. De oude weg zal daardoor een gevaar lijken concurrent bekomen, want behalve dat deze minder goed is dan de nieuwe, schrikt de over den ouden weg rijdende stoomtram eigenaars van paarden en rijtuigen af, hem te berijden. De over 't algemeen 3 meter nieuwe weg is voortreffelijk van aanleg. In zachte bochten slingert hij zich om en door kleine bosschen, langs duinen en dalen, nu een weinig opgaande, dan dalende door het schil derachtige Kennemerland, dat nog altijd waardig is door dichters te worden bezongen. Nieuwe wegen te banen, nieuwe verbindingen te openen tusschen de eene plaats en de andere blijft altijd een goed werk, dat der beschaving zeer bevorderlijk is. In dit geval zal de nieuwe weg, die niet zonder eenige opofferingen van de zijde der grondeigenaren, wier goederen hij dwars doorsnijdt en wien daarvoor een welverdiende lof dient te worden toegekend, zeer bevorderlijk zijn voor den bloei van het lachende Wijk- aan-zee, een kalme badplaats vol rust en vrede, maar tegelijk zeer dikwijls gebruikte, als zij van haar lievelingsoudheden en kunstwerken sprak. Hij haatte eigenlijk alle overdreven gevoelsuitingen. Alleen tegenover zijn zuster was hij altijd zacht en vrien delijk en als zij bij het zien van een Francia de tranen in de oogen kreeg en zij met een bleek gezichtje Shelly citeerde, als zij van Leonardo's Medusa in Florence sprak, haalde hij de schouders op en zei: Zinka je bent een dwaas kind! en trok haar aan het oor. Yan zijn zusje vond hij alles goed en lief; zelfs dat zij geen gezond menschenverstand had. VEERTIENDE HOOFDSTUK. De barones had eindelijk een woning gevonden, die haar wenschen eenigszins bevredigde, een klein palazzo in een zijstraat van het Corso wel smakeloos,maar anders zeer net! Het palazzetto was in zijn soort een juweel met een een- voudigen, edelen renaissance-gevel en een tuin, waarin te midden van roode camelia's een fontein klaterde. Er ston den ook verschillende oude standbeelden in, waaronder een beroemd schoone, gewonde Amazone, aan wier voeten een rozenstruik bloeide. Zinka vond die Amazone buitengewoon schilderachtig en teekende haar van de meest verschillende gezichtspunten in haar album, zonder de waarschuwende droefheid van haar blik te begrijpen. Arme Zinka! Zij had in de zon gestaard. Zij was blind. Hoe kon Cécil dezen omgang tusschen Sempaly en zijn zuster, die bij den dag inniger werd, toestaan? Sempaly's oudste broeder, vorst Sempaly, was sedert tien jaar getrouwd, maar kinderloos gebleven. De attaché was dus als vermoedelijk erfgenaam van het majoraat verplicht een huwelijk overeenkomstig zijn stand te sluiten. Wist Sterzl dat dan niet? Hij wist het, maar bekommerde er zich niet om. Hij zou het ongerijmd gevonden hebben wanneer Sempaly een ander burgerlijk meisje had willen trouwen. Maar ZinkaZinka, die was iets heel bizondere. Hij vergoodde haar, zooals alleen sterke, oudere broeders, zwakke, veel jongere zusters vergoden. Er was geen maatschappe lijke positie, die hij harer niet waardig had gekeurd. En als hij Sempaly vriendelijk en toch zoo eerbiedig zijn lief «vlindertje», zoo noemde Sterzl Zinka gewoonlijk, zag toelachen, dan verheugde hij zich in Zinka's geluk en twijfelde er niet aan. VIJFTIENDE HOOFDSTUK. Zinka was niet sentimenteel. Langen tijd verried zij in haar omgang met Sempaly geen zweem van dieper gevoel. Het eene vroolijke woord volgde op het andere en haar oogen fonkelden van schalkschen moedwil. Langzamerhand veranderde dit echter. Haar geheele manier van zijn werd zachter en liefelijker, een bekoorlijke weemoedigheid mengde zich zelfs in haar scherts en als zij lachte, blonken de tranen haar dikwijls in de oogen. Sempaly's bezoeken in het palazzo werden ongeregeld; soms bleef hij twee b drie dagen uit, dan ver scheen hij reeds om twaalf uur, noodigde zichzelf uit voor het dejeuner, reed met de dames uit, nam de uitnoo- diging voor een huiselijk diner aan en als Zinka er somtijds bleek of droevig uitzag, putte bij zich uit in allerlei vriendelijkheden, om maar een vroolijk lachje op haar lippen te tooveren. Soms scheen hij zwaarmoedig, vertelde van zijn jeugd, waarin hij zoo wei nig liefde had gekend, en liet zich door haar beklagen. Hij vertelde haar van zijn oudsten broeder, sprak van diens goede eigenschappen en besloot met een schouderophalen: Ja, het is een uitstekend man, maar hij heeft zijn eigenaardigheden Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2