Aan onze lezers.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Mathilda's Liefde
5 e Jaargang.
Woensdag 6 Juli 1887.
No. 1226.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
S I A I) S NIE IJ W S.
ZI N K A.
HAARLEM S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door j
onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicite Btrangère G. L. BATJBE Co., JOH. F. JONES, Slier., Parijs, 3Ibis Faubourg Montmartre.
De Directie van HAARLEM'S
DAGBLAD heeft aan baar bureau
verkrijgbaar gesteld een beperkt ge
tal exemplaren van den boeienden
geschiedkundigen Roman
naar het Hoogduitsch
door
CHRIST!AAN VAN SPAARNE.
gSSf" Voor geabonneerden op
HAARLEM'S DAGBLAD is de prijs
ƒ0.40; voor niet-geabonneerden
ƒ1.50. De Directie.
Haarlem, 5 Juli.
GEMEENTERAAD.
Onder de gedrukte stukken, aan de leden
van den raad gericht, komt ook voor No.
180, ouder dagteekening van 23 Juni,
luidende in zijn geheel aldus:
Aan den Raad der gemeente
Haarlem.
Haarlem, 23 Juni 1887.
In voldoening aan het op gisteren in
•Uwe zitting met gesloten deuren bepaalde,
hebben wij de eer U hierbij te doen toe
komen de notulen vau het verhandelde
in Uwe bijeenkomst van 11 Mei jl.
Om een licht te bevroeden reden, wordt
het laatste gedeelte daarvan door ons weg
gelaten, dat ter bereiking van het door
U met het drukken beoogde doel ook
veilig kan worden gemist.
Burgemeester en Weth. van Haarlem,
(get.) E. A. JORDENSs,
De Secretaris,
A. A. LAND.
Zitting met gesloten deuren
van den Raad der gemeente
Haarlem, op Woensdag 11 Mei
1887.
Tegenwoordig alle leden, behalve de heer
't Hoof t, die kennis heeft gegeven ver
hinderd te zijn om deze zitting bij te
wonen.
De notulen van het verhandelde in de
bijeenkomst van 20 April jl. worden ge
lezen en zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester
en Wethouders hun onderzoek in zake de
beschuldigingen tegen den architect over
de werken en gebouwen en den opzichter
over de gemeente-reinigiug ten eiude heb
ben gebracht en dat zij de uitkomsten
daarvan hebben samengevat in een rapport,
hetwelk hij door den Secretaris wenscht
te doen voorlezen. De Secretaris leest daarop
voor de navolgende stukken
(Zie gedr. not. blz. 235269).
Bij de voorlezing van den brief door
den heer Smit gericht aan den heer
Dr. van Eyk (zie not. blz. 244), verklaart
de heer Kist, dat het daarin medegedeelde
omtrent de verstrekking van geld aan den
heer Leyh, ten behoeve van een eigen
huis volkomen juist is.
Hij heeft dezen het benoodigde geld nl.
f 1000, voorgeschoten; tijdens den opbouw
tegen 3 pCt. en thans tegen 472 pCt. De
grond is aan den architect geschonken
door zijn schoonvader. Feitelijk kost de
woning derhalve aan den heer Leyh f450
's jaars.
Na beëindiging van de lezing der voor
dracht gedurende welke de heer Smits de
vergadering heeft verlaten, verklaart de heer
Gallandat Hu et, dat Burgemeester en
Wethouders zijne bezwaren tegen den door
hen genomen maatregel omtrent de school
banken in de bovenlokalen der school op
de Gedempte Kraaienhorstergracht niet
hebben begrepen. Er was z. i. geen schade,
derhalve mocht er ook geene heffing tot
vergoeding van schade geschieden.
Overigens wenscht hij uitdrukkelijk te
constateeren, dat hij alleen eene aanklacht
tegen den gemeente-architect heeft inge
diend. De opzichter over de gemeente-
reiniging is er later eerst bijgekomen,
doordien spieker het billijk verzoek van
het dagelijksch bestuur om waar te maken
hetgeen hij tegen dien ambtenaar had in
gebracht, niet heeft willen afwijzen.
Yoor het overige wenscht spreker thans
niet meer van de zaak te zeggen. Het
geldt hier een soort van administratief-
proces, waarin hij partij is, weshalve hij
meent zich te moeten verwijderen.
De heer Stolp verzoekt den heer G a 1-
landat Huet, die reeds is opgestaan om
heen te gaan, nog eenige oogen blikken te
blijven. Hij heeft nl. iets te zeggen, dat
hij gehoopt had uit eigen beweging van
den heer Gallandat Huet te hooren. Doch
nn deze dit niet doet, wenscht hij, in te
genwoordigheid van den heer Gallandat
Huet, zich te zuiveren van eene verden
king, die naar hij meent, op hem rust.
Het is spreker namelijk voorgekomen,
alsof de leden dezer vergadering van mee-
niug zijn, dat de heeren Gallandat Huet,
van der Steur en hij hebben samenge
spannen.
Dit is niet waar. De aanklacht, die de
heer Gallandat Huet heeft ingediend, was
aan spreker even onbekend als aan de
overige raadsleden. Hij heeft van de inge
brachte beschuldiging kennis gekregen op
dezelfde wijze als alle andere leden, nl. door
een visitekaartje, gesloten in een dicht ge
schoven, doch ongegomde enveloppe en
waarop behalve den naam van den heer
Gallandat Huet in drukletters, door dezen
het volgende is geschreven//Gisteren heb
ik Jacques Leyh in staat van beschuldi
ging gesteld".
Spreker wist overigens van niets. De
geschiedenis met de kachels heeft hij in
dertijd vreemd gevonden, gelijk hij in de
vorige vergadering reeds heeft verklaard.
Hij heeft de ontvangen brieven evenwel
opgeborgen, wijl daaruit naar zijne mec-
ning van geene oneerlijke handeling van
den architect bleek. Dit zou voorzeker niet
fciju geschied, indien dit anders geweest
ware. Spreker zou alsdan geen oogenblik
geaarzeld hebben om de stukken te bren
gen ter plaatse waar het behoort en ver
trouwt, dat elk lid dezer vergadering hem
//mans" genoeg zal rekenen om dit te
doen, zonder hulp of bijstand van wien
ook.
De heer Gallandat Huet heeft het steeds
doen voorkomen, alsof hijzelf allerlei ge
gevens bezat tot bewijs van de gegrondheid
zijner aanklacht. Hij heeft bij een bezoek
dat hij spreker bracht, gevraagd naar de
correspondentie met den heer Smit. Spre
ker heeft hem die gegeven, doch ze te
ruggevorderd en nu zijn de stukken buiten
zijno toestemming overgelegd.
Ten bewijze van een en ander legt de
heer Stolp over kopiëen van twee brieven
door hem op 8 April en 10 Mei aan den
heer Gallandat Huet geschreven, luidende
als volgt:
(Zie not. blz. 218 en 219).
De heer van dor Steur vereenigt zich
geheel met het door den heer Stolp ge
sprokene. Hij heeft geschreven aan den
heer Smit, als architect over de Remon-
strantsche kerk, doch zonder bijbedoe
lingen.
De heer Gallandat Huet erkent dat.
Er is geen schijn of schaduw van eenig com
plot in deze. Hij heeft geheel alleen ge
handeld.
De heer Gallandat Huet verlaat de
vergadering.
De heer Enschedé kan zich niet ver
eenigen met het voorstel om de stukken
te doen drukken, vooral nn blijkt hoe de
heeren Stolp en van der Steur er om zoo
te zeggen ingeloopen zijn. Hij zon liever
de stukken ter inzage van de leden willen
nederleggen ter plaatselijke secretarie.
De heer Stoel kan zich in geenen deele
hiermede tevreden stellen. Hij juicht het
voorstel van Burgemeester en Wethouders
zeer toe en wenscht dit krachtig te onder
steunen. Als lid van de commissie van
fabricage zou hij zelfs openbaarmaking der
stukken willen e i s c h e n. De eer van
die commissie is ten hoogste bij de zaak
betrokken.
Er wordt reeds zo'óveel verteld. De hee
ren v. d. Steur en Stolp zouden b. v. in
den Raad zijn gekomen als toekomstige
leden van de commissie van fabricage, in
opvolging van den heer van Ek en van
spreker, die niet goed meer kunnen toe
kijken. Anderen daarentegen weten reeds
te verhalen dat Leyh een geheele villa
1 heeft kunnen bonwen, louter van gestolen
matorialen. In die omstandigheden meent
spreker dat alle gekeinikoudiug slechts kan
schaden. De geheele zaak moet in het
volle licht gesteld worden en dat het pu
bliek dan oordeele. Daarbij kan medege
deeld worden hetgeen de heeren Stolp en
van der Steur thaus hebben gezegd.
De heer K r e 1 a g e meent dat uit het
rapport van Burgemeester en Wethouders
blijkt, dat het bureau van gemeente-wer
ken aan eene strenge controle van het
dagelijksch bestuur onderworpen moet
worden. Blijkbaar schuilen in de daar
gevoerde administratie allerlei leemten,
als b. v. het gemis van een brieven-ko-
pieboek. De zaken worden daar te veel
z/en artiste" behandeld. Ingevolge de wet
wordt het kautoor van den gemeente
ontvanger op gezette tijden geïnspecteerd.
Spreker vraagt waarom dit ook niet zou
kunnen worden bepaald voor de bureaux
van den architect en opzichter?
De Voorzitter zegt, dat dit denkbeeld
ook in de vergadering van Burgemeester
en Wethouders reeds ter sprake is geweest
en dat voorstellen dienaangaande wellicht
weldra aan de orde gesteld zullen worden,
doch eerst dient de thans aanhangige zaak
te zijn afgeloopen.
De heeren Derx en van dePoll
leggen gunstige getuigenissen af ten aan
zien van den architect.
De eerste zegt, dat een aannemer in deze
gemeente heeft verklaard, dat de heer
L e y h in zijne oogen een volkomen eerlijk
man is; de tweede deelt mede, dat de
heer Leyh geweigerd had werk voor par
ticulieren te verrichten, daar zijne instruc
tie hem dit verbood.
Verschillende leden verklaren bezwaren
te hebben tegen het drukken der stukken;
andere daarentegen spreken de meening
uit dat in de gegeven omstandigheden niet
anders gehandeld kan worden.
De Voorzitter stelt zich geen partij.
Tegen het drukken is veel aan te voeren,
doch er is ook veel dat er vóór pleit.
Ten slotte wordt met 13 tegen 8 stem
men besloten, de stukken te doen drukken.
Tegen stemden de heeren van der Steur,
Stolp, Krol, Enschede, Sneltjes, de Kan
ter, Rethaan Macaré en de Clercq van
Weel.
Zonder hoofdelijke stemming worden
vervolgens de overige punten van het slot
van de voordracht van Burgemeester en
Wethouders aangenomen, onder bepaling
dat ook gedrukt zullen worden de notulen
der zitting met gesloten deuren op 6 en
op 20 April jl. gehouden.
De heer Rethaan Macaré enz.
Nadat ten slotte besloten is in de te
drukken stukken alsnog op te nemen de
verklaringen heden door de heeren Kist,
Stolp en van der Steur gedaan,
wordt aan allen die tegenwoordig zijn, de
geheimhouding opgelegd voor zooveel be
treft de vraag van den heer Rethaan
Macaré en de zitting daarna gesloten.
Voorzitter,
(get.) E. A. JORDENS.
Secretaris,
A. A. LAND.
Vervolgens zijn nog aan den Raad ge
richt
No. 125. Adres van mej. M. C. Julius
waarbij zij verzoekt dat de Raad moge
terugkomen op het besluit van 22 Juni jl.,
waarbij zij werd ontslagen uit hare be
trekking aan de opleidingsschool van
meisjes tot het m. o.
Om daartoe aangevoerde redenen ver
zoekt zij eerbiedig dat de Raad voornoemd
besluit moge intrekken en haar alsnog
eervol ontslag zal verleenen.
No. 126. Voordracht van B. en W. tot
verandering van de Antoniebrug over den
Burgwal in eene vaste brug met troglig
gers en getrokken ijzeren platen, bedekt
met eene keibestrating in asphalt met een
onderlaag van asphaltbeton, opgemaakt in
overleg met de commissie van fabricage.
Van het geheele werk moet uitgetrokken
worden een bedrag van f1650 op den
post //onderhoud van bruggen en overzet-
veeren" der begrooting dienst 1887. Daar
van zijn reeds f1300 begrepen in het
onderhoudsbestek, dat tot grondslag diende
voor de raming van genoemden post.
127. Idem van Idem tot afsluiting van
de Oranjekade aan de zijde der Maurits-
straat en het Wilsonsplein. Zoodra de
opbouw der nieuwe perceelen zal voltooid
zijn vervallen de voorloopige afschuttingen.
Dan staat het te vreezen dat er wederom
klachten zullen rijzen over baldadigheden,
en dat schade zal worden toegebracht aan
de nog onbewoonde huizen en de westzijde
der Wilhelminastraat.
Tot het genoemde doel wordt voorge
steld op den post //Buitengewone uitgaven
voor publieke werken" een som van f 320
betaalbaar te stellen.
128. Idem van idem tot aankoop van
eene pneumatische machine tot het ledigen
van faecaliën-putten, waartoe op de begroo
ting, dienst 1888, een som van f1900 zal
moeten worden aangewezen, behalve de
f 2400 die reeds op den dienst van 1887
tot kwijting van den koopprijs werden
uitgetrokken.
No. 129. Id. van id. tot schadeloos
stelling aan de beambten der gemeente
reiniging, die volgens gemeenteraadsbeslui
ten van 8 Dec. 1880 en 25 Jan. 1882,
boven de hun toegekende bezoldiging tol
dusverre gezamenlijk 10 pCt. van de bruto
ontvangst boven de f 10,000 ontvingen.
Daar de opbrengst in de laatste jaren zeer
verminderde, stellen B. en W. thans voor,
onder de ambtenaren in een bepaalde per
centsgewijze verhouding onderling te ver-
deelen een som van f450, welke som op
de begrootiug van den loopenden dienst
zal kunnen gevonden worden.
FEUILLBTO W.
Roman van OSSIP SCHUBIN.
27) ZEVEN-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Sempaly's hulde had Zinka in de mode gebrachtnu hij
haar geheel ontrouw werd, werd zij door iedereen bespot.
Men sprak van de geestige caricatuur, die Sempaly op dien
avond hij Vulpini van Sterzl en zijn zuster had geteekend.
Madame de Gandry, die vroeger door Sempaly zeer gevierd
was, maar toen Zinka verscheen, geheel door hem was
verwaarloosd, liet die caricatuur aan haar kennissen zien
met de boosaardigste ophelderingen.
Men lachte om de kleine avonturierster, die in Rome was
gekomen om een gravenkroon te halen en zich nu zulk
een vernedering moest laten welgevallen.
Er werden tallooze soiréésl gegeven ter eere van de gra
vinnen Jatinsky. Gravin de Gandry opende de reeks der
feesten met een soirée, waar Ristori zou declameeren. Sterzl
werd uitgeuoodigd; zijn moeder en zuster liet men thuis.
Het was de eerste maal sedert Zinka's optreden bij Ilsen-
hergh, dat men haar bij het een of ander uitgelezen ge
zelschap geen uitnoodiging zond. Zeer veel internationale
dames volgden het voorbeeld van madame de Gandry en
wreekten zich zoo over menig overmoedig woordje, dat
Zinka zich in haar gelukkigen, voorspoedigen tijd had laten
ontvallen.
De Romeinsche kringen bekommerden zich natuurlijk niet
in het minst om al die kleinigheden en waren Zinka even
genegen als vroeger.
Deze genegenheid maakte echter even weinig indruk op
haar als de speldeprikken van een andere zijde. Als 't geen
zij voor Sempaly gevoelde zich niet zoo diep had vast ge
worteld, dan hadden die kleine sociale vernederingen haar
zeker zeer gegriefd. Haar groot leed had haar echter ge
voelloos gemaakt voor die kleinigheden. Er is een smart,
die niet onder 't hereik van den spot ligt!
't Zij men haar uitnoodigde of niet zij kon niet meer
besluiten in de wereld te komen. De gedachte, Sempaly
nog eens met zijn nichten in een salon te ontmoeten, ver
vulde haar met doodsangst.
Zij was een ander mensch geworden. Een verlegen lachje
zweefde haar voortdurend om de lippen, als de geest van
gestorven vreugdehaar bewegingen hadden alle veerkracht
verloren, haar gang deed denken aan een engel, die zijn
vleugels voortsleept.
Barones Sterzl maakte natuurlijk, evenals vroeger, haar
rijtoer over het Corso, groette alle dames zeer beleefd en
ging zoo vaak mogelijk alleen uit. Gebrouilleerd te zijn met
gravin de Gandry en met alle Romeinsche hertoginnen om
te gaan, was toch altijd streelend voor haar trots.
Het eenige wat haar in dien tijd hinderde, waren de
lastige vragen van haar zuster Wolnitzky omtrent den stand
der zaken tusschen Zinka en Sempaly.
Mevrouw Sterzl had, om te snoeven, haar zuster den dag
na haar aankomst verteld, dat Zinka's verloving nog niet
publiek was. De onbescheidenheid van haar tante had Zinka
bijna krankzinnig gemaakt, toen Sieghurg eindelijk uit me
delijden, moeder en dochter Wolnitzky zooveel verschrik
kelijks over de Romeinsche koorts vertelde, dat zij door een
ontzettenden angst aangegrepen, den volgenden morgen naar
Napels vertrokken.
Sterzl was degeen, die het meest leed onder de negee-
rende houding, die velen tegenover zijne familie aannamen.
Hij had zich vroeger verheven gevoeld hoven de klein
geestige begrippen omtrent verschil in stand en was te
ernstig en te verstandig geweest om iets van die lichtge
raaktheid te doen blijken, die voor menig welgezind aris
tocraat den omgang met burgers zeer moeilijk maakt.
Het democratisch spleen is een ziekte, die bijna ieder
burger met Werther te beginnen doormaakt, als het
lot hem in aristocratische kringen niet gunstig is. Sterzl
verkeerde echter reeds zoolang in die kringen, dat hij er
zich geheel thuis moest gevoelen. Maar neen hij kreeg
de ziekte zeer laat en als alle kinderziekten, die men te
laat krijgt, brak zij hevig uit. Hij weet de smart van zijn
aangebeden zusje niet aan zijn eigen onvoorzichtigheid noch
aan Sempaly's karakterloosheid maar alleen aan tyrannieke