NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
5 e Jaargang.
Vrijdag 15 Juli 1887.
No. 1234.
ABOHNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
STADSNIEUWS.
ZINKA.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door liet geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicite Etrangére G. I. BAJJBE Co., JOH. F. JONES, Sucr., Parijs, 3Ibis Faubourg Montmartre.
Haarlem, 14 Juli.
GEMEENTERAAD.
In ons vorig nummer deelden we reeds
den uitslag mede, dien de behandeling in
de zitting van gisteren, Woensdagmiddag,
heeft gehad. We meenen nu te kunnen
volstaan met een kort verslag van de dis
cussie van enkele der meest besproken
onderwerpen.
Door den voorzitter werd in den aan
vang der zitting mededeeling gedaan van
geschenken aan het museum van schilde
rijen op het stadhuisnaar aanleiding van
een schrijven van den heer Paul C. van
Vlissingen om hem voorloopig weder voor
een jaar te benoemen als opzichter over
hetzelfde museum, stelde de Voorzitter
voor, het daarmee verband houdende voor
stel thans onmiddellijk in behandeling te
nemen, welk voorstel dan ook werd aan
genomen. Voorts waren nog ingekomen
een aantal door Gedeputeerde Staten goed
gekeurde raadsbesluiten, en een brief van
Ds. Barger, waarbij hij zijn dauk bracht
aan het gemeentebestuur voor de welwil
lendheid in zake de verzorging der Zon
dagsschool in het Klein Heiligland.
Bij de bespreking van de voordracht
omtrent het maken van een vaste brug
over den Burgwal, op de plaats waar thans
de Antoniebrug, een wipbrug, ligt, maakte
de heer Figee zich ietwat bezorgd over
de doorvaarthoogte, die waarschijnlijk niet
voldoende zou zijn. Op het schetskaartje,
dat de Voorzitter hem ter inzage gaf,
bleek dan ook dat die hoogte zoowat 1.80 M.
zou bedragen, en daar 2 Meter wensche-
lijker was, werd er door den heer Figee en
ook door den heer van der Steur op aan
gedrongen, dat men die doorvaarthoogte
zooveel mogelijk zou vergrooten.
De heer Bethaan Macaré, die het typi
sche der oude stadswijk niet graag ver
stoord zag door een stijve moderne brug,
verklaarde zich voor een ijzeren ophaal
brug, mits deze niet m eer zou kosten. De
heer Figee deelde echter mede dat die
dubbel zoo duur zou zijn, een argument,
waartegen de heer Macaré, zooals hij van
te voren had aangekondigd, niets had in
te brengen.
De 850 gulden waarmede thans de be-
grootingskosten voor dit werk werden ver
hoogd tot een totaal van f 1650, werden
toegestaan.
Het „baldadigheids-afsluiti ngs voorstel,
om het zoo eens te noemen, gaf meer stof
tot debat dan men bij oppervlakkige lezing
van de agenda had kunnen vermoeden.
In de bedoelde voordracht zeggen B. en W
//Ter wegneming van klachten omtrent
allerlei baldadigheden, voornamelijk inge
bracht door den eigenaar van het huis
hoek Wilhelminastraat en Alexanderstraat,
hetwelk geruimen tijd onbewoond is ge
weest, hebben wij onlangs besloten laatst-
gemelde straat voorloopig aan de zijde
der Leidsche vaart af te schutten. Zoolang
de Oranjekade, voor zoover dit gedeelte
betreft, nog geheel in staat van wording
verkeert, schijnt het inderdaad niet wel
mogelijk te dier plaatse ten alle tijde een
afdoend politietoezicht uit te oefenen. Fr
zou dan voortdurend een vaste politiepost
aanwezig moeten zijn.
Naar ons oordeel is het geraden, voor
loopig het betreden van dit gedeelte der
Oranjekade ook van de zijde der Maurits-
straat en het Wilsonsplein van gemeente
wege te beletten. Feitelijk is dit thans
reeds het geval, door de afschuttingen ge
maakt ten behoeve van do nieuwe huizen,
doch het staat te vreezen dat de eigenaren
daarvan deze eerlang zullen wegruimen,
zoodra die opbouw zal zijn voltooid. Al
lerlei klachten zullen alsdan wederom
rijzen en wellicht schade toegebracht wor
den aan de nog onbewoonde huizen aan
de westzijde der Wilhelminastraat."
Zij stelden thans voor f 812 voor het
aangeduide doeleinde beschikbaar te stellen
op den post //buitengewone uitgaven voor
publieke werken."
De heer Enschede vond hierin aanlei
ding te velde te trekken tegen de stede
lijke politie, die jaarlijks f 40.000 kost,
een personeel heeft van 74 personen en
door getalsterkte voldoende mag geacht
worden voor eene stad als de onze. Zoo
nu de politie niet bij machte werd gere
kend om voldoende veiligheid te kunnen
verzekeren aan de bewoners der bedreigde
perceelen, dan toch zou spreker zich ver
klaren tegen de voorgestelde schutting,
maar veeleer een afsluiting met pikkel
draad aanbevelen.
De heer Bethaan Macaré was het niet
in alle opzichten met den vorigen spreker
eens. Het aantal van 74 agenten was juist,
maar daaronder behoorden ook de onbe
zoldigde agenten 4e klasse die slechts nu
en dan in dienst werden gesteld en dan
afzonderlijk werden betaald. De geheele
politie was overigens nooit tegelijk op de
been, maar gewoonlijk was een derde min
stens rustende, zoodat op het aantal van
74 iets viel af te dingen. De oorzaak van
de kwaal moest men daarom niet zoeken
in mindere bedrijvigheid der politie maar
liever in de middelen die haar bij de wet
waren toegestaan. Dat daaraan misschien
veel was te wijten werd bevestigd door
het feit dat dergelijke klachten niet uit
sluitend in Haarlem, maar in vele andere
gemeenten werden gehoord.
De heer Enschedé bracht hulde aan het
hoofd der gemeente omdat gedurende diens
bestuur, door zijne verbeterde regeling der
politie, de diefstallen en andere overtre
dingen waarvan men vroeger zooveel
hoorde, zeer waren verminderd. Met het
oog op de baldadige schooljeugd stelde
spr. voor, sommige politiebeambten in
burgerkleeding dienst te laten doen.
Ook de heer 't Hooft was het met
hem eens dat de Haarlemsche politie te
deftig, te majestueus optrad. Dezelfde
spreker geraakte in een eenigszins geani
meerd debat met den heer Figee die be
weerd had dat het onderwijzend personeel
bij de jeugd niet genoegzaam het besef aan
kweekte dat zij eerbied moest hebben voor
andermans eigendom.
De heer de Kanter, die zich niet tegen
het voorstel zelf verklaarde, had echter
wei bezwaar om de benoodigde gelden be
taalbaar te stellen op den post //Buitenge
wone uitgaven voor publieke werken."
Naar zijne meening behoorden zij thuis'
bij de //Onvoorziene uitgaven."
Over dat amendement staakten de stem
men, elf tegen elf. zoodat het in een vol
gende zitting nogmaals in stemming komt.
Het voorstel zelf werd echter zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Hiermede hebben wij het debat mede
gedeeld voor zoover het de werking der
politie raakte. Over de Haarlemsche bal
dadigheid waarover zooveel te zeggen en....
te klagen valt, en waarover men bij
deze discussie zeer sterke stukken hoorde
aanhalen, zal onze medewerker Bipperda
in de //Halletjes" van Zaterdagavond af
zonderlijk het een eu ander mededeelen.
De voordracht tot schadeloosstelling aan
den opzichter en verdere beambten bij den
dienst der gemeente-reiniging veroorzaakte
eene langdurige bespreking. De heeren de
Clercq, van Weel, de Kanter en de Voor
zitter waren het niet geheel eens over het
beginsel waarvan men bij de voordracht
in 1882 was uitgegaan, n.l. of men de
percentsgewijze uitkeering had gedaan al
leen om een prikkel te geven aan de be
ambten om den aanmaak en den verkoop
van compost ten voordeele der gemeente
zooveel mogelijk te bevorderen, of dat
men den opzichter een zeker vast trakte
ment had willen waarborgen. Verschillende
leden waren van oordeel dat wanneer men
bij de vergoeding het gemiddelde der
laatste jaren aannam, het ongunstige jaar
1886 wel degelijk moest meetellen. Bij
de stemming werd het voorstel in dezen
vorm verworpen.
Het verzoek van mevrouw de Haan, tot
afsluiting van het perceel hoek Kenaupark,
gaf den heer Krelage, met het oog op
toekomstige wijzigingen in den toestand,
aanleiding een amendement in te dienen
waardoor de vergunning zou worden ver
leend //tot wederopzeggens toe." Dat werd
echter met 16 tegen 6 stemmen verworpen.
Omtrent de plantsoenwacliterswoning
vroeg de heer Krol eenige inlichtiugen
over de aanbesteding. De voorzitter beant
woordde die en verkreeg voor B. en W.
de volmacht van den raad om desnoods
f 25 meer te besteden wanneer het werk
niet aan den laagsten inschrijver zou wor
den gegund.
Het adres van mejuffrouw Julius deed
het den heer de Kanter betreuren dat hij
in eene vorige vergadering niet tegen
woordig was geweest. Na eenige bespre
king tusschen den heer Krol en den Voor
zitter werd door den raad eenparig aan
genomen dat het ontslag op den zooveel-
sten aan mej. J. verleend //alsnog werd
beschouwd als eervol."
De notulen der geheime zitting van den
raad op 11 Mei j.l., werden voor kennis
geving aangenomen.
De heer de Kanter, en anderen met hem,
wenschte nog bovendien een brief gedrukt
te zien, waarnaar in die notulen werd ver
wezen. Het was een brief van 10 Mei'86
van den kachelfabrikant Smit aan den
architect Leyh. Door eene vergissing waar
schijnlijk, had men verzuimd ook dien brief
te laten drukken.
De voorzitter werd gemachtigd desnoods
nog andere brieven die daarmede samen
hingen in druk te doen verschijnen.
Hierop waren de verkiezingen aan de
orde, die wij reeds mededeelden.
We vermeldden alleen nog niet dat tot
waarnemend wethouder werd gekozen het
raadslid de heer Mr. Enschedé.
Toeu werd de vergadering, waarin men
veel last had van de warmte, onder dank
zegging van den Voorzitter, gesloten.
Heden morgen, aan den trein, die
te 10 uur 13 minuten naar den Haag
vertrekt, deden de luitenant kolonel
Vogel, de Majoor Zurich, de waar
nemende commandant der d.d. schut
terij, met den kapitein-adjudant
benevens alle officieren van het
bataljon Infanterie eD der Cavalle-
rie, uitgeleide aan den vroegeren
garnizoens-commandant Vleijsmau
die op zijn verzoek om redenen
van gezondheid gepensionneerd werd
en de onderscheiding genoot dat
hem door Z. M. de Koning den rang
van kolonel werd verleend.
Uit het hartelijk afscheid dat alle
officieren van den kolonel Vleijsman
namen, bleek hoezeer hij zich gedu
rende zijn verblijf alhier de achting
en genegenheid had weten te ver
werven.
Op de algemeene vergadering der
Algemeene Vereeniging voor Bloem
bollencultuur, gehouden te Haarlem
11 Juli 11., is opnieuw de handel
in afgesneden bloemen besproken.
Op de vorige vergadering van 20
Juni kwam dit onderwerp o. a. ter
tafel, en bij die gelegenheid werd
besloten eene commissie te benoe
men, die maatregelen zou beramen
om genoemden handel tegen te gaan.
Deze commissie bracht 11 Juli haar
verslag uit. Zij stelde in hoofdzaak
het volgende voor:
Aan belanghebbenden eene ver
klaring ter onderteekening aan te
bieden, waarbij zij zich, evenals
vroeger, verbinden om geene bloe
men te verkoopen, en tevens, om
geene bollen te verhandelen van
hen, die voortgaan met het leveren
van afgesneden bloemen.
«Aan de directeuren en notarissen
te verzoeken om de pogingen der
vereeniging te steunen.
Gedrukte lijsten van de namen
der handelaars in afgesneden bloe
men te verspreiden, volgens opgaven
der afdeelingsbesturen, en vooral,
deze besturen een streng toezicht te
doen houden op de handhaving der
verbintenis in iedere gemeente.»
Het programma dezer maatrege
len is zeer uitvoerig. Bovendien is
aan de commissie de taak opgedra
gen om een reglement samen te
stellen, waarin alle maatregelen, die
op het toezicht en den verderen
gang van zaken betrekking hebben,
tot in bizonderheden worden vast
gesteld.
Toch is het te vreezen, volgens
sommigen, dat het zeer moeilijk zal
zijn om onderteekenaars van deze
verklaring te verkrijgen. Het mis
lukken van de vroegere maatrege
len zal velen terughouden van een
stap, die den niet-onderteekenaars
het monopolie van den bloemenhan
del verschaft. De onderteekening
van de verklaring moet bijna alge
meen zijn voor men werkelijk de
weinigen, die den handel voorzetten,
ernstig kan benadeelen.
Woensdagavond hield de heer
Farncombe Sanders, lid der Tweede
Kamer voor Haarlem, in de boven
zaal der «Vereeniging» eene rede
voering voor de leden der Vrijzin
nigen Kiesvereeniging. Hij had tot
onderwerp gekozen de «Grondwets
herziening».
Na een inleidend woord door den voor
zitter, mr. A. C. Waller, waarbij hij ook
dsn heer Sanders welkom heette en hem
dankte voor de reeds aan het district, dat
hem afvaardigde, betoonde belangstelling,
nam de heer Sanders het woord en herin
nerde er aan, hoe Haarlem hem, een jaar
geleden, de taak opdroeg het Nederl. volk
te gaan vertegenwoordigen in de Staten-
Generaal. Als zoodanig achtte hij het zich
ten plicht, acht te slaan niet alleen op
FBUILLBTO KT.
Roman van OSSIP SCHUBIN.
35) VIER-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Wie is dat allerliefste meisje, Nini? vroeg de vorst;
natuurlijk heb je vergeten mij haar naam te noemen.
Een juffrouw Sterzl, zuster van een onzer secreta
rissen, antwoordde Nini.
Sterzl? herhaalt de vorst eenigszins teleurgesteld.
Zenaïde Sterzl! zegt Polyxena spottend, over haar
schouder.
De vorst let echter niet op den spottenden toon, waarop
zij den romantisch, burgerlijken naam uitspreekt; hij is
een veel te groot heer om met menschen van minderen
stand te spotten en zegt alleenSterzl... de naam is mij
hekend.... Sterzl.... ik heb een tijdlang onder een overste
Sterzl bij de X uhlanen gediend. Het was een flink man.
Intusschen snelt Zinka voort naar het hotel de l'Europe.
Op den zonnigen binnenhof staan twee groote rozeboomen in
vollen bloei, een roode en een witte, twee kleine, bruin-
gelokte knapen spelen met stokken dueltwee Engelsche
families maken zich gereed voor een uitstapje met een paar
landauers en zenden telkens iemand naar binnen om iets
te halen, wat zij nog vergeten hebben. Het geheele plein
is vol rozengeur, zonneschijn en vroolijkheid.
Een der Engelsche dames lacht luide om het een of an
der en een tweede zegt zachthushdenk aan de zieke,
en wijst naar een paar vensters boven.
Zinka's hart staat stil, zij snelt de welbekende trap op.
In het salon staat Gabrielle's Engelsche goevernante, zeer
rechtop, zeer angstig en zeer onbeholpen.
Mag ik hij de kleine meid gaan? vraagt Zinka.
Neen, wacht u liever even, de dokter is binnen.
Inmiddels komt Truyn met den beroemden dokter C. uit
de ziekenkamer, knikt Zinka treurig toe en doet den dok
ter uitgeleide. Hij heeft de strakke, bleeke trekken van zeer
goede, onzelfzuchtige menschen, die gewoon zijn hun leed
alleen te dragen.
Als hij in het salon terug komt, zegt hij, terwijl hij
Zinka's hand in de zijne neemt: Gabrielle vraagt alle
vijf minuten naar je, maar.... met een blik op haar vochtige
oogen en bleek verwrongen gezichtje, zou je je bezorgd
heid kunnen verbergen voor het kind?
Je kunt op mij rekenen, antwoordt Zinka, terwijl
zij dapper de tranen uit de oogen wrijft. Twee seconden
later gleed zij de ziekenkamer binnen, stil en opwek
kend als een zonnestraal.
VIJF-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Blijkbaar moest iemand Zinka en Sempaly bij hun wan
deling in den maneschijn beluisterd of niettegenstaande de
voorzichtigheidsmaatregelen van den generaal ervan ge
hoord hebben; het bewijs hiervan was een afschuwelijk
artikel, dat in een in het Fransch gedrukt, maar te Rome
verschijnend blaadje, kort na het bal verscheen.
Het artikel was getiteld: «Een maneschijncotillon». Het
begon met een nauwkeurige beschrijving van Zinka, die
genoemd werd «Fraulein Z a St1, zuster van een
secretaris bij het Oostenrijksch gezantschap.» Het herin
nerde zijn lezers aan den opgang, dien zij gemaakt had in
het Jane Grey-tableau bij Ilsenbergh, beschreef haar als een
begaafde avonturierster, een «professional beauty» van Rome
en besprak haar verschillende mislukte pogingen om een
gravinnekroon te veroveren. De laatste harer pogingen was
een wandeling in den maneschijn gedurende een bal in de
Romeinsche hooge kringen en overtrof alles, wat zij tot nu
toe in het werk had gesteld en wat de chronique scmda-
lewse van de Romeinsche adel wist aan te wijzen. Zal
de verdiensde bekroond worden, zal de «High life» spoedig
een «mariage dans le monde» kunnen aankondigen?... Dat
blijft de vraagzoo eindigde het artikel.
High life zoo heette de met bovengenoemd arti
kel versierde krant was een soort schendblad, door
iedereen veroordeeld, door velen in het geheim gekocht en
gelezen.