De leden van de Eerste Ka mer der Staten-Generaal zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Woensdag den 3en Augustus a. s., des avonds te 8 uren. De Commissie van Enquête uit de Tweede Kamer der Staten- Generaal maakt bekend, dat zij van hare verrichtingen een verslag heeft opgemaakt, hetwelk binnen zeer en kele dagen in druk verschijnen zal. Voor colleges, ambtenaren, vereeni- gingen en particulieren, die bouw stoffen tot de Enquête hebben ge leverd, is dat verslag kosteloos ver krijgbaar, mits daartoe door hen vóór 15 Aug. e. k. aanvrage gedaan worde. Die aanvrage moet geschie den onder het adres: «Tweede Ka mer der Staten Generaal, Commissie van Enquête, 's-Gravenhage», en eene nauwkeurige opgave bevatten van het adres, waaraan men het verlangde exemplaar wenscht te heb- ben gezonden. In de algemeene vergadering der kiesvereeniging «Grondwettige Vrijheid en Vooruitgang» te Win schoten, zijn met groote meerderheid van stemmen voor de Tweede Ka mer candidaat gesteldvoor de perio dieke aftreding mr. D. de Ruijter Zijiker, en bij eventueele ontbinding ook de heer J. Schepel. Decentraleanti-revolutionairekies- vereeniging «Nederland en Oranje», in het kiesdistrict Zevenbergen, heeft tot candidaat gesteld voor het lid maatschap van deTweede Kamer mr. R. baron Van der Borch van Ver- woide, aftredend lid. «De Unie», vereeniging tot opwekking van staatkundig leven en bevordering van maatschappelijke belangen, houdt eene meeting ten behoeve der invrijheidstelling van den heer E. Domela Nieuwenhuis, op heden, ("Maandag 1 Augustus), des avonds te 8VS uur, in het lokaal «Maison Stroucken» Inleider: de hoogleeraar dr. A. Pierson. De heer C. W. Verloop, inge nieur-werktuigkundige der Neder- laudsche Rijnspoorweg maatschappij zal genoemde Maatschappij op het Internationaal spoorweg-congres, op den 17 September a. s. te Milaan te houden, vertegenwoordigen. Door de betrokken spoorweg en stoombootmaatschappijen worden van nu af gedurende den zomer goedkoope retourbiljetten van Lon den via Vlissingen naar Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, enz. en te rug uitgegeven; men hoopt daar door de Eugelsche reizigers meer naar Nederland te trekken. Onder alle voorbehoud maken wij melding van het volgende ons toegezonden bericht: Naar men uit goede bron verze kert, moet de kwijtschelding van straf aan allen zonder onderscheid, die wegens het bekende paling-op roer veroordeeld waren, een nood zakelijk gevolg zijn van de uitspraak van den Hoogen Raad op een be roep van cassatie, door mr. Van Gigch Jr. ten behoeve van zijn cliënt ingediend. Bij behandeling dezer zaak zou, aldus wordt verklaard, door dit hoogste rechtscollege een belangrijke omissie in het vonnis van het Amsterdamsche gerechtshof ontdekt zijn, en wel dat de veroor deelden niet alleen op het oogen- blik van het delict niet gearresteerd zijn, maar dat de eerste rechter ook geen rekening hoegenaamd heeft gehouden met het al of niet zich onttrekken aan het oproer, van welker deelachtigheid de personen werden beschuldigd. {Tijd). De bij het Amsterdamsche publiek in den laatsten tijd gerezen vraag of het Paleis voor Volksvlijt bij het ongunstig resultaat der te genwoordige wijze van exploitatie en de wanverhouding van uitgaven tot inkomsten «voortgezet of geli quideerd moet worden», heeft de heer J. J. L. Ten Kate Jr. tot stof voor een kleine brochure gekozen. (Amsterdam, Gebr. Schroder.) Hij is een warm verdediger van de voortzetting, maar verbrat er voor waarden aan. Verschillende en be langrijke wijzingen (verplaatsbare scheiding in het hoofdlokaal, betere exploitatie van de bijiokalen enz.) beschouwt de heer Ten Kate als onmisbaar. De kosten voor zoodanige nieuwe inrichting zouden ongeveer f95.000 bedragen, tegenover eene vermoedelijke vermeerdering van rente van f 35,000 tot f40,000 's jaars. De schrijver gelooft, dat eene in richting, die haar recht van bestaan tot nu toe niet financieel kon be wijzen, maar wier belang het Am sterdamsche publiek toch zeer ter harte gaat, recht heeft op flinken en algemeenen steun. Met de Conrad is Zaterdag te Amsterdam aangebracht een soldaat, die drie jaren geleden wegens eene veroordeeling vervallen was ver klaard van den militairen stand, doch onder een valschen naam we der had dienst genomen. Door vroe gere krijgsmakkers in Indie her kend, was hij aangeklaagd, daar zij met een schurk als hij was niet in het gelid wilden staan. Hij werd gevat en naar Holland opgezonden, en op de terugreis poogde hij nu een adjudant-onderofficier met een mes te verwonden. Hij is na aan komst onder gewapend geleide naar de gevangenis overgebracht. Het verslag door Dr. C. J. Van Persijn, geneesheer-directeur aan het gesticht «Meerenberg», over 1886 uitgebracht, bevat een zeer uitvoerig beredeneerd overzicht om trent het getal, den aard der ziek ten en de behandeling van de in genoemd gesticht verpleegden. De bevolking liep terug. In het begin des jaars heerschte er bij her haling gebrek aan ruimte aan de mannenzijde zoodat zelfs eenige man nen van buiten Amsterdam niet konden worden opgenomen. In den loop des jaars verbeterde dit en was er steeds voldoende gelegenheid, om alle krankzinnigen buiten Amster dam op te nemen. Tegen het einde des jaars waren de plaatsen zeer talrijk geworden. Dit heeft doen be sluiten aan het gemeentebestuur van Amsterdam te schrijven, dat er ge legenheid was om in het gesticht ook weder armlastigen uit die ge meente op te nemen. In December werd hiervan reeds gebruikgemaakt; den 20sten werden 5 mannen en 3 vrouwen uit die gemeente opgeno men. Niettemin was de bevolking aan het einde des jaars zeer ge daald. Bij het begin des jaars 914, bedroeg zij aan het einde 882. Er werden toen 15 mannen en 17 vrou wen minder verpleegd dan bij den aanvang. Ofschoon niet zoo druk kend, bestond er nog steeds over bevolking. De zeilwedstrijd op de Zaan. Het vijfjarig bestaan der Zaanlandsclie zeilvereeniging is Zaterdag op luisterrijke wijze gevierd door een grooten wedstrijd, die ongeveer half twaalf werd geopeud. Op de grens van Wormerveer en Zaan dijk was een groote tribune opgericht tegenover een kromming van de Zaan, waarin ook de boeien van afvaart lagen. De vaartuigen maakten zeil op het sein van een kanonschot, gingen zuidwaarts om een ton met witte vlag tegenover Koog, vervolgens om een ton in de zoogenaamde Kuil, tusschen Zaandam en Koog en ten slotte om een derde ton aan het noord einde der baan ouder Wormerveer, tot zij bij de seinpalen bij de tribune aan kwamen. Een feest als dit is inkeemsck aan de Zaan en de gelieele bevolking, jong en oud was op de been. Er waas aan niets gebrek dan alleen aan wind; eerst later op don dag won de zachte westenwind meer aan kracht. Wij laten hieronder den uitslag van den wedstrijd volgen I. Kielbooten of andere scherpe vaar tuigen, met middenzwaard (Genterboards.) Lang op de waterlijn boven 7 tot 8.50 Meter. Prijs; //Johanna," L.Smit Jr., Botter dam. Premie; //Begins," Jhr. mr. II. 13. Smissaert, Maarsen. Voor No. II was geen deelneming. III. Kielbooten, Sloepen, of andere scher pe vaartuigen, zonder middenzwaard. Lang op de waterlijn 8.25 meter. Prijs: ,/Jeannetto", PI. do Jonge, Am sterdam. Promie; //Nike", C. P. Hartog, Zaandam. IV. ,/Pleizierboeiers" met vaste roef, lang op de waterlijn boven 8.35 meter. //Brunette," (Bastet, Amsterdam.) die alleen was opgekomen, moest de baan af leggen in een vooraf vastgestelde;; tijd en kwam 4 min. en 55 seconden binnen dien tijd aan. V. Pleizierboeiers met vaste roef. Lang op de waterlijn 8.25 meter. Prijs: //Sperwer" C. Jurrjens, Amster dam. Premie: //Mignon", H. J. van Mee- teren, Amsterdam. VI. Tjotters. Lang op de waterlijn bo ven 5.50 meter. Prijs//Gertrude Betsy," D. L. van Voorst, Westzaan. Premie: „Eata Morga na", C. J. Vuerhard, Amsterdam. VII. „Tjotters." Lang op de waterlijn boven 4.75 tot 5.50 meter. Prijs„Geertruida," C. P. J. Stam, Koog. Premie„Betsy II'3, Leenhart Avis, Zaan dam. VIII. Tjotters. Lang op de waterlijn boven 4,25 tot 4,75 Meter. Prijs //Anna Paulowna", G. Tip, West zaan. Premie: //Valk", P. Klingenspoor, Amsterdam. Klasse IX. //Tjotters". Lang op de waterlijn tot 4.25 Meter. Prijs//Gruno," W. Juchter Jz., Am sterdam. Premie: //Anna," A. Drukker, Amsterdam. X. Gondels. Laug op de waterlijn bo ven 5 Meter. Prijs//Snoek", D. Dil Wz. te Lands meer; premie: //Ansjovis", W. Dil Dz. te Oostzaau. XI. Gondels. Lang op de waterlijn bo ven 4.25 en 5 Meter. Prijs ,/Zeemeeuw", I. Akkerman, Zaan dam. Premie: //De Schilder", M.Verwer Jr., Wormerveer. Klasse XIII. (Slotnummer.) Wedstrijd met boerenplatten, zonder zwaarden. Prijs S. Pus en G. Plooijer, Oostzaau. Ie Pre mie: P. Schaft Lzn. en J. Kors Jbzn., Oostzaau. 2e PremieJ. Tlf en S. van Tiju, Zaandijk. Na afloop van den wedstrijd vereenigden zich de leden met hunne dames, de deel nemers en genoodigden aan een diner in de „Nieuwe Sociëteit" te Wormerveer, waarbij een zeel' opgewekte stemming den maaltijd kruidde. In het zelfde gebouw werd daarna een concert gegeven in de pauze waarvan de feestelijke uitreiking der prijzen plaats had. Tegen 10 uur werd tegenover de Stationstraat te Wormerveer een schitterend vuurwerk afgestoken, door ingezetenen van Wormerveer aangeboden. Het gebeele feest werd waardig besloten met een bal in de concertzaal der „Nieuwe Sociëteit." Men schrijft ons uit Alkmaar Uit de door B. en W. aan den gemeenteraad ingediende rekening over 1886 blijkt dat de ontvangsten bedroegen f 565,206,071/» en de uit gaven f559,645,1572, alzoo sluitende meteen voordeeligsaldovanf5560,92. Bij het hevige onweder dat Zaterdagmiddag boven de gemeente Huisen woedde, werd de bliksem afleider van het telegraafkantoor gesmolten. Verder het kantoor pas- seerende, is hij overgeslagen naar den tuin van den directeur, waar hij in den grond verdween. Een en ander ging gepaard met een hevigen slag, terwijl de bliksem zich ver toonde als een vuurbal. In de nabij heid van het klooster werden drie palen door den bliksem getroffen, waarvan een geheel tot splinters geslagen is. Men schrijft ons uit Hilversum Door Burgemeester en Wethouders dezer gemeente is goedgunstig be schikt op het verzoek van J. H. Vossen, directeur der naamlooze ven nootschap Nederlandsche Stoomverf- fahriek aan den Laarderweg alhier. Eveneens is aan de gezamenlijke buskruitfabrikanten uit N.-Holland, Zeeland en Utrecht vergunning ver leend tot het oprichten van een schietbaan aan den Nieuwen Crai- loschen weg, nabij deze gemeente. Onze wekelijksche markt wordt al meer en meer door vreemde koop lieden bezocht, die hun waren he neden winkelprijs aan den man brengen. Onze neringdoenden on dervinden hiervan de nadeelige ge volgen en hebben zich derhalve tot den raad gewend met het ver zoek die markt óf geheel op te hef fen óf haar tot enkele uren te be perken. Ook dringen zij er op aan, dat voortaan marktgeld zal worden geheven, daar totnogtoe maar een ieder kosteloos een plaats op de markt kan innemen. De raad heeft het adres in overweging genomen, en zal later een besluit nemen. De plaatselijke schoolcommissie alhier, die voor eenigen tijd collec tief haar ontslag had aangevraagd is bij dat besluit gebleven. In een schrijven aau den raad betuigt zij, dat ze de houding van den gemeen teraad t< n zeerste waardeert, doch dat dit geene verandering in haar zienswijze heeft kunnen brengen. Op voorstel van den waarnemen- den voorzitter werd haar door den raad eervol ontslag verleend onder dankbetuiging voor den betoonden lust en ijver. Vanwege de vereeniging «Is raël en Oranje,» is den burgemeester van 's-Gravenhage Zaterdag aan geboden het gouden eere-teeken, in den vorm eener medaille, van het eere-lid;; aatschap dezer vereeniging hetwelk ZEd. onlangs heeft aan vaard. Vrijdagavond omstreeks acht uur kon men op Scheveningen ge tuige zijn van een, vooral m onze streken uiterst zeldzaam voorkomend natuurverschijnsel, nl. een fata mor gana of luchtspiegeling. Boven de zee, eenigszins rechts voor hen die op het terras stonden, zag men nl. tegen den hemel een fraai heuvelachtig landschap afge- teekend, waarin men duidelijk eene fabriek met twee schoorsteenen, een groot en verschillende kleinere hui zen herkende. gids en een paard. Daar was vergadering en werd raad gehouden. Want o speling des lots, nu regende het hard en de mist was dik en wij zagen niets meer. Er bleef al leen over, zich te schikken. Ongeveer 12 uur wees de klok en het was verwonderlijk hoe goed geproviandeerd ieder was. Onder parapluies en waterproofs, werd een onvoorbe reide lunch gehouden. Deze had eieren, gene sandwiches en beschuitjes een beetje whiskey, een halve fleseh Niersteiner: ieder kreeg wat, ieder wist wat, ieder had opinie over 't weer, ieder kende een grappig verhaaltje of lachte om zijne buurman; mijn vriend Max deed wanhopige pogingen om een goeduitziende jonge dame uit Manchester zijn waterproof op te dringen (het was oude kennis, wij hadden haar boven op een Coach ook ontmoet, dus altijd in de hoogte, en waarom zou Max dan ook niet inhooger sferen zijn?) Kort en goed, de tijd verliep lang niet on aardig. Maar regenenja, de groote schoonmaak der stoffige bladeren zou nu. recht beginnen. De mondkost was op of de trek was over en de uien waren verkocht of elk had ook daar genoeg van en de regen hield aan, zoodat wij rilden, maar zien deden wij niets. Over éénen. Langzaam spatte het gezelschap uit een. Eerst drie heeren. Toen nog een, toen de rest, allen naar beneden, ook onze Manchestersche. Maar de water proof liet zij boven en on3 ook. Wij gingen toch, schoon het, dit moet ik toegeven, even dol scheen als overbodig. Dit alles kon ons niet weerhou den; terwijl gids en bruintje, aan al die experimenten wel gewoon, gewillig meetogen. Merkwaardige reis l1/» uur opwaarts. Over stijgenden weidegrond met kort dik gras slopen wij verder in den dikken mist, in den gudsenden regen, in den harden killen wind. Hier en daar een schaap, dat veel grooter leek door den nevel, en anders niets, als vliegende wolken en eenzaamheid. Geen vijf voet konden wij om ons iets ontdekken. De gids koos het langste vei ligste pad. De weigrond houdt op. Wij staan op een hoogte. Zijn wij er? Nog lang niet. Ons pad verandert nu is het steen, blauwe leiachtige scherpe steenen, doodsch en kaal, zonder groei of leven. Iets hooger weder, dan iets lager. Al maar verder in de ruwe eenzaamheid, druipend en sid derend van de koude, stap stap, langzaam verder. Hier is de hoogste top. De top, 3054 voet boven de zee. Wij zien het maar doorgronden 't niet. Een klein, halfrond muurtje van de ruwe steenblokken des bergs opgebouwd, biedt ons eenige schuilplaats. Tegen half drie is het. Woedend suist de storm om ons. Onze handen zijn stijt van koude en vocht. Wij werpen een steenblok op den cairri, dat is de steenhoop op de hoogste toppen der bergen, samengesteld door «vrijwillige bijdragen». Ieder mag er één steen op werpen, dat is landsgebruik. Daar zitten wij in arren-moede. Teleurgesteld, teleurgesteld.... o dat mooie weer, o die oude gids, o dat vaste geloof dat ook dit zou gelukken en de kroen zou zetten op al onze zoo goed geslaagde plannen. Integendeel, een woest aangrijpend tooneel, doch klein en bekrompen iets griezeligs en angstig. Dat baat alles niet. Jong Jochem uit Renter's Gedroogde Kruiden zou zeggen: «Wat zal een mensch daaraan doen?» en er bijvoegen: «Moeder, schenk Brasig nog eens in». Dat was dan ook het wijste, want hij wist niets auders en wij keken ons voorraadsmandje na en deelden met den gids ons hebben en houden. De trouwe klepper kreeg een beschuitje hij bedankte en stond treurig met den kop naar den grond. Onderwijl verliep een half uur. Zoo goed zoo.kwaad het ging sneden wij onze namen in den houten paal bij 't steenen muurtje en... keerden terug. Bovenop geweest, hoog op den top, ja met recht in de wolken, dht konden wij denken, doch meer niet. Berouwen deed ons de reis niet, maar voldaan zijn, dat is iets anders, 't Zal on geveer 3 uur geweest zijn, toen de droeve cavalcade opbrak. Stil vooruit, snellen dan opwaarts door de ruwe, scherpe steenen naar beueden over den hoogen bergkam. Op eens geschiedt een wonder. De grijze en zwarte wol ken worden wit, licht, helder; zij worden opgeheven, weg gevaagd door reuzenarmen, weggetrokken als reuzengor- dijnen, weggeblazen door denzelfden reuzenadem, die ze ons toegewaaid had. Verstomd en verbaasd blijven wij staan. Wat is dat alles, dat zich opdoet voor ons oog? Het klaart op, wij roepen «halttot den gids. In stomme verbazing, neen verrukking, zien wij rondom ons. Terug naar den top. Dat moet dat is natuurlijk. Een halt uur later zijn wij weêr boven en werpen onzen tweeden steen op de Cairn. Alles is omgekeerd. Een onmetelijk vergezicht ontrolt zich voor ons: bergen rechts en links, dalen rijk begroeid en anderen dor en kaal het meer Bassenthwate. Water be neden aan den voet van onzen berg, onzen Skiddaw, steden en dorpjes, de zee tusschen Engeland en Ierland, alles even frisch of het zoo pas geschapen ware, behangen met de rest der dunste nevelen, beschenen door de heldere zod; schoorsteenen van ver afgelegen fabrieken, spoortreinen, maar vooral en vooral het gebergte, het onmetelijke, het indrukwekkende. Dat is de Low Man, dat is de Saddleback, dat is Skidder Forest, zonder hoornen maar met destemeer bergtoppen, ginds is Dodd Teil, daar in de verte de logge klompen van Helvellyn met zijn uitloopers, of zooals men hier on eigenaardig zegt, zijn sporen. Onbeschrijfelijk is het pano rama. Geen teleurstelling meer, nu vreugde en voldoening, 't Is of onze gids en zijn gezel onze blijdschap deelen. Bij de tweede stijging lieten wij hen achter en later vonden wij ze spoedig terug. Eindelijk 't is vier uur ongeveer, dus nu huiswaarts. Wat een tocht terug. Alles was van morgen voor ons verborgen: zijn wij daar geweest, langs dat smalle padje, langs dien diepen kloof en dat nog wel boven op den ros sinant? Ja, zei de gids. Nu, enfin. De terugreis is een feest, overal iets moois, iets nieuws. Wonderlijk liefelijk wisselt het af. Daar is Derwentwater weer met Keswick, een beeld uit een tooverlantaarn. Daar is het pad van van ochtend, het veilige over de weidegronden. Nu gaan wij dwars at en steil in de diepte, nu zien wij en kunnen ni*t dolen. Daar is onze hut, onze restauratie, onze sociëteit. Alles overgoten met licht en leven tegenover het doodsche van van morgen. Al dieper dalen wij. Het komt er op aan. Ik voelde het trouwens nog vijf dagen later in de knieën. Allengs is alles weêr droog, waar wij loopen; niet droog geworden, maar droog gebleven. Allengs schijnt de zon warm, heet, ja stekende. Beneden in het dal heeft het niets geregend, het is even dor en even stoffig als voorheen. Ons rijtuig bleef geheel droog. Wij vonden het in orde terug, spanden bruin in en reden huiswaarts door het lieve stadje langs het schoone meer en te zes uur nam Lodorehótel ons gastvrij op, ons wien het gelukt was hoven alle verwachting om dien 22 Juli den Skiddaw met zulk succes te «doen», zooals de gewone spreekwijs hier luidt. Beregend, gedroogd, vol sporen onzer ruwe reis, keerden wij terug, doch dat was te verhelpen en ging voorbij. Maar blijvend zal de indruk zijn van dezen schoonen tocht en wat wij daarop ondervondei'. Toen ik 's avonds 8 ®ur onzen berg nog eens een af- scheidsblik toewierp, was het gevaarte weêr in wolken ge huld, die fantastisch heenstoven om zijn toppen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2