NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De eerste klant.
5 e Jaargang'.
Vrijdag 12 Augustus 1887.
No. 1258.
ABONNEMENTSPRIJS:
AD VERTENTÏEN:
S I A I) S i\ I E II W S.
BE KERMIS.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicite Etrangere G. L. BATJBE if Co., JOK. F. JONES, Stier., Parijs, 3 Ibis Faubourg Montmartre.
In ons volgend num
mer zal een begin wor
den gemaakt met een nieuw
feuilleton vaD grooten omvang.
Het is een zeer onderhoudende
roman, getiteld: «DE GOUD
VALLEI», een boeiend verhaal,
getrokken uit Amerikaansche
toestanden. We twijfelen niet
dat wij hiermede een goede
keuze deden en kunnen bij
voorbaat onzen lezers een aan
gename lectuur verzekeren.
De Redactie.
Haarlem, 11 Augustus.
GEMEENTERAAD,
In de zitting van Woensdag werd om
te beginnen een ingekomen stuk behan
deld, een echt kermisstuk. Het was een
aanvraag* van een wafelbakker, die ook na
de kermis, op het Klokhuisplein wilde
blijven bakken en daartoe per verzoekschrift
verlof verzocht. Het werd na eenige dis
cussie ter afdoening toevertrouwd aan B.
en W., die zooals de voorzitter voorspelde
nul op het rekest zullen geveu. De heer
Sn eitjes alleen was tegen die uitspraak
van den raad.
De geloofsbrieven der herkozen leden
van den raad werden door eene commissie,
bestaande uit de heeren Heshuysen, Cnoop
Koopmans en Sneltjes onderzocht en goed
gekeurd. Hoewel men eenige bezwaren had
tegen de toelating van den heer Lodewijks,
werden die echter ongegrond bevonden.
De bedoelde had eeu schrijven gezonden
waarbij hij ontslag verzocht als gemeente
geneesheer, tegen 1 September.
Hij verklaarde zich echter bereid ook
na dien datum zijn functie gratis te blijven
waarnemen tot in de vacature was voor
zien door een nieuwe benoeming.
Bij de behandeling van de hervorming
der burgeravondschool bleken verschillende
leden het niet eens te zijn met de voor
gestelde reorganisatie. Bij de algemeene
beschouwing bleek al spoedig dat er twee
stroomingen waren in de meeningen der
leden. De eerste partij wenschte volstrekt
geen gebruik te maken van het onderwijs
der teekenschool voor kunstnijverheid en
de hervorming in de burgeravondschool
zelf ter hand te nemen.
De andere partij wilde het tegenover
gestelde. Voor- en tegenstanders besloten
die kwestie bij stemming uit te maken,
men weet met welken uitslag. In een vol
gende vergadering moet deze vraag dus
nogmaals worden behandeld, omdat de
stemmen staakten. Dr. von Beeken was
buiten stemming gebleven.
We zullen op dit onderwerp binnenkort
terugkomen.
Een ander belangrijk punt van behan
deling was het reeds zoo dikwijls uitge
stelde voorstel tot wijziging der onder-
wijzerstractementen. Het werd aangeno
men, alleen met deze belangrijke toe
voeging dat de verhoogingen, die
onderwijzers na een zeker aantal dienst
jaren zullen genieten, alleen zullen wor
den toegekend op voorstel van B.
en W., die echter daarbij de commissie
van toezicht en den arrondissements-school-
opziener zullen raadplegen. Op die wijze
meende men het gevaar te vermijden dat
onderwijzers die het niet verdienen ook
verhooging zouden krijgen.
Vanwege de vereeniging «Door
Vermaak tot Nut» te Haarlem, on
der het bestuur der heeren mr. A.
W. Thöae, J. Smits Hz., J. H. Kool
hoven, Pieter Dyserinck, mr. W. H.
Smit en G. C. Merens, zijn Woens
dagmorgen van de verschillende
scholen van kosteloos onderwijs en
van de godshuizen en weeshuizen
alhier 421 kinderen, die het geheele
jaar geen enkelen schooltijd hadden
verzuimd, naar Amsterdam gespoord,
onder geleide van eenige ledtn des
bestuurs, dertien onderwijzers en zes
vaders der gods- en weeshuizen. Na
eene wandeling door de stad, zijn
zij naar «Natura artis magistra» ge
gaan, om daar volop te genieten
van hel geen de diergaarde en het
aquarium te zien geven.
Des namiddags kwamen allen
weder met de trein huiswaarts.
In den schouwburg heeft Woensdag
avond de heer Troetelman zijn blijde
inkomst gevierd en hij heeft over de ont
vangst van het publiek werkelijk niet te
klagen gehad. Wie zou dan ook dien levens-
lustigen rentenier, die het leven van den
vroolijken kant bekijkt een kwaad hart
toedragen, immers niemand. Toen de heer
Troetelman nog een huishoudster had en
geducht onder haar pantoffel zat, was hij
stil als een muis en durfde niet veel doen
maar toen zijn huisgodin hemelwaarts was
gegaan besloot meneer Troetelman, onder
de echte kermisleus wat heb ik een lol
de blommetjes eens buiten te zetten en
zoo'n beetje aan den zwier te gaan. De
goede man komt in allerlei moeilijkheden
en geraakt zelfs ten slotte in gijzeling. Nu
lijkt dat wel héél erg, maar de vrijwillige
opsluiting waarin hij zich heeft begeven,
in plaats van den toekomst-muzikant Karei
Steenolie, geeft onzen held alleen nieuwe
stof tot vroolijkheid. In een gijzeling als
de zijne, waar voortdurend aardige jonge
meisjes op bezoek komen en allerlei dol
dwaze muziekuitvoeringen worden gegeven,
och, daar is het dan ook wel uit te hou
den, vooral wanneer men als meneer Troe
telman geld genoeg heeft om, wanneer men
verkiest, weer op vrije voeten te komen.
De heer Mutters, die voor Troetelman
speelde, had met zijn prettig bon-vivant
grime en zijn vroolijke deuntjes een zeer
groot succes, eveneens mevrouw de Graaf-
Yerstraete als de aardige modiste Rosalie,
Mevrouw Huyzers als de klappij juffrouw
Stalmuis, niet het minst ook de heer Thö-
nissen in zijn dubbele betrekking van kan
toorklerk en aannemer van publieke ver
makelijkheden. Wat laatstgenoemde aan
stemmiddelen ontbrak wist hij dubbel en
dwars in te halen door zijn droog-komiek
talent waarmede hij wist te woekeren.
De bezoekers van den schouwburg zullen
het zeker met ons eens zijn dat liet gezel
schap van den heer Mutters zijn bezoek
aan Haarlem nog eens moge herhalen.
Hedenavond gaat in den schouwburg
zooals men weet «Ie Vledermuls en
Vrijdagavond nogmaals EBontta tianila,
de operette die Dinsdagavond zooveel op
gang maakte. Men rekent terecht op een
zeer druk bezoek.
Het gisterenavond door het gezelschap
van Lier opgevoerde stuk in de tent op
de Nieuwe Groenmarkt was getiteld
//Onder valsche vlag," een drama in
9 tafereelen, naar den beroemden roman van
dien naam bewerkt door George.
De groote omvang van dit stuk laat
ons niet toe uitvoerig op den inhoud terug-
te komen; we zullen dezen dus in korte
trekken trachten weder te geven.
Een oppassend, bekwaam werkman eener
fabriek sterft en laat een weduwe met
twee jeugdige kinderen achter, een jongen
en een meisje. De eigenaar der fabriek,
door medelijden daartoe bewogen, stelt de
arme vrouw, die bemind wordt door den
opzichter der fabriek, als portierster aan.
Die liefde is evenwel noodlottig zoowel
voor den opzichter als voor de portierster,
welke laatste hem niet bemint en, wegens
eenige overtredingen,van de fabriek gejaagd,
rondzwervende, aan een dorp komt, waar
zij door den geestelijke voor korten tijd
wordt gehuisvest. Alvorens evenwel van
de fabriek te zijn verwijderd, ontvangt zij
een brief van hem die haar bemint. Den
brief werpt ze evenwel weg en dit schrij
ven komt toevallig terecht in het houten
paardje van haar zoontje, dat bij haar
speelt. Daar hem geen wedermiu geschon
ken wordt, besluit de minnaar zich van
kant te maken 'en de fabriek te doen sprin
gen, terwijl de chef afwezig is. Deze komt
echter onverwacht thuis en ontdekt den
toeleg.
Den opzichter, wetende dat hij voor
deze daad zou moeten boeten, vermoordt
zijn chef, steekt de fabriek in brand en
weet de zaak zóó te doen voorkomen alsof
de portierster de schuldige is. Hij zelf
neemt een anderen naam aan en zijne
vroegere beminde wordt voor de schuldige
gehouden en wegens moord, diefstal en
brandstichting tot levenslange gevange
nisstraf veroordeeld.
De opzichter vertrekt naar Amerika en
weet daar in een twintigtal jaren met do
aan zijn vermoorden patroon ontstolen
technische vakgeheimen aardig fortuin te
maken.
Hij komt ook in aanraking met Jean
Soliva, een neef die door middel van een
drank, welke hij verschillenden personen
toedient, dezen hunne geheimen weet te
ontrukken.
Dit heeft ook plaats met den opzichter,
en Jean Soliva, thans wetendo met welk
een schurk hij te doen heeft, trekt partij
van die wetenschap, om hem af te zetten.
Een en twintig jaar later ontmoeten
de verschillende personen van het drama
elkander te Parijs.
De opzichter, nog steeds onder zijn val-
schen naam (de valsche vlag) ziet daar
tot zijn schrik de vroegere portierster der
fabriek, die hij in de gevangenis waande,
maar die ontvlucht was en nu onder een an
deren naam broodverkoopster is. Zij
herkent hem en zegt in tegenwoordigheid
zijner dochter, wie haar vader is ofschoon
hij alles ontkent. Het meisje dat de zoon
van den vermoorden fabriekseigenaar be
mint, kan nu met dezen niet in 't huwelijk
treden, daar het bloed van den vermoorden
tusschenbeiden treedt. Zij zijn daardoor aan
de wanhoop ten prooi.
Door een toeval wordt het paardje ge
broken, dat nog steeds door den zoon der
gewezen portierster als een herinnering
aan zijn kinderjaren wordt bewaard. Er
rollen brieven uit en één daarvan is een
minnebrief, die duidelijk de betrekking
van den gewezen opzichter tot de ex-
portierster bewijst en ook een onomstoot-
baar bewijs is voor zijn schuld. De politie
wordt daarvan verwittigd door vrienden
van vrouw Fortier, de brood verkoopster.
Tijdens die ontdekking komt ook aan het
licht dat Lucie, eene modiste en de beminde
van den zoon van den vermoorden eigenaar
der fabriek, de dochter is van vrouw For
tier. Dit meisje, thans 21 jaar, herkent
haar broeder door wien zij wederkeerig
herkend wordt.
Vrouw Fortier wordt thans, na 21 jaar
lijdens, van de blaam die op haar ligt,
gezuiverd. De opzichter die zoo lang /onder
valsche vlag" voer, wordt in de gevangenis
gebracht en de gelieven staat thans niets
meer in deu weg en zij ontvangen'den moe
derlijken zegen. Het doel der vrienden
van vrouw Fortier is bereikt, de schuldige
is gestraft en de onschuld vrijgesproken
Wij hopen hiermede eenigszins den draad
van het ingewikkelde doch boeiende drama
te hebben aangewezen. Overigens moeten
wij er aan toevoegen, dat ieder tooneel
op zich zelve tal van spannende oogen-
blikken verschaft. De intrigue ontwikkelt
zich langzaam en op gemakkelijk volgbare
wijze.
Als wij er nog bijvoegen dat de hoofd
personen van het stuk werden voorgesteld
door acteurs als Moor, Vos, Verhagen, Mal-
herbe, de la Mar en actrices als Mevr. de la
Mar (Joh. Fortier),mej. Iloltrop-van Gelder,
E. van Biene enz., dan behoeft men niet
te twijfelen dat de rollen in uitmuntende
handen waren.
We mogen //Onder valsche vlag" een
gelukkige keuze van den heer Van Lier
noemen; de goede opkomst van het pu
bliek bewees dan ook ten volle dat men
iets goeds verwachtte, en daarin bedroog
men zich niet. We durven zelfs den wensch
uitspreken, dat het nog eens of meerma
len gedurende de kermis moge worden
opgevoerd, en we voorspellen er de onder
nemers succes mede.
Intusschen verdringen de bezoekers van
de schouwburgtent van den heer Van
Lier op de Groote Markt elkaar om
Amsterdam je bent ccntgte zien,
welk stuk een stijgend succes geniet. Het
is een stuk dat pakt en waarbij men alleen
gevaar loopt zijn lachspieren geweld aan
te doen.
In de sociëteit „Oe Kroon" geeft het
specialiteiten-gezelschap van den heer Van
Haarlem avond aan avond afwisselende
voorstellingeu, die voortdurend honderden
bezoekers trekken. De held van den avond
is gewooiüijk de coupletzanger C h r é-
tienni, die even gemakkelijk Fransche
als Hollandsche liederen voordraagt. De
Vlaamsche tongval, dien hij nog niet geheel
is ontwend, maakt ze juist zeer origineel.
Hij geeft van zijn veelzijdigheid blijk door
ook als dame op te treden, waarmede hij
veel applaus inoogst, een bewijs dat hij bij
die tour de force, die weinigen hem 011-
estraft zouden nadoen, geen afbreuk doet
aan den goeden smaak, maar alleen de
algemeene vroolijkheid daarbij verhoogt.
De duitsche zangeres Harriot maakt
eveneens veel opgang, maar vooral de
Renads, muzikanten en duikelaars. Dit
bespottelijk drietal doet de ongelooflijkste
kunsten, speelt op allerlei instrumenten
en geeft ten slotte de parodie op een
Spaansch stierengevecht, waarbij een hun
ner als toreador, de beide anderen voor
stier spelen. De dame die door professor
Burton wordt weggegoocheld geeft reden
tot groote verbazing. Zekere heer Sidney
Terry met zijn muzikale voedingsmiddelen
oogst bovendien een groot deel van het
applaus dat de geheelen avond zoo kwis
tig wordt uitgedeeld. Het geheele pro
gramma wordt dan ook met zorg gekozen.
De uitvoering laat niets te weuschen over,
en de ontvangst in deze gastvrije sociëteit
met haar vlugge bediening tegenover zoo
vele bezoekers zet de kroon op het geheel.
FEUILLBTO KT-
2)
(Slot.)
Nu het is mij goed bevallen, voegde ik hem met
eene zekere zelfvoldoening toe. Het was de eerste keer,
dat ik geschoren werd. Ik kom bepaald terug en met
een verwijderde ik mij.... zonder er aan te denken hem te
betalen. Aan het einde van de straat keek ik nog
eens om.
Moeder en zoon stonden aan de deur en brachten mij
nogmaals een groet.
Dat om 12 uur hij het eindigen der lessen mijn eerste
werk was hem te gaan betalen, zal iedereen begrijpen, die
met mijn eerlijkheid van nabij meer bekend is.
De barbiers- en haarsnijderszaak nam in den loop der
jaren goed op. De klanten kwamen als paddestoelen uit
den grond en Zaterdagavonds was het er erg druk. Het
huwelijk, dat acht dagen na de opening der zaak voltrok
ken werd, was een toonbeeld van geluk en de zegen des
Heeren in den vorm van kinderen het deel der echtge-
nooten.
Het noodlot, dat mij geen meester in de rechten maakte,
maar met een bescheidener werkkring tevreden deed wezen,
stelde mij in staat hem de klandizie te blijven schenken;
al was het soms een heel eind uit den koers en al moest
ik vaak hooren: laat jij je bij zoo'n barbiertje scheren!
Ik was er nu eenmaal gewoon, had een goede bediening,
naar mijne meening, er werd goddank geen l'ooienstelsel
in praktijk gebracht, ik werd geschoren naar mijn zin en
moest zooals overal.... luisteren naar hetgeen verteld werd,
terwijl ik onder het mes zat.
Ik kan nu niet begrijpen, hoe je met zoo'n vuil ge
zicht blijft lcopen zei mijn vrouw 11. Woensdag (15 Juni),
toen ik in allerijl thuis kwam om te eten.
Dan moet er maar tijd wezen voor het scheren, ant
woordde ik eenigszins knorrig.
Och, tijd genoeg, ging zij voort, als je maar niet zoo
gebonden waart aan dien Nemo.
Gebonden, herhaalde ik, niets dat mij bindt, dan de
kracht der gewoonte.
Ik was overtuigd, dat ik een vuil gezicht had en be
loofde nog vóór kantoortijd mij te zullen laten scheren.
Het was even voor zessen, dat ik het winkeltje binnen
trad. Een groote fonkelnieuwe «lampe beige» verlichtte den
winkel. Guirlandes met zilver en groen doorstoken hingen
aan den muur, twee groote palmpotten stonden naast den
spiegel, waarboven de attributen van een barbierswinkel
smaakvol gegroepeerd stonden. Op het spiegelglas stond
25, met kaarsvet gesmeerd.
Wat is dat nu? vroeg ik verwonderd aan den zestien
jarigen jongen, die in een wit jasje en met een gekapt en
geplakt hoofd, dat erg naar pommade rook, meestal de
honneurs in den winkel waarnam en nu bij mijn binnen
komen ijlings naar achteren vloog, terwijl hij mij toeriep:
meheer, de meester komt zool
Een oogenblik daarna kwam Nemo van achteren, gevolgd
door zijn vrouw en de zes kinderen, daarop volgde de moe
der. Zoo theatraal mogelijk schaarden ze zich om mij heen.
Ik stond met mijn vuil gezicht te kijken of ik het te
Keulen hoorde donderen en vroeg: wat beteekent dat
allemaal?
Mijnheer, begon Nemo met de waardigheid van een
redenaar, een oogenblik!
Daarna haalde hij een groote enveloppe uit zijn borstzak
en begon te speechen.
Waarde Jubilaris! Heden is het 25 jaar geleden, dat
ik mijn winkel opende. Naast God, die mij een goede vrouw