lector aan de ïtijks-Universiteit te Leiden, om onderwijs te geren in de algemeeno besclirij rende volkenkunde en de Japansclie taal- en letterkunde; is aan A. A. Ver- kouteren, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van ontv. dor registratie en dom. te Apeldoorn, beh. aanspraak op pensioen. Bij beschikking van den minister van Binnenl. Zaken van 11 Augustus is, met ing. van 1 Oct., aan N. G. Tholen, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als concierge aan de 11. H. B. te Win terswijk. Blijkens een bij liet departement van Marine ontvangen is Zr. Ms. schroefstoom- scliip 1 ste klasse Van Speyk, onder be el van 's Konings adjudant, den kapt. ter zee jkr. J. A. Roëll, in den morgen van 10 dezer te Batavia aangekomen. Aan boord was alles wel. De minister van Staat, minister van Binnenlandsche Zaken; overwegende, dat, volgens ingekomen ambtsbericht, de cholera asiatica in Napels is waargenomen, heeft de haven van Napels besmet verklaard. Bovenstaande berichten zijn uit de St.-Ct.) De Staatscommissie voor land- h o uw-aangelegen heden zal in de volgende maand weder bijeenkomen. - Het Journal officiel bevat de benoeming van den heer Malivoire de Birtet, werkzaam bij de afdeeling handelszaken, tot consul-generaal, belast met het consulaat van Frank rijk te Rotterdam, in de plaats van den beer Schilbert, wien eervol ont slag wordt verleend. De heer J. E. Schol ten te Groningen is door de kiesvereeni- ging «Burgerplicht» te Seheemda candidaat gesteld voor de Tweede Kamer. Ook de kiesvareeniging«Eendracht» te Baarderadeel heeft met eenparige stemmen tot candidaten voor de Tweede Kamer gesteld de heeren F. Lieftinck (aftredend lid) en dr. Vitus Bruiesma. Naar de G. C. verneemt heeft mr. Walter te Hulst bedankt voor eene eventueele candidatuur als lid der Tweede Kamer voor het kies district. Jkr. mr. L Michiels van Kesse- nich zal eene candidatunr aanvaar den, terwijl de heeren dr. P. C. F. Frowein en mr. W. A. Bergsma daaromtrent hunne beslissing nog niet, hebben medegedeeld. Naar aanleiding van de in het WeeTMad van het Recht door den le luit.-adj. Sehrek gedane vraag of het niet wenschelijk zou zijn, dat van bevoegde zijde voorschriften werden gegeven voor rijtuigen enz., om uit te wijkeu of halt te houden bij het ontmoeten van marcheerende troepen, meldt het U. D. dat ook in de ütrechtsche verordening op het rijden eene bepaling voorkomt aldus luidende «Men mag marcheerende troepen binnen de kom der gemeente niet voorbij rijden, tenzij deze vooraf de helft van de breedte der straat of van den weg daartoe geheel vrijge laten mochten hebben, Marcheerende troepen ontmoeten de, moet men de noodige ruimte open laten en stapvoets rijden. Dit artikel is niet toepasselijk op tramwagens.» In de vroeger zoo rustige Ge rard Doustraat te Amsterdam is het sinds eenigen tijd niet rustig. Vooral sedert Zondag jl. trekken daar zin gende troepen, opgeschoten jongens, door de straat voorbij de volkszaal, de oefeningsplaats van het «Leger des Heils», en maken bet de bezoe kers en salvationisten tamelijk lastig. De politie, in grooten getale opge komen, is dikwijls niet bestand te gen de talrijke menigte en laat deze' dan ook rustig door zingen. Alleen, wanneer men stand wil houden, treedt ze handelend op, wat dik wijls met verzet gepaard gaat. Zon dag- en Maandagavond werd er naar het gebouw met steenen geworpen, Dinsdagavond bepaalde men zich alleen tot het zingen van de be kende wijzen der salvationisten, af gewisseld door de zoo scboone lie deren «Wij gaau niet dood» en «Weg met die sociaal». De bewoners van deze, vroeger zoo rustige buurt, door de politie gedwongen om in huis te gaan, geven op allerlei wijzen hunne ontevredenheid te kennen over den dwang der politie en de onge regeldheden door de zingende en bal dadige troepen aangericht. Er is zelfs sprake van het richten van een adres aan den gemeenteraad, waarin krachtig zal worden aangedrongen op het nemen van maatregelen, om bovengenoemde ongeregeldheden te gen te gaan. Dat men de salvatio nisten, wien men de schuld vau alles geeft, geen goed hart toedraagt, valt dikwijls op te merken, als men de gesprekken der buurtjes onder el kaar hoort. Dezer dagen is men begonnen met het leggen der buizen voor de Vechtwaterleiding in de Middellaan van den Watergraafsmeerp older. De voltooiing der geheele buizen leiding van 't Gein naar Amsterdam wacht nu nog op de afdoening van eenige geschillen tusschen de directie der Vecbtwaterleiding enkele inge landen van den Bijlmermeerpolder. De Keulsche Vaart nabij Die- merbrug is door uitbaggering der vaargeul weer tot de gestelde diepte gebracht. Het telkens verzanden nabij de brug wordt veroorzaakt door het uitzakken van den groDd langs de boorden der vaart, omdat het schoei- ingwerk daar laDgs niet in voldoen den staat verkeert. Er worden po gingen aangewend om hierin ver betering aan te brengen. Men schrijft ons uit Hilversum Zou de zomer, die zoo lang met zijn komst getalmd beeft, nu al weer van plan zijn te vertrekken? 't Heeft er al den schijn van. 't Is hier op 't oogenblik bepaald guur; een stevige, koele bries uit het noor den en een donkere, grimmige wol kenmassa, diê ons noodzaakt reeds vroegtijdig het lamplicht te ontste ken, doen al weer denken aan de naderende sombere herfstdagen. Als het zóó voortgaat zal bet niet lang duren of de buitenwonende familiëu gaan hun matten oprollen om zich weder «in stad» te vestigen. Wij willen ze echter nog wel gaarne een paar maanden houden. Men schrijft ons uit Naarden, van 10 Aug: Hedenmorgen werd het kamp bij Laren betrokken door het le bataljon van het 7de regiment iufanterie on der bevel van den majoor Mulder. Het bataljon marcheerde van Am sterdam naar de legerplaats en kwam ongeveer ten 101/» uur 's voormid dags aldaar aan. Ofschoon de troep blijkbaar veel van wind en stof te lijden had ge- bad, werd toch met een hinken pas door deze gemeente gemarcheerd, zoodat het niet merkbaar was dat bet grootste gedeelte daarvau uit jonge soldaten bestond, die waar schijnlijk voor de eerste maal een tamelijk grooten afstand «gepakt en gezakt» aflegden. Bij bet bataljon waren 1 kapitein en 2 luitenants der dienstdoende schutterij ingedeeld, die de oefenin gen met dit bataljon zullen mee maken. Het geklep der brandklok, een in deze stad gelukkig maar zeldzaam gehoord geluid, dat hedeu avond ten 71/» uur de inwoners dezer ge meente verschrikken. In een klein houten loodsje, on middellijk grenzende aan een groot hooipakhuis, was braud ontstaan die zich spoedig zoodanig uitbreidde, dat ook het geheele pakhuis waarin zich de oogst van dezen zomer be vond, werd aangetast. Ofschoon on middellijk twee brandspuiten der gemeente uitrukten, bleek bet on mogelijk den braud te bedwingen zoodat ook de infanterie en artillerie met hunne spuiten ter hulp snelden, waardoor echter niet belet werd dat de vlammen en vonken zich naar alle kanten verspreidden. Men was dus genoodzaakt zich tot het nat houden der naastbijzijude woningen te bepalen hetgeen met goed ge volg geschiedde, zoodat de braud tot het pakhuis beperkt bleef en de vlak bijstaande Nederduitsche Herv. kerk en verdere woningen gespaard werden. Naar wij vernemen was het pakhuis slechts voor f 600 ver zekerd, terwijl alleen de waarde aau hooi reeds op 2500 wordt ge schat. Tengevolge van het leggen der slangen over de rails kon de tram, die 's avonds ten 8 uur 10 min. hier aankomt, niet vertrekken en moesten de passagiers geduld oefenen tot dat die van 10 uur 32 min. uit Am sterdam hier arriveerde om daar mede de reis voort te zetten. Men meldt ons: Woensdag is in het Noordzee kanaal bij de Balkboven door schip per C. Veters bij het inhalen van zijn anker een roer vau een schip opgehaaldwaarop met koperen spijkertjes het jaartal Anno 1620 stond. Men schrijft ons uit Alkmaar van 11 Aug.: De heer mr. M. Btlchner heeft heden ontslag genomen als lid van den gemeenteraad. Alkmaar leeft dus in het genoeg lijk vooruitzicht om binnen korten tijd een stembusbarddraverij te ge nieten benevens aanverwante ver makelijkheden, zooals courant-arti kelen enz. Wanneer men De Rijp door wandelt, ziet men aan elk huis, bij de schel aau de deurpost, een ijzeren haakje bevestigd. Aan dit haakje moet de bewoner een lantaarn op hangen, als 's avonds of wel 's nachts zware donderbuien boven het dorp losbarsten. Deze maatregel is niet zoo onpractischwel brand bij don ker weêr hier en daar een gaslan taarn, zoodat er voldoende licht ib in de hoofdstraten, maar om bij braud in stegen, buurten, tuinen en afge legen hoeken te komen, bewijzen de lantaarns uitstekende diensten, omdat die dan maar voor bet grij pen zijn. Te De Rijp is ieder mannelijk inwoner van bepaalden leeftijd ver plicht op zijne beurt de betrekking van nachtwacht in de gemeente te vervullen. Jan Tol, door de gemeente daartoe aangesteld, zorgt voor bet betrekken en de geregelde aflossing der wacht en tevens voor plaats vervanging, tegen 40 cent, wanneer iemand geen lust gevoelt de nach telijke ronde te doen. Donderdag in den vroegen morgen, omstreeks vijf uren, ontstond brand in de woning van den heer v. T. aan de Heerenstraat te Leiden, even buiten de voormalige Koepoort. Het onheil had spoedig zulk een omvang genomen, dat de bewoners zich ternauwernood, met achterla ting van alles, konden redden. Ze waren zelfs niet in de gelegenheid zich behoorlijk van bovenkleederen te voorzien. Toen de eigenaar zich na den brand stadwaarts begaf, deed bij dit in kleeren, welke hem door buren welwillend waren verstrekt. Twee kinderen, die eerst sedert den vorigen avond met hunne moeder bij hem waren gelogeerd, konden nog met moeite in hun nachtge waad aan het woedende element worden ontrukt en bij bewoners aan de overzijde in veiligheid worden gebracht. Het perceel vertoonde één vuur poel, waartegen de Zoeterwoudscbe dorpsspuit van de Heerenstraat wei nig vermocht. Ze slaagde er even wel in, de beide aangrenzende per- ceelen, welke reeds door de vlam men waren aangetast en waarvan er een op de bovenverdieping ge deeltelijk door een houten beschot van het brandende was afgeschei den, voor verdere vernieling te vrij waren, zoodat met die enkele spuit als het ware wonderen werden ver richt, te meer ais men bedenkt dat het niet zoozeer water, als wel mod der was, dat uit de nabijgelegen sloot werd opgepompt. Hoe de bran 1 is ontstaan, is als nog onbekend. De bewoner bad de gewoonte des nachts geen enkel licht in huis aan te lattn. Het perceel is schoon uitgebrand. Vau den inboedel kon totaai niets gered woiden, zoo waren allen ver rast geworden door het onheil, dal het eerst ontdekt werd door eene voorbijganger toen het reeds een aanzienlijken omvang had verkre gen. De hitte was verschrikkelijk, aan de woningen der overzijde werd de verf geblakerd. Huis en inboedel waren verze kerd, maar niet voldoende; waarbij nog komt dat voorwerpen van waarde der gelogeerde Goudscke nicht niet alleen, maar ook geld in specie van den eigenaar door het vuur zijn verdwenen geraakt. Effecten, welke in eene trommel, en deze weer in eene kolomkachel, geborgen waren, werden verschroeid teruggevonden. L.D De Roomsch Katholieke kies- vereeniging te 's Gravenhage heelt in hare Woensdagavond gehouden vergadering dezelfde candidaten voor het lidmaatschap van den gemeente raad gesteld als de lriesvereeuiging «Vaderland en Koning», nl. de hee ren jhr. mr. Repelaer van Molenaars graaf, commies van Staat, en nota ris De Bas. In eene der kiesvereenigingen wist men te verzekeren, dat jhr. Repelaer bij eventueele verkiezing ontslag zou nemen uit zijne met het lidmaatschap van den Raad onvereenig baar geachte rijksbetrek king. De heer P. C. Evers, afge treden wethouder, heeft thans aan den gemeenteraad schriftelijk be richt, dat hij zijn ontslag neemt als lid van den gemeenteraad. Eene Donderdag aan den ge meenteraad gedane mededeeliug bevestigt het bericht, dat zich belast heeft met de financiën en het arm wezen de wethouder Godon;metde openbare werken enz. de wethouder Lisman; met de zaken van het onder wijs de wethouder Moutonmet den burgerlijken stand en de bevolkings registers de wethouder baron Michiels van Verduijnen. De heer mr. J. W. H. M. van Idsinga, gekozen doch bedankt heb bend lid van den gemeenteraad, heeft, zooals nu blijkt, tegen de gemeente ingesteld eene vordering tot betaling van gelden met renten en proces kosten, door hem voldaan ingevolge de verordening op de heffing van rechten voor het gebruik of genot van, alsmede voor het hebben van bizondere werken in, op, aan of over gemeentegronden en openbare ge meentewateren. In de vaart langs den Bezui- denhoutschen weg te 's Hage ligt het pleizerjacbt «Gipsey», een klein stoombootje, waarmede vier Fran- sche heeren van Parijs naar Neder land zijn gevaren. Een arbeider, bij de werken voor de waterverversching in den Haag werkzaam, werd Donderdag middag, door den feilen wind het fluiten van eenen aankomenden zandtrein niet hoo rende, door dezen aangereden en tusschen de sporen geworpen. De man bleef onbewe gelijk liggen en de trein ging over hem been, zonder hem te dooden. Alleen kwam de rem met zijn lichaam in aanraking, zoodat hij toch eene ernstige kneuzing aan de zijde be kwam. Eenige makkers brachten hem naar zijne woning aan den Loosdumschen weg. De heer William Vanderbilt, uit New-York, wiensfraai stoomjacht eenige dagen op de Maas gelegen heelt, maakt met zijne familie een reisje door Nederland, het land zijner voorvaderen. Na verschillende Hollandschs ste den te hebben bezocht, bevindt hij zich thans met zijn jacht in Friesland. De wachtmeester P. F. van V., van de 2de treiu-compagnie van het le regiment veld artillerie, is wegens verregaaude nalatigheid in het beheer der gelden, hem voor de onderoffi ciers-menage toevertrouwd, tot stuk rijder 2e kl. teruggesteld en over geplaatst bij de 2e afdeeling van het le reg. veld-art. te Amersfooit. De gemetselde schoeiing van de nieuwe haven te Wageningen, die onder toezicht vau de heeren Van Hasselt en de Koning te Nij megen wordt gemaakt, is Woensdag over eene lengte van 12 meter inge stort. Enkele ijzeren bouten zijn door midden gebroken. Te Oosterbeek hebben de var- kensslag-ers, die ondanks de buiten gewoon lage prijzen der varkens, het vleesch te duur bonden, con currentie gekregen. Eenige land bouwers hebben namelijk eenen aan vang gemaakt met het slachten van hunne vette varkens, waarvan zij het vleesch voor belangrijk minderen prijs verkrijgbaar stellen. De behangersknecht H. A. te Nijmegen, die Woensdag bij eene familiie aldaar aau het werk was, nam de gelegenheid waar om ten nadeele dier familie een groote rol fijn linnen, ter waarde van ongeveer f 70 uit eene der kamers weg te nemen en bij een particulier te ber gen. Zoowel de dief als het gestolen linnen waren spoedig in handen der justitie. Woensdagmorgen vroeg be merkte de spoorwegbrugwachter over den IJsel bij het Katerveer bij Zwolle een hert op de brugbij zijn nadering sprong het van de brug jongste broeder van don Juan, don Antonio de Mediana, beminde ook dona Luisa. Ssdert deze evenwel op beslisten toon aan don Juan de voorkeur had gegeven, had hij het land verlaten en men had hem niet weergezien. Er had zelfs een gerucht geloopen dat hij dood was, doch dit was door niets bevestigd. Wat er ook van zijn moge, don Juan bleef maar korten tijd te Elanchovi; bevelen van hooger hand dwongen hem zijn verblijf op het kasteel zijner voorvaderen te verkorten hij vertrok, terwijl hij zijne vrouw aan de bizondere zorg van een ouden bediende overliet. Hij ging weg om niet meer terug te keeren want een Fransche kogel doodde hem in een der talrijke gevechteD, die den veldslag van Burgos voorafgingen. Op de verontruste vreugde van den eersten tijd van haar huwelijk, volgden voor dona Luisa de droevige dagen van een ontijdig weduwschap. Het is in de maand November 1808, op het tijdschip dat het kasteel van Elanchovi de zwijgende getuige was van de droefheid der gravin van Mediana, dat onze geschiedenis begint. Afgelegen als bet lag op de kust van Biscaye, kan men wel denken dat de haver, van Elanchovi een voldoend aantal grenswachters had. Het was toen voorwaar een ellendig beroep dat deze uitoefenden; niet dat het Spaan- sche goevernement hen hunne soldij betwistte, maar het vergat voortdurend ze hun uit te betalen. Van den anderen kant werd er hoegenaamd geen smokkelhandel, die hen anders voldoende schadeloos kon stellen, meer gedreven. De smokkelaars wachtten zich wel den spot te drijven met lieden wier behoeften dezen tot dubbele waakzaamheid aanspoorden. Van den kapitein der karabiniers, don Lucas Despierto af tot den minst ondergeschikte toelegden allen eene voortdurende waakzaamheid aan den dag, waar uit volgde dat de Spaansche fiscus even goedkoop als ge trouw gediend werd. Een enkele der grenswachters maakte hierop eene uit zondering; hij ging zelfs zoo ver te beweren dat er nooit sluikhandel bestaan bad. Hij stond er voor bekend dat hij op zijn post altijd insliep en zijne geveinsde of werkelijke onverschilligheid bad hem den bijnaam van «de slaper» doen verkrijgen, een bijnaam, dien hij zooveel mogelijk trachtte te rechtvaardigen. José, of zooals men hem meer gemeenzaam noemde, Pepe, was een kerel van 25 jaar, boog van gestalte, mager en gespierd. Zijne zwarte diepliggende oogen, onder zware wenkbrauwen verborgen, moesten eertijds flikkerend ge weest zijn. Zijn stroef gelaat droeg nog de sporen van vroegere bewegelijkheid. Maar hetzij door ziekte, betzij door andere oorzaak, schenen zijne trekken van marmer, zoodanig had zijne gewone slaapzucht elke speling daarvan verlamd. Iu één woord, Pepe, met alle inwendige kenmer ken van een werkzaam lichaam en eener vurige ziel, scheen de onverschilligste mensch der wereld. Zijne gewaande teleurstelling was groot, toen op den avond van den dag waarop deze geschiedenis begint, de kapitein don Lucas Despierto hem van zijn post deed halen en bij zich ont bieden. Op dit onverwacht bevel stond Pepe op, rekte zich uit, geeuwde eu ging al mompelende op weg Wat duivel mag den kapitein nu in het hoofd spelen, dat hij mij laat ontbieden? Maar, eenmaal alleen zijnde, spoedde zich de grenswach ter vlugger dan naar gewoonte naar de woning van zijn chef. De kapitein was in gedachten verdiept toen hij bin nentrad en hoorde de deur niet opengaan. Hier ben ik, kapitein, zeide Pepe, don Lucas eer biedig groetende. Zoo, zoo mijn jongen, begon de kapitein, het zijn tegenwoordig slechte tijden, niet waar? Ik heb er zoo iets van hooren zeggen. Ik begrijp, zeide don Lucas lachende, gij ge voelt de ellende maar half, gij slaapt altijd. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2