NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De Goudvallei. 5 e Jaargang. Vrijdag 26 Augustus 1887. No. 1270. ST A 1) S NIE U W S. B I N N E N I. N 1). HAARLEM'S DAGBLAD ABOKUEMENTSFRIJS: Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 133. ADVERTENTIES: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en courantiers. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Puhlicite Etrangere G. I. DAUBE if CoJOH. F. JONES, Sucr., Parijs, 3Ibis Faubourg Montmartre. Zij, die zich op ons blad abonneeren, ont vangen gratis hetgeen van het tegenwoordige F euilleton reeds het licht zag. FF FIUECTIF. Haarlem, 25 Augustus. De uitslag van den achter het Rijksmuseum te Amsterdam gehou den personeelen cri cket wedstrijd (tus- schen bowlers en batsmen) was, dat van de vijf bowlers met de zilr. med. bekroond werd de heer C. Posthuma van Haarlem, die 13 punten be haalde in 58 runs met 2 no-balls. Van de 10 batsmen was de over winnaar de heer Van Erp Taalman Kip, van Utrecht, wie een cricketbat als prijs werd toegekend. De jury was samengesteld uit de leden van het hoofdbestuur van den «Nederl. Cricket Bond», benevens den heer Russell, professional cricket. ^Mèn meldt ons uit Haarlemmer meer: Op den eersten Dinsdag in Sep- temb r moet de verkiezing plaats hebben van een Wethouder te Haar lemmermeer. Aan de beuit van aftreden is thans de heer H. F. Bultman. Woen-dag namiddag ston den twee paarden van den land bouwer N. W. te Hoofddorp voor een wagen gespannen, onbeheerd op de werf zijner woning te eten, ter wijl de knecht bezig was koffie te drinken. Eensklaps, door welk toeval is niet bekend, zetten de paarden het op een loopen, holden langs de Hoofdvaart, verbrijzelden den wagen, sloegen hagen en hekken om, en kwamen vervolgens terecht op een afgesloten erf, waar ze tot siaan ge bracht werden. Men mag zich verwonderen dat er geen ongelukken gebeurd zijn, vooral omdat de scholen uit waren, en overal kinderen speelden. LETTEREN EN KUNST. Men keett ontdekt, dat het beeld van hertog Karei van Gelder in de Groote Kerk te Arnhem niet geheel maar slechts gedeeltelijk van hout is. Het beeld is bekleed met de volle wa penrusting van den hertog van Gelre helm, maliënkolder, lederen kohier, wapen rok en pantser. De schedel is bedekt met een gebreid kapje, zooals men dat op de afbeelding van den hertog ziet, maar dat kapje is niet van gouddraad of metaal. Uit den roman Ferguut verneemt men, dat een volledig gewapend ridder aan had een acotoen of hemd, daarover een hals berg, dat is een maliënkolder met stalen schubben of een ringhemd. Zulk een heeft het beeld aan. Het is in vorm gelijk aan een vrouwenhemd en bestaat uit kleine stalen ringetjes, die platgeslagen zijndan kwam het curieken, dat is een lederen kolder of mouwvest, en vervolgens de rok meestal van zijde; die van het beeld is van zwart fluweel en geel satijn, maar over dien rok heeft de pop nog een pant ser aan, dat het bovenlijf bedekt en waar onder op de heupen de panden van den rok te voorschijn komen. Dat pantser bestaat uit een borst en rugplaat en is van staal, maar wie weet sedert hoelang overschilderd. Het is vaal- zwart met een geel ankerkruis op de borst en heeft ook zulk een kruis op den rug. De armen zijn bedekt met stalen platen. Deze bekleeding is gelijk aan die, welke men op honderden voorstellingen en por tretten uit de 16de eeuw ziet. Het beeld heeft ook dijstukken, kniegewrichten en scheenstukken van staal, maar stalen schoe nen of laarzen ontbreken en alzoo de sporen. Dat deze er niet zijn, is gemak kelijk te begrijpen. De hertog had ze van oud. Ze zijn derhalve of nooit in het kastje geweest, of ze zijn er hij een of andere gelegenheid uit weggenomen. Het verheven standpunt, waarop zich de wapenrusting van hertog Karei bevindt maakt een nauwkeurig onderzoek zeer las tig en eenigszins gevaarlijk, en toch zou mogelijk zulk een onderzoek voor kunst en kennis zeer belangrijke uitkomsten le veren. (Arnh. Ct.) De keizer van Oostenrijk heeft een nieuwe orde //pour le mérite" voor kun sten en wetenschappen ingesteld. Dit or- deteeken wordt aan een rood lint om den hals gedragen; het vervangt den gouden medaille, welke voor kunsten en weten schappen werd uitgereikt en mag ook door vreemdelingen worden verleend. De schil ders Angeli en Munkacsy zijn de eersten, welke met de nieuwe orden werden be- giftigd. LAND- EN TUINBOUW. De heeren E. J. Brill te Leiden zen den ons den catalogus No. 82 van oude en nieuwe boeken, bevattende 1659 werken over plantkunde, landbouw en tuinbouw, allen bij hen verkrijgbaar tegen de minste prijzen. Bij kon. besluit van 22 Aug. is de bij besluit van 28 Februari 1880 benoemde staats-commissie tot herzienning van het Bergerlijk Wetboek ontbonden, onder be tuiging van 's Konings bizonderen dank en hooge tevredenheid aan den algemeenen voorzitter, mr. J. J. van Meerbeke, raads heer in den H. Raad der Nederl., den algem. secretaris mr. C. Asser, rechter in de arrond.-rechtbauk te 's Iiage, en de verdere leden mrs. P. R. Feith, raadsh. in den H. RaadR. T. H. P. L. A. van Boneval Faure, hoogl. bij de Rijks-Uni versiteit te Leiden M. A. van den Acker, raadsheor in den H. Raad; E. W. Guljé, rechter in de nrr.- rechtb. te Maastricht; A. P. Th. Eyssell, raadsh. in den H. RaadW. A. van Hoek, adv. en Procur. te Leeuwarden, J. C. de Vries, advocaat en procureur te Amsterdam, en B. J. Lintelo baron de Geer van Jutphaas, hoogl. bij de Rijks-Universiteit te Utrecht, voor den door hen volbrachten arbeid, en aan de beide secretarissen mrs. G. J. Ph. graaf Schimraelpennick, substitunt- offieier van justitie bij de arrond.-reeht- bank te Amsterdam, en J. W. S. A. Ver- 3g, voor de door hen bij dien arbeid bewezen diensten. Voorts is eene staats-commissie inge steld tot voortzetting der herziening van het Burgerlijk Wetboek en aan de nieuw ingestelde commissie is opgedragen aan den Koning tot dat einde in den vorm van wetten met daarbij behooreude memoriën van toelichting, de noodige voorstellen te doen in aansluiting aan diegene, welke de eerstvermelde staatscommissie reeds heeft ingediend; bepaald, dat deze commissie, na voor de eerste maal door den Koning te zijn bijeengeroepen, zal vergaderen te 's-Gravenhage, of, na van den Koning bekomen machtiging, ook elders, en zijn benoemd tot leden dezer commissie: mr. J. J. van Meerbeke, raadsh. in den H. Raad, tevens voorzitter; mr. P. R. Eeith, raadsh. in den H. Raad, mr. A. P. Th. Eyssell, raadsh. in den H. Raad; mr. H. J. Hamaker, hoogleeraar in de Rechtsge leerdheid aan de Rijks-Universiteit te Utrecht; jhr. mr. D. G. van Teylingen, raadsh. in het Gerechtshof te 's Graven- ha ge, tevens secretaris. Aan de commissie is als adjunct-secretaris toegevoegd mr. R. J. H. Patijn, advoc. en proc. te 's Gra- venhage. Bij kon. besluit van 23 Aug. is aan mr. A. M. Sassen, met ingang van 10 Sept., op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als schoolopziener in het distriet Tilburg. Bij kon. besluit van 22 Aug. is: aan jhr. J. G. F. van Spengler ingevolge zijn verzoek, eervol ontslag verleend als betaalm. te 's Gravenhnge, onder dankbet. voor de langdurige en trouwe diensten, door hem aan den lande bewezen en be houdens aanspraak op pensioen, en be noemd tot betaalm. te 's Huge C. Hattinga Raven, thans betaalmeester te Amsterdam De luit. ter zee 1ste kl. E. Kempe, uit Oost-Indië in Nederl. teruggekeerd, is op non-act. gesteld. Bij kon. besluit van 14 Augustus is bepaald, dat de volgende werken geene vestingwerken meer zullen zijnde batterij nommer één op den Ruigendijkde bat terij nommer twee op den Rietdijk; de batterij nommer drie op den Lodderland- schen dijkde batterij nommer vier op den Strijpschen dijk; de batterij nommer vijf op den Naterschen dijk; de noordbatterij nommer zes op den Noorddijk in den pol der de Oude- en Nieuwe Gooten; de kust- batterij nommer acht bij den Quack; de kustbatterij nommer dertien aan het Spui in den Leenheerenpolder; de kustbatterij nommer veertien aan het Spui i i den Zuidoordschen polder en de kustbatterij nommer vijftien aan de Hoornsche hoofden. Bovenstaande berichten zijn uit de St.-Ct.) Ook H. K. H. mevrouw de Groothertogin vau Saksen heeft een zeer te waardeeren blijk van belang stelling gegeven in de Nationale Tentoonstelling van Oude en Nieuwe Kunstnijverheid, in 1888 te 's-Gra- venhage in den Koekamp te houden, door voor een aanzienlijk bedrag in het waarborgfonds deel te nemen. De kroonprins en kroonprinses van Duitschland met drie prinsessen worden in het begin van de aan staande week met het adviesjaeht Talke van de Duitsche oorlogsma rine van Cowes te Ylissingen ver wacht, om verder de reis naar Pots dam te vervolgen. Volgens het door den minister van Binnenlandeche Zaken aan den Koning ingediende verslag, was de sterkte van den eersten ban der schutterijen, op 1 Januari met in begrip van de reservebij de dienst doende 41,217 man, bij de rustende 76.476 man. Van het eerstgenoemde getal had den 1188 man vroeger als onder officier en 9450 man als soldaat of milicien in het leger gediend, totaal alzoo 10,638 man; van het laatst- vermelde respectievelijk 626 en 17,207, totaal 17,833 man. Aangezien zich onder de 41,217 dienstdoende schutters 19,407 man bevinden, die tot de reserve zijn overgegaanwaaronder 451 oud onderofficieren en 3482 oud-korpo raals en soldaten, totaal 3933 man, blijkt dat de eerste ban der schut terij feitelijk niet meer bevat dan 21,910 gedeeltelijk gekleede schut ters, waarvan slechts 6705 in het leger geoefend zijn geworden. De afdeeling Gorredijk van den sociaal-democratischen bond heeft tot candidaten voor de Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Sneek gesteld de heeren F. DomelaNieu- wenhuis, C. Croll en J. A. Fortuyn. In eene vergadering van «Bur- gerpligt» te Amsterdam werden 87 stemmen uitgebracht, alle van kies gerechtigden voor de Tweede Kamer. De aftredende leden werden allen met nagenoeg algemeene stemmen wederom tot candidaat gesteld: Mr. W. A. de Beaufort met 68, J. F. Cremer 85, A. Gildemeester 81, Mr. J. G. Gleichman 84, Mr. H. J. Kist 78. In plaats van den heer Rutgers van Rozenburg, die zich niet we derom herkiesbaar had gesteld, werd gekozen Mr. A. Kerdijk met 48 stemmen, terwijl de heer Mr. E. J. Henny 34, en de kolonel van Zuylen 22 stemmen bekwam. De heeren, die in de verga dering van «Grondwet» te Amster dam opgegeven zullen worden om candidaat gesteld te worden voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer, zijn de zes oud leden voor Amsterdam, benevens de heeren mr. Henuy en mr. Kerdijk. De anti-revolutionnaire kiesver- eeniging «Nederland en Oranje» heeft de heeren J. C. Fabius, prof. mr. B. J. L. baron de Geer van Jutphaas, mr. Th. Heemskerk, W. Hovy, prof. jhr. mr. A. F. de Sa- vornin Lohman, mr. E. baron Mac- kay en kolonel H. W. van Marle, candidaten gesteld. Door bestuurderen van de afd. Amsterdam van het Algem. Nederl. Werkliedenverbond, de scheepsoptui- gers-vereeniging «Nog tijdig ont waakt» en de schuitenvoerders-ver een iging «Eendracht maakt macht» werd op Zondag 17 Juli 11. verga dering belegd met de werklieden aan die vakken verbonden, teneinde de grieven uit te meten die zich voordoen. In het ongeregelden dag en nacht doorwerken en den arbeid op Zondag wenschte men zeer gaarne FETTILLESTO NT. id Ie HOOFDSTUK. Twee eerlijke kebels. Da nieuw aangekomene liet zich deze uitnoodiging geen tweemaal doen; na zich van zijne buitensporig groote sporen ontdaan te hebben, ontzadelde hij zijn paard, deed het een langen strik om den hals en gaf het een fik- schen slag met de palm van zijn hand, waarop het paard het magere voedsel met zijn compagnon ging deelen. Op dit oogenhlik begon het vleesch dat op het vuur lag te braden, een reuk te verspreiden, die veel geleek opdien van een uitgebrande kaarsenpit. Baraja wierp er een be- geerigen blik op. Het schijnt wel, signor Cuchillo, dat gij het u aan niets laat ontbreken. Caramha! tarwekoeken; gedroogd vleeschdat is een vorstelijke maaltijd. Wel zeker, antwoordde Cuchillo met zekere waar digheid, ik hen goed voor mij zeivenvoor het overige voegde hij er bij, ben ik blijde dat deze spijzen naar uw zin zijn, want zij zijn ter uwer beschikking. Gij zijt al (e goed en ik neem uw aanbod zonder plichtplegingen aan; de morgenlucht heeft mij hongerig gemaakt. Wil ik u eens zeggen, signor Cuchillo, wat voor goeds ik van u gedacht heb, toen ik u voor het eerst zag? zeide Baraja met de punt van zijn laag mes een stuk vleesch van het vuur pikkende. Gij kwetst mijne bescheidenheid, antwoordde Cu chillo, ik wilde u liever zeggen hoe ik u hij den eersten oogopslag beoordeeld heb. De (wee nieuwe vrienden wisselden wederzijds een be leefden groet en begonnen te eten. Cuchillo hernam het gesprek. Vindt gij het goed, signor Baraja, dat wij een weinig over onze zaken spreken? Zeer gaarne. Don Estevan Arechiza heeft hus de boodschap ont vangen, welke ik hem gezonden heb? Hij heeft ze ontvangen, zeide Baraja. Maar welk is de inhoud van die boodschap? Alleen gij en hij kennen ze. Daar reken ik ten minste op, mompelde Cuchillo. Signor Arechiza, ging de bode voort, vertrok op uw brief naar Tubac. Ik moest hem vergezellen, maar hij heeft mij vooruit gezonden, zeggende: in het dorpje Huerfano zult ge een man vinden met name Cuchillo; gij zult hem zeggen dat de zaak, die hij mij voorstelt, een ernstig onderzoek verdient en dat, wijl de plaats waar hij mij wacht juist op den weg naar Tubac is gelegen, ik hem op mijn doortocht zal opzoeken. Dit, aldus ging de bode voort, gebeurde 's avonds voor het vertrek van don Estevan; ik heb sneller gereden dan hij om zijne be velen uit te voeren en, zooals ik u reeds gezegd heb, hen ik hem maar eenige uren voor. Goed, hernam Cuchillo. Welnu, signor Baraja, indien mijne zaak haar beslag krijgt, en hieraan twijfel ik niet, zal ik evenals gij een der leden dier expeditie zijn, waarvan het loopend gerucht de oorzaak is geweest van het voorstel, dat ik aan den aanvoerder er van gedaan heb. Maar, aldus ging de bandiet voort, gij zult u wel moeten verwonderen over de zonderlinge plaats, die ik voor dat onderhoud met signor Arechiza uitgekozen heb? Geenszins, antwoordde Baraja; ik heb voor mij heb gemeend dat ge wel uw redenen zult hebben om de eenzaamheid lief te hebben. Wie heeft ze somtijds niet noodig? De vleiendste glimlach op het gelaat van Cuchillo ver ried dat zijn nieuwe vriend juist geraden had. Juist zoode slechte handelwijze van een vriend ten mijnen opzichte, de kwaadwilligheid van den alcade van Arispo, hebben mij deze onverstoorbare eenzaamheid doen zoeken. Ziedaar waarom ik mijn hoofdkwartier in dit verlaten dorp, waar niemand aan mij denkt, opgeslagen heb. Ik heb een al te goeden dunk van u, zeide Baraja, zich te goed doende aan een stuk vleesch, om niet over tuigd te zijn dat de alcade en vooral uw vriend beiden ongelijk hadden. Ik dank u voor uwe goede meeniDg, antwoordde Cuchillo op zijne beurt met de grootste onverschilligheid

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 1