li UIT EIV L A N1). Het visschers-oproer te Ostende. boud. Waarvoor die opname strekt is onbekend, doch het is zeker, dat genoemd huis met voorplein, gele gen aan het uiteinde der stad, niets meer is dan afbraak. De muren zijn gescheurd, verzakt en op veie plaat sen geheel afbrokkeld; de beide torens staan op invallen. Het is onverantwoordelijk, dat het geheel nog niet is gesloopt, om ongelukken bij stormweer te voorkomen. Waarde beeft het gebouw hoegenaamd niet. Men schrijft ons uit Alkmaar Zekere L. N., schipper alhier, tegen wien door de arr. rechtbank te Alkmaar een bevel van gevan genneming was verleend wegens het zich wederrechtelijk toeeigenen van eene lading turf, is Donderdag door den commissaris van politie alhier in hechtenis genomen en naar het huis van bewaring overgebracht. Meu schrijft uit de Beemster aan de //Arast. Ct." Om eene beschrijving van alle versierin gen te geven, die hier ziju aangebracht, zou ik veel te uitgebreid worden, doch enkelen kan ik niet nalaten even te schet sen. De eerepoort, reeds kortelijk vermeld, is ruim 8 M. hoog, en geheel van groen en bloemen opgetrokken; in deii top prijkt het wapen van de Beemster, omgeven door de jaartallen 16121887, waaronder de woorden /Hulde aan het voorgeslacht" en aan de zijde zijn twee schilden aange bracht, waarop het volgend versje: Sclxoone Beemster, bloei veel jaren, Dat geen stormwind vol gevaren, Door een hoogen watervloed, Ooit uw ringdijk breken doet, 't Geen uw welstand om zou keeren. Kroon der uitgemalen meren, Dat geen ramp of ongeluk Ooit uw ingelanden druk. De versieringen voor en in het koffie huis van den heer Moolenijzer waren evenals 4 Juli jl. (toen reeds in dit blad opge nomen). Nog vele andere versieringen zijn aan gebracht als sierlijke tropeeën en eere poorten op de kruispunten der wegen, waarlangs de optocht gaat, doch ik wil eindigen met de vermelding van een vGrsje in een omlijsting van groen voor het* huis vau de wed. Michels Al is mijn ilmenatie klein, Ik wil de minste dan wel zijn, De herdenking is 't dubbel waard, Zoo 't de jubeltoon booren laat, Een ieder wenscht het met mij mee, Dat de Beemster welvaart, in rust en vree. Zooals ik reeds kortelijk vermeldde, be gaven de schoolkinderen, voorafgegaan door de muziek eener Beiersche kapel, en onder geleide hunner onderwijzers, zich in optocht naar de Hervormde kerk, waar de helft werd binnengelaten, terwijl de ande ren zich vermaakten bij de poppenkast en in den draaimolen, om later weer voor de andere plaats te maken. In de kerk werden zij ruimschoots onthaald, terwijl ouders en vrienden in de gelegenheid waren te hoo- ren welk uitmuntend zangonderwijs zij ge noten haddenalle 8 nummers van het progvamma werden uitstekend vertolkt en dat het bij het zingen van het feestlied, voor deze gelegenheid gecomponeerd, niet aan daverend applaus ontbrak zal men begrijpen. Het was een lust die kinderen te zien, allen even vrolijk, nergens een zuur ge zicht, waartoe de 60 jonge dames, die voor deze gelegenheid als kellnerinnen fun geerden, niet weinig bijdroegen. Woensdagmiddag werden te Buren de gymuastiekvereenigiugen //Volharding" te Purmerend en //Bato" te Rijp, door hare zusterverceniging //Hercules" alhier, in het logement van den heer Molenaar plechtig ontvangen en welkom geheeten, waarna hen de eerewijn werd aangebodeu. Daarna ging het in optocht, voorafgegaan door muziek, naar het terrein voor de oefenin gen, waar een 5tal verschillende nummers werden uitgevoerd, die, en vooral het laatste, aller bijval mochten verwerven. Volharding" kon natuurlijk den eere- palrn wegdragen, doch //Hercules", hoewel nog slechts 2 jaren bestaande kan haar wanneer zij zoo voortgaat, zeer goed op zijde komen. Dit bleek vooral na het bal ehampêtre toen door hen 4 tableaux-vivants werden vertoond als"de winden de wateren verdrijvende" z/dj vrijheid door de dwingeland aangevallen, wordt door het volk verdedigd"//Hercules, één van zijn twaalf werken verrichtende", en: //de Beemster, de schatten van landbouw en veeteelt ontvangende, aan allen uitrei kende", alles door Bengaalsch vuur verlicht. Deze tableaux maakten een indrukwekkend effect, en zullen de naam //Hercules" lang op veler lippen doen zweven. Eu nu viert men feest, meu maakt pret zooveel meu kan en het zal wel laat in den nacht worden, voor meu er aan denkt uaar huis te gaan, want de Beemsterlingen kunnen pleizier maken, en de stemming is uitmuntend, even als het weder dat naar ik hoop, morgen evenzoo zal zijn. Een klein ongeluk had nog hedenmor gen plaats; toen het schoolfeest bijna af- geloopen was, werd de draaimolen over laden, met het gevolg dat hij in elkander zakte, doch alle kinderen kwamen met den sciirik vrij". Onze eigen correspondent schrijft om trent het vervolg van dit feest: Aller wensch is vervuld; den tweeden feestdag was het weder even schoon als den eersten, en de bezoekers zijn zeer tal rijk opgekomen; het eerste nummer vau het programma voor dezen dag, de op tocht, was in een woord uitstekend ge rangschikt. Door twee herauten, vierfeest- eommissarissen en de muziek, benevens 16 leden der eerewacht voorafgegaan, zag men Prins Maurits met twee pages, vergezeld van zijn broeder Erederik Hendrik, Mr. Johan van Oldebarneveldt, en de dijkgraaf van de Beemster, Tobias de Coene, allen te paard. Vervolgens, eveneens te paard, zes ad judanten, gevolg der Prinsen, admiraal Justinus van Nassau, van Stirum, Treslong, Lord Graij, de Graaf van Coligny en de Hertog van Holsteijn; daarna volgden in een fraai rijtuig gezeten, vijf hoofdinge landen, Dirk van Oss, Nicolaas Cromhout, Adriaan Tedink van Berkhout, Arent ten Grootenhuis en Abraham Boom, alsmede Jan Adriaanz Leeghwater, den kundigen ingenieur en molenmaker, door wiens uit gebreide kennis het Beemstermeer zoo spoedig in vruchtbare landouwen werd herschapen, en die zich door het uitste kende plan tot droogmaking van de Haar lemmermeer een onsterfelijken naam heeft verworven. In het volgende rijtuig zaten 5 ingelan den als: Hendrik van Oss, Hendrik Hoo- gerbeets, Elias van Oldebarneveldt, Jan Claasz ICrook en Nicolaas Veeres. Hierna volgden de leden van het gyrn- nastiek-gezelschap //Hercules" in het cos- tuum hunner vereeniging, te paard. Tot zooverre de voorstelling van den in tocht der prinsen Maurits en Erederik Hendrik in de Beemster op 4 Juli 1612, doch nu volgde de voorstelling der vroe gere en tegenwoordige bemaling van de Beemster op twee wagens, alseene af beelding eener watermolen en waarmede de Beemster werd drooggemalen, en van het derde stoomgemaal. Vervolgens vier rijtuigen, voorstellende Beemster's bloei en welvaart, allen keurig versierd; als: de zuivelbereiding, de land bouw en de tuinbouw, en hierna nog 17 ledeu der eerewacht te paard. Te negen ure zette de stoet zich in beweging, van de Oosthuizerweg langs de Middenweg naar de Buurt, doch voor de woning van den dijkgraaf werd even halt gehouden, om hem eene luisterrijke ovatie te brengenverder ging het langs ver schillende wegen, om te ongeveer 1 uren aan de Middenbuurt terug te keeren, waar door den burgemeester eene toespraak werd gehouden, die door Dirk van Oss werd beantwoord; hierna werd het gezel schap ontbonden en begaf men zich spoe dig naar het terrein der voiksvermake- lijkheden. Tevens was er van 10 tot 12 uren ten toonstelling van vee en voortbrengselen der gemeente, die door velen bezocht werd, en er was dan ook ruimschoots gelegen heid te zieu welk uitmuntend vee iu den Beemster gefokt kan worden, en tevens de blijken van kennis der behandeling van alles wat op land- en tuinbouw betrekking heeft. Deze tentoonstelling was op het marktplein en in de net versierde gym- nastiekschool. Het was reeds ruim twee uren toen de harddraverij en de volksspelen waarvoor het niet aan deelnemers ontbrak, aanving. Voor de volksvermaken waren 5 nummers op het programma aangegeven, alsmastklim- men, sprietloopen, hardloopen met hinder nissen, tobbespel en blaasslaan. Men schrijft ons: Dinsdagavond arriveerden te West- graftdijk een zestal kermiswagens. De bewoners daarvan trachtten na tuurlijk door het maken van muziek nog wat te verdienen. Tevens vroe gen zij bij de huizen om een paar kousen, daar ze geen schoeisel had den en geen geld om het te koopen. Een medelijdend huismoeder gaf een der knapen een paar goede kousen, doch deze wierp ze met de woorden: «Wie wil ze hebben! Ik niet!» van zich af. Later bleek, dat de vrouwen er mooie kousen en knoopjesschoenen en de mannen bottines op na hielden! B. en W. van Leiden stellen den Raad in kennis met de ont vangst van een mededeeling van den Minister van Waterstaat, dat'sKo- nings machtiging is gevraagd, om aan de firma Ribbink, van Bork en Co. vergunning te verleenen, onder daarbij te maken voorwaarden, tot den aauleg en de exploitatie van een telefoonnet te Leiden, zoodat thans te verwachten is, dat weldra met het werk een aanvang zal kunnen worden gemaakt. De jeugdige reizigers uit Lei den zijn terecht. Ze ziju, op avon turen belust, naar Rotterdam ge wandeld en hebben daar overnacht. Den volgenden morgen zijn ze, naar men verneemt, weêr teruggewandeld, doch konden 't niet verder brengen dau Delft. Vandaar uit schreven de onvoorzichtigen naar huis, om ver giffenis en etenvooral aan het laatste hadden ze behoefte. Onmid dellijk toog de famielje er heen en Woensdagavond werden de lieve knaapjes naar de ouderlijke woningen teruggebracht. De kinderen van de gemeente- bewaarscholen in den Haag zuilen op den aanstaanden verjaardag van de Prinses van gemeentewege wor den onthaald. In de laatste dageu levert de zee te Scheveningen een zeer eigenaardigen aanblik op wegens de talrijke zwermen bruinvisschen, die op verschillende uren van den dag dicht aan land voorbijtrekken. Woensdagmiddag heeft iu de duineu te Scheveningen voorbij de villa «Golfzicht» een heibrand ge woed, welke zich over ongeveer 25 meter uitstrekte. Door de bewoners en wandelaars in den omtrek werd de brand gestuit. Een matroos te Rotterdam dsr bemanning van de Ceram, dronk van een vocht, in de meening dat dit koffie was, waarvan het dezelfde kleur had. Het bleek echter een zeer scherp bijtend vocht te zijn. Hoewel de matroos spoedig genoeg zijne vergissing ontdekte, vreest men toch dat hij van het vocht heeft ingeslikt, zoodat zijn toestand dan ook niet zonder gevaar is. Hij is naar het militair hospitaal overgebracht. Een persoon, die als kostgan ger bij gehuwde lieden in de Tucht- huissteeg te Utrecht inwoonde, was sedert eenigen tijd zonder werk, en kon daarom zijne kostvrouw niet betalen; om nu toch ziju hospita te kunnen voldoen, poogde hij Don derdagmorgen omstreeks zes uur, terwijl de echtelieden nog sliepen, zich van eenig geld en goed van hen meester te maken. In dit voor nemen werd hij bij tijds verhinderd, daar de vrouw den diefstal bemerkte, hem den zak, waarin een en ander was ingepakt, afnam, en den ondank baren kostganger met behulp van een man uit de buurt naar het politie bureau buiten de Tolsteeg bracht. Aan de buitenhaven te Vlis- singen is men tegenwoordig met den aanleg van een stoommisthoorn (sirene) bezig. Nabij het huis van den eersten sluismeester wordt een gebouw ingericht voor de stoom machine, terwijl de eigenlijke ge luidbrenger aan den ingang van de buitenhaven, naar de rivier ge keerd, wordt aangebracht. Door middel van ijzeren buizen wordt de stoom dan uit het machine huisje naar den geluidbrenger over gebracht. De te Zwolle gearresteerde horlogedief werd Woensdag gevan kelijk naar Deventer overgebracht en Donderdagochtend naar Zutfen. Hij is genaamd Dofmeijer, 26 jaren oud, en heeft reeds 8 jaren in de gevangenis doorgebracht. Donderdagmiddag brandde te Nieuw-Amsterdam in het veen de woning af, in gebruik bij Van der Sluis en gezin. Drie geiten en een varken zijn in de vlammen omge komen. De ouders waren op eenigen afstand aan het werk, terwijl de kinderen buiten de woning speelden. Van den boedel is ook niets gered kunnen worden, zoodat de arme lieden van alles zijn beroofd en groote schade lijden, doordien niets tegen brandschade was verzekerd. De oorzaak is geheel onbekend. RECHTSZAKEN Als een bewijs, dat de lanalooperij in Noordbrabant op onrustbarende wijze toe neemt kan dienen dat Donderdag niet minder dan 16 personen voor de arron- dissements-reclitbank te Breda terecht ston den, die wegens genoemd feit aldaar zijn gedetineerd. Het openbaar ministerie bij de arr. rechtbank te Breda eischto Donderdag eene gevangenisstraf van 4 jaar tegen den per soon van Carl Lobitz, 34 jaar, geboren te Rosenberg en wonende te Altmark (Duitschlaiid), thans te Breda gedetineerd wegens medeplichtigheid aan diefstal met braak, in de villa //Tivoli" te Tilburg, behoorende aan den heer Swagemakers aldaar. De rechtbank zal den 1 Sept. a. s. in deze zaak uitspraak doen. Zooals men weet, heeft deze persoon de vorige week eene poging gedaan tot ont vluchting uit de gevangenis. De arroncl.-rechtbank te Maastricht heeft rechtsingang verleend tegen zekeren Aug. H., te Gulpeu, die verdacht wordt eonen valschen eed te hebben afgelegd in eene burgerlijke zaak. De bekl. had nl. in het vorige jaar onder eede bevestigd, geen geld van éénen zijner neven in bewaring te hebben ontvangen, terwijl thans het tegenovergestelde zoo goed als bewezen is. Hij had, op deze wijze, zijnen neef fr. 4050 ontfutseld. Vijf getuigen ziju in deze zaak gedagvaard. België. Volgens de Chronique heeft generaal Brialmont, wegens bevorderingen bij den generalen staf in strijd met zijn advies, zijn ont slag genomen als chef vau den staf. De koning heeft aan het dringend verzoek van den generaal gevolg gegeven en het aangevraagde ont slag verleend. Tegelijkertijd is een besluit geteekend tot benoeming van generaal Bayaert tot chef vau den staf. De laatste berichten uit Ostende melden dat de ongeregeldheden zich niet hebben herhaald en de rust thans, nu er geen Engelsche visschersvaartuigen meer aan de kade liggen, wedergekeerd schijnt. Zooals wij in ons vorig nummer mede deelden zijn de Belgische visschers den Engelschen om verschillende redenen vij andig. Het is echter minder juist dat er in Engeland invoerrechten op visch be staan, maar de invoer van visch is er zoo goed als onmogelijk daar de ambtenaren van den vischafslag door het geheeleland een bond vormen waarvan de leden zich verbinden geen vreemde visch te koopen of te verkoopen. Bij uitzondering, zooals het wegens averij biunenloopen van een visschersvaartuig in eene Engelsche ha ven, worden vreemdelingen in de haven plaatsen toegestaan de aan boord zijnde visch. tot het bedrag hunner avarij te ver koopen, doch meer ook niet. Volgens een officieel verslag van het voorgevallene zijn de namen der getroffe nen als volgt: Ch. Wouters, visseher, 24 jaar, en Jean Verhulst, visseher, 17 jaar, Napoléon Cornellie, matroos, 42 jaar, Pierre Joris, 27 jaar, Eduard Lepaerts, 17 jaar en Ch. Degraeve, 49 jaar, barbier. Van de drie eerstgenoemde werden de beide eersten terstond gedood en is de derde kort na zijne verwonding overleden. Van de overigen zijn er later nog twee overleden, van den toestand der anderen valt nog weinig te zeggen. Er zijn dus totnogtoe in 't geheel vijf dooden. Het laatste Reuter-telegmm meldt Te Ostende U het Donderdag alles rustig gebleven. De troepen houden nog steeds de kaden bezet. Er is een Eagelsche visschersboot in de haven, maar er is niemand te vinden, d:e behulpzaam wil zijn bij het losten van den visch. Engeland. Sir James Fergusson verklaarde in de Donderdag ge houden zitting van het Lagerhuis dat het besluit betrekkelijk de kos ten van loonarbeid inplaats van beerendiensten in Egypte, door Frankrijk is aangenomen. Aan de andere mogendheden is ter goedkeu ring een voorstel aangeboden, om den post van 1/4 millioen pd. st., welke eeu deel van de algemeene administratieve uitgaven vormt, uit de algemeene inkomsten te bestrij den, Met andere mogendheden is geene overeenkomst getroffen over buitengewone kosten voor het Egyp tische leger, doch de inkomsten zullen dit jaar waarschijnlijk het in de conventie geraamde met 1/8 mil lioen pd. st. te boven gaan. Men verwacht bovendien eene verminde ring in de kosten vau het bezettings leger door inkrimping van het aan tal Britsche troepen. De Amerikaansche regeering,zeide sir James Fergusson verder, heeft hare goede diensten aangeboden in de grenskwestie met Venezuela, doch de houding van generaal Blanco verhindert Engeland, de zaak thans aan de scheidsrechterlijke uit spraak eener derde mogendheid te onderwerpen. De heer Gladstone bestreed de proclamatie betreffende de Ierscbe nationale liga, door het indienen van een voorstel, waarin verklaard wordt dat bij het Huis geen berich ten zijn ontvangen, welke de pro clamatie rechtvaardigen. De heer A. Balfour, minister van Ierland, bestrijdt het voorstel en wederlegt de bewering van den heer Gladstone, dat het Huis zon der inlichtingen zou ziju. Frankrijk. Uit Parijs wordt ge meld dat gewichtige veranderingen te wachten zijn in het gezantschaps- personeel van Frankrijk te Berlijn. hem tegen de brandende stralen der zou. Hij was gekleed in een buis van donkerblauw laken, rijkelijk versierd met zijden galons, waaronder een wit met hemelsblauwe zijde geborduurd hemd, zichtbaar was, dat men «pane de sol» noemt. Onder eene verzengende atmosfeer dient de helder heid van dat kleedingstuk, evenals de burnous der Arabieren, om de zomerstralen terug te kaatsen. Een breede met goud en zilver geborduurde riem was aan een paar sporen be vestigd, terwijl schoenen van vaalrood Corduaausch leder ziju sierlijken voet bedekten. De vijf lange puntige radertjes en de helklinkende kettinkjes der sporen deden dat eigenaardige gerinkel hoorenwaarop de Mexikaanscbe ruiters den gang hunner paarden zoo gaarne regelen. Zijn rijmantel, rijk met goud gegallonneerd, hing van twee zijden langs den boog van het zadel en bedekte met zijne plooien eene •wijde broek, die over de geheele lengte der beenen met knoopen van fijn zilveren draadwerk versierd was. Zijn zadel eindelijk, dat evenals zijne spoorriemen geborduurd was, voltooide een kostuum, waarvan bet geheel in bet oog van een Europeaan aan de kleederdracht eener andere eeuw doet denken. Voor het overige had deze ruiter het rijke kostuum, dat hij droeg niet noodig om den aanzien lijken man te verraden die gewoon is te bevelen en in de groote wereld te verkeeren. Zijn reisgezel, die jonger scheen dan hij, toonde meer verwaandheid in zijne kleeding, maar zijn onbeduidend gezicht en zijne bewegingen, alhoewel niet geheel en al van eene zekere bevalligheid ontbloot, hadden geenszins het aristokratische van den anderen ruiter. De drie bedienden, met hunne door de zon gebruinde gezichten, hunne bijna verwilderde gelaatstrekken, hunne lange lansen met scharlakenroode vlaggetjes en hunne aan den zadelknop bevestigde lazo's die huDne meesters volgden, gaven aan den troep dat vreemde, hetwelk aan de Ameri kaansche zeden eigen is. Twee muilezels, beladen met bui tengewoon groote reiskoffers, waarin de matrassen die noodig waren op de rustplaatsen, en de noodige levensmiddelen geborgen waren, volgden de drie bedienden. Op het gezicht van Cnchillo en Baraja, hield de eerste der twee ruiters stil en de geheele troep volgde zijn voorbeeld. Dat is signor don Estevan, zeide Baraja op flui sterenden toon Ziehier de man in kwestie her nam hij, den bandiet aan den gedistingeerden ruiter voor stellende. Don Estevan, want hij was het, wierp op Cuchillo een doorborenden blik, die tot in het diepst zijner ziel scheen door te dringen en liet teekenen van verwondering blijken. Lange lederen riem waarvan de Mexikanen aich bedienen om wilde paar den te vangen. Ik heb de eer de handen van Uwe hoogheid te kussen, zeide Cuchillo; ik ben het in leveuden lijve, ik ben Maar in weerwil zijner aaugeboren ombeschaamdheid, hield de bandiet eensklaps stil; nog onbepaalde herinne ringen schenen in ziju brein op te komen, want deze twee mannen hadden zich sedert langen tijd niet in elkanders tegen woordigheid bevonden. Ei, ei! indien ik mij niet gedrieg, zeide de Span jaard op spottenden toon, dan zijn signor Cuchillo en ik nog oude kennissen, alhoewel hij vroeger dien naam niet droeg. Net zoo min ais U we Hoogheid, wien naam toen was Arechiza fronste de wenkbrauwen en zijn zwarte knevel scheen boven zijn lip te krullen. Cuchillo voleindde den zin niet; hij had begrepen dat hij moest zwijgen hetgeen hij hij kon weten, en deze soort van medeplichtigheid gaf hem zijne gewone koenheid terug. Een naam is in mijn oog als een strijdros, zeide hij onbeschaamd; wanneer er een onder ons doodgeschoten is, neemt men een ander. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2