NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De Goudvallei.
5 e Jaargang.
Maandag 5 September 1887.
No. 1278.
ABONNEMENTSPRIJS:
AD VERTENTIEN:
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 132.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Adverteutiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdar/enten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etrangére G, L. Tl A VB Jé Sf CoJOH. V. JONGS, Stier., Parijs, 31his Faubourg Montmartre.
Zij, die zich op ons
blad abonneerenont
vangen gratis hetgeen van het
tegenwoordige F euilleton
reeds het licht zag.
FF FIKFCTIF.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 3 September.
Ter deelneming aan den inter
nationalen zaugwedstrijd te Luik is
hedenmorgen de zangvereeniging
«Zanggenoti derwaarts vertrokken.
Uitgevoerd zullen worden de stuk
ken (i Sauls lierzang! en «Omhoog».
In den Haag wordt beden en
Zondag in het lokaal «de Vereeni-
ging» een nationale kegelwedstrijd
gehouden, waarvoor een groot aan
tal kegelclubs uit alle streken van ons
land ziju ingeschreven, en waaraan
ook wordt deelgenomen door de
Haarlemsche vereenigiDgen «Vol
harding! en «Koekkoek!.
De uitslag van het tweede toe-
latings-examen aan de Hoogere
Burgerschool ter opleiding voor
Handel en Nijverheid is geweest als
volgteen voldoend her-examen
werd afgelegd door J. S. Stamm'ler,
N. Benkemper, J. A. Cats, E. Noor-
dijk en A. Th. G. Cobiijn. Tot de
lste kl. werd nog toegelaten J.
Sloog, terwijl 2 candidaten moesten
worden afgewezen.
Sedert 1872 bestaat hier ter stede
een tirnmerlieden-vereeniging «Eens
gezindheid» ten doel hebbende
elkander bij ziekte of ongelukken
geldelijk te ondersteunen en ouden
van dagen of gebrekkigen eene
wekelijksche bijdrage te verstrekken
uit een ondersteuningsfonds; voorts
uitkeering bij overlijden. Totnutoe
heeft de vereeniging, die thans 127
leden telt, geheel door eigen krach
ten aan al hare verplichtingen kuu-
nen voldoen, maar in de laatste jaren
is door een grooter aantal ziekte
gevallen het batig saldo harer zie
kenkas sterk verminderd en meent
zij daarom bedacht te moeten zijn op
middelen om dezen min gunstigen
toestand te verbeteren.
Daarom meent zij gebruik te
mogen maken van de bepalingen in
art. 3 van haar reglement, luidende
«Donateurs van de vereeniging
kunnen zijn zij, die belangstel
len in het leven van den werk-
maD, en de vereeniging steunen
met stoffelijke of geldelijke
middelen, van ten minste f 3
's jaare.»
Bij circulaire doet de vereeniging
thans een beroep op den steun der
Haarlemsche burgerij, een steun die
zij om haar loffelijk streven ten volle
verdient te verkrijgen.
Het bestuur is samengesteld als
volgt
H. Van Leeuwen, Voorz., D. Dek
ker, Adj.-Voorz., J. T. Bakker, Secr.,
H. Serné, Adj.-Secr., H. Schlotz,
Penningm., en J. Clifford, Adj.-
Penningm.
Vrijdagnamiddag is in het maga
zijn van den heer Tjeenk Willink
een jongen met de linkerhand tus-
schen een snijmachine geraakt, en
werd zoodanig verwond dat hem
twee viugers moesten worden afgezet.
Men schrijft ons uit Haarlem
mermeer:
In de op 6 September a. s. alhier
te houden vergadering van den ge
meenteraad zullen de volgende pun
ten in behandeling komen
1. Beëediging der herkozen leden;
2. ingekomen stukken; 3. gemeente
rekening over 1886; 4. idem arm
bestuur; 5. vaststelling van condi
tiën verpachting gemeentegrond;
6. bestek aanbesteding steenkolen;
7. adres A. v. d. Stadt, om begun
stigd te worden met de leverantie
van school- en kantoorbehoeften;
8—11. benoemingen.
Donderdagmorgen, om ongeveer
5 uur, werd te Haarlemmermeer, aan
den Ringdijk, bij de Bennebroeker-
weg, in de nabijheid van den kas
telein L Mesman, gevonden een
flink zwart paard, gespannen voor
een speelwagen, geheel en al onbe
kend, doch vastgebonden aan een
boom.
Op den speelwagen bevond zich
een kaasje, een pot met stroop en
een geleibiljet van zout, ten name
van Immerzeel. Tot nog toe is de
eigenaar van een en ander onbekend.
Men verdiept zich in gissingen,
wat toch de reden kan zijn, dat het
paard en de wagen dd&r komen,
daar zij in den nacht op de plaats
moeten gebracht zijn, terwijl door
niemand navraag gedaan wordt.
Sommigen denken aan zelfmoord
door middel van verdrinken. Men
hoopt echter spoedig het zekere van
de ernstige zaak te vernemen.
De Commissaris des Konings in
de provincie Noord-Holland, verge
zeld van den griffier der Staten,
brachten Vrijdag een bezoek aan
Aalsmeer.
Door een koopman te Hillegom
is, vermoedelijk in eene tapperij op
de Prinsengracht te Amsterdam, ach
tergelaten eene zwart ledereren por
tefeuille, inhoudende p. m. f 100 aan
geldswaarde.
LEGER EN VLOOT.
De minister van Oorlog beeft bepaald,
dat de forten van de stelling van bet
Hollandsch Diep en bet Yolkerak bewa
pend en uitgerust zullen blijven met dat
gene, wat daarop ter gelegenheid van de
gehouden oefeningen aangebracht werd.
LAND- EN TUINBOUW.
Men schrijlt aan de //L. Crt".Er valt
reeds veel blad af dafc tengevolge van de
aanhoudende droogte verschrompeld is;
verscheidene rijen hooge boomen, zooals
langs singels en straatwegen, dragen er
de sporen van geleden te hebben en het
gebladerte vertoont zich op sommige plaat
sen of het geblakerd is. Ook de bloemen
hadden het kwaad en vooral de roos, die
het weelderigst bloeit met eene vochtige
lucht, verbleekte door de felle zonnestralen
om spoedig te verwelken. Maar de wijnstok
trof zijn zomer en ontwikkelde naar wensch,
bloeide op zijn tijd en zette vrucht, die in
sierlijke rijpe trossen zal kunnen gesneden
worden; reeds zijn er uitmuntende kas
druiven. Nu hebben de regenbuien de lang
gewenschte verkwikking bezorgd. Ieder
erkent dat en de landman het eerst, die
op nagras hoopt en met een kleinen voor
raad hooi den winter moet afwachten. Hoe
dat gaan zal is nog onzeker, maar dit
jaar heeft hij te veel vee bij te weinig
voeder. Hooi is er niet te koop of de
prijzen zouden afschrikken, en vee van de
hand te doen is gemakkelijker gezegd dan
gedaan. Zonder schade althans heeft men,
bij volslagen gebrek aan gras, tengevolge
daarvan lage veeprijzen en een lusteloozo
markt, nog geen vee kunnen verkoopen.
Daar zit nu de boer tussehen twee vuren
veel koeien, veel moeien; en ten slotte
heeft de aanhoudende droogte den landman
geen voordeelig jaar bezorgd.
Maar dat zal nu alles wel schikken, de
boeren klagen ook altijd; zoo verneemt
men uit een anderen hoek. Was dat nu
niet een mooie bestendige zomerP En hoe
ongestoord kon men van iedere gelegen
heid gebruik maken om uit te gaan en
volop te genieten't Is waar, de wegen
waren wel wat stofferig, maar enfin! dat
is af te schudden en aan de zee men
kon op de zee waarempel wel schrijven,
zoo kalm was zij was het dikwijls meer
dan verrukkelijk te flaneeren. Nu daar
heb je een buitenplaats met lommer, het
was er toch geen onaardig zitten. Voor
een onweersbui behoefde niemand bang te
wezen een rare zomer zoo zonder onweer
en ieder wolkje verteerde als een sneeuw
vlokje en de dagen zijn wezenlijk niet
te tellen dat de zon aan den wolkenloozen
hemel brandde. Aangenomen dat de koeien
het dan wat kwaad hadden bij geen //over
vloed" van gras.... patiëntie!, een koe is
voor geen klein geruchtje vervaard en
na zonneschijn komt regen. Bij dat loeien
van die beesten om eten, zooals men ten
minste zei dat ze deden, zal ook wel een
beetje verbeelding gekomen zijn, en men
weet 't: de verbeelding is erger dan de
derdendaagsche koorts. Hoor eens, een koe
is maar een koe, die best terecht komt.
Eu ik zeg met den Schoolmeester:
z/Eundermest en rollenden,
Waren voor de koe heurtijdnogonbekenden."
BINNENLANI).
De «Staatscourant" no. 206 bevat het
Kon. Besluit, waarbij wordt bepaald dat
de wet, houdende regeling van de be
voegdheid der consulaire ambtenaren tot
het opmaken van burgerlijke akten en van
de consulaire rechtsmacht, zooals die bij
latere wetten is gewijzigd en aangevuld,
in haar geheel in het //Staatsblad" zal
worden geplaatst. De wet is in genoemde
//Staatscourant" opgenomen.
Z. M. heeft bij het thans ontbonden
korps kon. scherpschutters vandeVeluwe
(afd. Arnhem), op verzoek, eervol ontslag
verleend, aanJ. A. Kolff, als kapt.-com
mandant A. M. Cnopius als le luit., en
I. Barends, als 2e luit.
Z. M. heeft bij het personeel van den
geneeskundigen dienst del' landmacht be
noemd tot off. van gez. le kl., den off.
van gezondheid 2e kl. J. M. P. Trousse-
lot, van gemeld personeel.
Z. M. heelt den kapitein J. F. Roels,
van het 4de reg. inf., op pensioen gesteld,
en het bedrag van het pensioen bepaald
op f 1560 'sjaars.
Bovenstaande berichten zijn uit de St.-Ct.)
Prinses Elisabeth, dochter van
den groothertog van Saksen Weimar,
is Vrijdag in den Haag aangekomen
en werd aan het station verwelkomd
door haren vader.
Onder de passagiers der van
Queenbaro' Vrijdagochtend te Vlis-
singen aangekomen mailboot Willem,
Prins van Oranje, der maatschappij
«Zeeland!, bevonden zich Z. D. H.
prins Christiaan van Sleeswijk-Hol-
etein en drie zijner kinderen, name
lijk prins Albert en de prinsessen
Victoria en Louise, die met den aan-
sluitenden exprestrein, te 7 u. 16 m.
hunne reis naar Homburg, over Keu
len, voortzetten.
Men schrijft uit Middelb. aan
de N. R. Crt
De inspecteur-generaal van den
geneeskundigen dienst bij de land
macht, die met zijn adjudant Woens
dag alhier is aangekomen, om een
onderzoek in te stellen naar de
oorzaak der ongesteldheid van de
militairen, is Donderdagavond met
den trein van 5 uren naar Den
Haag teruggekeerd. Het onderzoek
is in zooverre afgeloopen, dat men
de ziekte algemeen toeschrijft aan
het vleesch, dat in de soep gekookt
was. Men schijnt tot de ontdekking
te zijn gekomen, dat na de aflevering
van het vleesch daarin bacteriën zijn
gekomen. Het restant van het beest,
waarvan aan de militairen was ge
leverd, is door den rijks-veearts
Mazure onderzocht en in zooverre
gezond bevonden, dat slechts een
paar schenkels voor het gebruik
schadelijk werden geacht.
Hoewel er Donderdagavond wei
nig gevallen bijkwamen is dit aan
tal Vrijdagmorgen weer aanmerke
lijk vermeerderd, doch de ziekte
verschijnselen kwamen slechts in
geringen graad voor. Thans zijner
pi. m. 250 aangetasten.
Zij, die Maandag ziek werden,
zouden voor een groot gedeelte weer
tot hunne gewone bezigheden kun
nen terugkeeren, doch den genees
kundigen, wier zeer zorgzame be
handeling hoogelijk te roemen valt,
kwam dit minder gewenscht voor.
Bij Ged. Staten van Noord-
Brabant zijn ernstige bezwaren in
gebracht tegen het door den Ge
meenteraad van 's Bosch in zijn
jongst gehouden vergading genomen
besluit, tot het doen sloopen der
St. Antoniuskapel en het bovendien
aan een ingezetene, lid van den
Gemeenteraad, uit de gemeentekas
verleenen eener bijdrage van f2500
in de kosten van een door dat lid,
PBUILLETO INT.
19)
IHIe HOOFDSTUK.
Het nachtleger in het bosch.
Niets verstoorde nu langer de indrukwekkende kalmte
van den nacht. De sterren glinsterden aan het luchtgewelf
en ternauwernood deed een frisscher windje een zacht
geritsel in het houtgewas hooren.
En waar voert ge mij heen? vroeg Tiburcio na
lang stilzwijgen.
Naar «la Poza», waar eenige vrienden op mij
wachten en waar wij den nacht zullen doorbrengen;
daarna, als u dat aanstaat, naar de hacienda del Venado.
Naar de hacienda del Venado? vroeg Tiburcio,
daar ga ik ook heen.
Ware het dag geweest, dan zou Cuchillo den jongeling
hij het uitspreken dezer woorden hebben kunnen zien blo
zen, want een hartsgeheim trok hem zijns ondanks tot de
dochter van don Augustin.
Mag ik de reden ook weten die u naar de hacienda
voert? vroeg Cuchillo aan zijn jeugdigen gezel.
Tiburcio was verbaasd over deze vrij eenvoudige vraag;
maar men heeft reeds kunnen bemerken dat Cuchillo de
vertrouweling niet was, dien hij zich had uitgekozen.
Ik ben van alle hulp verstoken, antwoordde hij
op weifelenden toon, en ik ga aan don Augustin Pena
verzoeken, of hij mij onder zijne vaqueros (herders) wil
opnemen.
Dat is een treurig beroep dat gij wilt gaan beginnen,
mijn jongen. Alle dagen voor een matig loon zijn leven
blootstellen, 's nachts waken, over dag door de bosschen
of in de vlakten ronddwalen, blootgesteld aan de hitte van
de zon en de koelte van den nacht, zoodanig is het lot
van den vaquero.
Wat kan ik er aan doen, zeide Tiburcio,-is dat
dan het leven niet waaraan ik gewoon ben geworden?Heb
ik niet altijd jn de woestijn en in armoede geleefd? Zijn
deze verscheurde broek en dit versleten buis niet mijn eenig
fortuin? Ik heb zelfs geen paard meer dat mij toebehoort.
Is het dan niet beter vaquero dan bedelaar te zijn?
Hij weet niets, dacht Cuchillo, als dit anders
ware, zou hij er dan wel aan denken zoo'n baantje bij de
band te nemen?
Vervolgens zeide hij luider
Welnu, ik heb u iets beters voor te stellen. Gij zijt
in waarheid een verloren kind; behalve ik zal niemand
over u treuren, indien gij zoudt komen te sterven. Gij hebt
waarschijnlijk in het afgezonderde leven dat gij totnutoe
geleid hebt, niets hooren zeggen van eene expeditie, die
men te Arispo op touw heeft gezet?
Neen.
Welnu, wees dan een van de onzen. In een dergelijke
expeditie zal een vastberaden jongen zooals gij eene kost
bare aanwinst zijn, en gij van uw kant, een ervaren
gambusino, zooals ik u ken, want gij zijt reeds vroegtijdig
ter school gegaan, zult in één slag uw fortuin kunnen
makenIndien hij dezen voorslag aanneemt, zeide
de bandiet in zich zeiven, dan is het klaarblijkelijk dat
hij niets weet.
Cuchillo vervolgde zoodoende zijn tweeledig doel van
nasporing en van persoonlijk belang, door Tiburcio te polsen
en te beproeven om hem door hoop op winst aan zich te
verbinden. Maar hoe geslepen de bandiet ook was, hij had
met eene sterke tegenpartij te doen.
Het is dus eene expeditie van goudzoekers, zeide
de jonge man koeltjes.
Zooals gij zegt; ik ga met eenige vrienden naar de
hacienda del Venado en van daar komen wij te Tubac
samen, om het grondgebied de Apachen te gaan onderzoe
ken, dat, naar men zegt, zooveel schatten verbergt. Wij
zullen ongeveer honderd man sterk zijn.
Tiburcio bleef stilzwijgen.
Ofschoon ik, onder ons gezegd, ging Cuchillo voort,
u kan mededeelen dat ik nog nooit verder dan Tubac
ben geweest, zal ik toch een der gidsen dezer expeditie zijn.
Welnu! wat zegt gij er van?
Ik heb er mijne redenen voor om, niet zonder eerst
eens rijpelijk nagedacht te hebben, mij te verbindenn, -
antwoordde Tiburcio, ik vraag u dus vier en twintig
uren uitstel om tot een besluit te komen.
Wordt