genomen, met het doel een plan van
verdediging van Londen te ont
werpen.
De kiesvereeniging aSappe-
meer» heeft tot candidaat gesteld
voor de Tweede Kamer mr. H. J.
Smidt, die te Meeden den heer J.
Ebels te Stadspolder, die te Veen-
dam dr. Winkler Prins. Ook mr.
Prima te Leen3 wordt aanbevolen.
Totnogtoe is in de meeste de-
partemeuten van de Mpij. «tot Nat
van 't Algemeen», waarin verkie
zingen hebben plaats gehad, tot
algemeen secretaris van die Maat
schappij gekozen de heer J. Bruin-
wold Riedel te Hoorn.
Wedstrijden.
Op vertoon van legitimatie wordt door
den Ned. Rhapspoorweg verlaging van
vracht verleend voor het vervoer van
paarden, bestemd voor de door de „Mili
taire Sportvereeniging uitgeschreven jacht
en wedrennen, te houden te Hilversum
den 2en October a. s.
Op de visscherij-tentoonstelling te
Amsterdam is eene inzending inge
komen van den heer Saur te xAmster-
dain. Deze uitgelezen verzameling
verwierf eene gouden medaille.
Het laatste (het 100e) nummer
is verscheuen van het officieel or
gaan der tentoonstelling ^an voe
dingsmiddelen te Amsterdam. De
redactie verdient hulde voor de on
derhoudende wijze waarop zij zich
van haar moeielijke taak hon
derd dagen achtereen een dagblad
te schrijven, uitsluitend over voe
dingsmiddelen handelende heeft
gekweten.
Een Schuttersfeest.
Het spreekwoord zegt wel „Lest heugt
'tbest," maar zoo aardig, zoo typisch als
het Zondag op het oud-Hollandsche Markt
plein was, scheen ons nog geen enkel feest
toe, hoe goed ook in elkaar gezet en ge
slaagd, dat op het terrein der Voedings
tentoonstelling te Amsterdam werd gegeven.
Zondag zeker, zouden onze 17e eeuwsche
vaderen, (1e schutters van Van der Helst
en Trans Hals, zich op het marktplein
tehuis gevoeld hebben. Gewis schoten zij
mee met de baks, maar zij bauteerdeu toch
ook voortreffelijk deu edelen voet- en
handboog.
Jammer genoeg, dat het boogschieten
thans in Holland minder beoefend wordt
dan toen; want wij hebben Zondag gezien
hoe aardig het is en tegelijk welk een
scherp oog en vaste hand men er voor
moet hebben. Onze Zuidelijke landgenoo-
ten hebben de kunst beter in eere gehou
den, en het gaaischieten is bijv. in Noord-
Brabant nog zeer in zwang.
Het marktplein was op sommige punten
recht smaakvol met groen en bloemen ver
sierd en bij den ingang stond een groene
eereboog, met de namen der mededingende
vereenigingen versierd: „Concordia," „Ge
noegen zij ons doel," „Claudius Civilis,"
„Willem Teil," „Excelsior," „Soranus,"
allen van Amsterdam.
"Reeds vroeg 's morgens zag men de
leden-mededingers dezer Vereenigingen,
allen in 17de eeuwscli eostuum, maar toch
elke vereeniging met hare eigen kleuren,
het marktplein versieren. Vóór de opening-
van het feest gingen allen in optocht met
hunne vaandels, van welke velen een schat
van gouden en zilveren medailles torsten,
het marktplein rond. De keizer- en koning-
schutters van elke vereeniging natuurlijk
voorop. Zij waren de heeren J. de Roos,
keizerscliutter van „Concordia," J. G.
Caous keizersckutter en J. B. v. d. Eist,
koningschutter van „Genoegen zij ons doel;"
J. Langen veld, keizerscliutter en Steen
kamp koningschutter van „Claudius Civi
lis E. Fles. keizersckutter van „Willem
TellD. Dreese keizersckutter en A.
Ricardo koningschutter van „Excelsior"
en Smit, koningschutter van „Soranus".
Reeds vroeg was het plein door eene
dichte belangstellende menigte bezet en toen
om elf uur het schuttersfeest een aanvang
nam, verdrong men zich om de schietbaan.
Deze was in het midden van het markt
plein opgeslagen en fraai met groene slin
gers versierd. Er werd door alle vereeni
gingen zonder onderscheid, fraai geschoten.
De pijlen snorden met een vaart en eeue
sierlijkheid door de lucht, dat het een
genoegen was te zien en meestal bereikten
zij het wit zeer van nabij. Het gaaischieten
was nog opmerkelijker. Er was een houten
vogel op een paal gezet (een rijksarend)
en (le kunst was hem zóó te raken dat
een der licknamsdeelen, een vleugel, een
klauw of de kop er afvloog. Neemt men
in aanmerking, dat het gaaischieten hier
niet meer inlieemsch is, dan werd er dik
wijls zeer juist gemikt. Wel is waar vlo
gen de pijlen meermalen hun doel voorbij
en dan was er eenige spanning of zij ook
op de hoofden der omstanders zouden
komen, wat de levendigheid van het feest
niet weinig verhoogde, maar de schutters
waren minder ongelukkig dan in Harings
hekend gedicht: „Het vogelschieten," en
de kijkers kwamen er beter af dan de
baljuw in Offenbach's „l'Oeil crevé."
De uitslag was, dat de heer J. G. Caous,
de keizersckutter van de vereeniging „Ge
noegen zij ons doel," de eer waardig bleek
tot koning van dit schuttersfeest te worden
benoemd. Naar oud-vaderlandsch gebruik
koos hij zich eene kouiuginiie en dit edel
paar plaatste zich in oen door de heeren
J. 11Reeling Co. smaakvol met bloemen
versierde cliais. Nu werd er een optocht
samengesteld. Muziek voorop en liet konings
paar, de koningiime met een bloemtuil,
de koning met eenmet bloemen versierde
pijp van den heer Petit, volgden, gelijf-
staifferd door (1e hellebaardiers en gevolgd
door de scherp schutters in hunne bevallige
kleedij, waarvan de juistheid en goedo
smaak, der firma Kreukniet Co. eer aan
deed. Deze stoet trok eenige malen het
marktplein rond onder de lovendige toe
juiching der omstanders, en toen bij de
muziektent werd halt gehouden, werden
de overwinnende schutters door den heer
Bergsma geluk gewenscht.
Iu eeue andere tent werden de prijzen
uitgereikt, welke 'liet uitvoerend comité
der tentoonstelling beschikbaar bad gesteld,
ul. 6 banierprijzen, 1 extra bauier-rozen-
prijs, 12 personeele prijzen en voor het
gaaischieten evenzeer 12 personeele prijzen
De regeling der prijsuitdeeliug laat ons
slechts toe de namen der vereenigingen te
noemen, welke baniersprijzen verwierven.
Zij zijn
Baniersprijzen: le. „Excelcior" met 181
punten, 2e. „Concordia" met 174 punten,
3e. „Claudius Civilis" met 160 punten,
4e. „Genoegen zij ons doel" met 148 p.,
5e. „Guillaume Tell" met 106 punten,
6e. „Soranus" met 96 punten.
Rozenprijs„Excelcior" in concurrentie
met „G. Z. O. D." met 8 rozen.
Het schuttersfeest was hiermede geëindigd
en liet eeu hoogst aangenamen indruk ua.
's Avonds was het marktplein geillumi-
neera en was het er opnieuw zeer opgewekt.
Er was concert met medewerking vau bet
mannenkoor „Caecilia,'-' onder directie van
den heer N. H. Andriessen uit Haarlem.
De vier liederen, door dit koor voorge
dragen, werden levendig toegejuicht en
verhoogden zeer het genot van den aange
namen dag. (Hdbl.)
Een jongen maakte het Zater
dag in de Lindenstraat te Amsterdam
zoo bont en mishandelde zijn ouders
zoodanig, dat twee agenten hem
onder een toeloop van heel wat
nieuwsgierigen naar het politie-bu-
reau brachten.
Eene Amsterdamsche huis
eigenares werd, eenigen tijd gele
den, in de grondbelasting voor onge
veer f 3 meer aangeslagen dan te
voren. Zij sloeg toen de huur van
een harer huurders met f 25 op en
die van den ander met 25 ets. in
de week, en kreeg zoo f 38 ver
goeding voor eene belasting-verhoo
ging van f2 70.
Door het omslaan van een
bootje zijn Zondag in het IJ bij
Amsterdam drie knapen verdronken.
Zondag viel een knaap op de
Nieuwmarkt te Amsterdam, bi] het
oplaten van een vlieger achteruit
loopende, op eene zoodanige wijze,
dat hij zwaar gekneusd werd aan
het achterhoofd en zijn verbinding
in het gasthuis noodzakelijk was.
Te Amsterdam werd Zater
dagnacht iemand door drie kerels
aangevallen, die hem een prop in
den mond duwden en hem van zijn
horloge en eenig geld beroofden.
De politie heeft op aanwijzing van
den bestolene twee der daders ge
arresteerd. Bij een hunner werd
slechts een enkel voorwerp gevon
den dat den aangevallene toebe
hoorde.
Hoe wonderlijk het inslaan
van den bliksem in zijn werk kan
gaan, bleek tijdens het laatste onweer
te Assendelft. Een molen aldaar
werd getroffen en zonder eenige
andere schade aan te richten, velde
de bliksem den molenaar, die zich
toevallig daar bevond, ter aarde.
De man werd voor dood wegge
dragen; zijn geheele hoofd was
kaai geschroeid, doch overigens bleek
hij naderhand niet het miuste letsel
te hebben bekomen. Zoo'n voorval
letje zal hem nog lang kunnen
heugen, al was het alleen maar
wegens zijn kalen knikker!
Te Hilversum hebben eenige
jongens eenen hond op gruwelijke
wijze doodgemarteld. Tegen de
daders is proces-verbaal opgemaakt.
Men meldt ons:
Dezer dagen kochten eenige stu
denten op de paardenmarkt te Utrecht
een oud, afgeleefd paard. Hel beest,
dat haast niet meer op de beenen
kon staan, moest daarop den tocht
naar Hilversum doeu en werd door
zweepslagen tot loopen aangedreven.
Des avonds werd de terugreis on
dernomen, doch nabij Maartensdijk
liet men het dier aan zijn lot over,
dat daarop naar Hilversum terug
keerde.
Hier werd het onbeheerd op straat
aangetroffen en in een slal gebracht.
Nog dienzelfden nacht stierf het on
gelukkige beest en de vilder kou
aau de toeschouwers de vuurroode
plekken laten zien, waar de zweep-
en stokslagen waren neergekomen.
Van de heeren studenten vernam
men niets meer. Zouden die joDgelni
echter maar ongestraft zulke dieren
mishandeling mogen uitvoeren? Ver
dienen zij niet evengoed gestraft te
worden als die knapen, welke voor
een paar dagen een hond op gru
welijke wijze doodden?
In de Maandagavond gehouden
raadsvergadering te Wormerveer
werd het nieuwbenoemde lid, dr.
P. C. Korte weg, geïnstalleerd.
Tot gemeentegeneesheer werd be
noemd de heer J. W. F. Donath,
arts te Krommenie.
Tot lid van den Raad te Edam
is gekozen de heer J. De Boer Wz.
Ter bevordering vau de oprichting
van een standbeeld voor Jan Pietersz.
Coen, te Hoorn, heeft zich voor
Enkhuizen en omstreken een sub
comité gevormd, bestaande uit de
hh. J. Bruiju Jz., oud kantonrech
ter, lid der Prov. Staten vau Noord-
Holland; R. J. D. Hartkamp, bur
gemeester van Enkhuizen; W. P.
van Viissingen, direct, der H. B. S.
te Enkhuizen; dr. D. Ilarting te Enk
huizen; R. Kooijman Pz., lid der
Prov. Staten van N. H., burgem.
van Andijk; D. Kooiman, burgem.
van Bovenkarspel; C. de Jong Mz.,
burgem. van Hoogkarspel en P.
WiukelKz., burgem. van Venhuizen.
Men schrijft ons uit Tessel:
De natuurlijke uitwatering op zee
van den polder Eierland op Tessel
begint langzamerhand belemmering
te ondervinden door verzanding van
de Roggesloot, de geul, die door de
slibgronden buitendijks naar diep
water voert. Ook de scheepvaart en
de visscherij beginnen de nadeelige
gevolgen daarvan te ondervinden.
Met het oog hierop wordt eene
normalisatie van de vaargeul zeer
gewenscht.
De stroom van landverhuizers
van Tessel naar Amerika houdt nog
steeds aan. Den 17en Augustus ver
trokken er 17 personen terwijl den
8en October weer verscheiden ge
zinnen zullen vertrekken met het
stoomschip W. H. Schollen van Rot
terdam. Allen nemen passage bij de
firma Prins en Zwanenburg en heb
ben bij voortduring alle lof over
voor de goede behandeling aau boord.
Te Vlieland is aan het Noor-
derstrand aangedreven een in verge
vorderden staat van ontbinding ver-
keerend lijk, waaraan echter armen
en beenen ontbraken. Bijzondere ken-
teekenen waren niet meer te onder
scheiden. De romp is op de plaats
zelf begraven.
Men schrijft uit Katwijk aan Zee
aan het „Leidsche Dagblad":
Woensdag kwam hier eene Zandvoort-
sche schuit aan, welke ons 's morgens ver
gastte op versche visch, en 's middags,
bij wijze van toegift, op dronken matrozen,
of, beter gezegdop een stuurman in
„kennelijken" en een matroos in „verre-
gaanden staat" van dronkenschap.
's Middags om 3 uren werd bedoelde
matroos, Cornelis Paap geheeten, die aan
wal de slingerende bewegiug van een schip
nabootste, door Brouwer, onze gemeente
veldwachter, naar zijne schuit gebracht,
niet met geweld, doch met goede woorden.
Kees vond daar echter geen rust voor het
hol van zijnen voet, en moest terug, en
zou terug, en ging ook terug. Zijn
stuurman, Cornelis Zwemmer, vergezeldo
hem nu. Waar en hoe het tweetal den tijd
tot bij vijven passeerde, vermoed ik wel,
doch weet ik niet met zekerheid te zeggen.
Maar toen werd aan Brouwer bericht, dat
ze zwaaiend en slingerend en schekleud
en vloekend langs 's heeren straten liepen,
gevolpd door (le joelende jeugd, welke (loor
den raatroos, uit erkentelijkheid voor haar
geleide, van tijd tot tijd op steenen ont
haald werd.
En Brouwer er heen, met het plan, om
Janmaat eeu rustig verblijf ter ontnuch
tering te geven. Maar Kees oordeelde dat
volstrekt niet noodig, evenmin als zijn
Mentor, de andere Kees, die zijnen makker
krachtdadig aan het dreigend gevaar trachtte
te ontrukken.
Jakob, de nachtwacht, wilde een handje
helpen, doch moest dat voornemen laten
varen, wijl Kees No. 2 het zeer onbillijk
noemde, dat twee man tegen éénen zouden
ageeren.
Daar zijne rede natuurlijk geen ingang
vond, zette hij die klem hij door zijnen
schoenen uit te trekken en Jakob te pre-
seuteeren hem daarmede op het gezicht
te geven.
Eeu derde Kees, een der omstanders,
werd door Brouwer gesommeerd om assis
tentie te verleenen. Kees No. 3 weigerde
niet, doch vond het verkieslijker toe te
kijken, dan met Kees No. 1 in gevoelige
aanraking te komen.
Inmiddels was veel volk op de been
geraakt; de een nam het voor Brouwer,
de ander voor den matroos op, en aan
het toonecl scheen geen einde te zullen
komen, toen Brouwer, natuurlijk niet ver-
teederd door de ontvangen trappen, schop
pen, slagen, stompen en beten, zijne krach
ten nog eens inspande, en de voldoening
mocht smaken, den rustverstoorder achter
slot en grendel te krijgen.
De naweeën van het voorval zijn: een
proces-verhaal tegen den matroos wegens
openbare dronkenschap; tegen den matroos
en den stuurman heiden, wegens handtas
telijk verzet tegen de politie; en tegen
Kees Vooijs, wegens het niet verleenen
van bijstand.
Drama in clrie bedrijven
Een Leidsche peurder werd Don
derdagavond door den veldwachter
te Leiderdorp op Heeterdaad betrapt
wegens diefstal van peren en des
wege in arrest gesteld.
Aangezien de aangehoudene twee
erlei naam had opgegeven, werd
vóór zijn ontslag een onderzoek naar
zijn indentiteit en woonplaats inge
steld.
Toen dit onderzoek was afgeloo-
pen en de aangehoudene zou ont
slagen worden, bleek hij inmiddels
door ophanging een einde aan zijn
leven te hebben gemaakt.
Op zeer eenvoudige wijze werd
Maandag ochtend op de begraaf
plaats «Eik-en-Duiuen te 's-Hage
het stoffelijk overschot ter aarde
besteld van mr. J. F. Gefken, oud
procureur-generaal der kolonie Su
riname, oud-lid der Tweede Kamer
en ridder van den Nederl. Leeuw.
Eene kleine schare vrienden en
belangstellenden was aan de groeve
aanwezig om den overledene de
laatste eer te bewijzen.
Hedenochtend zou aan het
Prins Hendrikplein te 's-Hage de
beproeviüg plaats hebben van een
daar aangelegde "brandput van ge
heel nieuwe constructie, volgens het
plan van den directeur der water
leiding, den heer Staug. Door den
toevoer van vloeiwater onder en
boven den grond is deze put steed»
van eene genoegzame hoeveelheid
water voorzien.
Men verwacht veel van deze in
richting, die naast de waterleiding
een krachtig middel zal zijn om tot
brar.dblussching te dienen.
Zondagavond is aan het station
Scheveningen de stoomtram van de
Holl. Spoorw. Maatschappij over de
stutbalk geloopen. De machine sloeg
om en de daarop volgende wagen
stond tegen de machine op. Per
soonlijke ongelukken zijn niet te
betreuren, maar de schade is vrij
groot.
Maandagochtend werd te Rot
terdam een jongen, die met eenen
wagen op de Vischmarkt stond, door
eenen beschonken man bemoeilijkt.
Een ander persoon wilde den
jongen te hulp komen, doch kreeg
daarop van den beschonken persoon
eenen klap op het hoofd. Toen ont
stond er eene vechtpartij, die de
tusschenkomst der politie noodza
kelijk maakte. Zelfs was een der
agenten genoodzaakt zijne sabel te
trekken. Drie personen werden in
arrest gebracht. Een hunner had
eene wond aan het hoofd bekomen,
Een drietal personen, vermoe
delijk Duitechers, hebben op den weg
tusschen Groesbeek en Nijmegen eene
jonge vrouw aangerand en van eene
som gelde beroofd de opbrengst,
van door haar verkochte bezems.
De politie is de daders nog niet
op het spoor.
De firma Smulders te Utrecht,
wier fabriek dezer dagen haar 25-
jarig bestaan en tevens de oudste
firmant ziju 25-jarig huwelijk vierde,
boden Vrijdagavond in Tivoli aldaar
hunnen gezamenlijken werklieden
en beambten met bunnen vrouwen
een feest aan, uit erkentelijkheid
voor de vele bewijzen van hulde
en genegenheid bij bovengenoemde
gelegenheid ontvangea.
In Nijkerk is de toestand nog
altijd gespannen. De huzaren blijven
er vooreerst nog.
heb zien zitten, signor Cuchillo? Indien ik mij niet bedrieg
heb ik ondanks deze oogenschijnlijke vriendschap, blikken
van vijandschap en wantrouwen opgevangen.
Cuchillo verhaalde op welke wijze zij Tiburcio halfdood
op den weg gevonden hadden, hij noemde zijn naam en
vertelde hetgeen de lezer er reeds van weet; maar deze
vraag bracht den bandiet opnieuw in eene booze stemming,
daar zij hem herinnerde dat zijne arglistigheid schipbreuk
had geleden op de voorzichtigheid van een jongeling en dat
diezelfde jongeling hem een oogenblik voor zijn blik had
doen beven. Weer aan zijne heillooze plannen denkende
tegen den dader dezer dubbele teleurstelling, plannen waar
mede de dood gemoeid was en waaraan hij eenige oogen-
blikken niet gedacht had, besloot hij medeplichtigen voor
zijne wraak te zoeken.
Is het u al wel eens overkomen, vroeg hij, zich
tot Diaz en Oroche wendende, dat gij, zooals ik zoo
juist gedaan heb, uwe driften voor het algemeen welzijn
hebt opgeofferd?
Zonder twijfel, antwoordde Diaz.
Ja ja! ik riep de gambusino met de lange hairen,
medegesleept door de eervolste openhartigheid voor zijn
karakter, mijn slecht gesternte heeft gewild dat ik mij altijd
in de noodzakelijkheid bevond, het tegendeel te doen.
Men is eerlijk man of men is het niet, vervolgde
de spreker en wanneer men zich met hart en ziel aan iemand
overgegeven heeft, moet men, zooals ik, zijne genegenheden,
zijne belangen en zelfs zijne gewetensangstvalligheden, die in
een teergevoelige ziel zouden kunnen opkomen,onderdrukken.
Iedereen weet dat, zeide Baraja.
Welnu! signores, deze teergevoeligheid vau geweten
verontrust zich gemakkelijk bij mij en ik heb daarom uwe
meening noodig om het gerust te stellen.
De twee mannen tot wien hij zich richtte, bewaarden
nog altijd een onverstoorbaar zwijgen.
Laat ons eens veronderstellen, ging de baudiet
voort, dat er op de wereld iemand bestaat dien gij teeder-
lijk bemindet, maar wiens leven den goeden uitslag onzer
expeditie kon in den weg staan; welke partij moet men
dan ten zijnen opzichte kiezen?
Lieve God! riep Oroche, ik zoude gelukkig zijn
emdelijk eene gelegenheid te vinden het privaat belang
voor het welslagen van allen op te offeren.
Maar wie is die man? vroeg Diaz.
Dat is eene geschiedenis, antwoordde Cuchillo,
waarvan de bizonderheden mij alleen aangaau; maar het
feit bestaat en de man ook.
Caramba! het feit is reeds te veel, zeide Oroche.
Eu de man bijgevolg ook! Is dat niet aller meening?
vroeg Cuchillo.
Ongetwijfeld, zeiden Oroche en Baraja gelijktijdig.
Diaz bleef zwijgen en hield zich, om zoo te zeggen, buiten
de zaak; daarna ging hij, onder voorwendsel van wat versche
lucht te scheppen, naar buiten.
Welnu! signores, hernam Cuchillo, met zijne twee
aanhangers alleen gebleven, sterk door uwe meening zal
ik u dan zeggen, dat die mau mijn vriend Tiburcio is.
Tiburcio! riepen de twee toekomstige medeplich
tigen van Cuchillo uit.
Hij zelf, en alhoewel mijn hart bloedt van afgrijzen,
verklaar ik dat zijn leven al onze plannen in duigen kan
doen vallen.
Maar, zeide Baraja, morgen bij gelegenheid
dier jacht op de wilde paarden, zullen er duizend gelegen
heden zijn om goedkoop van hem af te komen.
Dat is waar, zeide Cuchillo op somberen toon.
Welnu! het is noodig dat hij er niet van terugkeere. Kan
ik op u rekenen?
Blindelings, antwoordden de twee avonturiers.
Wordt vervolgd