NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
SWBericht
De Goudvallei.
5 e Jaargang.
Vrijdag 30 September 1887.
No. 1300.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
S T 1) S I E li II S.
Vergadering van Woensdag 28 September 1887,
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. - 1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Génerale de Publicite Et-rang ere G. L. DAUBE Sf Co., JOU. F. JONES, Sucr., Parijs, 3 Ibis Faubourg Muutmartre.
Van het feuilleton „de Goud
vallei" zijn aan ons bureau,
zoolang de voorraad strekt a
fO,30 afdrukken te bekomen
van hetgeen tot dusver is ver
schenen.
DE DIRECTIE.
Tc beginnen met 1 Oei. a.s.
zullen wij, ten gerieve van patroon
en werkman, iaa SBaarS. ÜOagblad
tweemaal per week de gelegen
heid openstellen tot gratis aan
vrage en aanbieding van werk.
Zij, die zonder werk zijn, vervoe
gen zicb derhalve aan «le „Af-
deeltng Arbcidersbeurs",
ten onzen kantorewaar hun
naam, woonplaats en beroep In
een daartoe bestemd register
worden Ingeschreven.
IHcefft nu een patroon een werk
man noodlg, bijv. een timmer
mans- metselaars-schilders-
smlds-, broodbakkersknecht enz.,
dan geeft hij hiervan kennis aan
bovengenoemde afdeeïing en
wordt hem, indien de gevraagde
persoon in bedoeld register voor
komt, diens naam en woonplaats
opgegeven.
Voor geabonneerden op ons
blad geschiedt deze opname kos
teloos, voor niet-geabonneerden
tegen betaling, voor patroon van
15, voor werkman van 5 cent.
®E DIRECTIE.
Haarlem, 29 September.
GEMEENTERAAD.
Alvorens tot de werkzaamheden, op de
agenda voorkomende, over te gaan, worden
in handen van den Yoorzitter door het
laatstbenoemde raadslid, dr. J.A. Lodewijks,
thans voor het eerst tegenwoordig, de
gebruikelijke eeden afgelegd.
Na het lezen der notulendeelt de
Yoorzitter mede, dat een schrijven is in
gekomen van mevrouw de weduwe Oost
hoek, houdende bericht van het overlijden
van den heer A. Oosthoek, opzichter over
de gasverlichting hier ter stede. De Yoor
zitter brengt een woord van hulde aan
den zoo vroeg verscheiden ambtenaar, die
in den korten tijd, dat hij in dienst der
gemeente werkzaam was, zooveel goede
hoedanigheden had aan den dag gelegd.
't Voorstel om een brief van rouwbeklag
aan de weduwe te zenden vond algemeene
instemming.
Onder de ingekomen stukken werd ver
meld een rapport der comm. van Financiën,
betreffende de verhooging van de spoor
baan en de verandering van het station.
De Voorzitter voegde daaraan toe, dat hij
hoopte zijn best te doen, binnen korten
tijd een definitief voorstel omtrent deze
dringende aangelegenheid in te dienen.
Bij een bezoek van B. en W. aan 't
Stads-armen- en ziekeuhuis, was 't hun
opgevallen, dat er een buitengewoon groot
aantal (12) door syphilis aangetaste vrou
wen werden verpleegd en dat haar verblijf
van dien aard was, dat er zonder uitstel
maatregelen moeten genomen worden om
daarin verbetering te brengen. De gele
genheid om die vrouwen in de buitenlucht
te brengen, wat hoogst noodzakelijk is,
ontbreekt; die voor aan- en afvoer van
water is zeer onvoldoende, terwijl er, wat
juist in 't geheel niet we»sclielijk is, voor
die vrouwen pvel gelegenheid bestaat om
van hunne aanwezigheid aan voorbijgan
gers blijk te geven.
Naar aanleiding hiervan stellen B. en W.,
die zich in betrekking gesteld hebben
met 't Burgerlijk Armbestuur en een ra
ming van kosten door den architect heb
ben doen opmaken, voor, eene som van
f 542 beschikbaar te stellen, ten einde in
bovengenoemde leemten te voorzien.
Ofschoon deze zaak vreemd is aan de
orde van den dag, toont de Raad zich
geneigd het voorstel in overweging te
nemen; alvorens evenwel daarop te be
sluiten vraagt de heer De Kan ter of er
vroeger niet geraadpleegd is tusschen B.
en W. en Regenten van 't St. Elizabetlis-
gasthuis over bijbouw van 't Stads-armeu-
en ziekenhuis, ten einde daarin vrouwen
als bovenbedoeld te kunnen opnemen en
tevens of de kosten daarvan toen niet
gedragen zijn door 't Gasthuis en of dus
ook thans de te maken verbeteringen niet
voor rekening van het Gasthuis moeten
komen.
De Voorzitter herinnert zich daarom
trent wel iets, o. a. dat onder Burgm. Fock
eene overeenkomst met 't Gasthuis is aan
gegaan, en sedert dien tijd door genoemde
ziekte aangetaste vrouwen steeds in het
Buitenhuis zijn opgenomen.
De heer S n eltj es meent, dat de zaak niet
zoo spoedeischend is, omdat alle verpleeg
den wellicht vertrokken zullen zijn vóór
de voorgenomen werken zijn uitgevoerd,
doch de heer von Reeken verzekert, dat
sommigen 3 a 4 maanden zullen moeten
blijven, en dus voorziening dringt.
De heer Macaré begrijpt nog niet recht
de verhouding tusschen 't Gemeentebe
stuur en 't Gasthuis en stelt mitsdien
voor tot eene andere zaak over te gaan
en intussclien in het archief te doen
nazien wat indertijd tusschen de Gemeente
en Regenten van 't Gasthuis is overeen
gekomen.
Nadat dit geschied was, bleek dat ten
jare 1861 uit de fondsen van het Gast
huis eene som van pl. ra. f5000 was
toegestaan om de verpleging van syphi-
litische vrouwen in 'fc Buitenhuis mogelijk
te maken.
De heer Macaré vraagtof er voor 1861
verplichting bestond voor 't Gasthuis om
zulke vrouwen op te nemen?
De Voorzitter antwoordt, dat die ver
plichting zeker nu niet bestaat, omdat de
Raad zelf heeft bepaald, dat die vrouwen
in 't Buitenhuis moeten verpleegd worden.
De Raad toonde zich nu gezind, ook over
't voorstel van B. en W. te besluiten.
Het werd aangenomen met 18 tegen 2
stemmen.
Een ander voorstel van B. en W. om
in appèl te komen tegen een vonnis der
Rechtbank, ter zake van de betaling van
erfpacht door mevr. Schreuder, geboren
Weber en waarbij de Rechtbank de Ge
meente naar het Kantongerecht had ver
wezen, kwam nu in behandeling. De heer
von Reeken zeide, dat hij tegen het voor
stel zou stemmen, omdat de te vorderen
som slechts f 64 bedroeg en de gemeente
wellicht f 1000 aan kosten zou te betalen
hebben, indien zij de zaak door den rech
ter liet beslissen. Tegenover deze meening
stond die van den heer Macaré, die be
toogde, dat het te vorderen bedrag buiten
rekening moest worden gesloten, maar
dat de gemeente haar goed recht behoorde
te handhaven't kostte dan, wat het wil;
't gold hier een beginsel, dat men, ook
met 't oog op de gevolgen, in geen geval
moest prijsgeven.
5t Voorstel van B. en W. in stemming
jebracht werd met 18 tegen 1 stem, die
van dr. von Reeken, aangenomen.
Het eerste puut der agenda betrof een
voorstel van B. en W. om tegen den koers
van 97l/s pOt. eene geldleeniiig van f 50,000
aan te gaan tegen eene rente van 31/2 pCt.
met verplichte aflossing van f 1000 's jaars,
ten einde daaruit te kwijten de koopsom
van f50,000 van het land aan de Leidsche
vaart. De commissie van Financiën advi
seerde tot goedkeuring van het concept-
raadsbesluit. Met algemeene stemmen werd
het voorstel aangenomen.
Mede zonder hoofdelijke stemming wer
den de volgende voorstellen van B. en W.
aangenomen
lo. dat tot vaststelling eener derde
suppletoire begrooting voor den dienst
van 1887
2o. dat tot vaststelling van het le sup
pletoire kohier der plaatselijke directe be
lasting, dienst 1887 tot een bedrag van
f6458,195;
3o. dat tot tijdelijke voorziening in het
teekenonder wijs aan de Burgeravondschool,
door daarmede te belasten den heer Van
der Spek;
4o. een voorstel om den heer F. de
Graalf, wegens de vermeerdering zijner lessen
aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen
cursus, te ontheffen van 1 uur onderwijs
in de Staatsinrichting aan de Hoogere
Burgerschool met 3-jarigen cursms en 1
uur boekhouden aan de Middelbare School
voor meisjes en in verband daarmede het
eerste onderwijs op te dragen aan den
lieer J. G. Tuytel, leeraar aan die school,
en mej. G. M. de Vos definitief te
benoemen tot leerares iu 't boekhouden aan
de Hoogere Burgerschool voor meisjes.
Door de schoolcommissie der Israëlie-
tische godsdieustschool alhier, aan wie tot
15 Augustus jl. twee lokalen der Burger
school iu gebruik zijn afgestaan, werd
verlenging van den termijn verzocht tot
1° Maart aangevraagd. Alzoo er, na ge
daan onderzoek geene bezwaren waren te
berde gebracht, noch door 't hoofd der
Burgerschool, noch door den architect der
gemeente, stellen B. en W. voor, het ver
zoek toe te staan, onder beding, dat ge
noemde commissie eene som van f50 be-
tale voor den aanleg en 't gebruik van
gas, dat zij in elk lokaal eene kachel
plaatse, die door de gemeente gedurende
de gewone schooluren kosteloos wordt ge
bruikt, en voor brandstoffen eene som ver
goeden van f20.
De heer de Kan ter merkt op, dat in de
hier bedoelde lokalen eene gasleiding be
staat; waarom, zoo vraagt hij, zal men
dan voor aanleg van gas f30 vorderen.
De Voorz. antwoordt, dat wel de aan
leg bestaat, maar dat bij dient uitgebreid
te worden om in de behoefte, die zich nu
voordoet, te kunnen voorzien.
De heer de Kanter stelt nu als amen
dement voor, om de f30 voor aanleg van
gas uit 't voorstel te lichten. Dit amende
ment wordt verworpen en daarna 't voor
stel van B. en W. aangenomen.
Aan de vrijwilligers van spuit No. 10
wordt eene gratificatie toegekend van f250,
als blijk van waardeering van de dien
sten voortdurend aan de gemeente in tijden
van gevaar bewezen.
Ten einde aan de Leidsche vaart en aan
de Nieuwe Gracht eenige bestratings- en
rioleeringswerken uit te voeren werd op
voorstel van B. en W. eene som van f 397
toegestaan.
Door de Haarlemsche Stoomverffabriek
werd een adres ingediend, houdende ver
zoek tot toekenuing van een subsidie ten
behoeve van eene over het Spaarne te
leggen pont. B. en W. wenschen dat ver
zoek bij den Raad te ondersteunen en on
der de noodige voorwaarden een subsidie
in eens te verleenen van f 250, te vol
doen, zoodra ten genoege van B. en W.
van de deugdelijkheid en duurzaamheid
der opgerichte onderneming is gebleken.
Verschillende bezwaren werden tegen
dit voorstel ingebracht; men wenschte
vooral zekerheid te hebben, dat ieder, die
van de pont gebruik verlangde te maken,
dit zonder bezwaar zou kunnen doen.
Mitsdien werd 't voorstel iu dien zin ge
wijzigd, dat het verleeuen van subsidie
afhankelijk zou zijn van de voorwaarden,
door adressante te stellen en daarop aan
genomen.
Ter uitvoering van het Raadsbesluit van
20 April jl. was door B. en W. een ont-
werp-akte opgemaakt betreffende de gron
den tusschen de Brouwersvaart en den
Zijlweg; dit ontwerp had echter reeds be
zwaar ontmoet van de zijde des lieeren
Préviuaire. Deze wenschte wijziging ge
bracht te zien iu 't door den Raad vast
gestelde plan van bebouwing en wel hoofd
zakelijk om de bevoegdheid te verkrijgen
tot het aanleggen van twee straten in
plaats van ééne. terwijl hij zich verbindt
om in de kosten van bestrating en rio-
leering van den bijkomenden weg f 1 per
M. te betalen. De hh. van Ek, de Clerq
van Weel en de Kanter merken op: de
eerste, dat de wijziging geheel in 't voor
deel van de heer Préviuaire en tot nadeel
der gemeente zal strekken, de beide laat-
sten dat de kosten, die van de wijziging
't gevolg zullen zijn, door den heer P.
zullen moeten gedragen worgden.
De heer Macaré wenscht bij het toe
staan van wijziging de bepaling op te
nemen, dat in de beide aan te leggen
straten huizen moeten gebouwd worden
van de waarde en 't gehalte als die,
gelegen aan de Zijlsingelstraat en gebouwd
door J. J. Beaufort.
Nadat het amendement van den heer
Macaré is aangenomen, worden B. en W.
gemachtigd de voorgestelde wijzigingen in
de desbetreffende akte op te nemen.
De bestrating van de Ooslvest en de
Rustenburgersloot zal vooralsnog niet
worden uitgevoerd. Het voorstel daartoe
werd aangehouden.
Een verzoek van A Grollé en F. Harms
om een houten in plaats van een ijzeren
hek te mogen plaatsen om den van de ge
meente gehiuirden grond voor hunne wo
ningen aan den Zijlweg, wordt niet inge
willigd terwijl het voorstel van B. en W.
tot afrastering van het Nassaupleiu, ten
einde verontreiniging van dat terrein tegen
te gaan, werd verworpen.
Op eene aanvraag der eigenaren van de
gronden tusschen den Zijlweg, den Hol-
landschen IJzeren Spoorweg en den Singel
om vergunning tot overbrugging op twee
plaatsen van de Garenkokersvaart, wordt
onder de noodige bepalingen gunstig be
schikt.
De zaak, betreffende de uitgifte van een
officieel verslag van het verhandelde iu de
vergaderingen van den Gemeenteraad,
kwam nu, na ongeveer 2 jaren sluimerens,
weer aan de orde.DeYoorzitter verklaarde
namens B. en W., dat een zakelijk verslag,
als door de indertijd benoemde speciale
commissie bedoeld, weinig doelmatig toe-
FBUILLBTO 3NT.
41)
Xlle HOOFDSTUK.
De verraderlijke overval.
Zou ik dat misschien ziju vroeg de bandiet met
een batelijken glimlach.
Hebt gij in de worsteling op leven en dood, geene
wonde aan het been ontvangen? Hebt gij op uwe schou
ders niet bet lijk van Arellanos gedragen?
Ja, om bet aan de schendende banden der Indianen
te onttrekken.
En is het daarom, dat gij dat lijk in eene naburige
rivier wierpt?
De stralen der maan wierpen door bit gebladerte der
grenaatboomen een loodkleurig schijnsel op het gelaat van
den bandiet, die, met woest rollende oogen zonder zulks te
kunnen begrijpen, hoorde van waar deze bewijzen van een
moord kwamen, dien bij meende dat in de woestijn begra
ven waren.
Men kan gemakkelijk denken dat Cuchillo, toen bij aan
don Estevan de keuuis van zijn wonderbaar geheim ver
kocht, er geeu eigenbelang bij bad gehad om zicb te be
roemen op de wijze waarop bij er zicb van bad meester
gemaakt. Hij was licht over zijne eerste expeditie naar de
«Goudvallei» heengegaan, ten minste in wat zijn bondge
noot betreft, om langer stil te staan uitsluitend bij de bizon-
derheden, die 't meest geschikt waren om den Spaanscben
signor te overtuigen vau het belang der ontdekking. Men
kan zicb een denkbeeld maken van zijne ontsteltenis, toen
bij zag dat de woestijn gesproken bad.
Weet Tiburcio dat? vroeg Cuchillo met kwalijk
verborgen angst.
Neen, maar bij weet dat de moordenaar zijns vaders
een paard had zooals bet uwe, dat hij aan bet been ge
kwetst is geworden, dat bij bet lijk zijns vaders in de rivier
heeft geworpen; alleen weet hij den naam van den moor
denaar niet. Maar ik reken op uwe trouw.... ten mijDen
opzichte; bij de geringste achterdocht maak ik aanstonds
mijn geheim bekend aan den jongen man, die u verplet
teren zal als eene schorpioen.... Goed bloed zou zicb niet
kunnen verloochenen. Aldus, ik herbaal het nog eens, geen
verraad, Cuchillo, geen trouweloosheid of gij zult bet met
uw leven boeten.
Totdat bet uwe dit geheim betale, zeide Cuchillo
tot zich zeiven. Wat Tiburcio betreft, morgen om dit
uur zal men het geheim kunnen toevertrouwen aan zijne
ooren, die bet reeds niet meer zullen hooren.
Cuchillo was echter een van die lieden die zicb van een
schok zooals bij daar even ontvangen had, spoedig herstellen.
Wat er ook van ziju moge, zeide hij onbeschaamd,
Uwe Hoogheid beeft mij nog niet bewezen dat deze
jonge man dona Rosario bemint, en in afwachting blijf ik
betwijfelen of mijn doorzicht....
Still zeide de Spanjaard, ik meen bier dicht bij
stemmen te hooren, die elkander beantwoorden.
Beiden zwegen. Verder in den tuin dringende, waren ze
niet ver van een paviljoen gekomen dat de dochter van den
baciendero bewoonde en de nacht was zoo stil dat op vrij
grooten afstand het verward geluid vau stemmen tot hen
doordrong, zonder dat zij evenwel betgeen gesproken werd,
konden verstaan.
XIIIc HOOFDSTUK.
De liefde achier de traliën.
Op bet oogenblik, waarop de diepste stilte op het gewoel
van den dag volgde, waarop de koele met geuren bezwan
gerde nachtwind nauw merkbaar in den uitgestrekten tuin
der hacienda suiste, kon men zicb in de stemmen, die men
boorde, niet vergissen.
De atmosfeer was zoo kalm, dat zelfs van uit bet ver
achter de woning van don Augusiin gelegen boscb de
eentonige kreten van den wilden «Cuitlacocbe», die zicb
's nachts op de lianen boven de watervallen wiegelt, tot
bet oor der nachtelijke wandelaars doordrongen.
Het zijn de stemmen van Tiburcio en van dona Rosa
rio! zeide de bandiet.