BI N N EIV L A N D. Z. M. heeft den le luit. P. Prince, van het reg. grenadiers en jagers, op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op f1065 'sjaars. Z. M. heeft benoemd bij het wapen der inf., bij het 3e reg., tot le luit. den 2e luit. W. II. van Wieringhen Borski, van het 4e reg. Bovenstaande berichten sijn uit de St.-Ct.) Bij de regeeriüg is aaohaogig eene concessie-aanvrage vau jhr. J. Hartsen c. s. te Baarn, voor een locaal-spoorw. van Amsterdam naar IJmuiden; voor de aanvaarding der concessie is uitstel verleend tot Januari 1888. De min. van Binnenl. Zaken heeft bepaald dat de verkiezing van een lid der Tweede Kamer, in het hoofdkiesdistrict Alkmaar, ter voor ziening in de vacature ontstaau door het overlijden van mr. J. G. de Bruyn Kops, zal plaats hebben op Dinsdag 25 Oct. a. s. en herstemming, zoo noodig, Dinsdag 8 Nov. d. a. v. Naar aanleiding van natura lisatie-voordrachten is in de afdee- lingen van de Tweede Kamer ge vraagd op welke wijze de Neder- landsche regeering zich de zekerheid zal verschaffen, cat een persoon niet na genaturaliseerd te zijn twee na tionaliteiten zal hebben, niettegen staande hij eene schriftelijke ver klaring heeft afgegeven, dat hij, na in Nederland te zijn genaturaliseerd afstand zal doen b. v. b. van zijne Zwitsersche nationaliteit. Voor de Woensdag 12 Oct. a. s. te houden 104e algemeene ver gadering van de vereeniging van en voor Nederlandsche industrieelen zijn de volgende punten van behandeling op de agenda gebrachtle periodiek overzicht vau den secretaris; 2e be spreking van onderwerpen daarin aangeroerd; 3de de reorganisatie van het Nederlandsch consulaatwe zen; 4e eene nieuwe inrichting ter algemeene vertegenwoordiging der belaugen van de Nederlandsche nijverheid; 5e de algemeene voor waarden van aanbesteding voor werken en leveringen ten behoeve van het rijk, de provinciën en de ge meenten; 'Èe deelneming aan buiten- landsche tentoonstellingen, Glasgow 1888, Parijs 1889 enz.7e de rechts toestand der particuliere onderne mingen voor telefoondiensten. Meu meldt uit Utrecht aan de //Avondpost7' Op 27 Mei 1888 hoopt dr. P. C. Don ders den zevontigjarigen leeftijd te berei ken om, met het eiiule van dat studiejaar, volgens de bepalingen der wet, tot het rustend hoogleeraarschap over te gaan. Een meer dan veertigjarig tijdperk zal dan ach ter hem liggen, waarin hij aan de Utrecht- sclie Universiteit is verbonden geweest; een tijdperk, waarop door hem met trots mag worden teruggezien. Wij, zijne landgenooten, mogen er op roemen in hem eeii van die mannen te bezitten, wier beteekenis op wetenschap pelijk gebied, het land van Huygens, Leeuwenhoek en Boerkave de liooge plaats doet behouden, die het, dank zij dezen grooteu voorgangers, reeds voor eeuwen heeft ingenomen. Zeldzame geestesgaven en onvermoeide werkzaamheid, zooals onze Donders ze vereenigt, dwingen eerbied af, overal waar de wetenschap beoefend wordt en de beschaving is doorgedrongen. Velerlei zijn de huldebewijzen door de wetenschap pelijke wereld, ook in het buitenland, hem gebracht; een deel van dien luister straalt op zijn geboortegrond terug. liet optreden van dezen genialen ge leerde, die daarbij als mensch zoo bemin nelijke eigenschappen bezit, is voor de lijdende menschheid tot rijken zegen ge weest. Het is toch niemand onbekend wat dc oogheelkunde in Nederland aan Don ders te danken heeft. Belangrijke schreden voorwaarts heeft zij afgelegd aan zijne hand, en diezelfde hand mocht, met vast heid en kunstvaardigheid, menigen oog lijder het gebruik van dat edelste zintuig teruggeven. Leeft alzoo Donders in de herinnering van Nederland, door meerderen nog wordt hij als zelfstandig voorganger en baanbre ker op het zooveel uitgestrekter gebied der pkysiologie, en als onovertroffen leer meester geëerd en bemind. Eene commissie heeft zich gevormd om eene stichting in het leven te roepen, waaraan de naam van //Donders7' tot in de verre toekomst verbonden zal blijven, eene hulde waaruit de dankbaarheid en de hoogschatting van land- en tijdgenooten ook tot de volgende eenwen zullen blijven spreken. De naamlooze vennootschap, Maatschappij «De Atlas», te Am sterdam is insolvent verklaard. Het zeer belangrijke jaarver slag der Vereeniging ter bevordering van de Nederlandsche Visscherij is thans verschenen. Voor belangstellenden enz. zijn exemplaren, tegen den kostenden prijs, bij den secretaris der Ver eeniging, den heer De Groot van Embden te Katwijk aan den Rijn, verkrijgbaar. Door de hoofdcommissie der Tentoonstelling van Voedingsmid delen ie Amsterdam was een buiten gewone prijs uitgeloofd van f500 en een diploma voor gouden, zil veren of bronzen medailles, voor eene populaire verhandeling over de drie volgende onderwerpen: lo. De voedingswaarde van de meest gebruikelijke voedingsmidde len in Nederland in verband met den gemiddelden koopprijs. 2o. Den invloed der bereidings wijzen van die voedingsmiddelen op de voedingswaarde. 3o. De eenvoudige kenmerken van deugdelijkheid der meest voorkomen de voedingsmiddelen. Zeer tot haar leedwezen heeft de hoofdcommissie bericht ontvangen van de commissie, door haar uifge- noodigd tot het onderzoek der inge komen antwoorden, dat aan geen dier geschriften de uitgeloofde prijs kon worden toegekend. Deze antwoorden zullen dus weder ter beschikking der inzenders worden gesteld. Een ingezetene van Oosterbeek is door aankoop eigenaar geworden van het antieke boekwinkeltje van Plantijn op het 17e eeuwscbe markt plein te Amsterdam. Het zal in den tuin van zijne buitenplaats prijken. Men schrijft ons uit Zaandam Sedert Zaandam verbonden is met het Noordzee-kanaal, en schepen van grootere afmeting met volle lading hier binnen vallen, deed zich bij de neringdoenden en de werklie den al meer en meer de behoefte gevoelen aan eenige kennis der Eugelsche taal, ten einde met de ekwipages der schepen gemakkelij ker te kunnen werken en handelen. Het departement der maatschappij «tot Nut van 't Algemeen» wil trach ten in die behoefte te voorzien en besloot in zijne vergadering van Woensdag jl., den 17en Oct. e. k., bij wijze van proef, een cursus te openen in de Eugelsche taal voor minver mogenden. Het onderwijs is opge dragen aan den heer van der Weij, en zal gegeven worden in één der lokalen van de school aan het Rus tenburg, dat daartoe kosteloos door den Gemeenteraad is afgestaan. De heeren de Both, Raasfeld en Co., eigenaren van een ijzergieterij te Doetichem, hadden de bepaling gemaakt dat 25% van het materieel door de werklieden zou worden be taald, ten einde hen te leeren zoo zuinig mogelijk te zijn. Het bedrag dier 25% zou in de kas van het ziekenfonds worden gestort. Deze maatregel werd echter verkeerd begrepen en een 40tal van de 200 werklieden zijn Zaterdagavond onver wachts vertrokken. Aanvankelijk vreesde men dat de werkstaking Maandag grooteren omvang zou krijgen doch dit gebeurde niet, daar de dwaling spoedig werd ingezien en zij die den arbeid hadden neer gelegd weder terugkwamen, beleefd verzoekende weder tot de werk plaatsen te worden toegelaten, waar tegen natuurlijk geen bezwaar bestond. Uit Scheveningen wordt ge meld tot aldaar, nabij het «Oranje Hótel,» het lijk is aangespoeld van eene jonge dame, gekleed als volgt: Bruin gestreepte japon, bruine stroo- hoed met witte zijden strik, leeren knooplaarzen. Bij het lijk werd ge vonden eene bruine en-tout-cas, twee zilveren gelijkvormige armbanden en eenen zakdoek, waarop eene groote B. geborduurd is. De drenkelinge moet herkend zijn als eene dame uit 's-Hage. Een achtjarig meisje te Dor drecht, dat Woeusdag een bood schap in een slagerswinkel had ge daan, werd bij het verlaten van den winkel door een kind van den zelfden leeftijd als zij, aangesproken en ge vraagd of zij haar portemonnaie eens mocht zien. Toen daaraan be reidwillig werd voldaan rukte de vraagster de ander het voorwerp uit de hand en liep er ijlings mede weg. De politie was de dievegge wel spoedig op het spoor, maar bij hare aanhouding bleek dat het grootste gedeelte van den inhoud der portemonnaie reeds versnoept was. Dinsdag bewoog zich langs de straten van Breda een dienaar van de Heilige Hermandad, die te veel van de «vergunning» had ge profiteerd. Een zijner confraters oordeelde het raadzaam den man naar het politiebureau te transpor teeren, welk transport gepaard ging met een toeloop van nieuwsgierigen. De meelhandelaar J. F., te Horst (Limburg) is sedert Zaterdag jl. verdwenen met al zijn voorhan den geld, zijne vrouw en zes kin deren hulpbehoevend achterlatende. Thans heeft de vrouw een brief uit Antwerpen ontvangeD, waarin F. meldt dat hij naar Amerika is ver trokken. Naar men uit Deventer meldt zal in het laatst dezer maand de officieele beproeving plaats hebben der spoorwegbrug. De voorberei dende werkzaamheden hiervoor zijn reeds aangevangen. Zekere C. uit Wijlre moest Woensdag, op last van een koop man uit Aken, eene koe naar Vaals brengen. Onderweg zette het dier het op een loopen. De man, die het koord waaraan hij het dier leidde, om zijn arm bad gedraaid, werd geruimen tijd voortgesleept en dientengevolge dusdanig ver wond, dat hij eenige uren later overleed. Een driejarig meisje, dat al spelende in de Zeedijksvaart te Wij- naldum geraakte, werd door haren vader levenloos opgehaald. Dezer dagen stond eene vrouw uit eene kermiskraam te Weesp even te praten, zeide een weinig pijn te gevoelen, viel neder en was terstond een lijk. Te Rauwert (Fr.) rolden dezer dagen twee jongens een vat met petroleum. Het vat kwam aan den waterkant op een paal terecht en brak; spoedig was nu de opper vlakte van het water geheel bedekt met petroleum. Om dit te verwijderen, besloot men die stof in brand te steken, Het gevolg was dat de vlammen tot zeven meter hoog opsloegen en de houten beschoeiing van het water niet weinig schade leed. Natuurlijk bracht dit vuurwerk de geheele bevolking van het kleine dorpje op de been. Op 1 Oct. waren in de straf gevangenis te Leeuwarden aanwe zig 260 gevangenen, zijnde ruim 100 minder dan drie jaren geleden. Vooral sedert de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafr. neemt het getal gevangenen voortdurend af. WETGEVENDE MACHT. Tot rapporteurs over de marine- begrootiug over 1888 zijn door de afdeelingen der Tweede Kamer be noemd de heeren Schepel, Kielstra, Viruly, Lieftinck en A. Sihimmel- pennink van Nijenbeek. PERS-NIEUWS. Mr. J. A. Levy geeft in //De Verzeke ringsbode77 op de vraag: aHoe moet de stelling der Begeering tegenover de levens verzekering-maatschappijen zijn?77 dit ant woord//Voor die maatschappijen behoort de Regeering in te voeren een wettelijk geregeld, onverbiddelijk gestreng, onaf gebroken preventief en repressief staats toezicht. Mijne overtuiging op dit punt is, sedert het onderwerp in de Nederlandsche Juristen vereeniging werd ter sprake ge bracht, onverzwakt en mijn standpunt ongewijzigd77. In eene korte beschouwing zet hij nader de gronden voor die meening uiteeu, voor het overige verwijzende naar de Handelin gen der Juristenvereeniging 1884. De heer Levy zegt: //Zoolang de Staat niet stap voor stap de levensverzekering nagaat; sterfteta- felen, balansen, wijze van belegging, re serve-rekening, premiestelsel aan scherp toezicht door bij uitstek deskundige, on afhankelijke ambtenaren niet onderwerpt; zoolang kan de beoefenaar der maat schappelijke wetenschap hare ontwikkeling niet met gerustheid gadeslaan. Voorzeker en gelukkigook thans bestaan er be- stuurderen van maatschappijen, die bevroe den welke ontzettenue verantwoordelijk heid op hunne schouderen rust en daar naar hun gedragslijn inrichten. Zij echter zullen de eersten zijn om te beamen dat het waarlijk niet ontbrekend kaf uit het koren moet worden gewied. De eersten, omdat zij niets te verliezen, alles te winnen hebben, ook bij eene Staatszorg, die den stempel van deugdelijkheid aan hunne eer lijkheid toevoegt. Wie echter stelt de on- gelukkigen, door even handige als gewe ten looze avonturiers misleid, bij ontstente nis van Staatstoezicht schadeloos KERKNIEUWS. Nederd. Herv. Gemeente. Het Cl. Bestuur van Amsterdam heeft in zijne jongste vergadering C. Zuider vaart, diaken bij de Iierv. gemeente te Ouderkerk aan den Amstcl, wegens zijn optreden in gelijke betrekking bij de do- leerende kerk, voorloopig geschorst, en zijne zaak overgedragen aan het Prov. Kerkbestuur van Noord-Holland. In de vier en dertigste algemeene ver gadering der Nederlandsche Gustaaf-Adolf- vereeniging, Donderdag te Tiel gehouden, werd na de plechtige opening der samen komst door den voorzitter der Tielsehe afdeeliug, dr. Van der Ven, door den heer dr. J. Offerhaus, hoogleeraar te Leiden, eene toespraak gehouden, waarin hij over het doel der vereeniging en den aard barer werkzaamheden sprak en daaraan eene opwekking vastknoopte tot medewer king en steun. Daarna voerde de heer B. J. Swaan, pred. te Gouda, het woord. Hij bracht den geloofsstrijd ter sprake, die de 77 Gustaaf-Adolf-vereeniging77 heeft te voe ren, de volharding die zij daarbij behoeft, den zegen dien zij op haren arbeid mag wachten. Eindelijk trad nog de heer M. J. Mees, pred. te Haarlem, op, die Loyola en Gustaaf Adolf tegenover elkander plaatste, als krachtige openbaringen van twee lijn recht tegenovergestelde godsdienstige rich tingen, de eerste voor zijn kerk, de an dere moedig kampioen voor de rechten van het geweten. Hij stelde de licht- en schaduwzijden van de Protestantsche vrij heid in het licht, en besloot met eene opwekking om het, in weerwil van alle gevaren en bezwaren, met de vrijheid te wagen, omdat zij alleen tot waarheid en echte vroomheid leidt. Een zangkoor, uit 60 dames bestaande, luisterde de plechtigheid op met de uitvoering van eenige liederen, waardoor de stichting niet weinig verhoogd werd. Onder deze ver dient eene onberispelijke voordracht van het bekende Duet voor sopraanstemmen uit Mendelssohn's 9 oen Psalm afzouderlijk vermelding. Roomsch-Katholieke Kerk. De kapelaan Moormans, missionaris van N.-Amerika, onlangs wegens ziekte in het vaderland teruggekeerd, is Woensdagnacht in het gesticht van Johannes De Deo te 's Hage overleden. IJ LITE N L A N D. België. De keizer en de keizerin van Braziiië, reizende onder den naam van graaf en gravin d'Alcan- tara, vertoeven met hun kleinzoon, dom Pedro, sedert Woensdag te Brussel. Koning Leopold, die te Baden-Badeu den geboortedag der keizerin van Duiischland is gaan vieren en vervolgens te Mainz de nieuwe haven-inrichtingen heeft be zichtigd, ontmoette te Keulen het keizerlijk echtpaar en is gezamen lijk met hen naar Brussel gereisd. De kontDgin der Belgen ontving haren gemaal en zijne gasten aan het station. Vrijdag wordt de aartshertogin Stéphanie, dochter van Leopold II, te Brussel verwacht. Engeland. Door den gemeenteraad van Dublin was Woensdag besloten, dat de Lord-Mayor Sullivan zichDon- derdag naar het gerechtshof zou begeven in burgerkleeding, verge zeld door de schepenen en gemeen telijke ambtenaren in groot kostuum. De Lord-Mayor bad zich te ver- autwoorden, omdat hij, in strijd met het verbod der overheid, te Lucca- Currau in vereeniging met O'Brien een meeting hield waarin laatstge noemde de pachters tot verzet aan spoorde. Sullivauis inderdaad voor deu poli tierechter verschenen op de wijze als door den gemeenteraad van Dublin was bepaald. Hij was begeleid door de raads leden met den zwaarddrager en den pedel, allen bekleed met de teekenen van hun ambt. De politie verzette zich tegen de pogingen van den zwaarddrager en den pedel, om naast den mayor plaats te nemen en dwong hen, na een langen strijd, het par ket te verlaten en naar de openbare tribune te gaan. Deze levendige scène werd door het publiek met rumoer toegejuicht. Obrien was niet verschenen. In het proces heeft de magi straat eene niet-ontvankelijkheid uit gesproken wegens een technisch be zwaar, door den advocaat der ver dediging opgeworpen. De mayor verliet de gerechtszaal onder luide toejuichingen der menigte. De be jaard uit, den haciendero de hand reikend. Welnu, ik houd uw woord en ik belast mij met het overige. Maar deze jonge man kan helpers vinden; ons voorgaan naar «de Goudvallei;» wij moeten dus dadelijk naar Tubac ver trekken om hem te voorkomenziedaar de reden waarom ik u zoo plotseling verlaat. Wat er ook moge gebeuren, Rosarita zal de vrouw van den senator worden. Vaarwel dus, en dat gij spoedig terug moogt komen! Zooals men ziet, had de Spanjaard aan den ridderlijken don Augustin zijne plannen opzichtens Tiburcio zorgvul diger verborgen dan aan den senator, en voortaan zeker van het plechtige woord van den haciendero, nam hij af scheid van dezen, zonder evenwel de belofte van een ruim crediet te vergeten, dat hij den senator verschafte. Pena wilde ops'aan om hem tot aan de poort der hacienda te vergezellen, maar de Spanjaard stemde er niet in toe. Alles was voor het vertrek gereed, toen don Estevanop den binnenhof kwam. Cuchillo, Baraja, Oroche en Diaz waren in den zadel, de laatste op een prachtig en vurig zwart paard dat de haciendero, aan zijne belofte getrouw, in den loop van den avond aan den avonturier had gezonden. De muildieren waren gezadeld en beladen; twee bedien den, waarvan de eene Benito was, waren nog niet opge stegen, daar zij op don Estevan wachtten. Thans was er geene wisselplaats voor de cavalcade, zooals in het dorp Huerfano geweest was. Ondanks zijn schijnbaar ongeduld, wist de Spanjaard wel, dat hij altijd vóór Tiburcio te Tnbac zou aankomen. XVIe HOOFDSTUK. Baraja telt een helper te veel. Met uitzondering der bedienden, wisten alle rondom den Spanjaard verzamelde ruiters waaraan dit overhaast vertrek was toe te schrijven. Twee hunner hadden echter van de voorwerpen die hen omringden en van het doel dat zij zich voorstelden, geen zuivere voorstelling. Het waren Oroche en Baraja. Nog bedwelmd door de dampen van den mescal, waar van zij overvloedig gedronken haddeD, spanden zij boven- menscbelijke pogingen in om recht in den zadel te blijven. Zit ik wel recht? zeide Oroche met zachte en on geruste stem tot Baraja. Recht als een bamboesstengel, en behalve dat ik reden heb om mij te verwonderen dat er in de wereld twee man nen zijn die bezitter zijn van een dergelijken mantel als de uwe.... want, lieve GodI gij zit met uw tweeën te paard! Gelooft gij dat? vroeg de gambusino met de lange haren en den mantel in de lederen riemen gerold, ernstig verontrust door den dubbelen last van zijn paard. Of ik het geloof! ik durf het u te bezweren. Welnu, zitten wij beiden vast in den zadel? Als twee rotsen, antwoordde Baraja om zijn vriend te vleien. Dank hunne pogingen, zag don Estevan, toen hij zijne blikken liet gaan over den stoet die gereed stond om zich op weg te begeveD, niets onbetamelijks in de houding der twee schelmen. Cuchillo alleen wierp zijdelings een bekom merden blik op hen. Hunne flinke houding stelde hem echter weer gerust. Toen don Estevan den voet in den stijgbeugel zette, bracht Cuchillo ziin paard naast het zijne en met een blik van verstandhouding op Oroche en Baraja wijzend, zeide hij Indien Uwe Hoogheid mij in mijne hoedanigheid van gids de volgorde van den tocht wil laten regelen, ben ik bereid aanstonds in functie te treden Goed, antwoordde de Spanjaard, terwijl hij zich op zijue beurt in den zadel zette. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2