Bennebroek Aalsmeer Uithoorn,
Leimuiden, Lisse, Hillegom en Alke
made.
Onder toezicht van den len lui
tenant ter zee Wentholt, benoemd
kommandant der aan het einde van
zijkanaal F te Haarlemmermeer te
houden schietoefeningen met visch-
torpedo's, zijn de materialen en lucht
pompen ten dienste der oefeningen,
afkomstig van Hellevoetsluis, per
marine-vaartuig De Zwaluwter
plaatse aangevoerd.
De aanvaog der oefeningen is nog
niet bepaald.
LETTEREN EN KUNST.
Het eerste nomraer is verschenen ran
een nieuw weekschrift, //De Ooieraar
onder redactie van Bram van Dam. De
heer A. J. Servaas van Booyen schreef een
woord tot toelichting ran den titel. Het
weekschrift zal gewijd zijn aan realistische
letterkunde en critiek.
Dr. Jan Ten Brink heeft hij den
heer Sijtlioff te Leiden weer een deeltje
//Literarische Schetsen en Critieken"
uitgegeven, waarin tal van literarische
onderwerpen, zoowel buitenlandsche als
binnenlandsche, worden behandeld.
Mevr. Albregt-Engelmann viert half
Jan. haar 40-jarige jubilé.
Het beroemde Keulsche strijkkwartet
van Heckmann zal zich den 611 Januari
te Leiden doen hooren.
Coquelin, die te Bucharest met suc
ces optrad, is thans te Constantinopel,
gaat dan voor een dag of 10 naar Cairo
en van daar naar Weenen.
Inhoud van de Portefeuille No.
37 L. Alma Tadema (slot). Met platen.
Onechte schilderijen. Kunstlitera
tuur. Lithographie. G er brand,
Excelsior. V. O. N., Muzikale Kro
niek. J. G-. H. Ma nn, Muzikale Nova
van Nederlanders. E. M. Lurasco,
Een klacht en een vraag. Jongens
leven, d. Edm. de Amicis. A. Winkler
Prins. De blijde Boodschap, d. S. W.
E. Boortla van Eijsiuga. Jonkheer
Beemsen, d. Nessuno. Mr. C. Bake,
Tijdschrift voor Strafrecht, Een Volksbe
lang, Drankbelasting en Drankbestrijding.
Handboek tot de practische kennis
der voornaamste boomen, heesters en coni
feren, door C. de Vos. Balbi, Pa-
rijsche kroniek. f Gustav Theodor
Eecliner. A. J. J. E., Nivalis, a Tra
gedy by J. H. W. Schwartz. Hettoo-
neei in de hoofdstad (een ministerieele
crisis).
Inhoud van de Verzekerings
bode:
Onnoodige afsluiting van gasmeters in
geval van brand. Het «ieuwe verzeke
ringsplan. Zal men door schade en
schande nooit wijs worden? Beclit-
spraak (Binnenlandsche.) Berichten.
Literatuur. Ingezonden. Corres
pondentie.
LEGEK EM VLOOI.
Bij kon. besluit worden lo. de luit.-
kol., intendant van het korps mariniers
C. Deyll, op zijn daartoe gedaan verzoek,
ter zake van langdurigen dienst en meer
dan vijftigjarigen ouderdom, op pensioen
gesteld, onder dankbetuiging voor zijne
langdurige en goede diensten, en toeken
ning van een jaarlijksch pensioen van
f1800; 2o. bevorderd tot luit.-kol. inten
dant van het korps mariniers, de kapt.-
kwartiermeester van dat korps D. A.
C. Ebell.
Vrijwillige oefeoing ia den wapenhandel.
Te Bergen«op-Zoom hebben zich een
18-tal jongelieden, leerlingen van normaal-
en hoogere burgerschool, aangemeld om,
ten gevolge der bekende beschikking van
den minister van Oorlog, in den wapen
handel te worden geoefend.
Bij kon. besluit is bevorderd tot
insp. van den geneesk. dienst der zee
macht, de dir. off. van gez. Ie kl. dr. E.
J. van Leent; tot dir. off. van gez. Ie
kl, bij de zeemacht, de dir. off. van gez.
2e kl. B. H. Thomson; en tot dir. off.
van gez. 2e kl. bij de zeemacht, de off.
van gez. Ie kl. L. P. Gijsberti Hodenpijl.
Bij kon. besluit is de insp. van den
geneesk. dienst der zeemacht J. D. Sachse,
op zijn verzoek, ter zake van langdurige
dienst en meer dan vijftigjarigen ouder
dom, op pensioen gesteld, onder toeken
ning: a. van een jaarlijksch pensioen van
f2700; B. van eene verhooging van dat
pensioen ten bedrage van f1125 's jaars
voor werkelijk verblijf in militairen dienst
in 's rijks overzeesche bezittingen en kolo
niën en tusscken de keerkringen.
Bij kon. besluit is:
lo. bij het wapen der infanterie be
noemd tot kolonel en commandant van
het 6e reg. luit.-kol. jhr. E. E. van Muh-
len, van het le reg.;
2o. op non-activiteit gesteld kolonel A.
Pompe, commandant van het 6e regi
ment infanterie.
Dezer dagen heeft de minister van Oor
log in den ministerraad een paar exem
plaren van tot reperteerwapen iugerichte
Beaumontgeweren vertoond, en de werking
er van verklaard. Deze geweren zijn nu
op het bureau artillerie aan het ministerie
van Oorlog ter bezichtiging gesteld voor
de ledeu der Staten-Generaal.
De 2e luit. H. J. A. E. Steup van het
4e bat. 4e reg. inf. te Leiden, overge
plaatst bij het 3e reg. inf., is ingedeeld
bij het 3e bat. te Bergen-op-Zoom.
ONDERWIJS.
Door den minister van Koloniën zijn
de hoofdonderwijzeressen, mejuffrouwen
M. S. van der Willigen en A. A. Wil-
mes, gesteld ter beschikking van den
goeverueur-gencraal van N.-I. om te wor
den benoemd tot hulponderwijzeres bij het
openbaar lager onderwijs voor Europea
nen en met deze gelijkgestelden daar te
lande.
Maandag werd bevorderd tot doctor
in de wis- en natuurkunde aan de rijks
universiteit te Leiden de heer P. Molen
broek (geb. te Botterdam), met een acade
misch proefs., get.//Bijdrage tot de theo
rie der vloeistofstralen".
Te Kampen werden Zaterdag en Maan
dag geëxamineerd 3 vrouwel. en 3 mannel.
candidaten als apoth.-bedienden. Afgewezen
4. Toegelaten mej. J. B. A. ten Bruggen-
cate, van Groningen en de heer D. J.
Beese van Amsterdam.
BI N N li N L A N 1).
Bij kon. besluit is de benoeming van
den burgemeester van Duiven, L. J. A.
Libourel, tot secretaris dier gemeente goed
gekeurd.
Bij kon. besluit zijn benoemdtot
burgemeester der gemeente Pannerden M.
de Bas; tot burgemeester der gemeente
Havelte, Christoffel van der Wal, met ge
lijktijdige toekenning van eervol ontslag
als burgemeester van de gemeente Norg.
Bij kon. besluit is benoemd tot
directeur van het post- en telegraafkan
toor te Yiahen W. Burkels, thans telegra
fist 2e kl. bij de rijkstelegraaf.
Bij beschikking van den minister
van Einanciën zijn met ingang van 1 Ja
nuari a. s. benoemd tot deurwaarders der
directe belastingen te Bodegraven G. van
Oosten, thans boekhouder ten kantore
Breda te Strijeu; C. G. van Genderen,
thans deurwaarder te Uithuizen, te Dor
drecht (b. g.); D. B. W. van Diggelen,
thans klerk in de controle Dordrecht.
Voorts is bevorderd tot kommies der
2e kl. bij 's Bijks belastingeu A. van
Deel, thans kommies der 3e klasse te
Botterdam.
De gewone audiëntie van den minis
ter van Einanciën den 15en dezer, en die
van den minister van Marine op Vrijdag
16 dezer zullen niet plaats hebben.
Bovenstaande berichten zijn uit de St.-Ct.)
Men verzekert, dat de minis
ter van Justitie, mr. W. M. baron
Du Tour van Bsllinchave, het voor
nemen zou hebben, binnen een niet
te lang tijdsverloop, althans kort
vóór of né de opening der nieuwe
Kamers, ontslag uit zijne betrekking
aan te vragen.
De geruchten, welke daaromtrent
reeds liepen, schijnen ook bevesti
ging te vinden in uitlatingen van
den heer Du Tour zeiven bij den
behandeling der Justitie-begrooting
in de Tweede Kamer, toen hij wees
op het bijna teneinde loopen van
zijne ministersloopbaan en ook zeide,
dat het hem hoogstwaarschijnlijk
niet meer gegeven zal zijn, zijne
denkbeelden met betrekking tot
eenige onderwerpen nader te ont
wikkelen en in wetsontwerpen te
belichamen
De minister van Marine heeft
zijne begrooting nog verhoogd met
f 66,000, voornamelijk om nog twee
loodsschoeners te doen aanbouwen,
ter vervanging van den Texelschen
kotter, die op 4 September in het
Kanaal verging, en van de Goeree
no. 3, die den 26n November op den
Banjaard strandde.
Naar men verneemt, wordt
thaDS aan het ministerie van Finan
ciën de laatste hand gelegd aan
een voorstel tot herziening der be
staande pensioen wetgeving, in ver
band met de voorziening in het lot
der weduwen en weezen van de
burgerlijke ambtenaren.
De Haagsche correspondent
der Zutph. Ct. weet uit goede bron,
dat den heer Heemskerk een adel
lijke titel is aangeboden, maar dat
hij daarvoor beleefdelijk heeft be
dankt.
Men meldt uit Tilburg aan
het Ugbl. v. Z.-H. dat van een be
danken van den heer F. H. H.
Borret voor de candidatuur voor de
Tweede Kamer aldaar nog niets be
kend is.
Aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal is een adres gericht door jhr.
H. P. Tindal, oud-officier der artillerie
te Amsterdam.
Adressant verklaart met leedwezen ge
zien te hebben, dat bij Hoofdstuk VIII
van de Staatsbegrooting gelden worden
aangevraagdom veranderingen te bren
gen in verschillende formation; tot het
bouwen van twee kazernes, ééue te Amers
foort en ééne te Utrecht; tot het bouwen
van bergloodsen bij de batterijen onder
Brakel en Pouderoyen; en tot het aan
schaffen van kampements-effecten, omdat
ook z. i. de begrooting geheel het karak
ter van eene kredietwet had moeten dragen.
O. a. zegt de heer Tindal, dat het be
vreemding moet wekken dat men weder
tonnen gouds wil gaan besteden om eene
kazerne te bouwen te Utrecht, terwijl om
en bij Utrecht tal van uitmuntende ka
zernes leeg staan. Sedert jaren is er zeer
veel aan de kazernes van de meeste forten
verbeterd, en de mogelijkheid is volstrekt
niet uitgesloten, dat een opvolgend mi
nister het rationeel oordeelt de troepen
in tijd van vrede daar te legeren en te
oefenen, waar men ze in tijd van oorlog
moet gebruiken.
Adressant verzoekt, dat de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal de gelden aange
vraagd wordende: tot het aanstellen van
één hoofdofficier meer bij de intendance;
tot het uitbreiden van het personeel der
artillerie-inrichtingen te Delft; tot het op
dragen der functie van bataljons-adjudant
aan kapiteins; tot het oprichten eeuer
vierde vesting-compagnie bij liet korps
genietroepen; tot het bouwen van twee
kazernes, eene te Amersfoort en eene te
Utrecht; tot het uitbreiden vau het aantal
conducteurs bij de artillerietot het bou
wen van bergloodsen bij de batterijen onder
Brakel en Pouderoyen en tot het aan
schaffen van kampements-effecten, niet toe
sta, als wordende daardoor buiten nood
zaakt geanticipeerd op eeneu toestand, die
ouder de nieuwe grondwet reorganisatie
van meet af behoeft en verkrijgen zal.
Het hoofdbestuur der Maat
schappij van geneeskunde beeft zich
tot de regeeriug gewend met twee
verzoekschriften lo. verzoekende
maatregelen te nemen, opdat niet
langer in kleine gemeenten de ge
neeskundigen, belast met de armen
praktijk, op grond daarvan uitge-'
sloten worden van het lidmaatschap
der gemeenteraden2o. wijzende op
de leemte in de wet, dat personen
aan wie zelfs de meest elementaire
kennis ontbreekt, tot het theoretisch
tandmeester-examen worden toege
laten.
Van de bekende automatische
toestellen, waaruit het inwerpen van
een dubbeltje een pakje chocolade
te voorschijn doet komen, heeft eeu
ingezeten van Winterswijk de don
kere schaduwzijde ontdekt. Daar
door wordt de snoeplust der kinde
ren bevorderd; dit maakt hen ook
tot dieven, soms tot valsche mun
ters zij slaan een hal ven cent plat
om dien als dubbeltje voor het doel
te doen dienen. Voorts wordt er
geen patent voor dezen handel ge-
eischt en worden de belangen der
buffethouders in de stations bena
deeld. De buffethouders uu betalen
hoogen pacht en de Regeering tracht
op allerlei wijzen de kinderen tegen
overmatigen arbeid en dronkenschap
te beschermen. Het is dus incon
sequent deze toestellen te veroor
loven, welke de schrijver tevens
strijdig acht met de waardigheid
der spoorwegmaatschappijen.
Wij hadden er nooit over gedacht,
dat er ook zoovele ongerechtigheden
verscholen waren in deze toch al
geheimzinnige toestellen. Men moet,
zou men bijna zeggen, stations-buf
fethouder zijn om er alles in te zien,
wat deze 'jinzender in de Post er
in ontdekt heeft, zegt de Arnh. Ct.
Aan den heer J. L. Cluyse-
naer, secretaris der Maatschappij tot
Expl. van Staatsspoorw., is in de
Zaterdag jl. te Utrecht gehouden
vergadering van den Raad van com
missarissen dier Maatschappij, met
ingang van 1 Januari a. s. eervol
ontslag verleend.
Op het voorbeeld vau de Maat
schappij tot Expl. van Staatsspoor
wegen wordt thans dbor de Holi.
IJzeren Spoorwegmaatschappij eene
proef genomen met het planten van
vruchtboomen langs de bermen der
wegen. Voorloopig zullen op het
gedeelte der lijn tusschen Amster
dam en Sloterdijk en vijfhonderd
tal pyramide pere- en appelboomen
worden gezet.
Het werk is opgedragen aan den
boomkweeker Jac. P. R. Galesloot,
op wiens advies uitsluitend pyra-
miden worden genomen, daar hoog
en halfstamboomen in ons vlakke
land te veel wind vangen. Er kun
nen er daarenboven meer van uien
vorm op dezelfde uitgestrektheid
gronds geplant worden; terwijl de
fijnere vruchten ook grootere han
delswaarde vertegenwoordigen. Zij
dragen reeds een jaar na de plan
ting, en de vruchten nemen telken
jare toe in gewicht. De vruchten
vau hoog- en halfstammen nemen
wel toe in getal, doch worden daar
entegen kleiner.
Wel eischen de pyramiden hij
voortduring oordeelkundige behan
deling, doch de opbrengst belooft
dan ook des te meer, vooral daar
zoowel in ons land als in Engeland
en Amerika altijd veel vraag is naar
goede tafelsoorten.
Het bestuur van de Afd. Am
sterdam van het Alg. Ned. Werk
liedenverbond verspreidde aldaar een
schrijven, waarin het, daartoe ge
machtigd door de verschillende aan
gesloten vakvereenigingen, een drin
gend beroep doet:
«lo. op alle werkgevers: zoowel
gemeentebestuur als particuliere cor
poration, heeren architecten, bouw
ondernemers, enz. enz., om voortaan
bij de uit te voeren werken zulke
bepalingen vast te stellen, dat het te
maken werk, voor zoover zulks
eenigszins doenlijk is, op de te be
bouwen terreinen wordt vervaardigd
en tevens den voor verschillende
vakken nog bestaanden loonstan-
daard te handhaven;
«2o. op alle welgestelde ingezete
nen, om aan hun perceelen datgene
te laten verrichten wat nuttig en
noodig blijkt te zijn en tevens hun
huishoudelijke artikelen te laten re-
pareeren of vernieuwen.
Voorts wenscht het bestuur alle
welgezinden te verzoeken, bij aan
koop van meubelen, schoorsteen
mantels, enz. enz., zich te bedienen
van Nederlandsch fabrikaat, daar
het meermalen bewezen is, dat het
werk, hier te lande vervaardigd,
tegen het buitenlandaehe in alle op
zichten kan wedijveren.
«Dit beroep doet het bestuur in
naam van duizenden werklieden, die
óf zeiven werkeloos ót van nabij be
kend zijn met de hoogst treurige
omstandigheden (armoede enz.),
waarin zoovele overigens ordelijke
gezinnen door werkeloosheid worden
gebracht en waarvan de gevolgen
zich nog tal van jaren doen gelden.
Eu wie kan het ontkennen, dat de
werkeloosheid een schrikbarenden
omvang heeft verkregen?»
«Wij vragen geen giften, want
die vernederen den nij veren werk
man, maar wel werk voor ons en
onze medewerklieden.» Aldus eindigt
het schrijven.
Zaterdagavond werd te Am
sterdam door de aldaar gevestigde
afdeeling der Nederlandsche Han-
delsreizigersvereeniging hare gewo
ne jaarlijksche vergadering gehou
den.
De heer S. H. Philippona, die, als
voorzitter van het hoofdbestuur, de
vergadering voorzat, constateerde
met genoegen de trouwe opkomBt
der leden, als een bewijs van onver
flauwde belangstelling in de goede
zaak.
Uit het verslag van dea secre
taris bleek, dat de toestand der Ver-
eeniging bevredigend mag genoemd
worden. Zij verloor in het afgeloo-
pen jaar slechts 1 lid door den dood,
aan wiens erven het maximum-be
drag van f 500 werd uitgekeerd,
terwijl aan diversen, wegens onge
lukken op reis en verlies van be
trekking zonder eigen schuld f 540,
dus te zamen f 1040 betaald werd.
Er kon echter nog een saldo van
ruim f 2000 bij het kapitaal gevoegd
worden, dat daardoor op ongeveer
f23,000 gebracht werd.
Tegen 5 leden en 11 donateurs,
die in den loop van het jaar om
verschillende redenen afvielen, kwa
men er even veel nieuwe, zoodat het
nieuwe vereenigingsjaar weder met
141 gewone leden en 111 donateurs
aanvangt.
Eeu legaat van f1000 werd der
Vereeniging door eenen vriend, wij
len den heer J. Philips, toegedacht.
Na met genoegen da aandacht
op den bestendigen vooruitgang der
Vereeniging gevestigd te hebben,
sloot de voorzitter de vergadering
met een woord van dank aan allen,
die tot den bloei der Vereeniging
medewerkten en met een aanspo
ring aan de leden, om alle han
delsreizigers op te wekken tot de
Vereeniging toe te treden.
Avond aan avond wordt het
nieuw opgerichte circus Carré te
ruimen, waartegen uw goed recht zonder twijfel zou ver
pletterd worden. Pepe zal mij niet logenstraffen, wanneer
ik u zal zeggen dat wij ons leven willen blootstellen om
u in het bezit van de goederen uwer voorouders en van
den luisterrijken naam, dien gij zoo waardig zijt te dragen,
te herstellen.
Ja, hernam de karabinier, ik heb het u ge
zegd, het eerste tijdperk mijns levens is niet zoodanig ge
weest, als ik het zou gewild hebben, het is wel een weinig
de schuld van het Spaansche goevernement, dat mij bijna
in het geheel niet betaalde; een ondragelijke last drukt
niettemin mijn hart. Dikwijls heb ik met droefheid het
verleden mij voor den geest teruggebracht, maar God ver
geeft altijd aan den boetvaardigen zondaar, omdat, indien
de eene zijner handen de zwaarte der misdaad weegt, de
andere er de verzoening voor aanbiedt. De dag der verzoe
ning is aangebroken, de vergeving is nabij en ik bewijs u
enkel recht door mijn leven te wagen, door hetgeen ik er
toe bijgedragen heb om u hetzelve te ontnemen.
Laat ons toch voortgaan, sprak de Canadees,
God heeft ons allen een weg afgebakend. Indien gij blijft,
Fabiaan, zullen wij zonder u gaan.
Bij deze woorden stond de Canadees op, wierp zijne ka
rabijn over den schouder en met een gebaar vau gezag
beduidde hij zijnen makkers hem te volgen. Fabiaan werd
genoodzaakt aan het onherroepelijk besluit zijner vrienden
te gehoorzamen. Vastberaden togen alle drie voorwaarts
naar de Nevel-Bergen en verdwenen weldra achter de ver
hevenheden van het terrein.
Op het oogenblik waarop de Canadeesche jager en zijne
beide makkers de plaats verlieten waar zij halt hadden ge
houden, had de schemering nog geen plaats gemaakt voor
den dag. Een nieuw acteur richtte zich op zijne beurt naar
het theater der tooneelen, die den dag zou beschijnen.
Evenals de geest des kwaads, evenals de vorst der duis
ternis, ging deze alleen. In het onstuimige van zijn loop,
deed zijn paard het zand en de kiezelsteentjes ouder zijne
hoeven wegvliegen. De ruiter, wiens onheilspellend gelaat
d»or hebzuchtige hartstochten bezield werd en in wieu men
Cuchillo herkend heeft, scheen somtijds echter ten prooi
aan hevige onrust.
Inderdaad, zijne vlucht uit het kamp kon, zelfs in het
rumoer der worsteling, niet ontsnapt zijn aan het oog van
den een of ander van hen die hij in een oogenblik van ge
vaar verliet; Indiaansche zwervers konden zijne vlucht even
eens bespeurd hebben, en dat was de reden vau zijn vrees.
Cuchillo was intusschen de man niet om een roekeloozen
slag te wagen, zonder er de gunstige kansen van berekend
te hebben. Hij had gedaan evenals de j'ager, die, als hij de
jongen van een leeuw wil overvallen, dezen eene prooi toe
werpt om hem te verschalken en van zijn hol te verwijde
ren. Zijne makkers waren de prooi, dien hij de meesters der
woestijnen had toegeworpen.
Zooals reeds gezegd is, hadden zijne voorafgaande toch
ten geen ander doel gehad dan een gedeelte der Indianen,
waarvan hij de sporen herkend had, naar het kamp van
don Estevan te lokken. Hij speelde wel is waar een ge
vaarlijk spel en men heeft gezien hoe hij zelf slechts met
moeite het legerkamp had kunnen hereiken, bijna op den
voet gevolgd door de hem najagende Apachen.
Hij had gedacht dat de worsteling een gedeelte van den
nacht zou voortduren, en dat de gelukzoekers, overwin
naars of overwonnenen, gedurende den volgenden dag zich
niet van hunne verschausingen zouden durven verwijderen,
wier bescherming hen voor dat oogenblik na den strijd
onontbeerlijk zoude zijn; dat hij vau dan af eenige uren
op hen voor zou hebben gedurende welke hij zich zou kunnen
meester maken van een gedeelte der schatten van de «Goud
vallei» en terugkomen om zijn buit onder de bescherming
zijner makkers te stellen; dat hij eindelijk op het oogen
blik waarop de expeditie zich van de goudmijn zou mees
ter maken, hij er nog zijn aandeel als soldaat en als gids
van zoude krijgen.
(Wordt vervolgd