NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De Goudvallei.
5e Jaargang.
Woensdag 21 December 1887.
No. 1370.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maanden1.20.
Franco door bet gebeele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etrangère G. L. BAJJBE Co., JOH. F. JONES, Stier., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 20 December.
De Kamer van Koophandel en
Fabrieken alhier beeft zich dezer
dagen tot de Tweede Kamer der
Staten-Generaal geadresseerd, ten
einde hare instemming te betuigen
met het door de Kamer te Rotter
dam aan die vergadering gedaan
verzoek om de nieuwe concessie aan
de Nederlandsche Rijnspoorweg-
Maatschappij niet te bekrachtigen,
dan nadat de gewenschte regeling
omtrent de verbooging der Gouwe-
brug zal zijn tot stand gekomen.
Voorts heeft de Kamer zich onbe
voegd verklaard, uit hoofde van
locale omstandigheden, advies uit
te brengen omtrent een door den
minister van Buitenlandsche Zaken
haar toegezonden rapport omtrent
eene reorganisatie van het Neder
landsche consulaatwezen.
67e Algemeene Vergadering van de rereeniging
voor Bloembollen-cultuur.
Vervolg)
In het vervolg van de vergadering werd
ten eerste behandeld punt 8, voorstel van
de afd. Hillegom, om in het vervolg de
op de algemeene vergadering te behande
len onderwerpen op de eene algemeene
vergadering te behandelen en daarover in
«ene volgende vergadering te beslissen,
opdat de afdeelingen daarover vooraf kun
nen beraadslagen (spoedvereischeude voor
stellen uitgezonderd).
Het amendement hierop luidtover
spoedvereischeude voorstellen brengen de
afgevaardigden aan hunne afdeelingen ver
slag uit, welke laatste gehouden zullen zijn
binnen 14 dagen per brief aan het hoofd
bestuur te berichten of zij vóór of
tegen zijn.
De voorzitter wijst er op, dat dit mo
gelijk zou zijn als bet in de statuten stond.
Maar nu is het niet geoorloofd. Wanneer
het werkelijk wenschelijk blijkt zullen wij
de statuten aldus veranderen, zoodra dit
weder moet geschieden (in Dec. 1889).
Dit over het amendement: ten opzichte
van het voorstel wijst de voorzitter er
op, dat dit reeds geschiedt en dat het
bestuur er zich zooveel mogelijk naar ge
dragen zal.
Het voorstel van de afd. Hillegom wordt
in rondvraag gebracht en met 28 tegen
14 stemmen aangenomen.
Alsnu komt aan de orde punt 9. Voor
stel van de commissie, aangewezen tot het
aangeven van de middelen om den ver
koop van en den handel in afgesneden bloe
men tegen te gaan, tot goedkeuring van
het door haar ontworpen reglement van
orde, ter verzekering van de goede uit
voering der door de algemeene vergade
ring te dier zake genomen besluiten.
Het verloop vandeze zaak, zegt de voor
zitter, is in de notulen te lezen. Aan de
afdeelingen zijn lijsten toegezonden ter
teekening, waarvan het resultaat is geweest
dat 1335 personen zich verbonden hebben,
den handel in en verkoop van afgesneden
bloemen tegen te gaan. Daarvan hebben
178 geteekend onder voorbehoud. Gewei
gerd hebben 114 personen. Daar echter
de lijsten zijn aangeboden door de bestu
ren der afdeelingen, hebben zonder twijfel
velen ze niet ter teekening ontvangen,
vooral niet diege .en die op eenigen af
stand wonen. Van de 545 leden toch heb
ben slechts 404 op de lijsten geteekend.
141 leden hebben dus de lijsten niet ont
vangen en het is aan te nemen dat daar
onder 100 belanghebbende vakmannen zijn.
Zoo is bet ook met de niet-leden. De
lijsten zijn dus niet volledig. De voor
zitter belooft dat het hoofdbestuur later,
als de lijsten worden gecontroleerd, po
gingen zal doen om ze aan te vullen.
Betreffende die lijsten valt bij de onder
scheidene afdeelingen het volgende op
te merken
Haarlem. Onder hen die weigerden ko
men particulieren voor en anderen, die
inlichtingen vroegen. Ook teekenden enke
len onder voorbehoud.
Heemstede. Eenigen verhonden zich tot
wederopzegging toe.
Limmen. 25 leden hadden bezwaar tegen
art. 3 en 4.
Noordwijk. Door moeilijkbeden is van
daar de officieele lijst niet ingekomen, maar
wel een afschrift, waaruit blijkt dat 124
personen hebben geteekend. Een woord
van dank wordt daarvoor door den voor
zitter gebracht aan den voorzitter van de
afd. Noordwijk.
Oegstgeest. Al de leden hebben zich
voorwaardelijk verbonden, daar zij het regle
ment te streng en de bepalingen moeilijk
te handhaven achten.
BloemendaalOverveen. Twee vijfde
der leden heeft niet onvoorwaardelijk ge
teekend er bestaat bezwaar tegen art. 1
en 2 en 3 en 4.
Schooten. Enkele onderteekenaars heb
ben bezwaar tegen art. 3 en 4.
Wassenaar. Uit deze lijst blijkt, dat de
afd. met 1 Januari 5 nieuwe leden zal
tellen.
Van de voorwaardelijke onderteekenaars
hebben enkelen bezwaar tegen art. 1 en 2,
in de verzending van postkistjes van 3
in plaats van 5 kilo, of omdat renonkels
tot de verboden bloemen worden gerekend.
Zestien teekenden tot wederopzegging toe.
Zes mits bij algemeene deelname.
Van de 114 personen die weigerden
gaven 69 geen reden op, 15 gaven op
voorstanders te zijn van vrijen handel en
sommigen verklaarden rondweg dat zij
wilden profiteeren van de onthouding van
anderen. (Hilariteit).
Anderen verklaarden zich niet te willen
verbinden, omdat zij in de groote steden
losse bloemen rondventen.
Is ingekomen een schrijven van den
heer G. C. van Meeuwen, waarin deze ver
klaart vooralsnog niet te willen teekenen
en op nadere inlichtingen te wachten. De
reden hiervan is, dat de heer M. het
moeilijk acht, niet te mogen handelen met
personen die niet geteekend hebben (art. 7)
daar dit in vele gevallen groot financieel
nadeel kan veroorzaken. De heer M. wil
derhalve vóór te teekenen weten, wie zich
verbonden hebben en wie niet.
De voorzitter deelt mede, dat bij in
rondvraag zal brengen met goedvinden
van de commissie, bet reglement, zooals
bet gewijzigd is door het hoofdbestuur.
Een der afd. vraagt, of het niet beter
zou zijn eerst te beslissen of het voorstel
levensvatbaarheid heeft, 't Blijkt nu toch
dat velen er tegen zijn.
Afd. Lisse acht het dwaasheid, na zoo
veel moeite halverwege te blijven staan.
Oegstgeest is van oordeel dat er meer
kans van slagen is als art. 7 vervalt, en
art. 3 gewijzigd wordt, om bet den secre
tarissen niet zoo lastig te maken. Het lid
Kuik is het niet eens met afd. Lisse en
acht het beter ten halve gekeerd dan ten
beele gedwaald. Het lid Iteiuierse is het
eens met de opinie ran G. C. van Meeuwen.
De voorzitter zegt, dat het de tijd nog
niet is om de zaak in onderdeelen te be
handelen: dat komt later. Het gaat niet
aan, nu terug te kome* op de besluiten
in de vergadering van 11 Juli, die met
bijna algemeene stemmen genomen zijn.
Het verwondert hem, dat de afdeeling die
de zaak het eerst op touw heeft gezet nu
zooveel bezwaren maakt.
Het lid Couwenhoven zegt dat hij vroe
ger een warm voorstander van strenge
maatregelen tegen het verkoopen van en
handelen in afgesneden bloemen was, maar
nu een weifelaar is geworden. Bij de
vorige maatregelen is bet gebleken, dat
spoedig velen hun handteekening verga
ten. Hij verzekert dat art. 7 oorzaak zal
wezen, dat binnen twee jaar al de maat
regelen krachteloos zullen blijken tc zijn.
Er is te overijld gehandeld. Als er met
minder overhaasting te werk was gegaan
zou er nu niet zulk een storm opsteken.
Art. 1 en 2 kan ieder onderteekeueu, maar
niet art. 3 en 4. Als men genoodzaakt
is groote firma's te Haarlem en te Noord
wijk voorbij te gaan, zal de opoffering te
groot zijn en niemand zijn handteekening
gestand doen.
De voorzitter vraagt of de afgevaardig
den wenschen, dat zal worden overgegaan
tot de behandeling van het reglement.
Na veel discussie wordt dit voorstel in
rondvraag gebracht en aangenomen.
Art. 1 wordt goedgekeurd.
Art. 2. Afd. Oegstgeest wil de aangifte
niet aan den president der afd. maar aan
de comm. adresseerea, omdat men dan
met een lichaam te doen heeft.
De heer De Breuk en de afd. Sassen-
heimVoorhout verklaren zich er tegen
en motiveeren dit, waarna Oegstgeest het
amendement intrekt.
Na veel discussie wordt art. 2 onver
anderd goedgekeurd.
Art. 3. Afd. Sassenheim-Voorhout wil
dit art. wijzigen in zooverre, dat de naam
van den beschuldiger niet aan den beschul
digde genoemd en deze ook niet met hem
geconfronteerd wordt, ten einde onaange
naamheden te vermijden, en omdat het
noemen van den aanklager velen weer
houden zal iemand te beschuldigen. De
voorzitter acht de confrontatie noodig en
nuttig, om lichtvaardigheid in de beschul
digingen te voorkomen.
De Afd. Schooten is het met de afd.
S. V. eens. Eenige leden verklaren er zich
tegen. Het amendement wordt, in tweeën
gesplitst, in rondvraag gebracht en met
20 tegen 12 stemmen verworpen. 10 bui
ten stemming.
Art. 3a wordt nu aangenomen.
Art. 3b. Op aanmerking van een der
afd. wordt bierbij het volgende gevoegd
Zoo hij door ziekte of andere geldige re
denen, ter beoordeeling van het bestuur
der betrokken afdeeling, verhinderd is te
verschijnen, geeft hij daarvan kennis en
wordt nader opgeroepen en gehoord.
Art. 3b goedgekeurd met deze aanvulling.
Art. 4 goedgekeurd.
Art 5. Afd. Sassenheim Voorbout
wenscht het woord //voorloopig" te doen
vervallen. Conform wordt besloten en het
art. goedgekeurd.
Art. 6. De afd. Sassenheim-Voorhout
wenscht den datum 15 Juni te veranderen
in 1 Juli, doch trekt, na toelichting door
den Voorzitter, dit amendement in.
De Afd. Limmen wil de namen der schul
digen doen plaatsen in een paar buitenl.
bladen. De voorzitter verklaart, dit af te
raden omdat het een reclame voor de
schuldigen wezen zou. Hierop trekt Limmen
het voorstel in.
Art. 6 wordt nu aangenomen.
Art. 7. Hierover ontspint zich eene zeer
levendige discussie. Het lid Couwenhoven
herhaalt zijne grieven tegen art. 7 en zegt
o. a. dat vele kweekers er in geloopen zijn
en dat ze niet wisten, waartoe art. 7 hen
verplichtte. Nu weten zij, welke firma's
hebben geteekend en welke niet. Daarom
wensckte hij, dat een der afgevaardigdeu er
een voorstel van maakt, dit art. aan te
houden tot de volgende vergadering.
De afdeelingen Oegstgeest en O verveen-
Bloemendaal stellen diensvolgens voor, dit
art. 7 aan te houden tot de volgende al
gemeene vergadering.
Dit wordt met 20 tegen 17 stemmen
aangenomen, 5 st. onthouden zich.
Naar aanleiding van dit besluit wordt
de verdere behandeling uitgesteld tot eene
volgende vergadering, maar daar deze fei
telijk eerst in Maart zou plaats hebben,
stelt de voorzitter voor eene vergadering
te houden in het laatst van Januari of
het begin van Februari.
Punt 10 wordt, wegens bet vergevorderde
uur, eveneens tot de volgende zitting ver
daagd, evenzoo punt 11 en 12.
Aan de orde is
Voorstel van Sassenheim-Voorhout om,
vanwege de vereeniging, hyacinten op te
koopen, en te vernietigen die op de markt
onder productiewaarde worden verkocht.
De voorzitter deelt mede dat hiervoor
door één firma toezegging is gedaan van
f 1000 in 4 jaar en door andere firma's
kleinere sommen zijn toegezegd. Wanneer
het ernstig gewenscht wordt moeten wij
weten, hoeveel geld ieder er voor over
heeft en dat schijnt tot dusver niet veel
te zijn.
Sassenheim-Voorhout wilde gaarne weten
hoe het voorstel is opgenomen. De zaak
is zeer wel uitvoerbaar, als de medewer
king algemeen is.
De afdeeling Limmen verklaart zich er
tegen, evenzoo de heer de Breuk, penningm.
van het hoofdbestuur.
De afd. Hillegom acht de zaak niet uit
voerbaar.
Door de afdeeling Bennebroek-Vogelen-
zang wordt het voorstel S. V. met warmte
verdedigd.
De voorzitter stelt voor, dat iedere af
deeling aan den algemeenen secretaris ken
nis zal geven per brief, hoeveel zij er voor
over heett, om dan in de volgende verga
dering de zaak in discussie te brengen,
en een commissie te benoemen die een
finaal plan van uitvoering in de verga
dering in Maart voorstellen zal.
De voorzitter brengt voorts ter keunis,
dat de afd. Bloemendaal-Overveen de be
palingen in het programma van de eer
lang door baar te houden tentoonstelling,
zoodanig heeft gewijzigd dat aan alle leden
der vereeniging ten allen tijde vrije toe
gang wordt verleend.
De afd. Bennebroek-Vogelenzang brengt
baar dank aan den voorzitter voor de
welwillende woorden, die deze tot haren
afgevaardigde heeft gericht en drukt den
wensch uit, mede te werken tot het doel
dat zich de Vereeniging voorstelt, waarbij
zij zich aan de zuster-afdeelingen hoopt te
De afd. Sassenheim-Voorhout brengt de
voorzitter haren dank voor de uitnemende
wijze, waarop hij deze zoo moeilijke ver
gadering heeft geleid.
De voorzitter sluit de vergadering.
FBUILLETO NT.
mi
XXXVIII. HOOFDSTUK.
Het ijzer en het vüür.
Bij het binnentreden in het Mexikaansche kamp hadden
de beide Indianen het hoofd noch rechte noch links ge
keerd zij hadden dat masker van onbeweeglijke overschil-
ligheid behouden die de Indianen kenmerkttoch was niets
aan hun gevreesd en onfeilbaar onderzoek ontgaan.
De lijken der hunnen buiten het kamp, de ledige tent van
don Estevan, het wantrouwen, de vrees, de ontstelde over
haasting der avonturiers zonder ander aanvoerder dan de
nietige Gomez, zij hadden alles gezien.
Eenmaal binnen, wierpen de Zwarte Vogel en de Anti
loop een kalmen en trotschen blik op de hen omringende
groep, evenals die van twee leeuwen, die een verbond met
wolven zouden gaan sluiten.
In zijne hoedanigheid nam de Zwarte Vogel het eerst
het woord. Het was voor hem van het grootste belang te
weten wat er geworden was van hunnen aanvoerder, het
onverschrokken opperhoofd, van wiens voorzichtigheid en
moed de bode hem den vorigen nacht verhaald had; twee
hoedanigheden die de Indianen zoo hoog opnemen, wanneer
zij vereenigd zijn. Don Estevan dood, zoowel als Pedro
Diaz, van wien de Antiloop ook de kracht had kunnen
schatten in zijne doodelijke worsteling met de Tijgerkat,
moest de rest eene gemakkelijke prooi worden.
Wat is er van die beiden geworden? Ziedaar wat de par
lementairs wilden opgehelderd hebben.
Wij komen hier met vredesvoorstellen, die zoowel den
blanken als den Indianen aangenaam zullen zijn, zeide de
Zwarte Vogel, maar ons hart is bedroefd, want men moet
de boden van goede tijdingen eeren, en zie, onze broeders
ontvangen de Indiaansche afgezanten onder de brandende
zon, terwijl de tent van het opperhoofd en hij wees op
die van don Estevan zich zou moeten openen om hen
te beschutten: van de hoogte van dien heuvel zullen de
woorden van een opperhoofd beter verstaan worden.
De voorgewende aanvoerder sprong hij dit klaarblijkelijk
bewijs zijner kortzichtigheid op, maar hij had den tijd niet
gehad om zijn rol goed te bestudeeren.
Gomez haastte zich om aan den wensch der parlemen
tairs te gemoet te komen en hij ging hen voor tot in de
verlaten tent van don Estevan; maar de Zwarte Vogel had
de vreeselijke rol, die hij moest vervullen, grondig bestu
deerd, en ofschoon het een gevaarlijk drama was, waarvan
hij het voorspel speelde, zette hij zich met zooveel koel
bloedigheid neder alsof hij werkelijk met den geest van
vrede en recht bezield was van den persoon, dien hij voorstelde.
Gomez trok den linnen voorhang der tent op en beves
tigde deze zoodanig dat zijne plooien de Indianen niet be
dekten; daarna wachtte hij totdat zij eindelijk het doel
hunner zending duidelijker zouden blootleggen, dan zij tot
nu toe gedaan hadden.
De Indianen echter gingen voort dezelfde kalmte en de
zelfde stilzwijgendheid te bewaren. Gomez meende het woord
te moeten opnemen.
Ik wacht, zeide hij met meer waardigheid dan hij
tot op dit oogenblik ontwikkeld had, op de woorden van
vrede van mijne broeders der woestijn. De ooren van een
opperhoofd zijn geopend.
De arme Gomez wenschte zich bij zich zeiven geluk met dezen
zin, die geheel en al in Indiaanschen geest was uitgedrukt;
maar de Zwarte Vogel liet hem niet lang den tijd om zich
daarover te verheugen. De wilde krijger hief langzaam het
hoofd op; eene uitdrukking van gekwetsten trots deed zijne
neusgaten opzwellen alsof hij voor de eerste maal het be
drog van den blanke ontdekte en zijn flikkerende blik deed
zijn toehoorder verbleeken, terwijl hij met eene stem, die
sterker wordt evenals de donder, die eensklaps bij een hel
deren dag in de verte begint te rommelen, uitriep:
Ik zie hier slechts één aanvoerder en hij wees
met den vinger op de naakte borst een Indiaansch op
perhoofd. Waar is het blanke opperhoofd Ik zie hem niet.
Op dit trotsche antwoord bleef de avonturier verstomd;
hij gevoelde zich ontmaskerd. Terwijl hij beproefde zijne
gedachten bijeen te krijgen en zich op zijne beurt de hou
ding te geven van een in zijn rechtvaardigen trots belee-
digd man, voegde de Zwarte Vogel er bij: