GEMENGD NIEUWS. De Atjeh-correspondent van de Sumalra-Crt. schrijft o. a. het vol gende: Een Europeesch soldaat, die zeven achtereenvolgende jaren in de benting Pakan Kroen Tjoet beefc doorgebracht, verbond zich weer voor zes jaar, onder voorwaarde dat het hem vergund zou worden in de benting te blijven. Het ontvangen handgeld werd door hem naar Euro pa gezonden, om een electrische lamp te koopen, waarmede hij zijn benting wil verlichten. De man staat bekend als een oppassend militair, die buiten dienst zijn tijd besteedt aan den aanleg van groententuinen en verfraaiingen van zijn kleine wereld. Een aardige verrassing. De weduwe van den beroemden admi raal Ward kwam eens op merk waardige wijze in het bezit eener groote erfenis. Tegenover de loge, die zij al twee winters achtereen in het Italiaansche theater elke week ge regeld bezocht, was de loge van een bejaard heer, die zijn blikken niet van de weduwe kon afwenden; hij had geen oogen voor het tooneel maar zag den geheelen avond slechts naar zijn vis-a-vis. Hij ging echter niet verder, deed nooit een poging tot toenadering. Plotseling bleef de loge leeg, eenige dagen daarna kreeg mevrouw Ward een bezoek van een advocaat, die haar vroeg, oi zij zich een bejaarden heer herinnerde, die haar twee saisons geregeld in haar loge van het Italiaansche theater gezien had. Erg verwonderd en half beleedigd bekende mevrouw Ward het. Toen zeide de advocaat, dat die heer een rijke planter uit Ja maica was, dat hij voor weinige dagen gestorven was en haar in zijn testament een som van 60,000 pd. st. vermaakt had. Aangezien de planter geen na komelingen had, nam mevrouw Ward de erfenis aan. Een zeer belangrijk denkbeeld is geopperd door den bekenden En- gelschen geleerde, Sir Francis Gal ton, die van meening is, dat, even als de mensch reeds sedert lang in staat is, door doelmatige verwar mingsmethoden zijn leven in de on herbergzaamste streken van het Noorden mogelijk te maken, het even mogelijk moet zijn, de tempe ratuur in de keerkringlanden op eene voor den Europeaan geschikte laagte te houden binnen diens woning, en wel bepaaldelijk in zijne slaapka mer. De jongste verbeteringen van de ijsmachines stellen ons in staat, ijs zelfs onder de linie goedkoop te vervaardigen. En evenzeer als de vleeschtransportschepen het versche vleesch in bevroren staat van Austra lië door de keerkringlanden naar Europa brengen, kan ook de woning, zonder ongemak, zoo koel men ver langt, gemaakt worden. Langs dien weg zou ook de tweede vijand van den Europeaan in de heete lucht streken, de bovenmatige vochtigheid, gedeeltelijk bestreden kunnen wor den. De technische uitvoering van eene ventilatie met koude lucht le vert geen moeielijkheid op; het is enkel eene kwestie van kosten. Gal ton nu heeft berekend, dat bij eene doelmatige inrichting van de slaap kamer een ton (20 cent) ijs voor 14 dagen geheel voldoende zou zijn, en dat de ton ijs overal voor 30 sh. te maken is. Het zal de moeite waard zijn, in lndië eens de proef te nemen, met deze «negatieve ver warming.» Te Brussel is dezer dagen een gansche dievenbende gearresteerd, welker leden van tien tot vijftien jaar oud zijn en talloos veel groo- tere en kleinere diefstallen en op lichterijen hebben gepleegd. Het is de bende van Deche, geijk zich de hoofdman noemt. Deze heeft tot luitenant zekeren Hwiens ouders in de Rue des Toulons wonen. Hij wordt door zijn kameraden Patatje genoemd. De overige leden van dit veelbelovend gezelschap zijn Arthur L...., schoenmakersleerling, bijge naamd Capitaine, oud 14 jaar; Eug. V...., bijgenaamd Chocolat, oud 14 jaar; Jean B...., bijgenaamd Spons, oud 13 jaar; en Jacques August W...., bijgenaamd de Bakker, oud 12 jaar. De groote olifant Betsy, die in den Dierentuin te Gent de vreugde van groot en klein was, is overleden ten gevolge van een darmgezwel. Na den vermaarden Jumbo, was Betsy de grootste olifant van ganscb Europa. Het dier heeft slechts den ouderdom van vijftig jaar bereikt en was gedurende 32 jaar het sie raad der diergaarde. Dezer dagen ontmoetten elkan der op een trottoir te Mülhausen een officier en een burger; deze laatste was zekere Auguste Bossen- meyer uit Freiburg in Breisgau, die vroeger in een Badensch regi ment gediend had. De twee mannen liepen tegen elkander aan en wel zoo dat Bossenmeyer op de straat viel. Opstaande greep hij zijn hoed, die naast hem gevallen was om deze weer op te zetten. Of nu de officier in dat gebaar een bedreiging gezien heeft, weet men niet; doch waar is het dat hij een slag met zijn sabel op het hoofd van Bossemeyer toe bracht, wien twee vingers bij het pareeren afgehakt werden. De officier schijnt voor dit feit niet gestraft te worden. Een uiterst belangrijk oogenblik in het leven der vrouw in najaars- tijd is de ure der mode, dat verhe ven oogenblik, waarin zij verneemt dat het bont wordt vervangen door veeren, dat de boa de pélerine Sou- waroff zal opvolgen, en dat het «velours moiré» de elegante dames zal omhullen. Waarom dit en niet iets anders? Wie zal het zeggen? De grillen der mode, zoo uitsluitend vrouwelijk, worden geboren zonder reden en sterven zonder oorzaak. Thans staan zwart, wit, reseda en heliotrope in de gunst. Crème is in ongenade gevallen. Voor diners worden inderdaad ideale toiletten vervaardigd «cos tumes Louis XIII» doffe zijde en «velours moiré», versierd met agrafen van paarlen en zijden strikken. Wat een verbeelding, wat een smaak, wat een kunst is er noodig, om zooveel verscheidenheid aan te brengen op eenzelfde thema 1 Buiten de zijden galons, de franje, de knoopjes en de applicatie van paar len, die voor de kleederen onont beerlijk zijn, vindt men in de groote magazijnen ook een schat van mous seline en gaas, met zijde geborduurd, kleur op kleur, dL- dezen winter, tot keurige balkleedjes gearrangeerd, veler bewondering zal opwekken; menig hartje zal kloppen ouder de met witte roosjes doorwerkte tulle, waarop zijden stukken tusschen de «guirlandes Pompadour» een niet onaardig effect maken. Men beweert dat alle vrouwen het meest van alles gesteld zijn op een lief kleedje. Maar men vergist zichzij hechten nog meer aan een mooi «corsage», eene fraaie taille. Het «corsage» is de steen des aan stoots van iedere pas beginnende naaister. Vooral de Weener naaisters zijn op dit gebied zeer vindingrijk. Nog onlangs werd door eene Weener modiste een «corsage de diner» ver vaardigd, dat zeer eenvoudig was, maar volkomen naar de regelen van de kunst; het was gemaakt uit witte 8icilienne, aan deu onderrand met paarlen omzet, want crème op wit is het toppunt van pschutt. Het Weener corsage schijnt een deel van zijne bevalligheid te danken te hebben aan eene soort van cor set, dat de binnenband in de taille vervangt en naar willekeur toege haald kan worden. Maar de schaduwzijde van deze volmaakte taille is de vernietiging van eene bloeiende gezondheid. Slagaderbreuken komen in Oosten rijk zeer veel voor; wie weet of bet zoo volmaakte corsage daar niet veel schuld aan heeft. En dan is het toch nog maar beter, een corsage te heb ben dat gemakkelijk zit, dan een wespen-taille en eene hartziekte. En kan men zich dan, zonder zooveel gevaar voor gezondheid en leven niet netjes kleeden in de «manteau zibeline» (van zeer dicht laken, dat dien naam draagt) door de mode in genade aangenomen? Welke hulpmiddelen (als ze die al noodig hebben) staan niet aan de dames ten dienste om er lief uit te zien! Denkt aan de «chapeauDirec toire» en de «Rabelais», de «en-tout- cas» van weerschijnzijde en japon nen van dezelfde stof en steeds in heldere kleuren«abricot, noisette, prune de Monsieur» met smalle strepen van «feuilles de figuier.» Tien tegen één dat ze er met de nieuwe wintermodes, ook zonder «corsage de diner», mits het toilet met smaak is gekozen en door be kwame vingeren vervaardigd, keu rig uitzien en er zelve inwendig ook meer genoegen van beleven. De rechtbank te Lyon heeft een handelaar in spiritualiën, die 442 maal alcoholische dranken zon der betaling van rechten vervoerd had, tot 184,000 francs boete ver oordeeld. Een in de Fransche taal ge schreven Belgisch blad meldde dezer dagen dat Prinses Henriette, de oud ste dochter van den Graaf en de Gravin van Vlaanderen, 18 jaar oud geworden zijnde, thans hare intrede in de wereld zal doen. «Zij is bui tengewoon ontwikkeld en spreekt vier talen: Fransch, Engelsch Duitsch en Italiaansch; bovendien is zij zeer ervaren in de muziek en teekent met talent», enz., zoo ver zekerde het blad. Eene Prinses van Vlaanderen, die vier talen spreekt, en juist niet de Vlaamsche! dat zal wel eene Fransche vergissing ziju. Te Lyon overleed, ruim een jaar geleden, een zonderlinge oude dame, mejuffrouw Cuzien, die vele malen millionnaire was. Bij haar testament vermaakte zij 2,500,000 fr. aaan gestichten, voorts eenige kleine legaten aan enkele vrienden, maar sloot hare gebeele familie, al len verre bloedverwanten, van de erfenis uit. Dezer dagen echter vond een tuin man in de serre van wijlen mejuf frouw Cuzien, verborgen onder een ledige meloenschil een oude prijs courant, half verteerd door de voch tigheid. Hij wilde haar juist weg werpen, toen hij bemerkte, dat tusschen de bladen van het boekje een papier was gelegd. Het was een tweede testament van mejuf frouw Cuzien, blijkens den datum door haar geschreven en opgesteld drie dagen voor haar dood en waarbij bet eerste werd vernietigd. Het werd geheel in orde bevonden en thans zijn de familieleden tot erfgenamen benoemd, terwijl slechts een klei nere som voor liefdadige doeleinden staat uitgetrokken. Maar wellicht vindt men over eenigeu tijd een derde testament, dat de gelukkige- bloed verwanten der overledene weder onterft. Zij zullen intusschen de erfenis aanvaarden. Zoo min diamantmannen als particulieren kunnen er zich eenige rekenschap van geven, waar toch wel die enorme hoeveelheden ge slepen diamant blijven, die wekelijks geproduceerd worden. Zij verkeeren daardoor in eene niet geringe span ning en vreezen, bij iedere daling der markt, het onherroepelijk einde van dezen tak van industrie. De volgende opmerkingen, ons door een vakman aan de hand gedaan, zul len er wellicht iets toe bijbrengen, om hen, die vreesdengerust te stellen. Zooals men weet (zoo is zijne be rekening), bestaat de bevolking der aarde uit p. m. 1300 millioen zielen. Indien nu van die massa 1250 mil lioen geen diamant en de overige 50 millioen (alzoo 4 pet.) ieder slechts één karaat diamant draagt, en men neemt aan, dat wekelijks 20,000 karaat geslepen diamant wordt ge produceerd, dan is er een tijdsver loop van 50 jaar noodig, om al die 50 millioen menschen van hun ka raat diamant te voorzien. Stelt men verder het zeer waarschijnlijk cijfer van 30 millioen geslepen diamant, als thans in den handel zijnde, dan blijft er, volgens deze berekening, nog 20 jaar arbeids over. In aan merking verder nemende, dat stellig wel meer dan 4 pet. van alle aard bewoners diamant bezitten, terwijl onder hen niet weinigen eigenaars zijn van méér dan slechts één ka raat, is de vrees, als zou de dia mant-industrie te niet gaan, alles zins ongewettigd. Ook de firma Roth schild schijnt hieromtrent tamelijk gerust, daar zij zich juist in den laatsten tijd bij de exploitatie van alle diamantmijnen heeft geïnteres seerd. Zoo daardoor de exploitatie in éen hand komt, zullen zeer zeker de gevolgen niet uitblijven. Zoowel de zoogenaamde ruw-prij zen als die der geslepen diamanten zullen daardoor aanmerkelijk stijgen. Een Amerikaansch geneeskun dig blad vestigt de aandacht op een nieuwe ziekte, die vooral in Enge land en in de Vereenigde Staten opgemerkt is. Het is een ziekte die vooral voorkomt bij theedrinkers en die men daarom théïsme noemt. De ziekte uit zich in een zenuw achtige werking, die steeds erger wordt en ten slotte chronisch ge worden verandering brengt in de werking van het hart en de spijs vertering. Volgens de Turf- en Veen industrie kan glas evengoed geboord en gesneden worden als metaal indien men de werktuigen, voor di laatste gebruikt, slechts bevochtigt met een oplossing van kamfer en terpentijn. De sterkste man. De sterkste man op de wereld woont in Neva da en heet Angelo Cardelia. Hij is een Italiaan, acht en dertig jaar oud, 5 voet en 10 duim lang en weegt 138 kilo's. Zijn ruggegraat is twee maal zoo breed als een ge wone, en zijne beenderen en ge wrichten zijn op eene even ruime schaal. Hij heeft een man van 196 pond met de middelsten vinger van zijn rechter hand opgetild. De man stond met den eenen voet op den grond, met de armen uitgestrekt, terwijl twee personen zijne handen vasthielden om zijn lichaam in even wicht te houden. Toen bukte Car delia zich, bracht den derden vin ger van zijn rechterhand onder den voet van den man, bijna zonder merkbare inspanning, lichtte hem vier voet hoog op en zette hem op eene in de nabijheid staande tafel neder. VA.H.XA, Een beschonken man nam plaats in een tram en werd al spoedig hinderlijk voor de overige passagiers, die besloten hem uit den wagen te zetten. Een dokter van een vrien delijk voorkomen echter stelde zich voor den dronkaard in de bres en stond voor hem in, dat hij zich ge durende het overig gedeelte van den rit behoorlijk zou gedragen. Toen de man aan de plaats zijner bestem ming gekomen was, drukte hij vóór het heengaan met groote hartelijk heid de hand van den bejaarden esculaap en zeide met ontroerde stem: «Goeden dag, beste vriend! Ik zie, dat je weet, wat het is dron ken te zijn.» Verkeerde gevolgtrekking. Onderwijzeres. «Vandaag, meisjes! zullen wij het over den ooievaar hebben. De ooievaar behoort....» Vijftienjarige. «Maar juffrouw! Dat zijn maar sprookjes I Er zijn immers geen ooievaars!» (II. Blatter.) Beschroomd. Mejuffrouw, zoudt u mij in de gelegenheid willen stel len, over vijf en twintig jaar een zilveren bruiloft met u te vieren? Vraag. Wat is het hoogste geluk? Antwoord.Zijn huwelijksreisje ma ken in een luchtballon. Onze dienstboden. Lina, wie was de man, met wien je gisteravond in de deur stond? O, mevrouw, dat was een verre broêr van me. Een ander. Leeraar in de scheikunde (tot hel per bij het mislukken van een der proeven): Smit, een ander schaaltje... Smit, een ander glas». Stem uit de klasse. «Smit, een an der leeraar.» Historisch Mama. Nu je zoo zoet naar school gaat, Jantje, zou ik wel eens gaarne weten, wat je op school doet? Jantje. Ik wacht, tot de meid mij - 's middags komt halen. wat zij gezegd had en trachtte uit al die antwoorden en opmerkingen, soms over zeer ondergeschikte zaken, een ge heel samen te stellen, waaruit hij kon opmaken dat zij hem lief had, op dezelfde wijze als een kind met een legkaart doet. Maar dan kwam de twijfel weer, de wreede twijfel, die hem besluiten deed er niet meer heen te gaan, een besluit dat hij zelf weer omverwierp zoodra het uur kwam, waarop hij zich er weer kon vertoonen. Met zulke strijdige gevoelens van hoop en vrees in het hart, ging hij den vierden dag er heen. Als altijd zaten van der Velde en zijn dochter op het terras, en werd hij door den eersten vriendschappelijk, door de tweede beleefd maar koel ontvangen. En hij had nauwelijks plaatsgeno men of zij ging ijverig voort met de teekening, waaraan zij bezig was. Gij houdt ongetwijfel dzeer veel van teekenen, signora? zeide hij in de hoop ditmaal eens met het meisje een gesprek te kunnen voeren, inplaats van met haar vader. Zeker, zeide zij, even opziende. Het is hier een prachtig punt om schetsen te maken van de stad en de omstreken. Mag ik eens zien waaraan gij bezig zijt? vroeg hij, terwijl hij opstond en achter haar stoel ging staan met kloppend hart en onhandige bewegingen. Zij had een potloodschets van de stad in vogelvlucht onderhauden. De schets was stout en forsch geteekend en getuigde van ongewone geoefendheid en van een kunst vaardig oog. Maar dat is uitnemend geschetst! zeide hij vol be wondering. Gij hebt een waar talent voor teekenen, Sig nora. Gij vijt al te goed, hernam het meisje koel. Mijn schetsen zijn niet beter dan die van anderen.... dilettanten werk De toon waarop zij dit zeide, benam hem de mogelijk heid om het gesprek voort te zetten en met een pijnlijk gevoel in het hart, keerde hij naar zijn zetel terug om het gesprek met den ouden heer voort te zetten over allerlei dingen die hem onverschillig waren. Maar hij deed zijn best om zijn aandacht daarbij te bepalen, hoewel zijn blik ieder oogenblik afdwaalde naar het bevallig figuurtje dat in zijn nabijheid zat. Zijt gij wel eens in dezen tuin geweest? zeide Van der Velde. Niet? Aan het einde daarvan is een plekje, zóo prachtig mooi, als ik zelden heb gezien. In het midden is een kleine vijver, rondom zware boomen met heerlijk lommer en de bloemen die in de nabijheid bloeien, versprei den er een heerlijken geur. Dat moest ge toch eens zien Ik ben te vermoeid om mede te gaan, ik heb vandaag al zooveel gewandeld. Misschien wil Marie het u wel laten zien. Giovanni's hart klopte van vreugde toen hij dit voorstel vernam, maar tevens keek hij met een onzekeren blik naar Marie, bevreesd als hij was dat zij weigeren zou. Het scheen hem toe dat zij zich een oogenblik bedacht, daarop legde zij haar potlood neder en stond op: Gaarne, als signor Lenta dat verlangt. Wilt ge mij volgen? Zij daalde van het terras af terwijl Lenta haar met een onbeschrijfelijk gevoel van geluk vergezelde. Zij ging even vóór hem zonder een woord te zeggen, terwijl hij eveneen» zweeg, met de oogen gevestigd op het fraaie hoofd en do slanke gedaante van het meisje. Hij zag nauwelijks de pracht van den tuin, dien zij door gingen. Prachtige rozenstruiken in allerlei schakeeringen verhieven zich tusschen bescheiden viooltjes, terwijl een sterke geur van thym de lucht vervulde. Telkens gingen zij door laantjes van zware bruine beuken, door welker bladeren nauw een enkele zonnestraal zich kon banen. Eindelijk verliet het meisje den middenweg, sloeg een donker zijpad in, en bleef toen staan. Hier is het, zeide zij, zich half omwendende naar den jongen man. Wordt vervolf d.) Ter drukkerij van Haarlem'» Dagblad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 6