NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De Goudvallei. Jaargang. Dinsdag 3 Januari 1888. No. 1379. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN: Vit Insulinde. STADSNIEUWS. ARLEM'S DAGBLAD net tc vat reel Bureau: Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat» Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agentes en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Koof dagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicitc Etrangère G. L. DATJJBE Co., JOK. F. JONESSucr., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. >ok (Slot.) Iet bracht den prins dan ook niet nig in verlegenheid, toen hem r Lemboe Peteng het ons reeds ende verzoek werd gedaan. Hij op vurige kolen of, zou de Ja- m zeggen, op een kussen van >rnen. Weigerde hij, dan was het eer, dat de vorst tegen hem te de zou trekken, en aannemen kon ook niet, want de prinses viel t in zijn smaak. De prins wei- rde dus niet, noch nam het zoek aan, doch beloofde over de ak rijpelijk na te denken en over lige dagen antwoord te geven. was de voorzichtigste gedrags- h, die hij in dit kritiek oogenblik 'P in volgen. De vorst Lemboe Peteng, geen termen vond zijn wil door zetten, keerde alzoo onverrichter- re met zijn leger naar zijn rijk ug. De prins Pandji Tjokro Negoro ild woord en eenige dagen nadien, larop Lemboe Peting voor hem is verschenen, zond hij zijnen oom n brief, waarin hij mededeelde dat volstrekt niet genegen was met prinses in 't huwelijk te treden, int eerstens was hij reeds gehuwd ten tweede moest Lemboe Peteng 't oog houden, dat hij, namelijk prins, die overal in 't land om ne schoonheid beroemd was, een lerbespottelijkste figuur zou ma in, zoo hij in 't huwelijk zou tre in met een prinses, die vermaard as vanwege haar afzichtelijk voor puien en afschuwelijke gestalte. Toen Lemboe Peteng, die dit ant ioord in de verste verte niet had erwac'nt, des prinsen brief had uit lezen, ontstak hij zeer in toorn, it zijn jongste dochter op dusdanige ijze werd afgescheept, doch tege- jkertijd werd hij om harentwille in zeerste bedroefd en ten gevolge iervan at noch dronk hij. Dagen htereen bleef hij in de binnenka- ,er van zijn paleis in gepeinze tten en bemoeide hij zich volstrekt .et met zijne staatszaken, daartoe "i hij n.et den minsten lust de zetel, waarop hij gewoon was ;eu aanschouwen van zijne onder lanen plaats te nemen, bleef onbezet. Nu gebeurde het eens op zekeren nacht, dat Lemboe Peteng zijn paleis verliet en zijne schreden richtte naar een groot woud in de nabijheid zijner residentie. Hier zoude hij zich aan boetedoeningen overgeven en den goden zijn verzoek aanbieden, hier wilde hij door zelfkastijding en zelfkwelling, door het zich bloot stellen aan ontberingen van allerlei aard hunne gunst verwerven. Het duurde dan ook niet larg of Lemboe Peteng verkreeg wat hij wenschte Als in een tooverslag bevond de vorst zich in een oogverblindend licht en zag hij een engelenge- daante tot zich naderen. Het was Narada, de gezant van den god Siwa. Lemboe Peteng, wiens oogen niet bestand waren tegen 't schitte rend licht boog zich ter aarde en hoorde toen een stem het volgende tot hem zeggen «OI vorst Lemboe Peteng, de go den hebben uwa boetedoeningen aangenomen en uw verzoek is ver hoord. Verlaat dit woud en keer weder naar uw paleis. Ziel de go den hebben niet ver van uw paleis een bron doen ontspringen. Laat in die bron uw dochter Retna zich baden. Dan zal zij haar afzichtelijk voorkomen en mismaakte gedaante verlieze en in schoonheid zal zij een engel gelijk zijn. Noch in den hemel, noch op de aarde zal haars gelijke te vinden zijn. Een schitte rende stralenkrans zal haar hoofd omgeven Toen de stem geëindigd had met spreken verdween plotseling het schitterend licht en zag de vorst zich weder in tastbare duisternis gehuld, terwijl de stilte des nachts om hem heerschte. Verheugd over deze on verwachte verschijning en den in houd der hem medegedeelde woor den, stond hij schielijk op en spoedde hij zich naar zijn paleis. Nog te dier zelfder ure gelastte hij den wachters aan de poort alle huisgenooten op de been te roepen, waarop hij dezen in geestdrift verhaalde, wat hem in 't woud was overkomen, daarbij voegende, dat zoo spoedig mogelijk aan der goden bevel moest worden gehoorzaamd. En nu werd onder fakkellicht de tocht aanvaard naar de bewuste bron, waarin de prinses aanstonds een bad nam en zie, toen zij er weder uit te voorschijn trad was het gelijk de gezant Narada den vorst Lemboe Peteng had voor speld; de prinses Retna was veran derd in een beeld van volmaakte schoonheid en een stralenkrans van schitterend licht omgaf haar hoofd. Niet lang daarna was het ter oore gekomen van den prins Pandji Tjokro Negoro, dat de prinses Retna, dochter van den vorst Lemboe Pe teng, de schoonste prinses ter wereld was geworden en nu haastte hij zich dan ook naar hare hand te dingen, waarin hij volkomen naar wensch Blaagde. De oude liefde was niet geroest. Kort daarop werd de bruiloft in pracht en praal gevierd, de schoonste en de schitterendste, die ooit gevierd kon worden. Eenige regelen ter toelichting van enkele in het bovenstaande voorko mende namen mogen hier volgen. Hoewel de naam Siwa in de Javaan- sche mythologie niet voorkomt, heb ben wij dien in onze legende be houden, om zoo weinig mogelijk van de oorspronkelijkheid daarvan af te wijken. Siwa of liever Sjiwa is een godenfiguur der Hindoesche mythologie en in de Javaansche vinden wij haar terug onder den naam van Bathoro Goeroe, den don deraar en hij staat dan als zoodanig gelijk met den Thor der Germanen. Zijn vrouw heette Bathari Prawati, ook wel genoemd Doerga u Kali. Omtrent Narada, den gezant van Bathoro Goeroe, vinden wij het vol gende opgeteekend Narada of zoo als hij reeds heette, Kanoko-poetra was de kleinzoon van den god Saug- iwang Dhermodjoko, dien Bathoro Goeroe geschapen had. Zoowel om zijn schoonheid als kunstenaarsta lent was hij onder de goden be roemd. Op aandringen van zijn vader gaf hij zich over aan boetedoeningen om tot eene hoogere trap van vol maaktheid te geraken. In dezen toestand trof Bathoro Goeroe hem aan op den bodem der zee, die hem tot oppergod verhief. Nu gebeurde het eei.s, dat hij het vocht van den suikerpalm aan Bathoro Goeroe moest overbrengen. Daar hij echter niet zijn snoeplust kon beteugelen, nam hij de vrijheid er een weinig van te proeven. Deze vrijheid werd hem echter zeer euvel opgenomen, en als straf daarvoor werd hij ver laagd tot den bode der goden, in welke bediening wij hem ook werk zaam zien, waar hij het woord der goden overbracht tot den vorst Lem boe Peteng. Van nu af aan ontving hij den naam van Sang iwang Na rada of bij verkorting Narada. HaarlemDec. '87. Tjampaka. Haarlem, 2 Januari. Op 1 Januari 1888 zijn bij den gemeenteraad de volgende zaken van het vorige jaar aanhangig gebleven: Rekesten tot overbrugging van den spoorweg (20 Oct. 1886, no. 13) Wijziging in den toestand van de Leidsche Vaart, naar aanleiding van het adres van B. P. van 't Steen. Rapport der commissie van fabri cage omtrent de toekomstige bestem ming van het Oude Mannenhuis. Verzoek van A. v. d. Steur Jr. tot verkrijging van concessie tot het leg gen van eene duinwaterleiding. Rap port der commissie van fabricage, bijdrage particulieren rioolwerken enz. Rekest Storm v. d. Gragt overweg spoorweg. Rapport com missie aanbouw Heerensingel en Schooterkwartier. Rekest bestuur «Vooruitgang» van de straten Amst. poort. Stenografisch raadsverslag. Rekest wed. Silvester grond Oost- vest. Voorstel B. en W. voorziening meerdere behoeften gemeentereini ging. Rekest J. J. Goteling Vinnis om pensioen. Plans overwegen spoor. Voorstellen B. en W. tot hervor ming der Burgeravondschool, be treffende de pomp op de N. Groen markt en de aanvaarding in schen king van de projectstraat en Zijlweg. Adres mr. J. Bohl c. s fluiten enz. van stoombooten. Aanbeveling leer- aar teekeneu middelbaar onderwijs. Het Stedelijk Museum van schil derijen en oudbeden op het Raad huis is in de afgeloopen maand be zocht door 194 personen zonder en 92 personen tegen betaling. Ofschoon het gisteren vinnig koud was, werd er op de baan der Haar- lemscheIJ-club,deSingelsen Nieuwe Gracht druk gereden. Door de Haar- lemsche IJsclub was op haar baan eene matinée musicale georganiseerd, welke van 2 tot 4 uur in den na middag duurde en voor de leden eene aantrekkelijkheid te meer op leverde. Het bestuur heeft ook hier door weer het bewijs geleverd alles te doen wat den leden aangenaam kan zijn. Het ijs begint thans overal eene behoorlijke dikte te krijgen, ook op het Spaarne begint men reeds -en baan te maken en wanneer de vorst aanhoudt zal het niet lang meer duren of schaatsenrijders, die lief hebbers zijn van verre tochten ma ken, zullen daartoe spoedig in staat worden gesteld. Nogmaals was men Zondagavond in de gelegenheid in den schouw burg alhier den ouden tooneelspeler Eduard Bamberg te zien optreden en wel in een zijner meest geliefde rollen, nl. in de titelrol van «De oude Kleerkooper of een vriend in nood». Het spreekt van zelf dat de opkomst van het publiek groot was en de toeschouwers door luid applaus be wezen het spel van de acteurs en inzonderheid dat van den heer Bam berg op hoogen prijs te stellen. Het Pauselijk Jubileum. Ter gelegenheid van het gouden priesterfeest van Z. H. Paus Leo XIII is Zaterdag aan deKatholieke kerken, gestichten,alsook aan dewoningenvan Katholieken de Nederlandsche vlag met het pauselijk wapen en het op schrift «Leve Leo XIIII» uitgestoken. De openbare godsdienstige viering werd gisteren (Zondag) in alle Ka tholieke kerken gehouden. Hier ter stede waren in de Katholieke ker ken toepasselijke versieringen en pauselijke vlaggen aangebracht en werd een plechtige hoogmis, in de St. Janskerk door den H.Ew. heer Bottemanne, den bisschop van Haar lem, gecelebreerd. Aan de uitvoerige biographieën, die thans van Z. H. Paus Leo XIII zijn verschenen, ontleenen wij het volgende: Joachim Vincentius Raphael Luigi Pscci werd geboren den 2n Maart 1810, te Carpineto, een stil stadje tusscheu Rome en Napels, uit een familie van grondbezitters. Op 8 jarigen leeftijd kwam hij op het Jezuïeten-college te Viterbo, waar bij zich door zijn ijver en vroom heid al spoedig onderscheidde. Te FHUILLETO JNT. 121! XL» HOOFDSTUK. HET TANTALÜSGENOT. Eene ijskoude rilling liep hem over de leden; ontsteld vankelde hij; nogmaals moest hij deze Goudvallei ont vluchten, waarvan het noodlot hem steeds scheen verwij derd te houden en die slechts bij hem niet te bevredigen wen- schen ontstak. Gelukkig voor den bandiet, onttrok de nog boven den top drijvende nevel hem aan de blikken der drie vijanden, die tot hem opklommen. Toen zij op de hoogte der verhevenheid aankwamen, had Cuchillo ongemerkt langs de tegenovergestelde zijde kun nen afdalen, na tevoren nog den tijd gehad te hebben ook in de verte don Estevan en zijn gevolg te herkennen. Dat was een nieuwe reden van vrees en verwondering voor den bandiet, die zich als eene slang langs de rotsen latende glijden, zich onder de bladeren der waterlelies in het meer ging verbergen en besloten was de ontknooping van dit zonderling avontuur af te wachten. Cuchillo was voor ieders blikken verborgen en gereed om voordeel te trekken uit de worsteling, die tusschendon Estevan en zijne drie gezellen eenerzijds en tusschen Fa- biaan en diens beide vrienden anderzijds, zou ontstaan. Eene rilling van duivelsche vreugde vereenigde zich met die, welke de koude van het water van het meer hem op het lijf joeg. Hij was daar als de roofvogel die, in de wol ken zwevende, wacht totdat het slagveld hem zijn voedsel overgeeft. Het was gemakkelijk voor hem, eene worsteling op leven en dood tusschen Fabiaan en den hertog van Ar mada te voorzien, en hij berekende spoedig de gunstige kansen, die hem nog overbleven. Indien de drie jagers overwinnaars bleven, had hij niets of weinig van Fabiaan te vreezen, die in zijn oogen altijd Tibureio Arellanos was. De Mexikanen uit de laagste klasse beschouwen onder elkander meestal een stoot met een mes als eene zaak van weinig belang en hij hoopte wel ver giffenis te zullen krijgen van hem dien hij Tibureio noemde, door op don Estevan al het afschuwelijke van zijn gedrag te werpen. Indien deze laatste de overhand behield, vleide hij zich door een schijnbaar voorwendsel gemakkelijk zijne verwij dering uit het kamp te verbloemen. Hij besloot dus de wor steling te laten beginnen en in het beslissende oogenblik den sterkste te hulp te snellen en was er bijna zeker van, dat, aan welken kant het voordeel ook bleef, zijne tusschen- komst zijne zaak moest bepleiten en aan den strijd een einde maken. Terwijl Cuchillo beproefde zich door deze redeneeringen over zijn tegenspoed te troosten, had Bois-Rosé de kleur der nieuw aangekomenen kunnen onderscheiden. Het zijn vier ruiters uit het Mexikaansche kamp, zeide hij. Ik had het wel gedacht, riep Fabiaan uit, wij zullen spoedig den gebeelen troep hier hebben en ons hier ingesloten zien als wilde paarden binnen een paalwerk. Stil! antwoordde Bois-Rosé, en verlaat u op mij om u't dezen ellendigen toestand te komen. Niets be wijst dat er andere ruiters achter hen zijn en wij zouden in allen gevalle geen gunstiger stelling kunnen uitkiezen dan deze hoogte, vanwaar wij een geheelen stam wilden zouden kunnen uitdagen; ook bewijst niets dat zij voorne mens zijn hier stil te houden. In afwachting zal ik hen in 't oog houden. Dit zeggende, legde de Canadees zich plat op den buik en schikte zich zoodanig dat zijn hoofd verborgen was tus schen steenen, die evenals schietgaten den top der pyra- mide kroonden, zonder evenwel de vier ruiters uit het oog te verliezen. Te midden van de stilte der vlakte begon men het geluid van de treden hunner paarden te hooren. De oude jager zag hen een oogenblik halt maken en elkander raadplegen; maar hunne stemmen bereikten hem niet. Waarom deze vertraging, Diaz? zeide de hertog van Armada tot zijn vertrouweling, en niet zonder eenig ongeduld, de tijd dringt en wij hebben er reeds teveel van verloren. De voorzichtigheid vereischt, dat wij aldus niet ver'' gaan, zonder eerst de plaatsen te verkennen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1