NIEUWS- EN ADV ERTENTIEBLAD.
De Goudvallei.
5e Jaargang.
Vrijdag 13 Januari 1888.
No. 1388.
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
ADVERTENTIES:
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicitc Etrangère G. L. DAUBE Co., JOII. F. JONES, Sucr., Parijs, 3Ibis Faubourg Montmartre.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 12 Januari.
In eene Dinsdagavond gehouden
vergadering van het departement
der Maatschappij ter bevordering
van Nijverheid is de heer D. de
Clercq tot bestuurslid gekozen en
werd besloteni 100 toe te staan
voor het ontworpen proefstation voor
bouwmaterialen.
Vervolgens hield de beer Jacob
F. Klinkhamer, architect te Amster
dam, eene belangrijke lezing over
„traditie in de houwkunst", die door
een aantal platen enz.door den
heer Krol en het Museum van Kunst
nijverheid voor dit doel afgestaaD,
werd opgehelderd en met belang
stelling door het gehoor werd ge
volgd, waaronder zich vele geïntro-
duceerdeu (leerlingen der Teeken-
school voor Kunstnijverheid) bevon
den.
Joh. Steenman, violist
zijne tweede matinée
De heer
alhier, zal
mueicale geven op Zondag 15 Ja
nuari a. e., met medewerking van
mej. Nanny de Roever (concertzan
geres, te Amsterdam) en mcj. F.
Bastiaans, voor de piano-hegeleidiüg.
Onder de zangnummers komt voor
«Zonneliedje» door Cath. vau Rennes.
Arrosidissements ESechibaitk
TE HAARLEM
zitting van 12 Januari 1888.
W. K., te Leimuiden, beschuldigd van
deu Daclitwacht, eeu onbezoldigd rijksveld
wachter, J. de Bijk, te hebben beleedigd,
door tot hem te zeggentfje bent een dief,
je hebt mijn eenden gestolen, je hebt een
armen slager verraden. Wat beeft het je
opgebracht? tien daalder, schooier, je laat
het wild stroopen uit mijn jacht
Get. de Bijk verklaart dat hij in de
herberg te Leimuiden zijnde (als surveil-
leerend agent van politie) buiten zijn hond
hevig en buitengewoon boorde janken.
Dat hij buitenkomende zag hoe beschul
digde liet beest had vastgegrepen en hem
hoord zeggen: //je hebt achter mijn scha
pen gejaagd, je baas is er niet, ik zal je
verzuipen!" Toen de B. hem daarop het
beest ontrukte, voegde hij hem bovenver
melde scheldwoorden toe.
Bekl-, zegt dat hij dacht dat het zijn
hond was, omdat het beesten zijn van het
zelfde nest. De scheldwoorden heeft hij
hem niet toegevoegd; wel heeft de B. hem
gescholden.
Get. zegt dat deze bewering onwaar is.
Hij beeft bekl. duidelijk hooren zeggen
z/je baas is er niet bij!"
De subs. off. van justitie requireert na
eenige vragen door den verdediger, mr.
Boas, aan get. gedaan, veroordeeling tot
f50 boete, subs. 7 dagen hechtenis, we
gens beleediging van een ambtenaar in
functie.
De verdediger wijst er op dat get. de B.
stellig in opgewonden toestand was, om
dat zijn hond mishaudeld werd en hij
mitsdien wellicht niet meer zeker is, welke
woorden er gebruikt zijn. Hij meent dat
hier geen sprake is van eeu ambtenaar
in functie, maar van een particulier, die
zijn hond hoort jankon en naar buiten
loopt om te zien wat er met zijn eigen
dom gebeurt.
Spreker gelooft niet dat het op deu weg
ligt van veldwachters om naar buiten te
gaan, als zij eeu hond hooren jankeu. Get.
ging zien wat er met zijn hond plaats
greep. Ook heeft de woordenwisseling niet
op den openbaren weg, maar op het erf
van de herberg plaats gehad. Spreker con
cludeert derhalve tot uiet-ontvankelijk ver
klaring van het O. M., vermits er geen
pïainte, doch slechts eenvoudig proces
verbaal is en tot vrijspraak.
Na repliek van den officier en dupliek
van den verdediger, wordt de uitspraak
bepaald op beden over 8 dagen.
Th. v. S., te Haarlem, metselaar, be
schuldigd van eeu ledig petroleumvat te
hebben gestolen en verkocht.
Get. Planté, schipper, verklaart dat hij
in den morgen van den I5en een petro
leumvat heeft vermist en het heeft terug
gevonden bij Blesgraaf; hij herkende het
aan het merk F. 24, dat er op stond.
Getuige Visser, schippersknecht, beves
tigt dit.
Getuige A. J. Blesgraaf verklaart het
rat van bekl. te hebben gekocht des
avonds te 8 uur ongeveer. Bekl. gaf op
van Traksel te heeten.
Getuige A. v. Duijvenboden deelt mede
dat bekl. hem een petroleumvat te koop
heeft aangeboden circa te half negen.
Beide getuigen verklaren partiuent bekl.
te herkennen.
Deze blijft evenwel ontkennen en be
weert dat getuigen zich gezamenlijk ver-
36U. Op een vraag van den officier
antwoordt hij niet precies te weten, hoe
lang hij vroeger al in de gevangenis ge
weest is.
liet requisitoir luidt 1 jaar gevauge-
nisstraf beuevens in de kosten en bevel
aan Blesgraaf tot teruggave van bet vat.
De verdediger, mr. Macdouald, wijst op
enkele onregelmatigheden in de getuigen
verklaring, wat betreft het uur en de
kleediiig van beklaagde, en wijst er op
dat bet O. M. eene zeer sterke stelling
inneemt, waardoor het zich in den eisch
te buiten gaat.
Uitspraak over 8 dagen.
H. B., arbeider te Haarlemmermeer,
beschuldigd van lootjes te hebben ver
kocht voor eene verloting van een deken
en andere goederen, welk geld door hem
opgemaakt en welke verloting niet door
hem gehouden is, terwijl hij een deken,
die hij in bruikleen had ontvangen, heeft
verkocht.
Getuige J. P. Konijn, koopman te Alk
maar, verklaart dat bekl. van hem deze
deken heeft ontvangeu om die te laten
zien aan de huizen. Hij zou de deken
terugbrengen, als bij de lootjes niet plaat
sen kon.
Get. Johanna Hoogveld, Klaas Kool, B.
Los en eene vierde verklaren een lootje
genomen en betaald te hebben en tevens
dat bekl. heeft gezegd, dat de verloting
op 8 Dec. zou plaats hebben.
Bekl. zegt dat het ziju plan wel is ge
weest, om de verloting te houden, maar
dat hij de lootjes niet plaatsen kon. Hij
erkent de deken verkocht eu het geld
dat hij voor de lootjes ontving successie
velijk verteerd te hebben.
Het requisitoir luidt: wegens verduis
tering en oplichting veroordeeling tot 6
maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Van Thiel, zegt dat
de ambtenaar van O. M. het bewijs niet
heeft geleverd, dat hier verduistering heelt
plaats gehad. De deken was stellig door
Conijn op crediet geleverd en dus bekl.'s
eigendom, daar Coniju zeker wel wist dat
de deken in dit jaargetijde en door het
laten zien aan de huizen, vochtig en be
dorven worden zou. Het bewijs is niet ge
leverd, dat de deken niet verkocht is.
De ambtenaar vau het O. M. moet te
vens bewijzen dat bekl., toen hij de
lootjes verkocht, geen voornemen had
de loterij werkelijk te houden.
Besumeerende, concludeert de verdedi
ger tot vrijspraak.
Na re- en dupliek wordt de uitspraak
bepaald op hedeu over 8 dagen.
ln ons nummer van morgen zullen wij het
vervolg der zitting opnemen.)
LETTEREN EN KUNST.
Woensdag 25 Jan. a. s. zal mevrouw
Marie Verstraete haar 20-jarig jubilé als
tooneelspeelster vieren. Te Gent in het
jaar 1852 geboren, was zij het eerst ver
honden aan het gezelschap-Fauconnier al
daar. Van daar ging zij naar Antwerpen
met het gezelschap-Victor üriesseus, later
:elde zij te Amsterdam onder dezelfde
directie in den Salon des Variétés, gitig
toen weer naar Antwerpen (steeds onder
dezelfde directie), toen naar Botterdam,
alwaar zij een engagement sloot met de
directie Alex. Faassen en eindelijk trad
zij wederom op in den Salon des Variétés,
onder de directie Kreukniet, Mutters en
Co., aau welk gezelschap zij nu uog is
verbonden
Wilhelmj wordt in het begin van
Februari in ons land verwacht. Hij zal
den 4en te Amsterdam een concert geven
in het Odeon.
LEGER EN VLOOT.
De minister van Marine brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat bij Zr.
Ms. besl. van 7 dezer no. 14 in het re
glement voor bet Koninklijk Instituut voor
de Marine te Willemsoord de navolgende
wijzigingen zijn gebracht:
lo. De tweede alinea van art. 11 wordt
gelezen als volgt: //Zij, die examen wen-
schen te doen voor de marine (zeedienst),
moeten op den len Januari van het jaar,
waarin het examen wordt aangevraagd,
den ouderdom vau 13 jaren reeds, en op
den ln Mei van dat jaar dien van 17
jaren nog niet hebben bereikt."
Voor het jaar 1888 komen alzoo ad-
spiranten in aanmerking die geboren zijn
tusschen 1 Mei 1871 en 1 Jan. 1875.
2o. De bijdrage voor de vierjarige op
leiding, bedoeld in art. 14, wordt ver
hoogd met f 400, waardoor zij voor de
adelborsten voor de marine wordt gebracht
op f 1600 en voor die voor de mariniers
op f 1200.
Gemeld besluit treedt in werking met
1 September a. s., doch blijft buiten toe
passing op de thans reeds bij voorschre
ven Instituut geplaatste adilborsten.
ONDERWIJS.
Voordracht voor 3eu onderwijzer te
Haarlem: Janse te Wageniugen, Schreu-
der te West-Graftdijk en Broekhuijsen te
Voorschoten.
VISSCHERIJ.
Nieuw ediep, 11 Januari. Heden
kwamen van de groote visscherij binnen
de sloepen wOp Hoop van Zegen", sch.
van der Hoek, //Tweelingen", sch. De
Waard, beide met 2600 schelv. en //Emma
Anna", sch. Jongejau, met 3200 schelv.
eu 15 levende kabelj., terwijl door 12
beugers 100 tot 600 schelv., 8 tot 10
kabelj., 20 tot 150 groote eu 60 tot 300
kl. roggen, en door 11 korders 8 tot 12
mandjes kl. schol werden aangevoerd;
schelv. van de sloepen gold f 21 a f 21,50,
van de beugers f26 a 24 het houderd,
kabelj. vau de sloep f 5,35, van de beu
gers f3,50, gr. rog 9 4 cent, kleine id.
11 cent per stuk en kl. schol f2.70 a
2,85 per mandje.
Gisteren werd abusievelijk de biunen-
komst gemeld van de sloep /,Festiua Lente",
sch. Verschoor; dit moest zijn fs Gra-
venkage", sch. Verschoor.
BINNENLAND.
De «Staatset.» van 11 dezer bevat het
bij koninklijk besluit van 6 dezer be
krachtigde reglement van politie voor de
scheepvaart en vlotvaart op den Bijn en
andere rivieren.
H. K. H. Prinses Wilhelmina
neemt sedert eenigen tijd des voor-
middags in de manége der konink
lijke stallen in de residentie onder
richt in de rijkunst op een der
poneys, haar indertijd geschonken.
H- M. de Koningin is daarbij meestal
tegenwoordig.
Het g.zantSchap van den ko
ning van Siam te Londen wordt,
na een verblijf van eenigen tijd te
Brussel, waar het thans is aange
komen, in de residentie verwacht.
Het gezantschap betaat uit den
markies De Montre, buitengewoon
gezant, graaf Ditaker, eerste secre
taris, de heeren Loftus en Nai-chan,
attachés.
Tot thesaurier des Konings is
benoemd de kamerheer, tijdelijk be
last met de functiën van thesaurier,
G. Cb. baron Snouckaert van Schau-
burg.
Naar De Opmerker verneemt
werden namens een in het buiten
land vertoevend vermogend Neder
lander onderhandelingen gevoerd,
om zoo mogelijk het kasteel IJsel-
stein alsnog voor ondergang te be
hoeden. Met het sloopingswerk is
nog niet aangevangen.
De heeren dr. W. H. Paster,
dr. L. J. N. van Setten, S. Sthee-
man, H. A. Stheeman, A. Koning
en J. A. Bleyenberg, ontvingen van
de Exploitatie-maatscb. een vlijende
dankbetuiging, voor hun hulp bij
het spoorwegongeluk te Ruinerwold
verleend.
Maandag vergaderde te Wom-
mels de liberale kiesvereenigiDg
Henuaarderadeel». 27 van de 67
leden waren tegenwoordig. Met al-
gemeene stemmen werd besloten
zich aan te sluiten bij de centrale
kiesvereeniging iu het hoofdkiesdis
trict Fraueker. Na gedachtenwisse-
liug over verschillende candidateD,
voor de verkiezing der Kamer van
honderd in Maart, werden op het
gros gebracht de heeren: A. Buma
te Hindeloopen, Rinkes Borger te
leiden, B. H. Heldt te Amsterdam,
en F. Lieftinck te Haarlem.
PHUILLBTO KT.
1297
XLIIIe HOOFDSTUK.
WAARIN DE JAKHALZEN HET DEEL VAN DEN BUIT DER
LEEUWEN WILLEN.
Welnu! wat hebt gij gezien? zeide Baraja het eerst.
En gij? antwoordde Oruche.
Een bodemloozen afgrond.
Een maalstroom van dampen, die uit den afgrond
opstijgeD.
Eendracht maakt macht, herhaalde Oroche, die
eensklaps zijn besluit genomen had.
Met zijn tweeën is men tweemaal sterker.
Hetgeen gij daar zegt, is onbetwistbaar, riep Oroche
uit. Welnu, met ons tweeën zouden wij het kunnen
hebben.
Wat? vroeg Baraja, onwetendheid voorwendende.
Demoniohet blok goud, dat gij evenals ik gezien hebt.
Maar wat dan te doen? vervolgde Oroche.
Onze lazo's aan eikander binden als zinnebeeld van
ons verbond; daarna moet een van ons laDgs de warden
der rots gaan hangen eu aau den afgrond zijn schat ont
rukken, riep Baraja met vlammende oogen uit.
Wie van ons beiden zal zulks wagen?
Het lot zal beslissen, signor Oroche, en indien gij het
zijt, die
Indien ik het ben, zult gij mij laten vallen en den
schedel verpletteren.
Baraja trok de schouders op.
Gij zijt een domkop, mijn waarde Orocheeen vriend
laat tegelijkertijd zijn vriend en een driewerf koninklijken
schat niet valleu. Den vriend.... daar sta ik niet voor in;
maar den schat.... nooit.
Mijn waarde Baraja, gij schertst met de heiligste
zakeD, zelfs met de vriendschap, gaf Oroche hierop met
zooveel trouw teu antwoord, dat Baraja er meer dan ooit
door ontsteld was.
Weldra echter lieten heide avonturiers hunne achterdocht
varen en besloten hunne krachten te vereenigen om het
goudblok meester te worden.
Baraja trok uit een zijner zakken een spel kaarten en er
werd overeengekomen dat hij, die de hoogste kaart zou
trekken, het recht 2ou hebben de rol te kiezen die hem
het best zou aanstaaD.
Dit recht viel Oroche ten deel.
Behalve dat de redeneering van Baraja hem getroffen
had, dacht de gambusino dat het bezit van den schat een
almachtig voorbehoedmiddel was tegen de kwade trouw
van zijn makker en tegen de verwachting van dezen laatste,
verkoos hij zelf om in den afgrond af te dalen.
Na weder bij elkander gekomen te zijn, maakten de beide
schurken van hun zadelknop den lazo los, dien elk Mexi-
kaansch ruiter steeds bij zich heeft.
Volgens den raad van Baraja werden de beide lazc's.in
elkander gedraaid, zoodat zij een nog zwaarder gewicht
konden dragen dan dat van een man.
Verscheidene malen om den stam van een jongen eike
boom gedraaid, die in eene spleet der rots groeide, werd
het dubbele koord vastgehouden door Baraja, terwijl Oroche,
nadat het koord hem stevig onder de armen was bevestigd,
laugzaam afdaalde, op de uitspringende gedeelten der rots
standhoudende en de voeten in de spleten zettende.
Na verloop van eene minuut, reikte het blok goud tot
aan zijne voeten, daarna aan zijn lichaam, eindelijk aau
zijne handen. Hij kon met wellust deszelfs afgeronde vor
men bewonderen en met zijne oogen het voorwerp zijner
hebzucht verslinden.
De gekromde vingers van den gambusino grepen het
blok; eerst bood dit weerstand, doch weldra kwam er be
weging in. Twee gretige handen waren onvoldoende om
het los te maken; een slecht uitgevoerde poging kon het,
als het losraakte, in den afgrond doen vallen. Oroche
ademde niet meer, en over den afgrond gebogen, deelde
Baraja in zijn angst.
De echo van den afgrond herhaalde een tweevoudigen
kreet, den overwinuingskreet van Oroche en dien van zijn
makkerde goudmassa schitterde in de handen van den