68 jaar lang verpleegde van genoemd
gesticht.
Cornelia Vos, oud 80 jaar,
(oud-vrijwilliger van 1830) en Cor
nelia Schilder, 78 jaar, te Rotterdam,
vieren 19 Januari hun vijftigjarig
huwelijksfeest.
De oudjes verkeeren in geen ruime
omstandigheden. Hun woonplaats
is een armoedig zolderkamertje.
In de maand Februari zullen
te Dordrecht de aldaar wonende oud
studenten der Leidsche academie
zich nog eens feestelijk vereenigen.
In de afdeeling Utrecht van
den Nederl. Protestantenbond trad
Maaudagavond de heer F. Lieftinck,
lid der Tweede Kamer der Staten-
Generaal, als spreker op en hield
eene rede over «het ware individu
alisme en de wijze hoe dit door
zelfkennis en zelf waardeering is te
verkrijgen.» Een talrijk gehoor volgde
den begaafden spreker met gespan
nen aandacht.
Door een noodlottig toeval
kwam de spoorwegarbeider H. A.
te Deutichem Dinsdagochtend onder
eenen aankomenden trein, die hem
gedeeltelijk over rug en borst reed,
waardoor hij ernstig verwond werd,
zoodat zijn toestand zeer bedenke
lijk is.
Door de onderafd. Deutichem
van de Geld. Overijselsche Maats,
van Landbouw zal een adres ge
richt worden tot de Tweede Kamer
met verzoek invoerrechten te heffen
op granen, meel enz.
Geen gebrekVoor de betrek
king van klerk ter gemeente-secre
tarie te Deventer, jaarwedde f500,
hebben zich ruim 60 sollicitanten
aangemeld.
Deze week is een ploeg werk
lieden uit Breda en omstreken naar
Mühlheim, aan den Rijn, vertrok
ken om aldaar aan waterwerken te
arbeiden.
Een correspondentie uit Alme-
loo behelst dat de sympathie, die de
ingezetenen voor de werkstakers
hadden, eenigszins is bekoeld door
de mededeeling van de firma Gebr.
Scholten, dat de werklieden gemak
kelijk het oude weekloon konden
verdienen omdat de nieuwe machi
nes, die pas waren aangeschaft,
«vlugger» loopen, en tevens dat zij
evenveel loon uitbetaalden als de
andere fabrikanten. Een commissie,
bestaande uit de heereu Boelen,
burgemeester; mr. van Laer, pres.
v. d. Rechtb.; H. Stork, agent der
Ned. bank; M. Mulder, rechter en
mr. van Engelen, heeft deze bewe
ring onderzocht en bekend gemaakt
dat de fabrikanten de waarheid ge
sproken hebben. Op voorstel dezer
comm. hebben Gebr. S. nu den
werklieden voorgesteld drie weken
op het vroegere loon te werken om
de proef te nemen (zooals wij reeds
berichtten). Nu dezen dit geweigerd
hebben zal de sympathie van Alme-
loo's ingezetenen, die bleek uit de
groote giften aan de werkstakers,
wel verminderen.
Na beslaglegging op den in
boedel van den heer D. K., den
verdwenen aannemer van het kanaal
AlmelooNordhorn, is dit thans ook
met de door hem achtergelaten gel
den geschied.
Men heeft een scheikundig
onderzoek ingesteld naar de vijgen,
die de lading uitmaakten van het
gestrande schip te Vlissingen, en van
welke een milicien er een aantal
had genuttigd, tengevolge waarvan
hij gestorven zou zijn. Aan de vij
gen mankeerde niets.
Het «Reddingsleger» zal, naar
men verneemt, te Assen voorgoed
zijne tenten opslaan.
Eene groote zaal is gehuurd,
waarin wekelijks driemaal de oefe
ningen zullen piaats hebben onder
leiding van den heer Van Urk van
Steen wijk.
Ter gelegenheid der Dinsdag te
Zwolle gehouden 25ste vergadering
der schippersvereeniging «Schut-
tevaer», waarin alle afdeelingen op
twee na waren vertegenwoordigd, is
een bezoek gebracht aan de laatste
rustplaats van den stichter der ver-
eeniging, die zijnen naam draagt.
Eenige woorden van hulde, door den
voorzitter der vereeniging, W. U.
de Jong, gebracht aan de nagedach
tenis van den heer Schuttevaer, wer
den door den secretaris, den heer
Van Tussenbroek, voorgelezen. Alle
op de agenda gebrachte stukken,
ten getale van 35, zijn afgehandeld,
commissoriaal gemaakt of ter be
handeling van het hoofdbestuur ge
geven.
Het laatste, dat in behandeling
kwam, was de bepaling der plaats
alwaar de eerstvolgende vergadering
zal gehouden worden; waaromtrent
ten slotte aan den voorzitter, we
gens zijnen hoogen leeftijd, de vrij
heid werd gegeven, intijds die plaats
aan te wijzen.
Twee meisjes van 8 en 13 jaren,
te Dewerken, zijn Dinsdagmiddag
door het ijs gezakt en verdronken.
Tegen kwaadwilligen, die de
stoomtram JoureHeerenveeu her
haaldelijk deden ontsporen, is door
de politie proces-verbaal opgemaakt
(art. 164 W. v. S).
Uit Groningen wordt gemeld
dat in het voorjaar een tweetal jon
gelui, vroeger in eene voorname
stad in Gelderlaud woonachtig en
voor eenige jaren naar de Trans
vaal vertrokken, als zeer gefortu
neerde menschen in ons land we-
derkeeren.
De geschiedenis is van beide on
geveer gelijk; zij werkten eerst bij
eenen boer, kregen later aandeel in
het land, en toen dit land goudhou-
deud bleek te zijn, werd het aan
eene maatschappij tot ontginning
verkocht, met behoud van een zeker
aandeel in du rijke opbrengst. De
hoofdsom, die elk voor zich uitbe
taald kreeg, loopt tusschen de 2 en
3 ton gouds.
Voor de waarheid van het boven
staande wordt ingestaan, de namen
der gefortuneerden zijn bekend en
het mag te hunner eere gezegd
worden,dat zij in de allereerste plaats
gezorgd hebben, dat hun bejaarde
ouders, die het niet al te breed in
de wereld hadden, hun laatste levens
dagen kunnen slijten op een wijze,
die hun vroeger vreemd was.
WETGEVENDE MACHT»
EERSTE KAMER
STAAT3BEGU00TING.
Algemeene beschouwingen.
Terwijl eenige leden nog betwijfelen of
deze begrootingsoutwerpen wel uitsluitend
beschouwd moeten worden als credietwet-
ten, was de groote meerderheid der leden
van meening dat in de bestaande omstan
digheden staatkundige beschouwingen mis
plaatst zouden zijn. Eenige leden betreur
den dat tijdens haar vijfjarig bestuur de
Keg. zoo weinig had doen blijken van haar
inzichten omtrent de organisatie der leveude
strijdkrachten; anderen achtten dit ver
klaarbaar met 't oog op de Grondwets
herziening, maar vertrouwen dat de Reg.
nu met dubbele krachtsinspannning aan
dit onderwerp zou arbeiden. Ook voor
financieele beschouwingen omtrent het be
leid der Regeering achtte men 't oogen-
blik minder geschikt, ofschoon sommigen
verklaarden niet te deelen de denkbeelden
omtrent tariefshervorming van den minister
van Financiën en de protectionistische nei
gingen van den minister van Waterstaat.
Men betreurde 't gemis aan een ernstig
streven naar bezuiniging bij deze Regeeriug,
en haar stelsel van splitsing der uitgaven.
Eindelijk keurden eenige leden de licht
vaardigheid der Regeering af bij de con
versie van 1886, die veel te kostbaar ge
weest was, terwijl ook der vertegenwoor
diging niet het volle licht verschaft was;
andere leden bestreden dit gevoelen. Men
vroeg of tijdig aan de belastingontvangers
voorschriften zijn gegeven om de aanslag
biljetten voor de grondbelasting, dienst
jaar 1888, met spoed rechtstreeks toe te
zenden aan de aanvragers met 't oog op
den termijn vuil 18 Januari in art. 73
der kieswet gesteld. Op een spoedige re-
geiing der grensscheiding tusschen Neder-
landscb- en Fransch Guyana werd aange
drongen. Een krachtig optreden bij het
buitenland ten behoeve van de belangen
van onze veeteelt werd noodig geacht, in
't bizonder om intrekking te verkrijgen
van 't verbod van invoer van schapen in
België en van den invoer van vee in En
geland. Men wenschto te weten de uitkomst
der bemoeiingen bij België tot handhaving
der rechten van Nederland, ten aanzien
van de verplichte heffing van loodsgelden
op de Schelde. Een overeenkomst met
België tot gemeenschappelijke afwering van
Zigeuners werd gevveuscht, evenals inter
nationale regeling van noodseinen en sein
lichten, ten einde de gevolgen van aan
varingen te verminderen. Sommige leden
drongen aan op partieele herziening onzer
wetboeken. Het koninkl. besluit van 13
Dec. jl. omtrent het recht van gratie scheen,
'gens sommigen, niet op een juist be
ginsel te berusten. Er werd gevraagd of
ft,niet mogelijk zou zijn den noodlottigen
handel in buitenlandsche loten en premie-
loten te keer te gaau. Eenige leden keur
den het gebruikmaken van Rijksveldwach
ters voor 't beteekenen van exploiteu af.
Een inspectie der opvoedingsgestichten
scheen raadzaam. Eenige leden meenden
dat de nieuwe gevangenissen, b.v. te Arn
hem en Breda, nogal te wcnschen over
laten. Dringend noodig werd een horzie-
ning der gemeentewet geacht, vooral om
de geldmiddelen naar de behoeften van
elke gemeente te kunnen inrichten.
RECHTSZAKEN.
Voor de rechtbank te Amsterdam, éde
kamer, stond Diusdns; terecht in hooger
beroep H. J. P. Hillebrand, van beroep
lantaarnopsteker. Gelijk vroeger medege
deeld werd, werd hij door de rechtbank
veroordeeld tot 45 dagen gevangenisstraf,
op grond dat hij den heer J. Backer, di
recteur van het Grootboek, tot tweemaal
toe een straatschandaal zou berokkend
hebben en hem bij die gelegenheid toe
gevoegd; //dief"! en: //jij hebt ons geld
jij speelt meneer van onze centen en je
moet me verantwoording doenik zal je
niet met rust laten en je altijd volgen,
ook naar het Grootboek." Het betreft de
thans wel bekende kwestie van het zg.
Romboutsfonils. Met de veroordeeling niet
tevreden, teekeude bekl. hooger beroep
tegen haar aan.
Het Openbaar Ministerie requireerde
bij monde van den adv.-gen. mr. Op ten
Noort bevestiging van het vonnis der
rechtbank. De verdediger, mr. W. A. Paap,
trachtte allereerst aan te toouen, dat een
gedeelte der ten laste gelegde feiten on
juist is. Voorts sprak hij een met rede
nen omkleed woord van clementie, dat hij
motiveert door verschillende feiten, die in
zake het Rombouts-fonds, zouden hebben
plaats gehad; feiten waaruit onontwikkelde
lieden als beklaagde eu zijne familieleden
al heel licht konden opmakeu, dat er iets
niet in den haak was: o. a. legde pleiter
aan het hof over een door den heer Bac
ker geschreveu en ouderteekend stuk,
waarin deze verklaart dat hij den 16en
Juni 1876 de administratie van het fonds
aan mr. P. A. Brugmans heeft overge
dragen, zoomede een stuk afkomstig van
het kantor r van eenen notaris aldaar,
waaruit blijkt dat die voordracht eerst op
2 April 1887 heeft plaats gevonden.
De rechtbank, burgerlijke kamer te
's Hage heeft Dinsdag eene uitspraak ge
geven op de vordering door de naaml.
vennootschap de maatschappij //Seinpost"
te Scheveningen, ingesteld tegen drie lui
tenants der huzaren tot vergoeding van
de schade, die de onderneming beweert
te hebben geleden, tengevolge van de wan
ordelijkheden, welke in den afgeloopen
zomer in de tooueelzaal voorvielen.
De rechtbank heeft op de hoofdzaak
nog geen vonnis gegeven, maar de eische-
resse het bewijs opgelegd van het bestaan
der wanordelijkheden en van de daardoor
berokkende schade, met bepaling dat de
maatschappij den lOen April tot het le
veren van die bewijzen in de gelegenheid
zal worden gesteld.
KERKN1EÜWS.
Israël, kerk.
Te Harliugen heeft de Israëlietische ge
meente het 75jarig bestaan barer synagoge
feestelijk herdacht.
WEEZEN EN ARMENZORG.
De commissie te Egmond aan Zee, die
zich belast had met de inzameling van
gelden voor de nagelaten betrekkingen van
slachtoffers der bekende zeeramp in het
afgeloopen jaar, heeft in zooverre hare
taak volbracht dat zij, met hartelijke
dankzegging aan de vele en milde gevers,
over een voldoende som te beschikken
heeft om gedurende 7 a 8 jaren in de
behoeften dier nagelaten betrekkingen ruim
schoots te kunnen voorzien. Het is haar
eene blijde en bemoedigende gedachte dat
door zoo veler krachtigen steun den 20
weduwen en weezen gedurende geruimen
tijd een onbezorgde toekomst kan wórden
verzekerd. Het totaal bedrag, dat op de
Nutsspaarbank is geplaatst, rentende 3
pCt. is bruto groot f 7579,89l/a-
li U IT EN L A M).
België. Als een bewijs dat de
Vlaamsche beweging in België veld
wint, diene dat drie leden van den
gemeenteraad van Brussel in het
Vlaamsch den gevorderden ambts
eed hebben afgelegd.
Den 29en dezer maand zal te
Brussel een Vlaamsche landdag wor
den gehoudeD, tot bijwoning waar
van alle Vlamingen, onverschillig
van welke staatkundige kleur, wor
den uitgenoodigd, met het doel om
door het Vlaamsche laüd een ver
zoekschrift aan de Kamers te doen
richten, inhoudende, dat nog in deze
zitting het wets-ontwerp worde af
daaD, indertijd ingediend door den
heer Coremans (afgevaardigde van
Autwerpen) en Devigne (afgevaar
digde van Gent), waarbij de wet
van 1873, omtrent het gebruik van
het Vlaamsch in het strafproces,
aangevuld en uitgebreid wordt. De
uitnoodiging tot het bijwonen van
dezen landdag gaat uit van de hee-
ren dr. Kops en Goffin, beiden leden
van den Brusselschen gemeenteraad.
Engeland. Wanneer de Iersche
leden van 't Parlement, die nu in
de gevangenis zuchten, ontslagen
worden, wacht hun een feestelijke
ontvangst.
Meer dan honderd corporatiën zul
len hen verwelkomen en een banket
aanbieden. Verder zullen te Birming
ham en op andere plaatsen in En
geland groote demonstratiëa bij deze
gelegenheid worden gehouden.
Gladstone vierde dezer dagen
onder talrijke blijken van belang
stelling zijn 78en verjaardag. In zijn
tegenwoordige verblijfplaats, Flo
rence, werden hem vele adressen
gezonden.
Renter seint van heden uit Lon
den: De correspondent van de Times
te St. Petersburg meldt, dat de ver
mindering van de in werkelijken
dienst zijnde soldaten der keizerlij
ke garde zich bepaalt tot het naar
huis zenden van een duizendtal
manschappen. De vredelievende be-
teekenis van dezen maatregel wordt
daardoor verminderd.
De Times verneemt uit Weenen,
dat de vredelievende verklaring van
den Czaar daar geen grooten indruk
maakt. Men acht het in Ruslands
belang de vrees voor oorlog te doen
bedaren, ten einde een leening te
kunnen sluiten.
Duitschland. In een correspon
dentie uit Berlijn wordt iets mede
gedeeld over den sociaal-democraat,
afgevaardigde voor den Rijksdag,
Wilhelm Hasenclever, die, zooals
men weet, in deze functie wegens
waanzin moet worden vervangen.
Hij was de leider zijner partij,
maar niet voor die taak berekend.
Zijn sterke stem hielp hem om de
volksmeetings te beheerschen en zijne
uitingen in de soc. dem. bladen
waren zeer heftig; maar hij kon
beter boksen dan argumenteeren.
Eerst uit Berlijn verbannen, ging
hij naar Halle a. S. maar ook daar
werd hij verwijderd en begaf zich
vervolgens naar Deseau. Toen reeds
was zijn zenuwgestel geschokt.
Hij zal thans zonder twijfel wor
den vervangen door zijn partijgenoot
Liebknecht.
In een telegram van dr.
Schweinfurt te Caïro aan Le Mow.
géogr. te Brussel gezonden, spreekt
hij het bericht van de Vossische Ztg.
tegen, volgens hetwelk hij tijding
van Stanley zou hebben ontvangen,
Frankrijk. Ongeveer 4000 perso
nen waren Zaterdag te St. Etienne
bijeen, om opden Boulevard Jules Ja-
nin de driemaandelijksche revue van
generaal Boulanger bij te wonen.
Maar de «generaal van de parade»
kwam niet.
Rusland. Het aantal geruststel
lende verklaringen omtrent het be
houd van den vrede, door de ver
schillende gekroonde hoofden van
Europa van tijd tot tijd gegeven,
is weder met één vermeerderd. De
Czaar, die in alle gewichtige poli
tieke aangelegenheden in Europa
zulk een overwegende rol speelt,
heeft volgens een Reuter-telegram
uit St. Petersburg, in een rescript
aan den goeverneur van Moskou
zijn hoopvol vertrouwen uitgespro
ken, dat de vrede ook in dit en de
volgende jaren de gelegenheid zal
schenken om alle krachten aan de
ontwikkeling der binnenlandsche
welvaart te wijden. Moge het zoo
zijn!
Oostenrijk - Hongarije. Ook
hier te lande wordt ijverig de fa
bricatie van repeteergeweren ten be
hoeve van het leger voortgezet. Te
Pesth is een naamlooze vennoot
schap „Hongaarsche geweerfabriek"
opgericht, met een kapitaal aan
300,000 fl., waarin het Mannlicher-
geweer zal worden aangemaakt.
Mannlicher, de ingenieur die het
nieuwe stelsel heeft uitgevonden
heeft zitting in den raad van bestuur.
Een bestelling van 180,000 geweren
is reeds aangenomen. Waarschijn
lijk zal de Hongaarsche landweer
ermede bewapend worden.
Italië.De minister-president Crispi
heeft eene circulaire rondgezonden
aan de verschillende kabinetten, be
helzende de mededeeling dat de
orde te Rome tijdens het pauselijk
jubileum niet verstoord is gewor
den, in weerwil van de pogingen
daartoe aangewend door de vreemde
pelgrims, die der eenheid van Italië
vijandig gezind zijn. Men zegt dat
Misschien—had deze hem gezegd,misschien zal die
God welken gij lastert, u in het diepste eener woestijn,
waar nog nooit een menschenvoet is doorgedrongen, een
beschuldiger, een getuige, een rechter en een beul doen
vinden.
Een geluid van krakende takken deed zich eensklaps
hooren.
Een man wienB kleederen van water dropen en met mod
der bemorst waren, trad uit de omheining der katoenboo-
menhet was Cuchillo.
De schelm naderde met schaamtelooze houding, alhoewel
hij eenigszins scheen te hinken.
Geen der vier mannen, die zoo diep in hunne vreeselijke
overpeinzingen verzonken waren, liet op dat gezicht eenige
verwondering blijkeD.
Caramba! gij verwachttet mij dus, riep hij uit,
en ik die het onaangenaamste bad, dat ik ooit genomen
heb, moest rekken in de vrees van u allen eene verwon
dering te veroorzaken, waardoor mijne eigenliefde zou ge
leden hebben (Cuchillo sprak niet van zijn onderzoekings
tocht op den berg). Maar het water van dat meer is zoo
koud, dat ik om er niet van koude in te sterven, een grooter
gevaar zou getrotseerd hebben dan dat om mij weder bij
vroegere vrienden te voegen. Voeg daar nog bij dat ik aan
mijn been eene oude wonde weder voelde opengaan, die ik....
zeer lang geleden.... in mijn jeugd ontvangen heb.
Signor don Estevan, don Tiburcio, ik ben uw onderdanige
dienaar.
Een diep stilzwijgen begroette deze woorden.
Cuchillo gevoelde wel dat hij de rol van den haas speelde,
die onder de tanden van de jachthonden eene toevlucht
komt zoeken; maar met behulp zijner onbeschaamdheid
trachtte hij eene meer dan onzekere positie te regelen.
Alleen de oude jager wierp op Fabiaan een blik, die
naar de reden scheen te vragen van de indringende tus-
schenkomst van dien persoon met dat onbeschaamd en on
heilspellend uiterlijk.
Het is Cuchillo, zeide Fabiaan, op den blik van
Bois-Roeé antwoordende.
Cuchillo, uw onwaardige dienaar, hernam de schelm
'n die uwe heldendaden gezien heeft, signor tijgerjager.
Maar, dacht Cuchillo, het is zeker dat mijne tegen
woordigheid hun minder aangenaam is, dan ik zou geloofd
hebben.
Hij voelde zijne onbeschaamdheid op deze koele ontvangst
spoedig verdubbelen en toen hij de strenge houding van
allen zag, zeide hij op luiden toon:
Maar waarachtig, ik zie dat gij met zaken bezig zijt
en ik misschien onbescheiden ben; ik trek mij terug; er
zijn oogenblikken waarin men niet gestoord wenscht te wor
den; ik weet zulks bij ondervinding.
Dit zeggende maakte Cuchillo eene beweging alsof hij
een tweede maal door de groene omheining der Goudvallei
wilde dringen; maar de barsche stem van Bois-Roré weer
hield hem.
Bij het heil uwer ziel, blijf hier, signor Cuchillo,
zeide hem de jager.
De reus zal van mijne verstandelijke hulpmiddelen
hebben hooren spreken, zeide Cuchillo tot zich zeiven;
zij hebben mij noodig. Alles wel beschouwd, deel ik
liever met hen dan niets te hebbenmaar één ding is zeker,
deze «Goudvallei» is betooverd. Gij staat mij zulks toe,
signor Canadees, hernam hij, zich tot den jager wen
dende; en op het gezicht van zijn aanvoerder eene ver
wondering veinzende, welke hij niet gevoelde, zeide hij:
Ik heb
Een gebiedende wenk van Fabiaan sneed hem het woord af.
Stilte, zeide hij, verstoor de laatste gedachten
van een christen niet die gaat sterven 1
Zooals wij gezegd hebben, wierp de in de aarde geplante
dolk geen schaduw meer af.
{Wordt vervolgd.)