NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
De Goudvallei.
5e Jaargang.
Vrijdag 27 Januari 1888.
No. 1400.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. 'ETcBcf'oonnuviinier 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etrangere G. L. BA UBE Co., JOH. F. JONESStier., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 26 Januari.
De laatstealgemeene repetitie
voor de uitvoering van Handel's
«Messias», door de Haarlemsche af-
deeling der Maatschappij tot bevor
dering der Toonkunst, had Woens
dagavond plaats. Tal van personen
hadden zich naar de concertzaal der
sociëteit Vereeniging» begeven, om
reeds een voorproefje te smaken van
het muzikaal genot, dat hen op heden
avond wacht.
In ons volgend nummer hopen
wij van de uitvoering een verslag
te geven.
GEMEENTERAAD.
Vergadering van Woensdag 25 Januari 1888,
De vergadering wordt bijgewoond door
20 leden. Na het lezen der notulen doet
de Voorzitter mededeeling van inge
komen stukken. Onder deze bevond zich
ook het //Provinciaal blad", waaruit blijkt
dot de gemeente van 't 4/s der persoueele
belasting over de drie laatste jaren nog
f 646.675 te ontvangen heelt.
Van minder aangenamen aard was de
inhoud der missive van den Raad van Ad
ministratie der Holl. IJzeren Spoorweg
maatschappij, waaruit blijkt, dat deze,
nadat de indertijd benoemde speciale com
missie voor de overwegen van den spoor
weg, de bezwaren tegen de door den heer
J. M. Telders ontworpen concept-plannen
had kenbaar gemaakt en verzocht zoo mo
gelijk daaraan tegemoet te komen, beslo
ten heeft de ouderhandelingen af te bre
ken.
Van B. en W. zijn de navolgende voor
stellen ingekomen
lo. een voorstel tot verdeeling der ge
meente in 4 afdeeliugen met 't oog op de
verkiezingen van leden der Tweede Ka
mer, Provinciale Staten en Gemeeuteraad.
2o. een voorstel omtrent eene concessie
met de Duinwater-maatschappij
Bo. een tot naamsverandering van stra
ten.
Ten slotte deelt de Voorzitter mede,
dat door B. en W, op 17 Dec. jl. de
Bank van Leening, het Gasthuis en de
Stads-apotheek zijn bezocht. Bij dit be
zoek bleek alles in goede orde te zijn.
Nu wordt oyergegaau tot de behande
ling der punten, die op de agenda voor
komen.
Voor kennisgeving wordt aangenomen
het besluit van G. S., waarbij de ge-
meenterekeuing over 1886 i
keurd.
De ontvangsten bedroegen f 1.016.356,80;
de uitgaven f 982.478,82, zoodat een ba
tig saldo van f34.878.48 overblijft,'t welk,
voor zoover daaraan nog geen vaste be
stemming is gegeven, op de begrootiug
voor 1888 in ontvangst behoort gebracht
te worden.
Blijkens schrijven van B. en W. wer
den door hen herhaaldelijk pogingen aan
gewend om de perceelen van W. Kooy
en A. H. Kappelhoff, aan de Barrevoete-
steeg gelegen, voor de gemeemte in eigen
dom te verkrijgen, doch zonder guustig
gevolg. Aangezien de tegenwoordige toe
stand van genoemde steeg van dien aard
isdat daarin noodzakelijk verbetering
moet komen, stellen B. en W. voor, hen
te machtigen het noodige te verrichten,
ten einde toepassing der onteigeningswet
te erlangen.
De Raad verklaart nu, dut eene ont
eigening van genoemde perceelen in het
publiek belang der gemeente is en draagt
B. en W. op, zich omtrent de uitvoering
van 't besluit tot de Hooge Regeering te
wenden.
Een rekest van een aantal ingezetenen,
houdende verzoek, dat de Raad maatre
gelen neme om in den ouhoudbaren toe
stand van de Barrevoetestceg te voorzieu,
kon, na 't nemen van voormeld besluit,
buiten behandeling blijven.
De vergadering vereenigde zich daarom
met 't voorstel van den Voorzitter om
adressanten te berichten, dat de Raad be
reids een besluit genomen heeft om aan
hun verzoek te voldoen.
Eene belangrijke kwestie komt nu aan
de orde. Zij betreft de hoegrootheid der
bijdrage, door de eigeuaars van nieuw
aangelegde straten aan de gemeente uit te
keeren voor rioleering en bestrating. B
en W. willen het bedrag van f 1 per M*
handhaven. De heer De Kan ter ver
klaart zich er tegen. Hij zegt: de ge
meente heeft voor bestrating en riolee
ring f 100.000 uitgegeven en slechts
f 8000 a f 9000 terug ontvangen. Dit
verklaart hoe de commissie van Financiën
er toe kwam om in overweging te geven
de bijdrage te verhoogen. Ofschoon B.
en W. de bijdrage van f 1 per M2 nog
te hoog vinden, omdat sommige eigenaars
nog niet genegen zijn haar te betalen, moet
spreker op verhooging bij herhaling aan
dringen. Veel straten bevonden zich in
slechten toestanddaaruit blijkt niet, dat
de bijdrage te hoog is, maar dat de eige
naren niet genegen zijn vrijwillig uitgaven
te doen, en de bepaling wordt gemist vol
gens welke zulke eigenaren verplicht kun
nen worden de straten in behoorlijken
toestand te brengen en te houden. In dit
laatste wordt nu voorzien door de juist
hedeu afgekondigde nieuwe politie-veror-
dening.
De overneming van straten geschiedt
niet in alle gemeenten op dezelfde wijze.
Te Groningen o. a. gebeurt dit eerst, wan
neer de eigenaars ze geheel kant en klaar
hebben gemaakt. Te Arnhem moet voor
gewone strateu van f 1 tot f 5 en voor
zeer breede straten van f 1 tot f8 per M3
worden betaald, 't Juiste bedrag bepaalt
de gemeenteraad.
Hoe de zaak nu geregeld wordt is spre
ker onverschillig, mits de bijdrage maar
wordt verhoogd.
De Voorzitter, zijne zienswijze tegen
over die van den heer De Kauter bloot
leggend, heeft gemeend den bloei der ge
meente te bevorderen, door de huurpen
ningen der huizen zoo laag mogelijk te
houden. Daarom heeft 't Dagelijksck Be
stuur nooit eene straatbelastiug gewild;
't is te goed bekend, dat alles terug moet
komen uit de huurprijzen der huizen.
Eerst is de Raad van de stelling uitge
gaan, dat de werkman goed en goedkoop
moest wonen, dus werd er niets gevor
derd. In 1880 of 1881 is f 1 per M3 ge
vorderd. Aan dit systeem heeft men zich
steeds gehouden. Nu heeft men daardoor
flinke huizen voor den werkman verkre
gen, zouder hooge huren. Dit was goed;
ook de aanbouw vau grootere huizen is
door dien maatregel bevorderd. Terecht
heeft de heer De Kanter opgemerkt, dat
f100,000 is uitgegeven voor bestrating,
maar veel daarvan is besteed voor dat f 1
per M2 werd gevorderd. Het iu orde bren
gen van nieuwe straten aau den Zijlweg
zal aau de gemeente pl. in. f9000 kosten,
doch daarvan ontvangt zij pl. in. f3,800,
dus ^iets minder dau de helft terug. Een
groot gebrek van 't wonen te Amsterdam
is de hooge huur; laat ons, zoo vervolg
de spreker, dit hier voorkomen en den
bloei der gemeente niet tegengaan. Enkele
strateu komen niet in orde, nu eene bij
drage van f 1 gevorderd wordt; zooveel te
minder zal dit 't geval zijn iudien men
tot verhoogiug besluit. Dat Haarlem
niet een andere gemeente, maar men elders
Haarlem volge!
De heer Von Reekeu deelt niet ge
heel 't gevoelen van den Voorzitter. Hij
heeft reeds vroeger verhooging voorge
steld. Arbeiderswoningen bouwen wordt in
den laatsteu tijd meer eene speculatie. De
arbeiders ziju nu geholpen. Van dien kant
bestaat dus geeu bezwaar meer tegeu de j
verhoogiug. Waar men echter reeds ge-
bouwd heeft, wenscht hij geene verhoogiug
toe te passen; maar in de toekomst wil
hij daartoe overgaan.
De heer Waller bestrijdt den grond
slag, waarop de redeneering van den Voor
zitter berustverhooging der bijdragen zal
z. i. de huurprijzen niet noodwendig ver
hoogen. Bij speculatie vraagt meu niet
zoozeer, wat heeft 't huis gekost; men neemt
wat men krijgen kan. Op dezen grond twij
felt hij aan de conclusie vau deu Voorzitter.
De heer Enschede beaamt
door den vorigen spreker is aangevoerd,
terwijl de heer K r o 11 wijst op 't verschil
tusschen eene bijdrage als waarvan hier
sprake is en eene straatbelasting. Verder
deelt hij mede, dat zijne verhouding tot
twee bouwmaatschappijen hem de over
tuiging heeft gegeven, dat de arbeider
goed en goedkoop kan wonen en metter
tijd eigenaar worden van een huis. Even
goed als thans geene vrijstelling van grond
belasting meer gegeven wordt voor nieu
we gebouwen, kan men tot verhooging
der bijdrage over bestrating en rioleering
overgaan.
De heer De Kanter repliceert dat de
bestrating van het Rozenpriëel pl. m.
f 47,000 heeft gekost, waarvan slechts f151
is terugontvangen. Hij heeft een hart voor
den werkman als de Voorzitter er een kan
hebben, maar heeft bij de opzegging der
huren van gemeente-eigendommen eene
eigeuaardige ondervinding opgedaan. Na
men zal hij nog niet noemeu, maar, in
dien hij goed is ingelicht, waaraan hij
niet twijfelt dan stond iemand, die iets
van de siad in huur had, dit aan een
ander af en liet zich per week zooveel
betalen als hij 'sjaars aan de gemeente
schuldig was. Voor deu werkman wil hij
't minimum der bijdrage voor bestrating
enz. wel lager stellen, maar soms ook de
volle kosten treffen.
Verschillende leden voeren nog korte-
lijk 't woord over de aanhangige zaak;
allen scharen zich aan de zijde van den
laatsteu spreker, behalve de heer Heshuysen.
't Voorstel van B. en W. om de bijdra
ge van f 1 te bestendigen, wordt met 17 tegen
3 stemmen verworpen. (Vóór stemden de
hh. Heshuysen, Kist en De Haan.)
Na 't vullen dezer beslissing stelt de
heer De Kan ter voor, de Commissie van
Fabrikage over de toekomstige regeling
dezer zaak te hooren.Dehli. Heshuysen
Van Dieren Bijvoet meenen, dat
het meer op deu weg ligt van de com
missie van Financiën, in dezen advies te
dienen.
Met 13 tegen 7 stemmen neemt de
vergadering de motie-De Kanter aan.
Een volgend voorstel van B. en W. om
voor de woningen van de eigenaren van
huizen in de Verlengde Oranjeboomslaan,
die de van hen gevorderde bijdrage heb
ben voldaan, een voetstraat ter breedte
van 2 M. aan te leggen vond alweder bij
den heer De Kauter ernstige bestrijding,
omdat de geheele straat niet aan de
gemeente is overgedragen. Sommige eige
naren zijn alsnog niet bereid den grond
met bijbetaling van f 1 aan de gemeente
over te dragen, 't Zelfde geval had iu 1884
plaats betrekkelijk de Leidschestraat.
Een voorstel als nu door B. en W. is
ingediend werd toen met groote meerder
heid verworpen, omdat men van 5t begin
sel niet wilde afwijken. Spreker hoopt dus
dat de Raad ook nu zal besluiten geen
werken uit te voeren, alvorens de geheele
staaat eigendom der gemeente is.
De heer Macaré wenscht in geen ge
val overeenkomstig 't voorstel te besluiten.
Over drie dagen zal de politie-verorde-
ning in werking treden en daarin komt
een artikel voor, nagenoeg van dezen in
houd
//Alle straten niet aan de Gemeente
n of het Rijk behoorende moeten door
z/de eigenaren in behoorlijken staat
//gebracht en gehouden worden."
Met dit artikel zal men de weigerack-
tigen kunnen dwingen.
De heer Sn eitjes kan 't belang van
eindjes straat niet begrijpendoch de
Voorzitter wenscht de gewilligen eenigszins
te helpen en betwijfelt bovendien of boven
aangehaald artikel der politie-verordening
op nieuwe straten wel vau toepassing is;
is dit het geval, dan zou men in 't vervolg
maar hebben te zeggen: zoo en zoo moet
de straat worden aangelegd.
De heer Von Reeken merkt op, dat
de Voorzitter en de overige juristen't niet
eens zijn over de beteekeuis van 't artikel
en beveelt alzoo uitstel van behandeling
aan. Dienovereenkomstig wordt heloten.
Eveneens geschiedde met 't voorstel om
trent de aanvaarding in schenking van
den projectweg benoorden den Zijlweg.
Daarentegen werd het crediet van f1133
bij besluit vau 6 April 1887 verleend ten
behoeve van eenige bestratings- en riolee-
ringswerken in de Barendsestraat met f 1148
verhoogd voor de uitvoering van derge
lijke werken in genoemde straat en in de
Rozenpriëel- en Van Marumstraat.
De schoolcommissie der Israëlïetisclie
godsdienstschool, aan wie bij besluiten vau
8 April en 28 September 1887 onder
daarbij bepaalde voorwaarden is toege
staan, het tijdelijk gebruik vau twee
schoollokalen der Burgerschool op het
Klein Heiligland, weudde zich bij adres van
10 November jl. tot deu Raad om wijzi
ging dier voorwaarden te erlangen. Ge
noemde commissie heeft bezwaar tegen de
betaling van f30 voor aanleg van gaslei
ding, die eigendom der gemeente blijft,
benevens tegen het voor hare rekening
plaatsen en onderhouden van kachels,
welke ook door de gemeente kosteloos
worden gebruikt. Ofschoon vroeger daar
van niet werd gerept, beroept de commis
sie zich thans op art. 22 der wet op het
lager ouderwijs. B. en W. wijzen op 't
feit, dat, terwijl genoemde commissie slechts
f70 aan de gemeente heeft uit te keeren,
er ougeveer voor f85,95 aan gas zal wor
den verbruikt gedurende den tijd, dat de
commissie de schoollokalen gebruikt; van
dit bedrag is slechts een zeer klein deel
ten laste der gemeente te brengen, daar ia
1885 en 1886 voor de Tusschenseholen
FHUILLETO JXT.
1401
XLVII. HOOFDSTUK.
INWENDIGE STEMMEN.
FabiaaD, alleen wakende gebleven, wikkelde zich in zijn
mantel en het oog naar het westen gekeerd, van waar
hoofdzakelijk het gevaar kon komen, hield hij zich even
onbeweeglijk als de beide slapers aan zijne zijde.
Te midden der nachtelijke stilte, nahij het graf dat zich
geopend had om een nieuwen gast te ontvangen, onder
vroeg de jongeling, onwetend getrouw aan de zinspreuk
van zijn huis: «ik zal waken,» drie raadslieden, die nooit
bedriegende eenzaamheid, de dood en God. Na eene lange
en diepe overpeinzing verliet hij de plaats waar hij zoo
lang onbeweeglijk gezeten had, om tot aan den rand van
het plat te gaan.
Bois-Rosé had zijne eerste behoefte aan slaap bevredigd
en opende de oogen weder, toen Fabiaan nog in gedach
ten verdiept was. De stem van den jager rukte hem uit
zijne mijmeringen.
Niets nieuws? vroeg Bois Rosé.
Niets, antwoordde Fabiaan, maar waarom zoo
spoedig uw 6laap afgebroken?
Zoo spoedig! aan de sterren te zien is het middernacht.
Nu reeds! ik dacht niet dat de nacht reeds zoo ver
gevorderd was.
Slaap nu op uwe beurt, mijn kind zeide Bois-
Rosé het is niet goed dat de jeugd evenals de ouder
dom wake.
Slapen! hernam Fabiaan met den vinger den arm
des ouden jagers aanrakende; is het voorzichtig te sla
pen wanneer men dergelijke geluiden rondom zich hoort?
Een klagend gehuil verhief zich uit het midden der
vlakte, op de plaats waar het paard van don Estevan door
deu kogel van den Canadees was neergeveld om niet meer
op te staan.
Zwarte gedaanten vertoonden zich onduidelijk in het
flauwe schijnsel der maan.
Die wolven hernam Fabiaan betreuren een
prooi welke zij in tegenwoordigheid van den mensch niet
durven verslinden. Misschien zij wij niet alleen om hen te
verschrikken.
Verwijderde losbarstingen schenen eensklaps de vrees van
Fabiaan te bevestigen.
De jager, die door zijn langdurig verblijf in de woestijn
de oorzaken van het geringste geluid wist op te sporen,
had slechts eene minuut noodig om zich rekenschap van
die losbarstingen te geven.
De Mexikauen zeide hij zijn een tweede uiaal
handgemeen met de Apachen en vrij ver van hier. Wat
die wolven betreft, ons gezicht alleen maakt hen vreesach
tig, slaap dus mijn kind en 6laap onbevreesd telkens, wan
neer ik over u zal waken; gij moet behoefte aan slaap
hebben.
Ik zal het beproeven antwoordde Fabiaan. Eu
eerder om Bois-Rosé zijn zin te geven dan om aan eene
behoefte te voldoen, welke hij niet gevoelde, strekte hij
zich op zijne beurt op den grond uit.
Door deu verlammenden invloed der hevige gemoedsbe
wegingen van den verloopen dag, sloten zijne oogleden
zich onwillekeurig en een diepe 6laap, een slaap zooals
alleen de jeugd hem kent, hield plotseling den loop zijner
gedachten tegen. Zooals in de dagen der kindsheid van
Fabiaan, boog de Canadeesche reus zich over 't door de
maan beschenen gelaat van den slapende.
Kind met de blonde haren, waarover ik vroeger zoo
menigmaal gewaakt heb, zeide hij tot zich zeiven, zich met
de vreugde eens grijsaards zijn jongelingstijd voor den geest
brengende, gij, die thans in al uwe kracht slaapt, gij wiens
gelaat door de zon gebruind en wieiis haren door de jaren
zijn verdonkerd, gij die mij thans toeschijnt als het begin
en het einde van een onderbroken droom, slaap nog een
maal rustig onder het oog van den jager die u rijk ge
maakt heeft, evenals gij vroeger sliept onder de hoede van
den matroos, die u het leven redde; het oogenblik nadert
waarop onze wegen opnieuw uit elkander gaan loopen om
niet meer vereenigd te worden, de weg naar de steden is
niet die welke naar de woestijn voert; de eik en de palm-