NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De Goudvallei. 5e Jaargang. Vrijdag 3 Februari 1888. No. 1406. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: STADSNIEUW S. HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 133. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiëli worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etrangére G. L. DAJJBE Co., JOH. F. JONES, Sucr., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Haarlem, 2 Februari. De heer Com. Prins Sz. heeft het volgende geantwoord op de uitiioo- digiug, door het bestuur der Ver- eenigiog «Volksbelang» tot hem gericht, om in eene vergadering zijne denkbeelden aangaande sommige puDten te komen ontwikkelen: wIn beleefd antwoord op uw schrijven dd. 27 Januari heb ik de eer u mede te deelen, dat ik het aauvankelijk vertrou wen, door uwe Vereeniging in mij gesteld, hoogelijk waardeer. //Nu iutusschen gebleken is, dat nog eeuige andere heeren door uwe Vereeni ging uitgenoodigd worden voor hetzelfde doel, kan ik niet besluiten voor de can- didatuur van het lidmaatschap der Tweede Kamer te gaan concurreeren. z/Mocht mij echter buiten mededinging de gelegenheid worden aangeboden, om een of ander punt van uw program met uwe geachte leden vriendschappelijk te bespre ken, dan ben ik daartoe gaarne bereid." De heeren jhr. mr. J. Roêll te 'sGraveiihage en L. J. du Ceiiiée Muller te Nijmegen hebben voor de uitnoodigmg bedankt. De heer M. «T. Mees, pred. alhier, trad Woensdagavond op als spreker voor de leden van het departement Rotterdam der maatschappij tot „Tot Nut van 't Algemeen". Hij behan delde in eene korte inleiding de figuur van Karei den Groote, Roland en de Roland-Sage en literatuur om vervolgens aan zijn talrijk au ditorium mededeeling te doen van den inhoud vau Henri de Bornier's drama „La Fille de Roland. Na de pauze gaf de heer Mees nog eene bijdrage ten beste over de beteekenis van de dagen der week, iets wat, na den ernst van het geen was voorafgegaan, eene recht aangename afwisseling verschafte. De Vereeniging van Industrieelen en Kooplieden betreffende bouwkun de en aanverwante vakken, hield Dinsdagavond in de bovenzaal van het café Brinkmann eene algemeene vergadering. Nadat door den secretaris verslag was uitgebracht over deu toestand der Vereeniging gedurende het af- geloopen jaar en door den penning meester van zijn gehouden beheer, werd overgegaan tot de benoeming van eene commissie tot het nazien der rekenÏDg en verantwoording van den penningmeester. Daartoe werden benoemd de heeren C. van Niel, J. W. Veldheer en J. C. van Reysen. Ter voorziening in bestaande vacaturen werd tot penningmeester der Vereeniging benoemd de heer C. van Niel en tot 2den secretaris de heer J. W. Veldheer. Na ballo tage over een gewoon lid werd de vergadering gesloten. Gisteren gaven de leerlingen van de Muziekschool der Maatschappij tot be vordering der Toonkunst afd. Haarlem, eene uitvoering in de Sociëteit Vereeni- fing. l)e heer Waller, president der afdeeling, hield een korte toespraak waarin hij o.a. mededeelde dat het aantal leerlingen der muziekschool thans 260 bedraagt, zoodat de inrichting zich in gewenschteu bloei raag verheugen. Het omvangrijk programma deed ons duidelijk ontwaren, dat goede leiding van en ijverige studie door de leerlingen aanwe zig waren. Zonder deze twee zaken zou ook ongetwijfeld niet zulk een bij uitstek gunstig resultaat zijn bereikt. Uit den aard der zaak was het 2e ge deelte van het concert het belangrijkste. Wij hoorden leerlingen der solo-klassen, wier voordracht zoowel op vocaal als in strumentaal gebied, goede verwachtingen voor de toekomst inboezemt. Hun die het nog niet wisten, zal deze avond geleerd hebben, dat de Muziek school de algemeene steun ten volle ver dient. Zondag jl. werd «l'Abbé Con- stantin», iu het Gymuase te Parijs voor de 100e maal opgevoerd. Dinsdag 7 Februari a. s. zal het hier ter stede in den Nieuwen Schouwburg worden gegeven. Daar waren gistereuavond vele men- schen op de ijsbaan. Honderden zwierden en zweefden, kris kras, met zwaaiende zwenking over de effeueevenwijdige banen. Het electri- sche licht boven op de paal zette de gan- sche ijsvlakte in een blauwachtig waas, hel iu den naasten omtrek, wegdeinend in den buitensten cirkel tot eeu geheim zinnig halfdonker. En koperen trompetten wierpen tinte lende, tetterende tonen over de vlakte. De rijders reden rakelings langs elkander, met korte en krachtvolle slagen en bevallige buiging van het bovenlijf. Sommige stre ken met stevigen slag over de geheele breedte, nu wijkend met welberekende wending, straks weer voortsnellend met gebogen lichaam, over brekebeen-belem merende barsten en hobbelige hoogten. Krukken krabbelden kreunend, telkens aan de schaats trekkend, waggelend wen de schaats in een scheur schoof. Eu in de tent zaten zwermen van raenscheu te rus ten en zich te restaureereu met bruisend Beiersch en dampende dranken. Dr. E. van der Ven hield Woensdag avond iu Teylers stichting eene voordracht over de voortplanting van het licht en eenige daarmede samenhangende verschijn selen. Steunende op de hieromtrent be staande theorie, begon spreker met er op te wijzen, hoe twee voorname elementen der natuur, het geluid en het licht, zich door trillingen aan onze zintuigen mede- deeleu en voerde ter verklaring daarvan de omstandigheid aan, dat een lichaam vallende in een veerkrachtigen vloeistof daarin cirkelvormige golvingen veroor zaakt, die zich in alle richtingen voort planten en een gemeenschappelijk mid delpunt bezitten. Hierop berustte de leer der geluids trillingen, welke spreker terloops aan haalde, terwijl hij door een proef aantoonde, dat het geluid lucht noodig had om zich voortteplauten. Aldus tot de kern zijner voordracht komende, merkte spreker op, dat tot de vourLpluiiliug van het lichi iets anders noodig was, dan lucht. Volgens de door velen, blijkbaar ook door spreker gehul digde theorie, zou die voortbeweging van het licht geschieden door middel van de wereldaether, een ondeelbaar fijne stof, die het heelal vervult, waardoor het mogelijk is dat het licht der hemellichamen, die buiten den aardseheu dampkring staan, tot ons kan komen. Men kent, zeide spreker, het verschijn sel dat zich voordoet, wanneer door eene kleine opening in eeu doukere kamer een lichtstraal valt. Men ontwaart alsdan een lichtbundel, die zich van die opening af in steeds grooter omvaug vertoont. Het was echter geen lichtstraal, die zich rechtstreeks aan het oog voordeed, maar de stofjes die er door werden be schenen, vertoonden slechts een lichtende massa. Een spiritusvlam daar onder ge houden, deed reeds terstond een doukere vlek ontstaan, daar deze de stofjes gedeel telijk verbrandde. De trillingen van den aether planten zich in alle richtingen van, doch steeds loodrecht op den lichtstraal voort. Spreker ging thans over tot eenige proe ven, om aan te tooueu, hoe het licht zich door middenstoffen voortbeweegt en daarna hoe lichtstralen door spiegels, die in een o vereen kom stigen stand zijn geplaatst, ge reflecteerd kunnen worden, terwijl dit ver schijnsel bij een niet gelijken stand der spiegels zich. niet voordoet, Een bundel licht, door een nauwe opening op een scherm geworpen, vertoonde daarop een beeld, dat geen verandering onderging wanneer een gewone glazen kubus voor de opening werd geplaatst. Een kubus van kalkspaat verdeelde echter den lichtbun del in twee, elkander gedeeltelijk bedek kende cirkels; blijkbaar gaan de licht golven dus op twee verschillende wijzen door dezen stof. Werd een tweede kubus eveneens van kalkspaat, vóór de andere geplaatst, dan werden vier cirkelbeelden zichtbaar, die weder tot twee konden wor den worden samengetrokken, wanneer beide stukkeu eenigszins werden gedraaid. Uit deze proef bleek ook, dat de hel derheid der cirkelvormige beelden toenam, wanneer deze samenvielen of verzwakten en wanneer vier beelden zichtbaar werden, waaruit dus een gelijkmatige verdeeling vau het licht over alle cirkels viel op te maken. Meer ingewikkeld waren de volgende proe ven, die spreker nam, doch deze moesten eveneens strekken tot staving van de ge noemde theorie. De uitlegging door spreker van deze verschijnselen gegeven, was niet gemakke lijk te volgen; hoewel hij zich blijkbaar veel moeite gaf om een helder inzicht in het besprokene te geven, was het mis schien lastig om, ter vermijding van om slachtigheid, de verklaringen beknopt en bevattelijk in te kleeden. Ten slotte deelde spreker die, zooals hij zeide, het uur van den afloop der voordracht om hizoudere redenen er was eene uitvoering der leerlingen van Toonkunst wat had vervroegd, mede, dat hij in de volgende en laatste voor dracht, welke dezen winter werd gegeven en die ook door hem zou worden vervuld het opgevatte onderwerp verder zou be handelen met de verklariug vau eeu aan tal prachtige verschijnselenwelke het licht, door verschillende kristallen gaande, te voorschijn roept en zeker de aandacht in hooge mate verdienden. Arroiidissements-Kechtbank TE HAARLEM, zitting van 2 Februari 1888. D. S., los werkman, beschuldigd van op het terrein der H. S. M. twee ledige vaten te hebbeu weggenomen en ten eigen bate verkocht. Getuige Mooymau, magazijnkuecht der H. Spoor heeft de vaten bij v. d. Eikhoff herkend. Aan get. Pirovano, los werkman, heeft bekl. de vaten te koop aangeboden. Get. C. v. d. Eikhoff heeft, door tus- scheukorast van eeu zekeren Hagedoorn, die onbekend was met de herkomst der vaten, deze gekocht voor fl per stuk. Bekl. bekent het misdrijf te hebben gepleegd, hij heeft het gedaan om zijn vrouw en drie kleine kinderen eten te kunnen geven, daar hij geen werk heeft. Hij beveelt zich aan iu de clementie der Rechtbank. De subs. off. van Justitie require rt 14 dagen gevangenisstraf. Uitspraak over 8 dagen. A. v. H., los werkman te Haarlem, beschuldigd van op 18 Jan. een vaatje boter te hebben weggenomen uit den win kel van J. B. Koelewijn. in de Koning straat. De beschuldiging wordt gestaafd door den bestolene en door D. Wesseling, agent van politie, die bekl. met het ontvreemde heeft aangehowden en naar het politie bureau gebracht. Bekl. bekent het feit te hebben gepleegd en wel, naar hij zegt, uit armoede. Het blijkt echter dat hij eon borrel had ge dronken, dus wel geld bij zich had, en dat hij nooit een vak heeft beoefend. De subs. off. van just, requireert een gevangenisstraf van 6 maanden, daar het misdrijf overtuigend is bewezen en bekl. wel in staat is om te werken, maar liever op kosten van anderen leeft. De verdediger, mr. J. Bruyn, betwist het laatste argument, daar tegenwoordig velen met den besten wil ter wereld, geen werk kunnen krijgen. N. J. K., te Haarlem, beschuldigd van in den nacht van 8 op 9 Januari J. Boschhuizen met een stok te hebben ge- Get. Boschhuizen verklaart dat bekl. hem zonder eeuige aanleiding een stokslag op zijn hand heeft gegeven, met eeu stok, dien hij get. Smit uit de hand had ge rukt. Get. Smit,Koster eu van Reijeudam beves tigen deze verklaring in zooverre, dat zij bekl. hebben zien slaan in de richting waar B. stond. Get. W. Steenkamp, W. J. Weller, B. Engelgeer en Mazolla verklaren, wel eene woordenwisseling gehoord en gezien te hebben, dat bekl. een stok iu de hand had, maar niet dat hij er mede sloeg. Bekl. zelf ontkent geslagen te hebben. De subs. off. van just, requireert f25 boete, subs. 10 dagen hechtenis. J. K. timmerman te Edam, beschuldigd van op deu len Jan. de woning van P. Altman to zijn binnengedrongen, diens zoontje een klap in het gezicht gegeven en diens vrouw in de borst gegrepen te hebben, terwijl hij bij het heengaan een ijssleedje heeft stukgegooid. Deze aanklacht wordt gestaafd door P. Altman en diens echtgenoote, Grietje Veen eu juff. Beunder. Bekl. ontkent de mishandeling en be weert het sleedje te hebben weggegooid omdat het hem hinderde. De subs. off. van just, requireert 1 146') XLIXe HOOFDSTUK. WAARIN BARAJA YAH 'T BED OP STBOO KOMT. Te midden van al zijn angst, ondervond Baraja dat pij nigende gevoel, dat binnen eenige uren de haren van een mensch kan doen grijs worden. De moordenaar had reeds meer geleden dan zijn slachtoffer. Het gesprek der beide opperhoofden duurde lang. De Zwarte Vogel scheen moeilijk te overtuigen. Voor het overige bereikte geen hunner woorden de ooren der Indianen en het was niet gemakkelijk, aan hunne gebaren eene bepaalde uitlegging te geven. El-Mestizo wees met zijn uitgestrekte hand naar den keten der Nevel-Bergen. Hij beschreef met zijn vinger een boog, die ongetwijfeld beteekende dat zij ze moesten over trekken; daarna met zijne armen een soort cirkel beschrij vende om misschien eene uitgestrekte vlakte te beduiden, wees hij op de in het legerkamp neergevelde paarden en bootste den galop van springende paarden na. Niettemin weifelde het Indiaansche opperhoofd nog toen Baraja, wiens oog de beide sprekers verslond, zag dat degene, die voor hem pleitte, eene treurige en nadenkende houdiDg aannam en heel zacht eenige woorden in het oor van den Zwarten Vogel fluisterde. In weerwil van zijne gelijkmoedigheid, kon de Indiaan zich niet weerhouden op te springen en kon evenmin een straal van woede onderdrukken die uit zijne flonkerende oogen sprong. Eindelijk voegde El-Mestizo er nog zoo luide bij dat iedereen het hoorde: Wat is die vreesachtige haas (en hij wees op den sidderenden gevangene) in vergelijking met den Indiaan met het moedig hart, de stalen zenuwen, dien ik in uwe handen zai leveren? Wanneer de zon, welke op die van morgen zal volgen, driemaal zal geschenen hebben, zullen de Roode-Hand en de Bloedhond zich bij den Zwarten Vogel voegen, op de plaats waar de Gila zich met de Roode Rivier nabij het Blsonmeer vereenigt. Daar zullen de Apachen om de hunnen te vervangen, de paarden weervinden, die de blanke jagers zich de moeite zullen gegeven hebben om voor hen te vangen. Het is ook daar dat hij die.... De Zwarte Vogel onderbrak hier den vreemdeling door zijne hand in de zijne te laten vallen. De koop was dus gesloten. Deze laatste daalde alsnu langzaam van de verheven heid, wierp op de teleurgestelde Indianen een vastberaden en onverschrokken blik, trok vervolgens een mes uit deu gordel en sneed daarmede de banden van Baraja door. Zonder naar de dankbetuigingen van den avonturier te luisteren, voerde hij hem ter zijde en zeide op trotschen, dreigenden toon: Spot niet met mijoe iichtgeloovigheid, zeide hij, een makker wacht mij daar ginds, en hij wees op de Nevel-Bergen, en ik zal nog elf krijgers der Apachen met mij nemen. O! riep Baraja uit, dat is weinig genoeg. De schat wordt door drie mannen verdedigd, van welke twee verschrikkelijk zijn. Nooit missen hunne karabijnen het aau- geboden doel. Een glimlach van onheilspellenden trots plooide de lippen van den vreemdeling. De Roode-Hand en ik hebben nog nooit te vergeefs op een vijand gemikt, al zag men van hun lichaam slechts de grootte van een maïskorrel, zeide hij op zijne zware karabijn wijzende. De valk is blind en langzaam, in vergelijking met ons beiden. De Indianen verlieten nu het verbrande kamp der goud zoekers. Met het gros van zijn troep marcheerde de Zwarte Vogel, hoe gewond hij ook was, iu de richting van het Bisoameer. De twee boden zijner wraak sloegen eene andere richting in. De Antiloop richtte zich met tien krijgers naar den tweesprong der rivier, om er de sporen der drie jagers te zoeken. El-Mestizo en Baraja met elf andere IndianeD, volgden den weg die naar de Goudvallei voerde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1