HAARLEMMER HALLETJES. INGEZONDEN. Ril T E N L A N D. Een politieagent heeft Woensdagavond te Utrecht een on geveer 16 jarig meisje aangehouden als verdacht van een portemonnaie, die ongeveer dertien gulden bevatte, te hebben ontvreemd van de toon bank in den winkel van V. in de Twijnstraat, ten nadeele van K., die bij het doen van inkoopen ze op de toonbank had neergelegd. Gelukkig herinnerde zich de besto lene, dat genoemd meisje in dien winkel naast hem had gestaan. Het gestolene werd in het bezit der diefegge gevonden en in beslag genomen. Een bekende Waalwijk- sche persoonlijkheid heeft het we- reldtooneel verlaten. Daniel Stop- pendaal, door ou 1 en jong de hei lige Daan genoemd, is niet meer. 't Was een zonderling man, die heilige Daan, en moeilijk zou het zijn een juist oordeel over hem uit te spreken. Hij leefde teruggetrokken en ge heel alleen, zich uitsluitend bezig houdend met oefeningen van gods vrucht, bedevaarten enz. Toen hij eenige jaren geleden ge dwongen was de woning, die hij tot dusverre zijn eigendom had mo gen noemen, te verlaten, heeft hij geruimen tijd aan het einde der kloostersteeg, nabij den Meerdijk, in een hutje gewoond, dat hij naast den weg had opgeslagen, en waar hij dikwijls bezoek ontving van tal van nieuwsgierigen. Eens, terwijl hij ter bedevaart was, brandde dit af en sedert had hij een paar bovenkamers in ge bruik in de Straat. Even zonderling als 's mans leven was ook zijn dood. Voor veertien dagen liet hij zijn dochter roepen. In plaats van deze kwam haar man, maar werd niet bij hem toegelaten. Toen de doch ter later met haar echtgenoot terug keerde gaf hij haar door de half geopende deur de hand, vertelde haar, dat hij van nu af noch voor haar noch voor iemand te spreken was, dat het de laatste keer was dat zij de eer had hem te zien, want dat hij ten hemel ging varen. Van toen at moet hij dan ook zoo goed als ongenaakbaar zijn ge weest. Maandagnacht hoorden lui, die beneden woonden, hem op zijn ka mer leven maken, iets wat hij vaker deed. Op hun geroep, of hij soms iets noodig had, kregen zij geen antwoord, maar hij bleef nog eeni- gen tijd zijn gang gaan. Dinsdag tegen den middag heeft men hem dood vinden liggen, op zijn kamer, die bij uitzondering niet gegrendeld was. Te beschrijven hoe het daar uit zag, is ons niet doenbaar. Alle mo gelijke voorwerpen vond men daar bijeen, op en door elkander in de grootste wanordein een hoek, naast het raam achter een stuk zeil, iets dat voor legerstede moest dienen; een stuk tafel met een en ander er op, onder dezelve een hoop aardap pelen, verder een kastje, een paar stoelen, run, turf, hout, stukken van zakken en dekens, potten, pannen, gebroken en heel, reliquieën, een kruisbeeld, een paar groote rozen kransen,een zestal kippen, een kachel, en daarvoor, in zijn volle lengte uitgestrekt, behoorlijk gekleed, maar zonder eehoenen aan de voeten, de eene hand op de borst, de andere ter hoogte van den schouder, met een kalm uiterlijk, het lijk van den heiligeu Daan. Een Zaterdagavondpraatje. XXII. Wij leven in een eeuw die in bescha ving onophoudelijk vooruitgaat, geachte lezer! Dit is nu reeds zoo dikwijls gezegd en herhaald, dat ik u wel ontslaan wil van de moeite om //ja" te knikken. Alleen wil ik u er nog eens op wijzen, tot recht verstand van wat ik verder zegggen wil. Oude menschen plegen te zeggeu„Wat hoort men tegenwoordig toch veel van die en die ziekte, die vroeger, in mijn tijd, niet bekend was!" Nu, dat mag wel zoo wezen, ik heb de jaren nog niet om het te beoordeelen, maar dit is wel zeker, dat er tegenwoordig ook zooveel meer genees middelen zijn, die brave menschen hebben uitgevonden ter bestrijding van al de groote en kleine kwalen, die het mensche- lijk lichaam plegen te hinderen. Meent gij dat het niet waar is? Hebt gij hoofd pijn, neem den Migriine-stift, hebt gij Wat de onmiddellijke oorzaak van zijn dood is geweest valt moeilijk te zeggen, maar zeker is 't dat hij in 't geheel niet van gebrek heeft hoeven om te komen, want, zooals wij zeiden, waren er brandstoffen en eetwaren voorhanden. Daarbij werd er in een sigarenkoker nog een gulden gevonden, op een andere plaats klein geld, en op twee spaar boekjes een paar nog al aardige sommen, behalve wat wij misschien nog niet weten. Hij ruste in vrede Echo v. h. Zuiden.) Uit Almeioo wordt van 2 Februari aan de N. R. C. gemeld Twee waggons steenkolen zijn hier heden aangevoerd en onder de werkstakers verdeeld. Er wordt be weerd, dat dit eene gift is van een onzer inwoners, die onbekend wenscht te blijven. Uit verschillende plaatsen wordt den werkstakers de helpende hand toegestoken. Alles blijft rustig. Uit Almeioo meldt men aan het Hblad.: Naar wij vernemen hebben eenige werkstakers, die hun aandeel van f50 in de coöper. winkelver- eeniging der heeren Scholten wen- schen uitbetaald te hebben en geen geld kunnen bekomen alvorens zij van domicilie veranderd zijn, de zaak in handen gesteld van mr. Pb. A. Haas, te Amsterdam. Donderdag avond o m- streeks 11 uur werd bij den heer H., te Osch, aangeklopt. Op de vraag wat men wilde, werd geantwoord, dat men een zak paardenbeende- ren te koop had. De heer H. deed open en zag voor zich twee man nen met een karretje, waarop een zak lag. Hij weigerde echter, we gens het late uur, tot den koop over te gaan, doch te gelijkertijd viel het hem op, dat er in den zak leven was. Onmiddellijk gaf hij den maréchaussées hiervan kennis, die dadelijk medegingen; doch nu gin gen de mannen aan den haal, de zak rolde op den grond en tot ver bazing van allen kwam er een man uit, die het mede op een loopen zette. Omtrent het te Middel burg gebeurde ongeluk, waarvan wij in een vorig nommer melding maakten, deelt de Midd. Ct. mede: Op de buitenplaats //Torenvliet" ver maakten des namiddags tusschen twee en half vier uur, een viertal dames uit de eerste kringen onzer stad, met een knaapje van tien jaar, zich met schaatsenrijden op een der vijvers, waarop den vorigen avond eene baan was geveegd. Te ruim drie uur, terwijl twee harer stilstonden, zakteu beiden plotseling door het ijs. Men kan zich den schrik der andere aanwezigen voorstellen. Afgelegen als de vijver eu onbewoond als de buitenplaats is, wist men in de eerste oogenblikken niet wat te doen. Op het hulpgeroep schoot eerst de tuin man van //Torenvliet" toe, een oud man die zich te water begaf om nog redding te verschaffen. Middelerwijl trachtte eene der dames met een stok haar vriendin uit haren hachelijken toestand te redden. Spoedig daarop kwamen ook de tuinman en de koetsier van de nabijgelegen buiten plaats //Vijvervreugd" en boden hulp zoo veel zij kondenmaar reddingsmiddelen waren er niet, en leiding ontbrak, omdat men door schrik als het ware verlamd was. En zelfs toen nog later een arbeider van //Torenvliet" en een voornaam ingezetene onzer gemeente met zijne eehtgenoote die eveneens afspraak gemaakt hadden om te komen rijden verschenen, was het helaas! reeds te laat. Eene der dames was reeds dood; de andere reeds zoozeer kiespijn, lachgas doet u de operatie als een pleziertje beschouwen, kwelt u keel pijn, Sodener mineraal-pastillen treden op als redders in den nood. Doch ik zal niet voortgaan met u al de menschelijke k»valen en hunne geneesmiddelen op te noemen. Als gij maar even een blik in de couran ten slaat, dan ziet ge hoe Hollo way, Hop- bitter, Malz-preparaten, en Urbanuspillen bereid zijn tegen civielen prijs eene worste ling aan te gaan met uwe ziekten als St. Joris met den draak, eu deze, evenals St. Joris zijn vijand deed, vernietigen. Mochten deze verschillende redders onzer lijdende menschheid wellicht juist de kwaal hebben vergeten op te noemen, waaraan gij lijdende zijt, dan vindt ge daarvoor zeker baat bij de Zwitsersche pillen van Rich. Brandt. Niettemin zijn er nog heel enkele kwa len, waarvoor de bovenbedoelde philan- tropen nog geen kruiden hebben kunnen ontdekken. Den nek breken is nog altijd een vonnis, waarvan niet in appèl te ko men is en een hart dat stilstaat, is met geen pil ter wereld weer tot kloppen te krijgen. Buiten deze eu nog een paar andere uitzonderingen, heeft men tegen-! bewusteloos, dat ook zij kort daarna over leed. Men vervoerde haar naar //Toren vliet," waar men alles deed wat er gedaan kon worden om te trachten de levens geesten op te wekken. Toen de beide doc toren, de heeren Yan Berlekom en Bolle, op de noodlottige plaats aankwamen, bleek alles te vergeefs geweest te zijn. Zij kon den slechts den dood constateeren. Vooral de koude en de schrik moeten beiden zoozeer bevangen hebben, dat zij spoedig bewusteloos waren eu ongeschikt om zelve verdere pogingen aan te wenden om zich te redden. Hartverscheurend moet het schouwspel geweest zijn, toen de knaap met moeite moest worden tegengehouden om niet te ver te gaan in zijue pogingen om zijne moeder ter hulpe te snellen, die men tel kens nog zag maar te vergeefs poogde te redden. De toestand van de derde dame, die bij hare poging tot redding ook te water geraakte en van wie het eerste gerucht meldde, dat ook zij zeer ernstig ongesteld was, is niet gevaarlijk geweest; zij is her stellende. De beide slachtoffers van dit tref fend ongeluk zijn de eehtgenoote van den Commissaris des Konings in Zeeland, jhr. De Brauw, enmej. van Doorn van Koudekerke. ONDERWIJS. In de //Staatscourant" is het verslag opgenomen der commissie, in 1887 be last met het, afnemen der examens in de Eugelsche taal, middelbaar onderwijs, over eenkomstig het koninklijk besluit van 9 Augustus 1879 (Staatsblad no. 149). KËOMÏiWS. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Wapen velde (Geld.) ds. H. Waardenburg, te Dinkster- en Kolderveen (cl. Meppel); te Wilp(cl. Groningen) ds C. L. van den Broek, te lleiloo (cl. Alkmaar), die voor Welsum heeft bedankt. {Voor den inhoud dezer ruhrielc stelt de Redactie zich niet aansprakelijk.) Mijnheer de Redacteur Onder den indruk van het verhandelde op de vergadering van //Volksbelang" op Donderdag jl. vond ik het voor mij, wien een eu ander onder het voorlezen der correspondentie tusschen den heer Farn- combe Sanders en den secretaris der ver- eeniging ontsnapt was, niet overbodig, hier en daar nog eenige inlichtingen over het voorgelezene in te winuen. Daarna is het mij voorgekomen, dat we door het aannemen van de motie-Tideman nog geen stap verder zijn gekomen, altijd, geen stap verder tot vereffening van liet verschil met den heer F. S. Herinner ik mij goed en ben ik juist ingelicht, dan heeft de heer F. S. ver klaard, nooit de candidatuur te kunnen aannemen van eene vereeniging, als welker tolk, volgens zijne meening, de voorzitter het vraagstuk der nationalisatie van den bodem, het belangrijkste aller vraagstuk ken noemde. Ja, hij moet zelfs verklaard hebben, het niet voldoende te achten, als dit vraagstuk voorloopig van het programma werd geschrapt, maar min of moer duidelijk den wensch hebben geuit, dat de geheele vereeniging het credo van haren voorzitter zou verloochenen. Zoo de heer F. S. er niet zeker van was, dat de voorzitter niet op eene volgende vergade ring de meerderheid voor zijn gevoelen kan winnen, zou hij van //Volksbelang5' geene candidatuur kunnen aannemen. Dit is door velen, zoo ik bemerk, uit zijn schrijven aan onze vereeniging opgemaakt en is nu deze conclusie juist, dan zie ik niet in, dat aan het overwegend bezwaar van den heer F. S. ook maar eenigszins is tegemoet gekomen. De motie zegt alleen, dat de vereeni ging de vraag over nationalisee ring van den bodem niet zal stellen bij de aanstaande verkiezing. Dit sluit niet uit, en daar kan men trouwens woordig evenwel al de meer of minder serieuse storingen in de lichamelijke func- tiën, als glas doorzien eu houdt ze finaal onder de knie. Maar tegen doofheid schijnt men nog maar niet veel te kunnen doen. Niet te gen Oost-Indische doofheid, die ik som tijds te hulp roep als mijn vrouw of mijn dochter een nieuwen zomerhoed verlangen, of wanneer de Damiaatjes luiden als het glad is en ik geen zin heb, mijn gedien stige met den aschbak naar buiten te zenden, omdat ik bang ben voor haar grimmig gezicht en omdat de buren hel ook niet doen. Maar tegen [de echte, ware, lastige doofheid. Ziezoo, nu beu ik eindelijk waar ik wezen wou. Ik wilde u eens in kennis stellen met een middel tegen doofheid, dat dezer dagen gebruikt zou worden. „Zou worden" zeg ik, want het is er niet toe gekomen, ik kan u dus helaas niet zeggen of het al dan niet «probatum" heeteu mag. Er was dan ereis een dienstmeisje in Haarlem. Zij had ongelukkig heel veel last van doofheid en dit werd van liever lede zoo erg, dat de familie, bij wie zij diende, ten slotte er over begon te den- in //Volksbelang" nooit iets tegen hebben dat de voorzitter in de eerste de beste vergadering van //Volksbelang" zijne voordracht over nationaliseering van den bodem houdt. De mogelijkheid blijft dus bestaan, dat, ingeval de vereeniging een programma ontwerpt, zij daarin aangeeft propaganda te zullen maken voor nationa liseering van den bodem. Het bezwaar van den heer F. S. is dus niet wegge nomen en kan niet weggenomen worden ook. Hij had dit bezwaar niet moeten opperen. De groote meerderheid van //Volksbe lang" zou wel eens kunnen uitmaken, dat zij, evenals de voorsteller van bovenge noemde motie, van oordeel is, dat art. 192 het fondament is van dat kostbaar klein ood onzer partij: de openbare school. De heer F. S. vindt dat artikel niet meer waard dan een stuk blank papier. Die twee opvattingen zijn zóóverre van elkan der, als die over nationaliseeriug van den bodem maar kunnen zijn. Zoo min als nu eene vereeniging, die in het algemeen, niet alleen bij verkiezingen, de belan gen des volks behartigt, hare overtuiging inzake onderwijs, ten genoege van een af gevaardigde kan prijs geven, zoo min kan zij eenig lid of haren voorzitter beletten, proselieten te maken voor de zaak, waar mee hij veel op heeft, die hij beschouwt als de belangrijkste aller aangelegenheden, waarmede hij dweept. Om bovengenoemde redenen meen ik, dat de heer F. 8. nog voor de uitnoodi- girg van //Volksbelang" zal bedanken, en ik deel deze meening te vrijer meê, om dat, zooals bekend is, ik zelf tegen het stellen dier vraag bezwaar heb gemaakt. Na dankbetuiging Uw dw. dr. KOELOF LUIJTEN- Duitschland. De officieeleifoic^s- anzeiger maakt Bet verbondstractaat vati 7 October 1879 tusschen Duitsch land en Oostenrijk-Hongarije open baar. Het officieele blad zegt ter inleiding: «De regeeringen van Duitschland en Oostenrijk-HoDgarije hebben tot de openbaarmaking van het verbond besloten, om een einde te maken aan twijfel, welke omtrent de zuiver defensieve bedoelingen daarvan werd gekoesterd en waar van misbruik werd gemaakt. Beide regeeringen streven ernstig naar het behoud des vredes en naar het af weren van elke verstoring daarvan, en zijn overtuigd dat door de open baarmaking elke twijfel verder zal buitengesloten zijn.» Het tractaat stelt beide partijen tot plicht, indien ééne harer door Rusland wordt aangevallen, bijstand te verleenen met hare geheele oor logsmacht, en niet dan gemeen schappelijk vrede te sluiten. Wordt een barer door een andere mogend heid aangevallen, dan is de andere minstens tot eene welwillende onzij digheid verplicht. Beide partijen echter hopen, na de te Alexandrowo verkregen verklaringen, datRuslands oorlogstoerustingen niet voor haar eene bedreiging zijn. De Legerwet zal aanstaanden Maandag door den Rijksdag in tweede lezing behandeld worden. In vele Duitsche bladen wordt de onder stelling uitgesproken, dat prins Von Bismarck deze gelegenheid zal aan grijpen om mededeelingen te doen betreffende den algemeenen politie- ken toestand; men verwacht, dat die Diet van onrustwekkenden aard zul len zijn. Den 15n Februari zal keizer ken haar te ontslaan, daar zij hare bezig heden, met den besten wil ter wereld, niet meer kon verrichten, zooals vroeger. De kwaal week voor niets. Zoo stonden de zaken, toen op zekeren dag een boer een bezoek bracht bij de ouders van het meisje van wie hij hare onge lukkige toestand vernam. Eu, ja waarlijk, de bezoeker wist raad. Zijn recept, een voudig als een dokter's voorschrift en goedkoop als een apothekers-prijs zelden zijn, luidde als volgt: „Neem een fleschje lijnolie en laat dat (fleschje en al) bakken in een roggebrood. Nadat dit gebeurd is, neem dan de olie er weer uit en doe een weinig daarvan op een watje in het oor. De doofheid zal er geheel en al door verdwijnen." Wij weten niet of de raadgever mis schien een paar tantes had, wier verre achterneven een aangetrouwde halfzuster bezaten, die wel eens door dit middel was genezen. In ieder geval, men be sloot de proef te wagen. Er werd een fleschje gevuld met lijiolie en dat naar een bakker gezonden, met verzoek het te bakken in een roggebrood. Maar dat bakken ging nog zoo vlot Wilhelm 70 jaren chef zijn van het Russische regiment Kaluga. Reuter seint van heden uit BerlijnDe ochtendbladen verklaren, dat de openbaarmaking van de be palingen, waarop het Duitsch-Oos- tenrijksche verbond berust, in hooge mate de aandacht verdieDt. Het doel daarvan is aan den eenen kant de regeeringen te Petersburg en te Parijs gerust te stellen, maar aan den anderen kant ieder, die den vrede wil storen, een zeer duidelijke waarschuwing te geven. Volgens de National-Zeitung bad de heer Von Bennigsen Dins dagmiddag een onderhond met Prins Bismarck, dat een uur duurde. Misschien geschiedde dit op ver zoek van den kanselier, indien al thans het voornemen bestaat, de land weer wet in den Rijksdag even terughoudend te behandelen als de aard dezer wet vereischt. In alle gevallen zullen de beraadslagingen der commissie geheim worden ge houden. Frankrijk. De Matin bevatte Vrijdag eenige stukken van Vigneau, waarin deze nieuwe onthullingen doet omtrent de zaak der decoraties. Deze onthullingen hebben groote opschudding teweeggebracht. Men beweert dat zij den val van het Ka binet zullen kunnen na zich sleepen. In de Kamer kondigde Provost Launay aan dat hij den minister van Justitie interpelleeren zou over zijne houding in zake het schandaal met de decoraties. Tirard had Vrijdagochtend een langdurig onderhoud met den pro cureur-generaal. Provost ontwikkelde zijne in terpellatie, die tot de levendigste woordenwisseling aanleiding gaf. Fallières antwoordde dat de rechter van instructie zich er niet tegen ver zette, dat Wilson geïnculpeerd werd. Ten slotte werd de motie, om over te gaan tot de orde van den dag, waarmede de minister-president Ti rard zich had vereenigd, met 305 tegen 175 stemmen aangenomen. In den loop zijner rede heeft de minister Fallières gezegd, dat de beslissing, welke binnen weinige dagen door de justitie genomen zal worden, een bewijs zal zijn der onafhankelijkheid van de magistra tuur. Het is niet onwaarschijnlijk, dat door de commissie, belast met het onderzoek der ontwerpen voor een nationaal monument, in 1889 te Parijs te onthullen ter gelegenheid van het eeuwfeest der Fransche revo lutie, een plan zal aangenomen wor den, waarbij de oprichting voorge steld wordt van een Musée de la Révolutionwaar alles tentoonge steld zal worden, wat maar eenigs zins in verband staat met de re volutie van 1789. Men rekent, dat daarvoor een som van acht k tien miilioen francs zou benoodigd zijn. Meer dan eens is de kwestie van een Engelsch-Frausch-Russisch verbond besproken en vele Fran sehen zagen dit gaarne tot stand komen als een tegenwicht tegen het Oostenrijksch - Italiaansch - Duitsch verbond. Men heeft zelfs beweerd dat de reis van Lord Randolph Churchill in Rusland geen ander doel had dan de diplomatieke we reld in Rusland over deze kwestie te polsen. De afgevaardigde Alfred Goulier heeft een werk uitgegeven waarin hij zich voorstander van deze com binatie noemt. De schrijver ontveinst niet. De bakker had geen zin in de zaak in weerwil van de uitlegging die hij er bij had gekregen; hij draaide het fleschje om en om, rook er eens aan en nam einde lijk het kloeke besluit, de verdachte vloei stof door een apotheker te doen onder zoeken. Dat bezoek maakte den bakker echter niet wijzer. De apotheker zeide, dat hij het te druk had, en dat de bakker maar naar de politie moest gaan, als hij bang was dat de zaak niet recht deugde. Nu, komt men over den houd, dan komt men over de staart. Nu de bakker toch eenmaal de deur uitgeloopeu was, kon hij in dezelfde moeite wel naar het politie-bureau gaan, te meer nog daar het bewuste fleschje hem al meer en meer verdacht toeleek, hoe vaker hij er zijn achterdochtigen blik op vestigde. Door de dienaren der Hermandad werd hij eindelijk uit de onrast ver lost. De politie verklaarde, dat het fleschje niets anders inhield dan wat het inhouden moest: zuivere lijnolie, het is mij niet bekend of de inspecteur, die de zaak behandelde, al dan niet adviseerde om het in het roggebrood te bakken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2