NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De Goudvallei. 5e Jaargang. Woensdag 8 Februari 1888. No. 1410. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTEHTIEN: HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etranaère G. L. ÜJTJBE Co., JOH. F. JONES, Stier., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. STADSNIEUWS. Haarlem, 7 Februari. Het hoofdkiesdistrict Haarlem is voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer verdeeld in de volgende vier onderkiesdistrictende afdeelingen II en VI; de afdeelingen I en III; de afdeeling IVde afdeeling V. De Staatscourant bevat o. a. de statuten der «IJsclub voor Haarlem ien Omstreken». De heer W. Gosler verzoekt ons te melden, dat hij wegens drukke werkzaamheden en om vrijer te staan in zake de cacdidatuur Farncombe Sanders, het raadzaam heeft geacht als bestuurslid der Vereen. «Volks belang» zijn ontslag te nemen. De Maandagavond in «Weten en Wer ken" gehouden voordracht was aan natuur- en scheikunde gewijd. De heer P. H. van der Ley verklaarde, toegelicht door proeven, voor een talrijk gehoor eene menigte verschijnselen op dit jebied en wel op zóó bevattelijke en on derhoudende wijze, dat menigeen zich na afloop dankbaar gestemd zal bebbeu gevoeld. Wanneer wij aldus leidde spreker zijn lezing in in de natuur rondom ons zien, ontwaren wij overal strijd. In de menschenwereld verwekken de verschil lende neigingen en inzichten eene onop houdelijke werking; in de dierenwereld ontdekken wij, als is het onder een minder edelen vorm, hetzelfde verschijnsel. Ook in de plantenwereld is het waar te nemen zelfs in de «leveiilooze" natuur. Over de onderlinge werking van eenige stoffen zou spreker het dezen avond hebben. In de stoffelijke wereld geldt overal het recht van den sterkste zooals 3pr. dit eigenaardig uitdrukte en door de vol gende proeven aantoonde: Wanneer meu bij het sap van roode- kool vitriool voegt, verandert de paarse kleur van laatstgenoemd vocht terstond in eene roode. Wordt betzelfde sap met geest van zout en kalkwater vermengd, dan verkrijgt het een groene kleur, eveneens door toevoe ging van soda of geest van sal-ammoniak. Wanneer beide vochten in zekere hoe veelheden bij het sap worden gegoten, vernietigen zij elkanders werking en heeft er geeue verandering van kleur plaats, maar in verschillende hoeveelheden, ont staat er of eene groene of eene roode kleur «naarmate bet eene vocht de overhand heeft op het andere". Ook bij den smaak der vochten en stoffen treft men een overeenkomstig ver schijnsel aan. Vitriool, dat een zuren en soda, dat een wrangen smaak heeft, vor men vereenigd liet bekeude glauberzout. Op dezelfde wijze verkrijgt men door samen voeging van zoutzuur en soda (beiden ver giften) keukenzout. Ook lakmoes, een paarse, plantaardige vloeistof, wordt door toevoeging van een zuur rood. Door deze eigenschap geleid, kan men door de toepassing van lakmoespapier onderzoeken boe een vocht smaakt. De kleurverandering van dit papier doet den zouten of zuren smaak der vloeistoffen kennen. Men onderscheidt in de chemie basen en zuren. De hierboven genoemde vloeistoffen, welke niet tot de zuren behooren, worden onder de basen gerangschikt. Steeds wer ken de basen en zuren elkander tegen. Zoo is bvb. het slangen vergif een zuur,welks werking door de aanwending van een basis kan worden vernietigd, evenzoo het brandnetelvergif en fosforzuur. Het maagzuur kan door aanwending van magnesia, kalk- of sodawater worden bestreden. Door een proef toonde spreker aan dat de bijtende werking van vitriool op plant aardige stoften, als b. v. b. op parkal, door de toepassing van een basis wordt opge heven. Door samenvoeging vau verschil lende elementen kau meu nieuwe stuffeu doen ontstaan. Er zijn verschillei.de verbindingen van zuurstof met metalen eu plantaardi ge stoffenzooals menieijzer-oxyde, schietkatoen enz. Men kan eene verbinding ook weer ontleden in enkelvoudige stoffen zooals door sterke verhitting en electri- j citeit. Eenige suelroesteude metalen, welke slechts in petroleum als geen zuurstof bevattende kunnen bewaard worden, verbranden door de enkele aanraking met genoemd gas. Door schoone proeven toonde spreker deze verschijnselen aan. Water werd in zuurstof- en waterstofgas, glauberzout in soda en vitriool ontbonden. Uit proeven met geel en rood bloed- loogzout bleek, dat deze stoffen van kleur veranderen door toevoeging van ijzervitri ool en er een blauwroode neerslag werd gevormd; door toevoeging van koper vitriool vormde zich een anders gekleurde neerslag. Merkwaardig was ook de vorming van een loodaanslag in een flesch met een loodsuikeroplossiug, waarin een stukje zink was opgehangen. Het lood hecht zich in kristallen aan het zink en vormt een schitterende massa, de loodboom geheeten of ook wel //de boom van Saturn us." Hetzelfde verschijnsel heeft men met eene zilveroplossing, dat «de boom van Diana" wordt geheeten. De ontbinding van samengestelde in en kelvoudige stoffen vindt ook hare toepas sing in de hoogovens, waar de ertsen met kool vermengd worden en dan door sterke hitte de onzuivere bestanddeelen afscheiden, die in bet kool worden opge nomen. Door de wetenschap der chemie had men het zeide spr. zoover gebracht, dat alle stoffen, op slichts zestig na, in enkelvoudige waren ontleend. Deze noemt men elementen. De samenstelling van oliën is steeds dezelfde; zoowel petroleum als rozenolie bestaan uit koolstof en waterstof. De plantaardige stoffen bestaan alle uit kool stof, waterstof eu zuurstof; de dierlijke stoffen uit dezelfde gassen en stikstof. Bij verbranding laten de vaste lichamen slechts achter wat zij als onbrandbare bestand deelen in zich hebben opgeuomeu, welke overblijfselen met den naam vau aseh worden aangeduid. Heeft meu deze be standdeelen eerst door chemische midde len verwijderd, dan verbranden de stoffen geheel, zonder iets achter te laten. Dit resultaat verkrijgt men door b. r. papier en katoen aan de werking van zwavel en salpeterzuur te onderwerpen. Katoen aldus gepraepareerd is bet zoogenaamde schietkatoen, een stof bekend door hare vreeselijke werking, wanneer zij in een besloten ruimte tot explosie wordt ge bracht. Bij al deze werkiugen is één grondbe ginsel waar te nemen. Bij eene verbin ding wordt warmte ontwikkeldbij ont binding verkoeling. Op duidelijke wijze toonde spr. dit aan bij de oplossing en kristallisatie van glauberzout en enkele an dere stoffen; als vaste regel kan men aan nemen dat dezelfde boeveelheid warmte, welke ontwikkeld wordt bij eene verbin ding van stoffen, weder bij eene ontbiu- diug wordt afgezet of tegengehouden en in 't laatste geval eeu temperatuur wordt bereikt, die somtijds buitengewoon laag is. De proeven met samengeperst kool zuurgas, door spr. in zijne laatste nuts- voordracht gehouden, mogen van dit laatste ten bewijze strekken; de tempera tuur, die daarbij werd bereikt, deed water terstond tot ijs stolleu. Met eeu toepasselijk woord op hetgeen den toehoorders dezen avond was aange toond eu uiteengezet, besloot spr. zijn leerzame en met belangstelling gevolgde voordracht. Maandagavond vierde de Vereeniging «J. J. Oremer" alhier in den Schouwburg een zeer gedenkwaardig leest. Haar toch werd op dien avond door hare donateurs, dona trices en kunstlievende leden eene nieuwe Banier aangeboden, en het Comité dat het initiatief had genomen tot het tot stand komen van dit geschenk, bestaande uit de heeren Jac. Buys Jr., A. Weill en M. A. van den Berg, had terecht begrepen, dat dit feit feestelijk moest worden gevierd, en er daarom een Soirée Musicale aan ver bonden. Het feest werd geopend door den heer Jac. Buys Jr., president van het Banier- Comité, raet eene rede waarin hij de aan wezigen welkom heette en zijn leedwezen uitsprak, dat de beschermheer der Ver eeniging, de heer J. T. Creraer, door uit- laudigheid dit feest, dat hem ongetwijfeld veel belangstelling zou hebben ingeboezemd, niet kon bijwonen, terwijl bij den wenscb uitsprak, dat zijn reis voorspoedig wezen eu de Vereeniging Cremer, die zooveel aan hem te danken had, hem spoedig terug zien zou. Daarop volgde eeu quatre-maius voor piano, Haydn's le Symplionie, die vlug en zuiver werd uitgevoerd door deu jonge heer en de jongejuffrouw Mulié uit Leiden. Hierna deed zich het kwartet «Loreley" hooren met een hulde aan den schrijver J. J. Cremer, muziek van Smits. Wij be hoeven bijna niet te zeggen, dat dit wel bekende kwartet, op wier borst drie me dailles prijken, wederom uitmuntfe door eene uitnemende voordracht, waarbij ieder der uitvoerenden zijn stem zooveel moge lijk trachtte te doen ineenvloeien met die zijner mede-zangers. Door de heeren en mej. van Maas alhier, werd daarop Mendelssohn's Trio voor piano, viool en violoncel op. 49 in D. Moll voorgedragen, waarbij do pianiste blijk gaf van veel studie en gevoel voor muziek, van de strijkinstrumenten behaagde ons de violoncel het meest. Thans kwam aan de beurt de hoofd schotel van den aaugenamen disch, de aan bieding der «ieuwe Banier. Dit waarlijk fraaie doek, eenvoudig en toch schitterend, mag inderdaad een schoon geschenk hee- ten, der vereeniging «Cremer" ten volle waardig. De ontwerper is de heer Kuiper, van de Kunstnijverheidschool. De heer Buys wees in eene welspre kende rede op de groote verdiensten der Vereeniging, die in haar nog zoo kort be staan reeds zoovele lauweren heeft be haald en die zoo groote liefde koestert voor de kunst. Om die reden was het, dat hij thans het genoegen mocht smaken, haar deze nieuwe Banier aan te bieden, blijk van de hartelijke belangstelling die velen koesteren voor het heil en den bloei der Vereeniging. Een fraai album was hier bijgevoegd, dat de namen der schenkers bevatte. De president der Vereeniging „Cremer,"de heer van Gasteren beantwoordde deze toespraak kortelings en gaf, wegens treurige familie omstandigheden, daarop het woord aan den vicep resident den heer Warnier die in welgekozen bewoordingen allen, die tot deze schoone taak hunne steun hadden geschonken, zijne erkentelijkheid betuigde en ook het comité dank zeide voor zijne vele en welgeslaagde bemoeiingen. Op zijn voorstel werd de nieuwe Banier met een driewerf „hoera" begroet. De heer Buys antwoordde hierop en gaf o. a. den wensch te kennen, dat de „Vereeniging Cremer" haar nieuw vaandel steeds rein eu vlekkeloos zou bewaren. Ten slotte uitte een der werkende leden, de heer Jansen, de hoop, dat de Vereeni ging de zware taak zou vervullen die haar op de schouders was gelegd door het aan vaarden van dit vaandel, de taak n.l. om er nieuwe lauweren aan te hechten. Inmiddels had het kwartet „Loreley" eeu Feestzang ten gehoore gebracht, ge dicht door deu heer J. A. de Hoog, met muziek vau den heer W. C. H. Schmöl- ling. Na de pauze voerden de heer en mej. Maas een stuk var Beriot, «Scène de Ballet", voor piano en viool uit, waarin de jeugdige violist veel applaus verwierf, terwijl later mej. Maas nog twee kleine nummers voor piano ten gehoore gebracht, die een nieuw bewijs waren van hare liefde voor de muziek. De heer Jac. Buys Jr. droeg voor Van Beers' kerkportaal, met veel gloed en op zeer realistische wijze. Het kwartet zong nog «In 't Bosch", Verhulst's, welbe kende fraaie compositie, en Scbmölling's „Meiplanting." Daarop sloot de president van het Ba nier-comité de feestavond met een harte lijk woord van dank aan diegenen, die hunne medewerking hadden verleend om dezen avond zoo aangenaam te maken als hij is geweest. Wij moeten nog tusschen voegen, dat door den heer M. A. van den Berg het album bij de Banier behoorende, sierlijk getee- kend en gecalligrafeerd was. Eu ten slotte: wij stemmen van harte in met de woorden van den Verhef Banier, u dan omhoog! Blijf steeds tot eer verstrekken! Opdat, wanneer op U het oog Staar, ge tot ijver op moogt wekken, Dan is der schenkren wensch voldaan Bloei „Cremer" voort, in lang bestaan. In de hoofdstad van Luxemburg' is het denkbeeld opgevat, op een vooruitspringende rots een monu ment te plaatsen voor den H. Jozef met het Christuskind, welk beeld in kolossale afmeting, uren ver in den omtrek zichtbaar zal zijn. De uit voering van dit werk is opgedragen aan den beeldhouwer Stracké alhier. FHUILLETO JXT. 150'. LI» HOOFDSTUK. TWEE KAPEBS DEK WOESTIJN. Opgepast, zeide Pepe, die achter de beide dennen geknield lag, de vijandelijkheden of de onderhandelin gen gaan beginnen; ik zie twee handen die hoven den top der rotsen uitsteken en ten bewijze van vrede heen en weer bewogen worden. Maar kijk!.... die handen houden niet de vredepijp.... en de kleederen, die de armen bedekken, zijn niet die van de ApachenMet wie hebben wij dan te doen? Nauwelijks had Pepe deze woorden gesproken en deze opmerkingen gemaaktof eene sterke stem deed zich hooren Wie is degene, zeide de stem, dien de Indianen den Arend der Besneeuwde Bergen noemen? Wat is dat? mompelde Bois-Rosé verwonderd, ne wie spreekt Engelsch onder die schurken? En daar Bois-Rosé niet antwoordde, hernam de stem: Misschien verstaat de Arend der Besneeuwde Bergen de taal niet, die men in Canada spreekt? En de 6tem herhaalde hare vraag in het Fransch. Bois-Rosé bleef stom van verbazing op het gezicht der beide vreemde gedaanten, die zich eensklaps op de borst wering tegenover bem oprichtten. Hij herkende twee mannen wier bloedige en vreeselijke faam niet alleen tot hem door gedrongen was, maar die het toeval voor de tweede maal op zijn weg plaatste. De eerste was hem reeds zeer noodlottig geweest. Op het gezicht dier twee mannen, maakte zich een vreemd, ongekend, smartelijk gevoel van het hart van den onver schrokken woudlooper meester; Fabiaan was daar en voor de eerste maal zijns levens gevoelde Bois-Rosé bijna vrees. Zijne stalen spieren kwamen in beroering evenals de stevige lianen der Amerikaansche wouden, die de gewone wind nimmer heeft doen 'beven en die eensklaps onder deu druk van den storm sidderen. Roode-Hand en Bloedhond! Herkent gij ze? zeide hij tot Pepe. Pepe gaf een bevestigend teeken. Hij had denzelfden schok gevoeld als Bois-Rosé. Vertoon u niet, riep hij, het is een dag van rouw voor al degenen die hen ontmoeten. Ik zal mij wel laten zien, hernam Bois-Rosé, want anders zou het juist zijn of ik vrees had; houd even wel het oog gevestigd op elk blad der struiken en verlies geene enkele beweging dier tweeslachtige dieren uit het oog. Dit zeggende, verhief de Canadees zich in zijne volle lengte het plat op, recht en stevig als de loop zijner karabijn en zijn heldere, doordringende en kalme blik be wees dat zijn hart niet lang vrees kon gevoelen. Deze twee bandieten met hun terugstootend gelaat waar aan zij de zwaarmoedige en ernstige uitdrukking der India nen trachtten te geven, maakten een scherp contrast met Bois-Rosé, wiens kalm gelaat en athletische vormen de schoonste uitdrukking voorstelden van de koninklijke kracht die op moed berust. Wat wil men van den Arend der Besneeuwde Bergen, daar dit de naam is waarmede men mij heeft aangeduid? vroeg de Canadees ernstig. Ei! ei! zeide de roover uit Illinois, afschuwelijk glimlachende, wij hebben elkander reeds gezien, geloof ik en indien ik een goed geheugen heb, zou de Canadee- sche woudlooper zijn scalp niet behouden hebben zonder.... Een slag met den kolf van een geweer op uw schedel, dien uw uitstekend geheugen u nog moet herinneren, voegde Pepe er bij, die ook deel ging nemen aan het ge sprek, dat in 't Engelsch gevoerd werd. Ah! zijt gij daar ook? hernam de Amerikaan. Zooals gij ziet, antwoordde de Spanjaard met koel bloedigheid en van haat flikkerende oogen. Degene, dien mijne Indiaansche broeders den Spotvogel noemen zeide Bloedhond. Ik ben gekomen om woorden van vrede te hooren en de taal van Roode Hand en die van Bloedhond dwalen ver van het doel af, zeide Bois-Rosé ernstig. Dat zal niet lang duren, hernam de Amerikaan,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1