NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. De Goudvallei. 5e Jaargang. Dinsdag 14 Februari 1888. No. 1415. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: S T A I) S N I E U IV S. Waarin eindelijk babaja in niets meeb obocbe te benijden heeft. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. - 1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiera. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Puhlicite Etrangère G. L. O AU BE Co., JOH. F. JONES, Sucr., Parijs, 316is Faubourg Montmartre. Haarlem, 13 Februari. Aan het vóór eenigen tijd door belangstellenden alhier, opgevatte voornemen om aan het Prinsen- Bolwerk, in de villa «Sophiadal», een r. k. ziekenhuis op te richten, zal geen gevolg worden gegeven wegens de eigenaardige moeielijkhe- den aan de bebouwing van de bij de villa behoorende open gronden verbonden. De groote zaal der sociëteit «Ver eeniging» leverde Zaterdagavond een zeldzamen aanblik op. Tal van leden namen deel aan het gemas kerd bal, dat daar plaats vond. Dat het aan sierlijke en vreemdsoortige costumes niet ontbrak laat zich den ken. De hoogst geanimeerde stem ming, welke er heerschte, was zeker wel het beste bewijs, dat men veel genoegen smaakte. Door «Inspanning: Uitspanning» voerde Zondagavond voor een goed bezette zaal een drama en een kluchtspel ten tooneele. De meeste rollen bleken in goede handen te zijn en hadden dan ook het succes dat zij verdienden. De tooneelvereeniging «Excelsior» gaf Zondagavond in het café «Ro- zenprieel» hare derde voorstelling. De stukken, die op het programma vermeld stonden, werden met veel en-train en onder daverende bijvals betuigingen der aanwezigen afge speeld. Zaterdagavond vierde de Typo- graphische vereeniging «de Phenix» alhier, in de bovenzaal der sociëteit, «de Kroon» het feest van haar 19- jarig bestaan. Ofschoon het meer het karakter had van een gezellig samenzijn, waren de leden met hunne dames goed opgekomen. De presi dent de heer C. Mommaas Cz., schetste in zijn welkomstwoord den toestand der vereeniging, die, hoe wel niet rooskleurig, toch betrekke lijk bevredigend mocht heeten. De uitkeering aan ziekengelden hadden dit jaar bedragen de som van f 203,08, terwijl aan de nagelaten betrekkingen van twee overleden leden f 50 was uitgereiktwelke sommen, in verhouding tot het be perkt getal leden, aanzienlijk kon den genoemd worden.Spreker merkte verder op, dat, niettegenstaande soms ernstige tijden voor de vereeniging aanbraken, zij toch gedurende 19 jaren trouw aan haar beginsel: el kander steunen in dagen van ziekte en tegenspoed, had kunnen voldoen. De heer A. Hazevoet, eere-lid en mede-oprichter der vereen., spoorde in den loop van den avond in flinke en gepaste bewoordingen het be stuur en de leden van de «Phenix» aan, om met moed den ingeslagen weg te blijven volgen, waaraau de president toevoegde «Wie lust heeft tot het goede, lean zelfs de rots beklimmen, Waarop des «Phenix» asch rondom hem zal ontglimmen.» Met het houden van voordrach ten, het zingen van toepasselijke liederen, begeleid door muziek, en een wedstrijd in het kluwen-winden, onder de dames, om prijs en premie werd de avond in gepaste vroo lijkheid doorgebracht en scheidde men noode bij 't aanbreken van den morgen in tevreden en opgewekte stemming. De afdeeling //Haarlem" van het alge meen Nederlandsch Werkliedenverbond hield Zondag eene openbare vergadering in het gebouw //Weten en Werken". De president drukte zijn ingenomenheid uit, weder eene bijeenkomst van de afdee ling te mogen openen, al was de opkomst der leden niet zoo groot als wel gewenscht Vervolgens verleende hij het woord aan den heer Th. Postma, voorz. van de afd. Leeuwarden van het Verbond, die de ipreekbeurt zou vervullen en tot onder werp had gekozen nde oplossing der so ciale kwestie is de taak van alle standen." We willen trachten de rede van den heer Postma in hoofdtrekken weer te geven Spreker plaatste op den voorgrond, dat men van hem niets nieuws zou hooren, evenmin een sterk gekleurde toespraak; ook zou hij zich niet bewegen op poli tiek terrein, maar wanneer men een een- mdig, welwillend woord wenschte te vernemen zou hij trachten zooveel in zijn vermogen was dezen wensch te bevre digen. //De medewerking aan de oplossing der sociale kwestie is de taak van alle standen." Deze stelling zeide spr. bevat eene waarheid, die maar al te vaak betwist wordt, doch zij steunt niettemin op goede gronden. De medewerking wordt beaamd door de leden van het Nederl. Werklie denverbond. Samenwerking der verschil lende klassen is de taak eener gezonde samenleving. Wel wordt door hen, die buiten de beweging staan, aan de nood zakelijkheid daarvan getwijfeld. Zij zeggen: De arbeidersbeweging moet zelf het bewijs leveren, dat zij levensvatbaar is; er moet van haar zelve een mandaat uitgaan dat zij gewettigd is. Ook wordt gezegd dat die beweging kunstmatig is en gevraagd of het noodig is haar in het leven te roepen, daar er toch zooveel voor den werkman wordt gedaan. Een vooroordeel tegen de beweging is, dat zij een materialistisch karakter draagt. Men vraagt wat wil zij oplossen De sociale kwestie zal altijd bestaan. De ge schiedenis leert dat de beweging tot vrij- aking steeds van onderop kwam. Verder zeggen de tegenstanders, dat het niet de taak is van alle standen om daaraan werkzaam te zijn; laat aan de arbeiders zei ven de oplossing over. Dit is een taal, die vaak wordt gehoord bij de beoordee ling van de arbeidersbeweging. Ter weerlegging hiervan moest spr. in de eerste plaats bewijzen dat de quali- ficatie //kunstmatig" ouzin is. Men be hoeft slechts op de algemeenheid der be weging te letten, die als uit den grond is opgekomen, op de sympathie tusschen de erschilieiuie plaatsen. Zoowel als er zich op politiek en godsdienstig gebied stroo mingen openbaren, valt er ook eene in den arbeidersstand waar te nemen. Het doei is de geleidelijke vrijmaking en ver heffing van deu werkenden stand, op dat deze meer eene plaats inneme den feestdisch van het leveu. Men noemt dit overdreven bij het vele dat het meuschelijk leven reeds biedt. Nu komt de werkman met dezen eisch, hij verlangt naar een toestand waarvoor hij niet rijp is. Men zegt dat den werkman de weg is geopend om tot welvaart en aanzien te geraken. Spr. haalde twee der gelijke voorbeelden uit zijn eigen ervaring aan. Hij had een werkman ontmoet, die het zoover had gebracht, dat hij kon zeggen //Ik beu matig in het gebruik van sterken drank; ik ben sterk, laat ook een ander sterk zijn." In een der afdeelingen had spr. een gezeten schipper ontmoet, die hem zijn welvaart toonde en er met trots op wees dat hij zijn brood op het water had ge geten. Hij had spr. in zijn fraaie huiskamer geleid en hem zijne verwondering te ken nen gegeven over die arbeidersbeweging, waarvan hij verklaarde de strekking niet te begrijpen. //Hij" had het toch wèl ver gebracht. Zou zoo iemand vroeg spr. ook nog niet tot zich zeiven met hoogmoed zeggen: //ben ik bet niet, die dat trotsche Babel heeft gebouwd?" Dergelijke voorbeelden maken de uitzon dering nog niet tot regel. Waar een wil is daar is een weg, hoort men raak. Maar waar blijven dan die dui zenden werkloozen, die met den besten wil ter wereld niet verder komen? Een materialistisch streven, wordt ge zegd, is dat van de beweging en zij die met deze bewering aankomen zeggen ook: er is een deel in het maatschappelijk leven, dat boven het stoffelijke verheven is, een mensch leeft toch niet bij brood alleen en deze lieden behandelen in hunne ver gaderingen slechts geestelijke onderwerpen. Een volkszaak bij uitnemendheid moet de arbeidersbeweging zijn. Er zijn in de Vereeniging mannen die streven naar stoffelijke welvaart, mannen van verstand en beschaving. Mogen zij den weg aanwijzen tot ver krijging der waarachtige moraliteit, die alleen bestand doet zijn tegen de stormen des levens De maatschappij is als 't ware één lichaam. Het ziek zijn van één lid daar van kan de ondergang van het geheele lichaam ten gevolge hebben. Alles in onze omgeving is het werk van den arbeider: het fijnste voorwerp van weelde tot het geringste voor huiselijk gebruik. Men behoeft geen te sterk ge kleurde meening te hebben noch te over drijven, om te erkennen dat de toestand van den werkenden stand verre van be nijdenswaardig is. De arbeidersbeweging moet dien toe stand trachten te verbeteren. Waarin be staat de medewerking, waarvan spr. in zijn stelling gewaagt? Met een zekéren eerbied voor hetgeen er ten behoeve van den werkman geschiedt, moet toch worden erkend dat in Nijver heid, Nut en Pensioenfondsen en meer instellingen niet de gewenschte samen werking valt op te merken zij die het dan zoo wel met den werkman meenen, staan niet naast hem, maar behandelen hem als voogdenzij moesten leven en denken met den werkman en hem daardoor in staat stellen de sociale kwestie te bestu- deeren, alles bevorderen wat zijn lot kan verbeteren, zooals door het stichten van woningen enz. Behalve stoffelijke zaken, moest ook de wetenschap hem ten goede komen. Hoevele geleerden zijn er, die de wetenschap slechts ten eigen bate aan wenden en binnen de grenzen van hun studeervertrek houden wat in 't openbaar en ten voordeele van hen, die 't zoozeer behoeven, moest worden aangewend! En kele lichtende sterren zijn er nochthans, die daarop eene uitzondering maken. Spreker meende met deze beschouwing een idealen toestand te hebben geschetst, geenszins eenen, die ooit te bereiken zou zijn. Te veel mocht ook niet worden ge vergd, en ook niet veroordeeld. Alleen de standengeest verdwijne. Niet te veel heeft men te rekenen op lotsverbetering van den werkman, maar deze moet in ieder geval van hemzelven uitgaanhij kent zijne behoeften, zijne kracht. Het beste is echter om daartoe langs billijken en eerlijken weg te ge raken. Wat is er tot stand gekomen, vroeg spr. Nette woningen, waar vroeger geen werkman aan dacht, toen hij in vuile be- rookte krotten huizen moest. Ook kan tot verbetering van zijn lot leidenvorming van kapitaal door coöpe ratie, het inkoopen van levensmiddelen voor gezamenlijke rekening, het contract stelsel met winkeliers enz. enz. Besparing is mede een gewichtig ele ment om tot welvaart te geraken. Hoe is het mogelijk, dat werklieden daaraan kun nen twijfelenMet genoegen had spreker vernomen dat de afdeeling Haarlem edele mannen telt, die daarop hadden gewezen. Een volkskanker bij uitnemendheid noemde hij het misbruik van drank. Een werk man had aan spreker eens zijn nood ge klaagd. Had hij iedere week de 50 cent bespaard, die hij aan st. dr. had uit gegeven, dan zou hij nu een welgezeten man kunnen zijn. Coöperatie is in ieder geval een eerlijk middel om tot welstand te geraken. Ook het recht van petitie kan veel goeds voor den werkman opleveren. Al mist hij steun in de Kamer, toch kan hij invloed uitoefenen in groote en kleine aangelegenheden welke zijne belangen raken; door de toepassing van art. 9 der Grond wet, dat hein genoemd recht verleent. Spreker zou wenschen dat de werkman nog meer zou kunnen tot stand brengen, zooals afschaffing der militie, algemeenen dienstplicht, herziening van liet belasting stelsel, toezicht op woningen en fabrieken, afschaffing van den Zondagsarbeid, beper king van den kinder- en vrouwenarbeid, oprichting van Kamers van arbeid enz. enz. De werkstaking te Almeloo pleit voor het nut van het vereenigingsleven, nu de arbeiders daar, ontbloot van hunne bron van inkomst, in staat zijn de vruchten te plukken van hunne samenwerking en spaarzaamheid. Een schema voor een wet op den arbeid zal spoedig tot stand komendit is althans een gevolg van den aandrang der werkende klassen bij de Wetgevende Macht. Het petitionneeren loont nog wel schaars de moeite, want de Wetgevende Macht wei gert veel van hetgeen door de arbeiders gevraagd wordt, maar toch zijn er ont wikkelden en geletterden, die ook het hunne willen doen om hen te hulp te komen in hun voortdurenden strijd voor hun moeilijk bestaan. Minder onberaden huwlijken zullen tot stand komen en de arbeider zal doordrongen worden van de noodzakelijkheid tot be- FHUILLBTO W. 1551 LIV. HOOFDSTUK. Pas had Pepe deze opmerking gemaakt, of een tweede mantel, door een onzichtbare hand over den eerste gewor pen, kwam zijne bewering bevestigen. Wat er ook van zijn moge, voegde de Canadees er bij, ik bewaak met alle oplettendheid de geheele rij struiken en geen oog zal zich in de opening der bladeren vertoonen zonder dat ik het dadelijk zie. Eene derde bieonhuid voegde zich weldra bij de twee eersten; zoo konden de jagers achtereenvolgens nog vijf andere vellen tellen. Voortaan vormden deze mantels met hunne lange haren een even ondoordringbaren wal als eene muur vau zes voet dikte. Dat is ongetwijfeld het werk van dien schelm van een metis, mompelde Pepe; wij zullen geeu oogen genoeg hebben, om niets te verliezen van hetgeen achter die struiken kan gebeuren. Kijk, een man zou er zich thans rechtop achter staande kunnen houden en een recht opstaand man zou ons bijna kunnen beheerscheD. Ahi zeide de Canadees, ik bemerk daar ginds aan de linkerhand, dat de struiken zich bewegen alhoewel zoo onmerkbaar, dat de Indiaan die ze beweegt, moet den ken dat wij de hand van een mau voor den wind aanzien. Beschut achter het uitstekende gedeelte der rots, bijna onzichtbaar door het dichte struikgewas, was een man, van wien het scherpe oog van den Canadees eer de positie giste dan haar zag, op de rots gehurkt, onbeweeglijk en nog niet geheel en al de bladerengordijn durvende ver wijderen. Het is de uitvinder van die helsche hinderlaag. Houd den loop uwer karabijn meer ter zijde, Pepe, riep de Canadees! Daar!..,, opgepast.... en thans.... Eene losbarsting der karabijn van den Spaanschen jager onderbrak den Canadees, die, minder goed geplaatst dan Pepe, aan dezen de zorg over de gemeenschappelijke wraak had afgestaan. Aan het hoofd getroffen, kromp het lichaam van Baraja ineen als dat eener gewonde slang en geen steun meer hebbende, gleed hij langs de zijde der rotsen en viel in de Goudvallei. Daar, in de laatste stuiptrekkingen, beschreven zijne ineengekromde handen een lange voor in het midden van dat goud, dat hij met zijn bloed betaald had en dat thans zijn doodsbed was. Door een bijna bovennatuurlijk toeval bedekten de struiken die hij in zijn val had mede- gesleept, opnieuw den schat voor het oog van iedereen die er het bestaan niet van wist. Met uitzondering van Diaz en van de drie jagers, had dit noodlottig geheim het leven ge kost aan al zijne bezitters. De hemel had zich gedurende deze nieuwe terechtstel ling langzamerhand bedekt en de echo herhaalde het eerste en doffe gerommel van den verwijderden donder; daarna volgde eene diepe en majestueuse stilte op de stem van het onweer dat weldra zou losbarsten. Een vreeselijke nacht is op handen, zeide Bois- Rosé, waarin wij zullen te worstelen hebben tegen de meuschen en tegen de ontketende elementen. Fabiaan, sluip al kruipende tot aan den tegenovergestelden kant van het plat en zie of ons kruit goed beschut i6 voor het geval dat het onweer voor den nacht zou losbarsten. Werp ter zelfder tijd een blik op de vlakte onder u en verzeker u of de vier schelmen die daar ginds zijn, hun hol niet ver laten hebben. Terwijl de jongeling zich stilzwijgend verwijderde om aan de bevelen van den Canadees te gehoorzamen, slaakte deze een zucht en zeide tot den Spanjaard: Mijn ziel is somber als die wolken die regen en don der aaubrengen. Ik voel mijn hart zwak ale dat eener vrouw; sombere gevoelens, die ik aan dat kind hetwelk aan mijne zijde is, niet zou durven meedeelen, hebben dien moed ter neer gedrukt, waarop ik tot den dag van heden zoo trotsch was. De grijsaard zweeg en begroef zijne sombere gedachten in 't diepst zijns harten. Fabiaan had zijne plaats weer in genomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1