NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De Goudvallei. 5e Jaargang. Woensdag 22 Februari 1888. No. 1422. STADSNIEUW S. I N N E N L A N I). AARLENS DAGBLAD ABOBÏEHEÏTSPRUS: Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 123. ADVERTENTIES: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etrangère G. L. BAUBE Co., JOH. F. JONES, Stier., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Haarlem, 21 Februari. Te dezer stede is overleden Hein- rich Gaus geb. 27 Mei 1804 te Groot Botwar, van 1830 tot 1834 vrijwilliger bij het Nederlandsche leger en als zoodanig gerechtigd tot het dragen van het Metalen Kruis. Ter gelegenheid van 's Konings verjaardag, is door de vereeniging ;ot verhooging van 's lands weer- marheid «Voor Vaderland en Ko- ïiug» alhier, een wedstrijd met de lobert-buks gehouden. De uitslag was als volgtle prijs de heer P. j!ïoë, 2e prijs de heer J. Wijdoogen, 3e prijs de heer F. A. Boerée. Op uitnoodiging van het bestuur iad onze stadgenoot, de heer L. lansen, zich Maandagavond belast net het houden eener voordracht in Weten en Werken». Met meer dan gewone belang- ielling hadden wij ons er heen be teven, want onze verwachting iets oedste hooren had reden van be- taan: we kenden den hter Jansen eeds van vroegere gelegenheden als smand, die de kunst van voordragen vel machtig is. De zaal was goed bezet, ondanks iet ruwe weer waren velen opgeko- oen, die niet gaarne hunnen gezel- igen leerzamen Maandagavond wil- ,tn missen. D8 voordracht muntte zoowel door uantiteit uit als door qualiteit. Is t waar dat men «des Guten zu jl» hebben kan, met genoegen aden wig zijn blijven zitten, als spreker er nog een uurtje aan vastgeknoopt. ij begon met bet welbekende altijd treffende gedicht van de <«Eduard III voor Calais», dat i&ns zijne uitwerking, getuige pplaus der toehoorders, niet -op volgde een fragment uit Pauweveerke» van J. J. Cre- Met veel talent gaf spreker eer. Het Geldersche dialect goed nagebootst, somtijds wel irsch, b. v. b. daar waar Bal- tegen zijn «jungske» sprak, wij een meer vaderlijken toon en verwacht. Het gesprek van den boer en den Franschman was kostelijk, ook het gezwets van deD eersten was goed nagevolgd en toen we aan het tooneel van den wed loop kwamen tusschen «Mieke» en «Kees», was het of wij den duize- ÜDgwekkenden tocht van boer Rai ders in zijn «kap» medemaakten. Een wedstrijd in het reciteeren» van F. D. Heuny had het te ver wachten succes. Ofschoon niet alle personen goed werden wedergegeven, waren er toch enkele die den lach lust der toehoorders opwekten. Het oude mannetje met zijn teemende uitspraak, en de met zijne oogen woest rollende en tandenknersende spreker, in de wandeling «de tijger» genaamdkwam goed tot zijn recht. De voordracht in den «rol lenden preektoon» gehoudenbe haagde ons minder. Ook «het sol daatje» hadden wij naïever ge- wenscht (dkn alleen kunnen wij ons vereenigen met het denkbeeld van den heer Henny, eeu lid van een rederijkerskamer te doen optrede die den on vergeeflijken flater maakt dis achter den slotregel van een couplet te zeggen). «De wedstrijd in 't reciteeren» is echter in zijn genre een moeilijk stuk, dat, om in alle deelen genietbaar te zijn, den spreker hooge eischen stelt. Een enkele opmerking betreffende de uitspraak houde de heer J. ons sen goede. Behalve het forsche accent, dat hij zich bepaald moet afwennen, klinkt de uitspraak van sommige letters wat vreemd. Het is toch niet aangenaam tvier» in plaats van «/ier», «cirkel» in plaats van «cirkel» en op een andere plaats, o, onstand vastigheid, «onzichtbaar» in plaats van «od zichtbaar te moeten hooren. Na de laatstgenoemde voordracht kregen wij nog een vermakelijk ge dicht, «Het Zoutvat», van vau Heijst, dat ons leerde hoe een eenmaal op gevatte meening omtrent den nood- lottigen invloed van sommige kleine gebeurlijkheden, somtijds door toe vallige omstandigheden kan worden bevestigd. Ter gepaste afwisseling van bet komische, droeg de heer Jansen «Het gestolen kind» van Raoul de Navary, vertaald door Terwogt, voor, een gedicht in den trant van «de Werkstaking» van Fr. Coppée. De avond werd besloten met de ver makelijke twee typen van Laurillard, getiteld «neef Sander» en «neef Symen», gevolgd door «Een taal kundige les». Een welverdiend applaus viel den heer Jansen te beurt; mogen wij op zijn optreden in «W. en W.» nog maals kunnen rekenen. Blijkens achterstaande advertentie zal morgenmiddag in den schouw burg alhier een kindervoorstelling worden gegeven door het zich noe mende, «eerste Illuminativ Theater van Holland». Volgens mededeelingen, welke wij uit plaatsen waar genoemd theater reeds is opgetreden ontvin gen, is een gang naar deze voor stelling wei aanbevelenswaardig. Ingekomen aanvragen van werk zoekenden bij de Arbeidsbeurs aan het bureau van Haarlem's Dagblad: 1 machinist-bankwerker, 1 magazijn- knecht, 1 bakkersknecht, 1 bakkers leerling, 1 boekbinders-aankomeling. Ingekomen aanvragen van werk gevers: 2 kleedermakersaankomelin- gen. Maandagavond vergaderde in het loge ment vau onds 't Raadhuis te O verveen de afd. Bloemendaal-0 verveen van de Alg. Ver. v. Bloemb. cult. De vergadering was met dumes doch er waren slechts vier dames tegenwoordig, waarschijnlijk tenge volge van het slechte weer. Als spreker trad op de heer H. Kouwenhoven. Na een kort woord van inleiding van den Voorzitter der afdeeliug, den heer Henri Bijvoet, ving de heer K. zijne rede aan, na een voorwoord waarin hij o. a. deed opmerken hoe moeilijk het was in het vak eene voordracht te houden, die het gehoor vermocht te boeien. Hij had daarom besloten eene lezing te houden wel het vak betreffende, maar deze te kleeden in een romantisch gewaad. Daarop droeg hij voor «Een bloemist uit onze dagen." De historie is in het kort aldus: Een gezeten landbouwer, meende dat de bloemisten tegenwoordig nog schatten gelds verdienen, besluit zijn zoop. bloemist te lateu wordeu en dan de boerderij er aan te geven. De jongen is evenwel een groote stoffel en als hij ein delijk het vak heet te kennen, kan vader wel telkens groote sommen uitgeven maar ziet niets inkomen. Het einde is, dat de oude man besluit, de geheele bollenvoor- raad in de veiling te doen en weer boer te worden. Op zeer humoristische wijze had spr. deze droevige historie ingekleed. Zijn ver haal had ook deze «attraction" dat het op waarheid was gebaseerd en dat er tel kens aan vakmannen bekende trekjes in voorkwamen. Zoo kregen verschillende zaken eeu «Seitenhieb," met name het veilen van bollen in afslag, den wedloop der bloemis ten wie het eerst op reis zal gaan, het remplaceereu, de veilingen te Londen enz. Zoo herinnerde hij ook aan de geschie denis met den Israëliet R. en aan de bekende Berlijnsehe firma, die er op uit is jonge beginners op te lichten. Spreker's voordracht werd door een luid applaus beloond, terwijl de voorzitter der afdeeliug hem een woord van dank bracht. Het verdiepen van 5112 M. weg sloot in den grooten IJpolder, is na aanbesteding gegund aau den heer K. Tuin, te Haarlemmermeer voor f0.07 per M. LETTEREN EN KUNST. Bij den uitgever W. Versluys, te Amsterdam, is thans afzonderlijk, in boek formaat,verkrijgbaar gesteld «de Psychische geneeswijze", een voordracht, gehouden door dr. F. van Eeden, op 19 Januari jl., in het genootschap «Oefening in Weten schappen" alhier, overgedrukt uit de «Nieuwe Gids", van Eebr. 1888. De prijs van dit werkje is f 0.50. Marcella Sembrich zong te Berlijn de sopraan-partij in Haydn's «Jahreszeiten". Zij behaalde, schrijft Ehrlich, een waren triumf. Het publiek applaudisseerde niet, maar jubelde. Onze jeugdige landgenoote, mej. Hen- riette Murkens, violiste, werd dezer dagen uitgenoodigd zich te doeB hooren op Cla- remont, het paleis van de hertogin van Albany, zuster van H. M. onze Koningin, en in Hampton Court Palace, op een muziek- soirée bij prinses Frederica van Hannover. LEGER EN VLOOT. De minister van Oorlog heeft nieuwe programma's vastgesteld ter aanduiding van de eischen voor de aanstelling tót milicien korporaal en tot milicien-sergeant of tot milicien-wachtmeester bij het wapen der artillerie. VISSCHERIJ. Enkhuizen, 17 Februari. Heden werd alhier aangebracht 2 last of 100tal één tal gel. 200 stuks) Zuiderzeeharing, welke aan den afslag f4,95 tot f5 op bracht. 18 Febr. Aangevoerd 50 tal Zuiderzee haring, prijs aan den afslag f 5,25 p. tal. In het geheel werd gedurende de afge- loopen week 449 tal aangebracht; de hoogste prijs bedroeg f 5,25, de laagste f4,50 per tal. Nieuwediep, 20 Februari. Hedeu kwam van de groote visscherij binnen de sloepen «Willem Schoon", sch. v. d. Hoe ven, met 100 levende, 170 doode kabelj.; 12 lengen, 500 schelv. en l!/a punt rog; «Semaphore", sch. Zwartveld, met 140 lev, en 140 doode kabelj.; 25 lev. en 24 doode lengen, 60 schelv. en 1 ben vleet; «Eersteling", sch. Barendregt, met 60 lev. 100 doode kabelj., 6 lengen, 1 heilbot, 16 punt rog, 7 ben vleet en 800 schelv.; en «Wisselvalligheid", sch. v. d. Kuijl, met 14o lev., 80 doode kabelj., 17 lev. 18 doode leugen en 700 schelv., terwijl door trek kersbooten 15 tal haring werden aangev.; lev. kabelj. gold ten afslag f 1.85 a 12, doode id. f 1.60 a f 1.15, lev. leng f8.85 a f8.65, doode id. f2.85 a f 2.65, heilbot f 13.50 en f 17.50 per stuk, schelv. f 30.50 a f34.50 't honderd, rog f10 per punt; vleet f22 a f27 per ben en haring f16 a f 17 per tal. De Duitsche ever «H. F. 188" be8omde voor 86 tongen en een partijtje rog, vleet en schol f76. Tessel, 19 Februari. De mossel- vlooi kon in de afgeloopen week, wegen8 ruwe weersgesteldheid, nagenoeg niets uit voeren. Ook de Noordzeevloot werd daar door belet zee te kiezen. De botvangst langs de kust leverde goede uitkomsten op. De bot gold van 3 tot 5 c. p®r stuk. De verzending geschiedde hoofdzakelijk naar Amsterdam. Paling werd zeer weinig gevangende prijs van paling was 20 a 55 c. per l/v kilo. De garnalenvissehers vingen slechts 67 manden voor de koke rijen, die deze hoeveelheid verzonden naar Londen, Huil, Brussel en Parijs. Aan de visschers werd per mand f 4 uitgekeerd. Z. M. de Koning heeft een zeer rustigen nacht doergebracht en neemt in beterschap toe. De kleine Prinses zag Zondag avond ten huize van mevr. Van Lennep, dame du palais, aan de Prinsengracht te 'e-Hage, het vuurwerk afsteken. Zij stond te mid den van eenige kiudereB, met een bouquet theerozen in de eene en een programma in de andere hand. Een aanzienlijk gezehohap was in de salons van mevr. Van Lennep ver- eenigd. Aan het gala-diner, d o o r den minister van Buitenlandsche Zaken, jhr. Van Karoebeek, Zon. FHUILLHTO 1ST. 1621 LVIIIe HOOFDSTUK. DE BISONJAGEB. Ik en het Comanchen-opperhoofd had twee zijner rijgers als gijzelaars gezonden. Wij waren dus op dat punt erustgesteld, want de Comanchen zijn een oprecht volk. )e bode zelf boezemde ons het grootste vertrouwen in. Het ras een jonge krijger, even schoon als dapper, en een ezworen vijand der Apachen, alhoewel Apache van oor- prong. Het schijnt, dat een opperhoofd van zijn stam hem sne jonge vrouw ontroofd had die hij beminde.... Zeker is het dat hij op een mooien dag met zijne isminde ontvlucht was en eene toevlucht had gezocht bij le Comanchen, die hem hadden aangenomen. Hij bracht 'us den Comanchen een sterken arm en een hart dat van aakzucht voor de Apachen gloeide, waarvan hij meer malen het bewijs heeft gegeven. Na eenigen tijd voortgegaan te hebben, hoorde ik onzen gids dit aan de spits reed, tot mijn makker zeggen Ik heb in de vlakte de sporen gezien van El-Mestizo en van Roode-Hand. Opgepast! Wie waren Roode Hand en El-Mestizo? ik wist er niets van. De Comanche reed dus vooruit, op eeu kost baar paard gezeten en onderzocht de vlakte met den neus em het oog. Ik was genoodzaakt geworden op eenigen afstand achter hem te blijven met mijne beide honden, Oso en Tijger; ik hield beide dieren aan elkander gekoppeld en gemuilband vast, want daar zij door mij afgericht waren om de Indianen te bestrijden, wilden zij zich elk oogenblik op onzen Comanche werpen. Ik verloor intusschen onzen gids niet uit het oog. Wij doorkruisten de groote vlakte der katoenboomen, toen ik eensklaps den Indiaan een vree- Belijk gehuil hoorde aanheffen; op hetzelfde oogenblik zag ik hem langs de zijde van den paard hangende, in galop wegrennen. Een geluid als het geschuifel van honderden slangen deed zich aanstonds hooren. Het was eene hagelbui van pijlen, eenige geweer schoten mengden er zich tusschen, gelijk de donder die te midden van den hagel rommelt en ik zag mijn makker don Mariano, den viandante en de negen vaqueros onder hunne paarden vallen. Ik maakte om op alles voorbereid te zijn de muil banden los mijner beide doghonden, die van woede huilden; maar ik hield ze aan elkander gekoppeld vast en na dit alleB gedaan te hebben, sloeg ik de oogen op en keek voor mij. Met uitzondering der paarden die verschrikt door de vlakte en het woud van katoenboomen galoppeerden, was er niemand meer op den grooten weg, geen spoor meer van hen die van het paard gevallen waren; ik besloot daaruit dat de in het struikgewas verbergen Indianen hen er aan stonds heengesleept hadden. Zeven of acht Indianen kwamen uit het diohte houtge was dat den weg omzoomde, in galop op mij af. Welnu, gij die alles zoo gemakkelijk begrijpt, gij begrijpt het mis schien niet, maar ik ondervond te midden van de doodsehe stilte die in de vlakte heerschte, zulk een pijaigenden angst, dat ik mij bijna gelukkig achtte eindelijk mijne vijanden te kannen tellen. Ik liet mijne twee doghonden los, die als leeuwen op de Indianen aanvlogen en, waarachtig, ik be sloet het voorbeeld mijner trouwe dieren te volgen. Op dat oogenblik kwam mij zulks gemakkelijker voor dan te vluchten. Ik trok aanstonds mijn mes uit de scheede en ter wijl Oso en Tijger den vijand woedend aenvielen, drukte ik mijne sporen in de zijden van mijn paard, dat ik stevig bij den teugel hield ten einde er zeker van te zijn, dat het niet zou terugdeinzen, want de Indianen zijn afschuwelijk om te zienik bracht het daarenboven twee of drie slagen op den kop toe met mijne geplombeerde karwats. Hinne- kende door de scherpe punten die zijne zijden verscheur den, woedend over de slagen welke het gevoelde, wierp het dier, welks teugel ik los liet, zich als een pijl vooruit op gevaar af vau ous beiden tegen do Indianen te ver pletteren. Ik weet niet goed meer hetgeen voorviel; al hetgeen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1