recht een volkszaak, dat zij zich. voor oogen
hebben gesteld.
De Vereeniging tot afschaffing van ster
ken drank legt haren leden geen dwang
op zij is een vrije aaneensluiting van men-
schen, die het op dit punt eens zijn: niet
drinken en niet schenken. Verkeerd was
het iemand te dwingen het drankgebruik
te laten. Een baas, die zijn knecht weg
zendt, een heer die zijn koetsier ontslag
geeft, omdat de man gedronken heeft,
moet zelf wel geheel vrij zijn van drank
gebruik, wil hij met de kraeht der over
tuiging ziju ondergeschikte het verkeerde
daarvan onder het oog brengen. Om per
sonen, alvorens zij in dienst treden te
noodzaken zich, door het plaatsen van
hunne handteekening, te verbindeu geen
drank te gebruiken, kan spreker evenmin
goedkeuren.
De toestand der Yereeniging was op
't oogenblik verre van gunstig te noemen.
Moge er echter na dezen tijd van «malaise"
een van «reveil" komen.
Pkilippona, die de ellende had gezien,
veroorzaakt door den sterken drank, had
door de oprichting van den Multapatio-
bond het middel trachten te vinden om
de kwaal te bestrijden. De «Volksbond,"
dien hij tot stand braeht, werkt echter ge
heel verschillend met de Afschaffiugs-Ver
een iging.
Met eere noemde spreker de namen
van mannen als minister Modderman,
Goeman Borgesius, wijlen de Jonge enz.;
de laatste, voorzitter der vereeniging, we
gens zijn verdiensten in de zaak der af
schaffing, benoemd tot ridder in de Orde
vau den Nederlandschen Leeuw.
Op de drankwet komende, kon spreker
niet ontkennen, dat deze vele goede vruch
ten had gedragen, de gelegrnlieden tot
drankgebruik waren verminderd evenals
de openbare dronkenschap. Wel heeft ook
deze wet eenige schaduwzijden, want moest
het in het oog van vreemdelingen geen
schando zijn dat het kwaad bij ons volk
zijne werking zoodanig liet gevoelen, dat
het noodzakelijk was geworden, hieraan
door een wet paal en perk te stellen?
Was niet het woordje „vergunning" op
de drankhuizen veeleer een sieraad ge-
wordeu, als een „grafelijk kroontje" boven
den naam van den eigeuaar?
De uitvaardiging der wet had ook hare
eigenaardige lichtzijde. Minister Modder
man had tot de voorstanders der aischaf-
fiug gezegdzietdaar, die wet is een steun
voor u.
Spr. vergeleek haar eohter bij een stok,
dien men in een hoek zet zonder te ge
bruiken.
Nog altijd blijven de noodlottige ge
volgen van het drankmisbruik onnoeme
lijk. Geen dagblad verschijnt er of het
maakt melding van allerlei ongelukken en
moorden, door dit kwaad veroorzaakt.
Moeten wij dan den strijd opgeven,
vroeg spreker. Neen en nogmaals neen;
na dertig jaren moeten de lendenen eerder
nog enger omgord. Geen moedeloosheid,
niet teruggedeinsd voor schijnbaar on
overkomelijke hinderpalen! Maar hoe moet
die strijd gevoerd worden? Niet door te
razen en uit te varen tegeu den dronk
aard. Neen, men moet strijden met ge
duld. Al gunt de heer Schaepnau den
werkman zijn twee borrels per dag, zou
het geld daarvoor uitgegeven, opgespaard
hem iu staat stellen elk jaar een nieuw
pak kleeren te koopeuwaarlijk geen
slechte ruil voor het beetje elleudigen al
cohol, dat slechts een ongezonde prikke
ling, een voorbijgaande opwinding ver
oorzaakt.
De Yereeniging heeft hare geschriften,
houdt hare samenkomsten en geeft eeu
weekblak uit om anderen tot overtuiging
te brengen; dat deze middelen haar steeds
ten dienste mogen staan
Spr. besloot zijne rede met een parabel,
die den sterken drank, in allegorischen
vorm, als eene uitvinding des duivels
schetste en drong ten slotte nogmaals op
geheele onthouding aan.
Reeds van zijn zestiende jaar had hij
de zaak der afschaffing gediend en zich
noch door spotternij noch door tegen wer
king ooit laten ontmoedigen. Hij verklaarde
te spreken uit de volheid zijns harten, ra
den strijd veertig jaar lang onvermoeid te
hebben volgehouden en onvermoeid te
zullen blijven volharden.
Met genoegen merkte hij onder zijn
gehoor een aantal meisjes op uit eenige
weesinrichtingen hier ter stede. Vooral,
zeide hij, had de jeugdige vrouw belang
bij de zaak der afschaffing. Wat was er
toch voor haar veel aan gelegen, later,
indien zij een man mochten krijgen, er
zeker van te zijn, dat hij de liefde voor
haar stelde boven die voor de jeneverflesch.
De bijeenkomst werd besloten met een
kraehtig woord van dankzegging aan den
spreker en van opwekking tot de aanwe
zigen, uitgesproken door den voorzitter
der afd. Haarlem, ds. Brutel de la Rivière,
die de hoop uitsprak, dat de toetreding
tot de zaak der afschaffing mocht blijven
voortduren en men trots allen tegen
spoed zou blijven werken aan de grootsche
en edele taak, die in de bestrijding van
het drankgebruik gelegen was.
Het is der politie te Haarlemmer
meer eindelijk gelukt, proces-verbaal
op te maken tegen den vermoede-
lijken dader van een aantal dief
stallen, van kippen, eenden enz.
Het is zekere H. v. W. te Haar
lemmermeer.
Maandag 27 Febr. heeft zich te
Alkemade, hoofdkiesdistrict Haar
lemmermeer, eene afdeeling van de
nationale kiesvereeniging van ds.
Buitendijk gevestigd.
Met bijna algemeene stemmen werd
de heer Herman F. Bultman can-
didaat gesteld voor de aanstaande
verkiezing.
LETTEREN EN KUNST.
In den volgenden winter zal door een
Amsterdamsch gezelschap worden opge
voerd „Serafine", tooneelspel in 4 bedrij
ven van mr. A. D. De Vries; het stuk
speelt in eeu bankiershuis te Amsterdam.
Sara Bernhardt zal tegeu Paschen
het tooneel in de Porte St. Martin ver
laten, om een kuustreis in Spanje te aan
vaarden.
George Ohuet heeft aan de toonee-
listen van de Porte St. Martin een nieuw
drama iu vijf bedrijven voorgelezen: «la
grande Maruière," getrokken uit zijn ro
man.
VISSCHERIJ.
IJ muiden, 27 Pebr. Heden kwamen
van de kordvisscherij binnen, B loggers,
met besomming van t 40 tot f 150: 10
bomschuiten, met besomming van f 10
tot f30: 2 Engelsclie kotters, met be
somming van f 100 tot f 150; En van
de beugvisscherij 7 Holl. sloepen, met
besomming van f 350 tot f 1000, en eeu
Belgische sloep, met besomming van f 500.
Prijzen tarbot f 14 tot f 16, gesorteerde
tong 50 tot 75 c. per stuk, schol f 8 tot
f 11 per 50 kilo, doode kabelj. f 1.40
tot f 1.90, levende leng f 4.25, doode
idem f 3, ijlbot f 12 tot f 25 per stuk,
schelvisch van de sloepen f 31 tot f 40
per groot honderd.
WEEZEN EN ARMENZORG
Donderdag a. s. zal de rederijkers
kamer, Zang- en Muziekvereeniging te
Houtrijk en Polanen een liefdadigheids
voorstelling geven.
Voor f 220 is reeds door de ingezete
nen ingeteekend, voor welk bedrag n. s.
Zaterdag eene uitdeeling van levensmid
delen en brandstoffen aan de algemeene
armen zal plaats hebben.
H I X N li N I II.
Z. K. H. Prins Albrecht
van Pruisen wordt Dinsdag 6 Maart
a. s te 's Hage verwacht, om eeuige
dagen op zijn buitenplaats Rusthof
bij Voorburg, dat in orde wordt
gebracht om als zomerverblijf te
dienen, te verblijven. De prins is
nl. van plan eeo groot deel van
den a. s. zomer met zijne familie te
Voorburg door te brengen. Ook
moet, naar men zegt, prins Albrecht
het voornemen hebben zijn oudsten
zoon te Leiden zijn studiën te laten
voltooien.
Het is bij iedereen die in
Indië geweest is, een bekend feit,
dat die kolonie steeds in alles ach
ter gesteld wordt bij 't moederland.
Thans heeft de regeering wederom
hetzelfde gedaan bij de uitvoering
van art. VII van de additioneele
artikelen der Grondwet voor de ver
kiesbaarheid als lid der le Kamer.
Wij stellen op den voorgrond, dat
iemand, die een der onderstaande
ambten in Indië bekleed heeft, daar
om nog niet geschikt is lid der
Eerste Kamer te worden, maar dat
is thans de kwestie niet. Het doel
is heden siechts, op de uitsluiting
te wijzen. Men heeft verzuimd ver
kiesbaar te stellen directeuren van
een departement, van algemeen be
stuur, residenten van eenig gewest
op Java, de goeverneurs van Atjeh
en onderhoongheden, van Sumatra,
en van Celebes en onderhoorighe-
den. Men heeft uitgesloten den pro
cureur-generaal van 't eenig ge
rechtshof dat Java bezit, terwijl hier
in Holland elk procureur generaal
bij eenig gerechtshof verkiesbaar is.
De leden van de rekenkamer op
Java zijn ook niet verkiesbaar, die
van 't zelfde college hier in Neder
land wel. Waarom? Men schat die
leden hier in Nederland toch niet
hooger dan die in Nederlandsch
Indië?
Of gewezen legercommandanten
en generaal-majoors van 't le^er iu
N.-I. verkiesbaar zijn voor de Eerste
Kamer blijkt evenmin, omdat in het
besluit alleen gesproken wordt van
de rangen van generaal der Infan
terie, luitenant-generaal en generaal-
majoor; maar gesteld, die gewezen
officieren zijn wel verkiesbaar, dan
is 't Koninklijk besluit met volle
dig, want dan had men ook moeten
opnemen de kolonels van den ge
neeskundigen dienst, kolonels van
de mil. administratie en kolonels-
afdeelingscommandanten in Indie
daar voor de hierbovengenoemde
chefs van dienst de geueraalsrang
niet is weggelegdaan 't hoofd vau
die diensten staan in Indië kolonels,
hier in Nederland echter generaals.
De eenige afdeeling, die in Ind-.e
gekommandeerd wordt door een ge
neraal, is de tweede militaire af
deeliDg, en wel omdat de vorsten
van Jojo-Djocja generaal majoor
titulair zijn.
De heer J. L. C 1 u ij s enaer,
directeur der Transvaalsche Spoor
weg-maatschappij, is voornemens
begin der maand April naar de
Transvaal te vertrekken tot het hou
den eener inspectie-reis.
Naar men verneemt, is
er kans dat binnenkort stappen wor
den gedaan om den overtocht naar
de Zuid-Afrik, republiek van Ne
derland te vergemakkelijken voor
hen, die verhuizing derwaarts, met
het oog op huu maatschappelijken
toestand, wenschelijk achten.
Op 1 Januari 1881 waren
in de geneeskundige inrichting voor
krankzinnigen op het landgoed Cou-
dewater, onder Rosmalen, aanwezig
197 mannen en 168 vrouwen, tegen
133 mannen en 141 vrouwen op 1
Januari 1887. Opgenomen werden
er in 1887 100 mannen en 72 vrou
wen en afgevoerd 36 mannen en
45 vrouwen. Tot de le klasse be
hoorden 9 m. en 31 vr., tot de 2e
klasse 20 m. en 27 vr., en tot de
3e klasse 168 m. en 128 vr.
De afdeeling van het
Nederlandsch Werkliedenverbond te
Heerenveen heeft besloten, zich van
het verbond af te scheiden.
De d i re c t e u r-g e n e r a a 1
der Maatschappij tot exploitatie van
Staatsspoorwegen heeft bij dagor
der zijne bizondere tevredenheid
betuigd aan de eerstaanwezende en
andere ambtenaren, die bij het spoor
wegongeluk te Ruinerwold zich door
ijver en het nemen van gepaste
maatregelen hebben onderscheiden.
Daarbij zijn tevens aan sommigen
bizondere geldelijke gratificatiën
toegekend.
De tentoonstelling van
Kunstnijverheid te Dordrecht is Zon
dag gesloten. Gedurende de 14 da
gen, dat zij open was, werd zij door
meer dan 5000 pers., waaronder
3500 betalenden, bezocht.
De r. k. kiesvereeniging
in het district Helder heeft zich
aangesloten 'bij de anti-revolutionaire
kiesvereeniging aldaar en den heer
H. W. van Marle, kolonel der ar
tillerie, candidaat gesteld.
De kiesvereeniging A 1-
gemeen Belangi, te Anna-Paulowna
heeft tot haren candidaat voor de
Tweede Kamer gekozen den heer
D. C. Loman, burgemeester vau
Tessel.
De Katholieke kiesver-
eeniging te Druten stelde bijna een
parig candidaat mr. Reekers, thans af
gevaardigde voor Haarlemmermeer.
Wedstrijden.
Op de ijsbanen der Arasterdamsche
„Sportclub" werd Dinsdag de aangekon
digde internationale hardrijderij op schaat
sen voor beroepsrijders om het meester
schap van Amsterdam gehouden.De baan was
3218 meter (2 Engelsclie mijlen) lang, en
de prijzen waren als volgt verdeeld:
Eerste prijs: de meestersjerp en f300,
tweede prijs f200, derde prijs f100 en
vierde prijs f50. De volgende deeluemers
hadden zich laten inschrijven:
J. Smart te Weluey, Engeland, en E.
H. van Drecht te Amsterdam
G. See te Welney, Engeland, en P. van
der Pot te 's-Gravenzande
Wybe de Vries te Oenkerk en Arie
van den Berg te Benthuizen
Anton Witz te N.-Amstel en G. van
Geest te 's-Gravenzande;
K. de Boer te Akkrum en B. Kiugma
te Grouw;
Merk Kingma te Grouw en K. Hanje
te Akkrum;
G. Overwater en J. Overwater, beiden
te N.-Amstel;
C. Overwater en J. van Veeu, beiden
te N. Am stel;
Eish Smart te Welney, Engeland.
Het was er, ondanks het zonnetje, dat
nu eu dan verwarmend door de wolken
brak, vinnig koud. Tocli waren er velen
die deze koude trotseerden en aan het
ijsvermaak deelnamen. Ook te tribune was
zeer goed bezet, zoodat de belangstelling
voor dezen wedstrijd, welke eerst te ruim
2 uur aanving, vrij groot bleek te zijn.
De Engelschman Smart liet van Drecht
spoedig wel eene baanlengte achter zich.
Van der Pot was niet opgekomen, zoo
dat See alleen reed.
Zeer belangwekkend was de strijd tus-
schen De Vries en Van den Berg.
Arie van den Berg won ten slotte met
kort verschil van afstand.
Wegens het niet opkomen van Anton
Witz, reed Van Geest alleen.
Tusschen De Boer en Kingma was de
strijd hevig. Zij bleven lang gelijk, tot
bijna aan het eindpunt. Kingma, met min
der dan eene manslengte verschil, overwon.
Niet minder belangwekkend was de
strijd tusschen Merk Kiugma en Hanje.
Met betrekkelijk kort verschil wou King
ma het van Hanje.
Van G. Overwater en J. Overwater
bleef de eerste overwinnaar.
Betrekkelijk merkwaardig was de strijd
tusschen C. Overwater en Van Veen, om
dat de eerste den tweede slechts met 1/5
seconde inhaalde.
De laatste rijder, Eish Smart, die alleen
moest rijden, bleek niet te zijn opgekomen.
Bij opgave bleek, dat De Vries in
7.363/s, v. d. Berg in 7.10 76i De Boerin
7.29:/s, B. Kingma in 7-284/s, Merk King
ma in 7.297s, Hanje in 7.47 min. de baan
hadden afgelegd.
De kamprit moest dus worden aange
gaan tusschen J. Smart en Arie van den
Berg, en G. See en B. Kingma. Twee
Eriezen tegen twee Engelschen.
Van beide eerstgenoemden maakte Smart
de baan in 6.56'-,5 min., tegen Van den
Berg in 7.16V5 min.
Nu ten laatste ook See overwinnaar
bleef van Kiugma, in 6,59>/6 tegen 7,11
min., was dus beslist dat de beide En
gelschen het pleit hadden gewonnen, zoo
dat werden behaald: le prijs door Smart,
2e prijs door See, 3e prijs B. Kingma en
4e prijs v. d. Berg.
Zoover het oog reikt, is
te Tessel alles ijs in zee. Het post
vervoer geschiedt per ijsvlet, en
heeft soms met levensgevaar plaats.
Reeds tweemalen in dezen winter
mislukte de overtocht, eu zag zich
de manschap genoopt, soms na uren
te hebben geworsteld, onverrichter
zake terug te keeren.
In de Houtstraat te'sGra-
venhage, had dezer dagen een twist
plaats tusschen een aangeteekend
paartje, die met klappen uitdeelen
eindigde. De jonkman was eenïgs-
zius beschonken eu wilde met ge
weld het mandje dragen, waarin
zich de zakjes met bruidsuikers be
vonden. Dit verkoos de bruid niet
en verweet hem dat hij dronken
was. Nu had men de poppen aan
het dansen. Het mandje werd naar
het hoofd der bruid geslingerd en
de suikerijes verdwaalden in de
sneeuw. Eeuige goedgezinde bur
gers wisten het paar tot verzoening
te brengen.
Toen Maandagavond om
vijf uur de trein, komende van Nieu-
weschans, den overweg achter het
Sterrebosch te Groningen passeerde,
was de wachter G. Roemers nog
niet gereed met het sluiten der
boomen en zoude den spoorweg
overgaan om den laatsten boom te
sluiten, maar werd door eenen buffer
van de locomotief gegrepen en tegen
eeu daar staanden paal gedrukt. De
ongelukkige was oogenblikkelijk
een lijk.
Maandagmiddag zijn te
Leeuwarden zes personen, 3 jongens
eu 3 meisjes, aan de Potmarge door
het ijs gezakt. Met groote moeite
mocht het gelukken 5 hunner te
redden. De zesde, zekere D. de Jong,
oud 21 jaar, aldaar woonachtig, is
levenloos opgehaald. Door den inmid
dels ontboden dokter werd te ver
geefs getracht de levensgeesten op
te wekkendeze kon slechts den
dood bevestigen.
BUIT E N L A N li.
Engeland. De regeering heeft
op eenen bijna afwijzenden toon
geantwoord op een verzoek van
Rusland, strekkende dat de Britsche
Regeering bij den Sultan eene aan
vrage ondersteunen zou, om van de
Porte te verkrijgen, dat zij het be
wind van prins Ferdinand onwettig
verklare. De Britsche regeering er
kent dat de stelling van den Prins
niet wettig is, doch tevens, dat hij
feitelijk vorst is, waardoor hij eenen
waarborg oplevert voor de rust in
Bulgarije, en dus voor den vrede
in Europa. Bovendien zou Eogeland
der, ziet, die kleine verbrijzelde takken op de beide
struiken bewijzen dat het een lichaam van minstens deze
lengte is, dat ze in zijn val gebroken heeft. Het is klaar
blijkelijk dat de beide strijders overdwars gerold zijn.
Zoowel bij u als bij mij staat thans vast, ant
woordde Pepe, dat don Fabiaau niet met bet hoold om
laag is gevallen, derhalve leeft hij.
Ja, maar gevangen, en in handen van welke vijanden
Het voornaamste is dat hij leeft; zijn wij zoover al
niet gekomen?
Dit punt eenmaal vaststaande, zullen wij zien...
De Canadees viel hier Pepe in de rede, terwijl hij hem
met eene kracht tot verpletterens toe, den arm knelde.
De zaak is nog twijfelachtig, riep hij als door een
plotselinge ingeving getroffen uit. Waar zijn de lijken
der Indianen die wij gedood hebben? Ongetwijfeld in dien
afgrond. Wie zegt u dat dat van Fabiaan niet bij de
huune ligt?
En sedert wanneer zouden die honden van IndianeD,
die vervloekte metis vooral, zooveel zorg hebben voor de
lijken hunner vijanden? Neen, neen, indien Fabiaan dood
wa', zouden wij hem hier gescalpeerd teruggevonden hebben.
De beide jagers verlieten de plaats waar zij deze aan
wijzingen hadden gevonden om den ';op van den rotsen
keten te bereiken.
Zij waren weldra op dezelfde plaats gekomen, die de
Indianen den vorigen dag bezet hielden.
Ach! riep de Canadees uit, ziedaar de eerste
beweging van vreugde die mijn hart sedert gisterenavond
heeft doen kloppen.
Wat is dat? zeide Pepe, zijn makker naderende.
Kijk!
Bois-Rosé wees den Spanjaard op een stuk van het In-
diaansche wambuis van Fabiaan, dat ongetwijfeld door de
kracht van den wind tusschen de twijgen der struiken was
vastgeraakt.
Hij is tot hier gekomen, hernam de Canadees met
eene treurige vreugde en door zich te verdedigen zal
een stuk van zijn kleedingstuk van zijn lichaam gerukt
zijn geworden.
Zijn wambuis was genoeg versleten hoe Tijk die arme
jongen ook zou hebben kunnen zijn, zeide Pepe glim
lachende, maar het bewijst toch dat hij waarschijnlijk leeft.
De beide jagers deelden thans de weinige levensmiddelen,
die zij nog over hadden.
Toen hun maaltijd afgeloopen was en zoiider vooruit
zicht hoe zich deD volgenden dag voedsel te verschaffen,
daar zij voortaan hunne karabijnen misten, hervatten de
Canadees en de Spanjaard hunne geduldige nasporingen
van het terrein. Zij onderzochten ieder een gedeelte daar
van en werden door den dichten nevel weldra voor elkander
onzichtbaar, toen Pepe den Canadees meende te moeten
roepen om dezen te raadplegen.
Te vergeefs wachtte hij op antwoord en toen hij hem
een tweede maal had geroepen, was het eene meuschelijke
stem, maar eene andere dan die van den Canadees, die op
het geroep van den Spanjaard antwoordde. Ten hoogste
hierover verwonderd, riep Pepe op denzelfden toon dien hij
zou aangenomen hebben als hij zijne karabijn aan den
schouder bracht:
Bij alle duivels, wie is daar
Tegen wien hebt gij het toch? zeide de stem van
Bois-Ro^é in het midden van den nevel.
Signor Bois-Rosé, signor don Pepe' waar zijt gij?
Hier, antwoordde Pepe, de stem vau Gayferos her
kennende.
Gode zij dank, ik vind u dan eindelijk weder, zeide
de gescalpeerde gambusino, uit den nevel tredende die hem
tot nu toe verborgen had gehouden.
Wordt vervolgd,.1