STADSNIEUW S.
Haarlem, 3 April.
Gedurende eenigen tijd
wordt, in en buiten de stad
eene extra-verspreiding van
Haarlem's Dagblad gehouden.
Vergadering van den Raad der
gemeente Haarlemop Woensdag den
4den April 1888, des namiddags
te een ure.
Voorstel Burg. en Weth. wijziging verordening
museum.
Nader voorstel idem benaming straten.
Brief Kamer van Koophandel en Fabrieken,
gebruik stoomfluit en stoomlicr bij door het
Spaarue varende stoombooten.
Voorstel B. en W. reglement Gymnasium en
Middelbare Meisjesschool.
Briel idem omtrent gedane opzegging van ge
meente-eigendommen, met rapport comm. v. fin.
Voorstel idem vrijgevallen traktement wegens
twee vacatures in personeel geneeskundige ar
menverzorging.
Voordracht benoeming onderwijzeres tusschen-
school.
Rekest verhuurders stationneerendc rijtuigen.
Voorstel B. en W. naar art. 170 algemeene
politieverordening.
Rapport coram, v. fin. rekening 1887 stads
bank van leening.
Idem id. id. stadsapotheek.
Idem id. id. gildegoederen.
Voorstel B. en VV. verhuring grond Bolwerk3-
laan, met rapp. comm. v. fin.
Idem id. verhuring grond Oostvest, met id.
Idem id. schikking omtrent ramen in de ach
tergevels van huizen in de Nobelstraat, met id.
Idem id. verhuring en vervreemding grond
Zomervaart en Spaarne, met id.
Idem id. verhuring grond Baljuwslaan en Ro
zenstraat, met id.
Idem id. verhuring gronden Dreef.
Procesverbaal opneming kas en boeken, ge
meente-ontvanger.
Verslag 1887, regenten Barbara-Gasthuis.
Idem comm. v. toez'cht lager onderwijs.
Idem id. scholen middelbaar onderwijs.
Idem curatoren gymnasium.
Verslag eindexamen burgeravond-chool.
Onderzoek afsluiting Zuiderzee.
Aan de heeren F. W". baron van
Tuyll van Serooskerken en J. H.
van West Jr. in hoedanigheid van
voorzitter en secretaris van het co
mité voor de belangen der Haar-
lemsche paardenmarkten, daartoe be
noemd door en handelende namens
de afdeeling Haarlem en Omstreken
der Hollandsche Maatschappij van
Landbouw, is de koninklijke ver
gunning verleend om bij gelegen
heid van de op 26 Juli e. k. te
houden Haarlemsche paardenmarkt
eene verloting te houden van op die
markt aan te koopen paarden enz.
Gedurende de afgeloopen maand
zijn door de politie alhier 26 perso
nen vervolgd wegens dronkenschap
op straat. In de maand Maart van
het vorig jaar was dit getal 28, dus
2 meer.
Aan de Burgeravondschool alhier
is de vorige week het jaarlijksch eind
examen afgenomen. Daaraan namen
vier candidaten deel, aan wie allen
het getuigschrift wegens voldoend
atgelegd examen werd toegekend
en uitgereikt, te weten aanHeu-
d-ik Cornelia Caalen, Roelof Slot,
Henri Anton Bolleurs en Thomas
Nicdaas Rees.
In den nacht van Zaterdag op
Zondag jl. ten ruim 5 ure is eene
hevige brand uitgebroken bij den
broodbakker A. F. Peters, woon
achtig aan het Groot Heiligland
no. 47, en wel op den zolder boven
de bakkerij, alwaar eene groote
partij hout en meel was geborgen.
De brand is vermoedelijk ontstaan
door broeiing. De verdieping boven
de bakkerij is geheel uitgebrand.
De brand is gebluscht door de po
litie met haar slangen wagen onder
leining van den staf der brandweer.
De schade is nog al belangrijk,
maar alles verzekerd.
Maandagmorgen ten 11 ure werd
de politie met haar slangenwagen
opgeroepen aan de Gedempte Oude
Gracht, alwaar brand was ontstaan
ten huize van mevr. de wed. Pol
man Mooy. Bij aankomst hadden
de buren den brand, die ontstaan
was in den keukenschoorsteen, reeds
gebluscht. In het houtwerk, waar
mede de schoorsteen bekleed is, was
een groot gat gebrand.
Arrondissements-S&echtbank
TE HAARLEM
zitting van 31 Maart 1888.
In deze buitengewone zitting stond het
eerst terecht C. Bakker Jz. zich noemende
effectenhandelaar te Landsmeer, aange
klaagd van het zich toeëigenen ran een
zuidwester dien hij op den openbaren weg
had gevonden en het verkoopen daarvan.
De zaak heeft zich aldus toegedragen.
Schipper Hoeve begaf zich langs den
straatweg naar de plaats waar zijn schuit
lag eu droeg over den arm eeu volledig
oliepak. Bij de schuit gekomen miste hij
den zuidwester. Bekl. liep toen achter hem
aan. Eenigen tijd later bleek het Hoeve,
dat een andere schipper, Ringeling, den
verloren zuidwester had gekocht vau be
klaagde.
Deze laatste ontkende hardnekkig den
diefstal eu zelfs dat hij Hoeve dien dag
had gezien. De politieagent Van der Meer
uit Landsmeer deelde nog aan den recht
bank mede, dat het beroep van bekl. is,
brieven te schrijven aan allerlei personen,
die een of ander in de couranten te koop
aanbieden, eerst met verzoek om prijsop
gave:, dan met eene bestelling. In de meeste
gevallen worden die orders uitgevoerd eu al
tijd wordt natuurlijk de betaling vergeten.
Om vertrouwen in te boezemen laat hij op
zijn tijd briefpapier „C. Bakker Jz., make
laar in effecten" drukken.
Bekl. verklaart nog meer zuidwesters
thuis te hebbeu en op de ironische vraag
van den president of hij daarin handelt,
geeft hij een brutaal antwoord.
De subs. off. vau just., in aanmerking
nemende dat bekl. nog geen 5 jaar ge
leden door het gerechtshof te Amsterdam
tot 1 jaar gevangenisstraf is veroordeeld,
requireert veroordeeliug tot 4 maanden
gevangenisstraf.
Op de vraag van den president of hij
nog iets te zeggen heeft, brengt plotseling
bekl. uit zijn jaszak een zuidwester te
voorschijn, met de woorden//Dit is de
zuidwester dien ik gevonden heb en ik
vraag vrijspraak
Daar evenwel Hoeve en Ringeling beide
verklaren, dat dit de bedoelde zuidwester
niet is, valt l et knaleffect door bekl. zoo
fraai bedacht, in het water en kan hij
heengaan, zonder andere troost dan de
mededeeling, dat over 8 dagen zijn von
nis zal worden gewezen.
Na hem verscheen voor de rechtbank
S. van E., arbeider te Wijk aan Zee en
Duin, wien ten laste wordt gelegd, dat hij
in den nacht tusschen 10 en 11 Febr.
aan G. Bier, wonende onder Heemskerk,
7 schapen heeft ontvreemd die in de weide
liepen, deze heeft verkocht en het geld ten
eigen bate heeft aangewend. Deze schapen
waren rood op de schoft gemerkt en misten
een stukje van het linker oor.
Niet minder dan twintig getuigen waren
in deze zaak gedagvaard.
G. Bier en zijn knecht hadden aan de
sporen gezien, dat de schapen het hek zijn
uitgegaan, terwijl duidelijk uit hunne ver
klaringen blijkt, dat de dieren zich niet
anders hebben kunnen verwijderen, daar
zich om het land een sloot bevindt, waarin
eeu paar voet water stond en andere ge
tuigen verklaren dat de schapen niet bi
zonder vuil waren.
Getuige Kuiper die schapen naar Alk
maar dreef, herinnert zich dat hij een
kwartier lang geloopeu heeft met eeu man,
die zes schapen dreef. Hij herkent echter
alleen de klompen van beklaagde en weet
overigens niet of hij dezelfde is.
J. Pannekeet, koopman te Alkmaar,
haeft toen bekl. en get. Kuiper ontmoet
en vroeg of er ook te handelen was. Kui
per zeide dat zijn schapen al verkocht
waren maar bekl. riep: #Ik heb er zes te
koop!" Pannekeet kocht die toen voor
f 60 en betaalde met een bankbiljet van
f 40 en overigens in zilvergeld.
Deze getuige en getuige vau Wieriugen,
die ook bij den verkoop tegenwoordig was,
herkennen beklaagde met groote zekerheid.
Bekl. blijft den diefstal hardnekkig ont
kennen en discht een geheel verhaal op
van een onbekende die hem de sebapen
heeft toevertrouwd, maar wiens naam hij
niet kent.
Thans verschijnen de getuigen in de
tweede afdeeling der zaak, (de vraag, hoe
het geldj is besteed geworden.) Eenige sla
gers te Beverwijk verklaren, dat hij vleesch
bij hen heeft gekocht en contant betaald,
terwijl eenige leveranciers die geld van
bekl. te vorderen hadden, door dezen be
taald zijn geworden.
De eigenaar Bier heeft zijne schapen,
die door Pannekeet weder verkocht waren,
herkend.
Bekl., begrijpende dat die vele inkoo-
pen wat verdacht zijn, geeft voor dat eeu
onbekende hem gevraagd heeft, dat vleesch
te koopen. Ongelukkig keut hij echter den
naam weer niet.
De subs. off. van just, requireert, we
gens diefstal van vee uit de weide, ge
vangenisstraf van drie jaar.
Bekl., die in zijn Zondagscbe plunje
verschenen was, had zich op bevel van
den ambtenaar van het O. M. in zijne
gewone kleederen moeten en steken om het
den getuigen gemakkelijk te te maken, hem
te herkennen, had de subs. off. van just,
zorg gedragen dat 's mans baard even oud
was als toen hij het vee verkocht.
Jhr. sr. F. W. van Styrum, ambts
halve als verdediger toegevoegd, begon met
het O. M. hulde te brengen voor den
maatregel, voortaan aan verdedigers een
afschrift te zenden van de dagvaarding der
beklaagden.
Daarop zijn pleidooi aanvangende, wees
hij er op dat het een zonderlinge zaak
was, dat onder de vele getuigen zoo wei
nige waren die bekl. hadden herkend, de
meesten weifelde»'., niettegenstaande de
ambtenaar van het O. M., door den bekl.
telkens van kleeding te doen verwisselen,
het hen wel gemakkelijk had gemaakt. Hij
achtte het bewijs derhalve niet geleverd,
evemin stond de identiteit der gestolen
schapen vast, daar het merken met rood
zeer menigvuldig voorkomt. In elk geval
toonde niets aan dat bekl. het vee u i t
de weide gestolen had.
De verdediger achtte het afkeurens
waardig, dat de vrouw van den bekl. tegen
hem was gehoord en noemde dit overdre
ven dienstijver van de politie te Beverwijk.
Na re- en dupliek werd de uitspraak
bepaald op beden over 8 dagen.
Ingekomen aanvragen van werk
zoekenden bij de Arbeidsbeurs aan
het bureau vau Haarlemss Dagblad: 1
machinist, 1 bankwerker, 1 magazijn
knecht, 1 bakkersknecht, 1 bakkers-
leerling, 1 boekbinders-aankomeling.
Ingekomen aanvragen van werk
gevers 2 timmermausaankomelin-
gen.
LETTEREN EU KUNST.
W. schrijft aan het //D. v. N." om
trent de te Boksmeer gevonden correspon
dentie tusschen Napoleon I en ziju broeder
Lodewijk, dat reeds in 1875 de lieer Fc-
lix Rocquain, archivaris te Parijs, ouder
den titel//Napoléon Ier et le roi Louis
d'après les documents conserves aux ar
chives uationales" bij FirminDidot een
lijvig boekdeel het licht heeft doen zien,
waarin de particuliere correspondentie
tusschen de twee broeders van 6 Juni
1806 tot 1810 afgedrukt is. Verscheidene
van deze brieven werdeu echter reeds in
1820 in de /Documents historiques et re
flexions sur le gouvernement de la Hol-
lande par Louis Bonaparte, ex-roi de
Hollande" (3 boekdeelen) gepubliceerd.
Deze brieven veripreiden een zoo helder
licht over de gebeurtenissen van dezen
tijd, zij geven een zoo nauwkeurige voor
stelling, niet slechts van de onderlinge
verhouding der twee broeders, maar ook
van den staatkundigen toe.tand van het
ephemère Koninkrijk Holland, dat het
uauwelijk aan te nemen is, dat de vondst
op den zolder te Boxmeer voor de kennis
der Nederlandsche geschiedenis een be
duidende en noemenswaardige aanwinst
kan zijn.
Inhoud van de Nieuwe Gids
vau April:
In Memoriara A. Mauve. De nacht
cactus door Jac. van Looy. Lidewijde
door L. van Deyssel. Een onzedelijk
boek, door Frederik van Eeden. De
Nederlandsche bank-kwestie door H. J.
Biederlack. De verkiezingen door Ph.
Hack van Outheusden. Nederlandsche
Politiek. Indrukken van den dag, door P.
L. Tak. Boekbeoordeelingen. Kunst
door J. Stemming en I. Staphorst. Va
ria door J. van Santen Kolff, L. van
Deyssel en dr. Ch. M. van Deventer.
Literaire Kroniek (Huet-MareellusEmants).
LEGER EM VLOOT.
Bij het bataillon infanterie te Helder be
staat bet voornemen om in de aanstaande zo
mermaanden schietoefeningen te houden op
zoogenaamde drijvende nollen in zee.
Bij het 2e regiment infanterie te
Maastricht worden thans een aantal wolfs
honden voor den velddienst afgericht.
ONDERWIJS.
De heer G. V. Arkel, onderwijzer van
school no. 2 te Haarlemmermeer is wegens va
cature benoemd tot onderwijzer aan school no. 9
in dezelfde gemeente.
Tot onderwijzeres aan school no. 2 i3 be
noemd mej. Keukenmeester.
De heer G. de Boer, onderwijzer aan
school no. 2, is benoemd in gelijke betrekking
te Amsterdam.
VISSCUEE1IJ.
Nieuwediep, 30 Maart. Heden
kwamen van de groote visseherij binnen
de sloepen //Vertrouwen", sch. Van der
Heek, met 45 lev. kabelj., 12 lengen, 8
punt rog, 7 beu vleet en 60 sehelv., en
z/Titia Jacoba", sch. Van Delft, met 25
lev. kabelj., 7 lengen, 2 heilbotten, 20
punt rog, 3 ben vleet en 60 schelv., ter
wijl door 3 korders 27 mandjes kl. schol
en door trekkersbooten 740 tal haring
werden aangevoerd, lev. kabelj. gold f 1.85
a 1.95, leng f3.20 a 3.30, heilbot f 15
per stuk, rog f5.50 a 6.45 per punt,
vleet f10 a 12.60 per ben, schelv. f 33.50
het honderd, kl. schol f2.50 per mandje
en haring fl.85 a. 1.90 per tal.
81 Maart. Heden kwam van de groote
visseherij binnen de sloep //Flevo III",
sch. Noordijk, met een klein partijtje
versche visch, waarvoor f28 werd besomd.
Zes korders brachten 5 tot 6 mandjes kl.
schol, en trekkersbooten 690 tal haring
ten afslag. Kl. schol gold f2.50 a, 2.55
per mandje en haring fl.85 a 1.65 per
tal. De Vlaardinger logger //Margo" (V.
L. 21) kwam tengevolge van dikken mist
en windstilte zonder vangst binnen.
Enkhuizen, 29 Maart. Heden
werd alhier door onze visschers aange
voerd 4 last of 200 tal (één tal of 200
stuks) Zuiderzeeharing, welke aan den
afslag f 2.10 tot 2.75 per tal opbracht.
30 Maart. Aangevoerd 2 last of 100
tal Zuiderzeeharing, prijs aan den afslag
f 1.7 5 per tal.
Gedurende de afgeloopen week werd in
het geheel aangebracht 705 tal haring;
de hoogste prijs bedroeg f 3.50, de laagste
f 1.75 per tal.
Lemmer, 30 Maart. Heden was
de visseherij naar haring op de Zuider
zee zeer gunstigaan de bokkingrookerijen
alhier werden aangebracht pl. m. 10 last,
waaronder 8 last van Roptazijl, zijnde
100.000 stuks of 500 tal, die werden af
gezet voor f3 per 200 stuks of tal en de
van elders aangebrachte tot onbekenden
prijs.
LAND- EN TUINBOUW.
Men schrijft ons uit Haarlemmermeer:
Algemeen kan gezegd worden, dat de stand
der wintergewassen niet ongunstig is in de
Haarlemmermeer. De vorst schynt weinig
schade gedaan te hebben, dat men toeschrijft
aan de overvloedige sneeuw, waarvan de Haar
lemmermeer ook niet misdeeld is geweest.
Met het zaaien der zomerproducten 13 me»
druk in de weer ondanks den velen regen, die
hier valt.
De watermachines bewijzen weder aan de
Haarlemmermeer een onschatbaar nut, daar
binnen een paar dagen het water tot het laagste
peil is gebracht.
B I N X 15 X L A X i).
Prins en prinses A 1-
brecht van Pruisen zullen niet hunne
kinderen gedurende het aanstaand
seizoen hunnen intrek nemen in het
«Hótel d'OraDge»,te Scneveniugen.
De heer A3. baronMackay
is door Z. M. belast met het samen
stellen van een nieuw ministerie.
Vanwege het Depart e-
ment van Financiën is er de aan
dacht op gevestigd, dat de hier te
lande gevestigde kooplieden, com
missionairs, fabrikanten, trafikanten,
voor hun beroep reizende zonder pa
tent, zich blootstellen aan bekeu
ring.
Naar men verneemt zal
door den aspirant-ingenieur jhr. F.
L. Ortt de dienst worden waarge
nomen van de beide ingenieurs van
het Noordzeekanaal, de heeren C.
de Bruin en A. E. Kempees, die
zich eenigen tijd naar het buiten
land zullen begeven.
De heer Cluijzenaer te
Utrecht heeft, vóór zijn vertrek
naar Transvaal, aan alle ambtena
ren der Exploitatie-maatschappij,
die hebben deelgenomen aan het
hem op 25 Febr. 11. aangeboden
huldeblijk, een vleiende dankbetui
ging met zijn photographisch portret.
Het Kon. Instituut van
Ingenieurs zal Dinsdag 10 April
te VHage vergaderen. Behalve
eene wijziging van het reglement
en de verordeningen wordt door den
Raad van Bestuur voorgesteld, voor
f 500 deel te nemen in de leening
der Zuiderzee-V.-reeniging.
Door den heer A. Huet zal eene
mededeeling gedaan worden over
het rendement van stoomketels, door
den heer I. Gossclialk eene over de
beproeving van een heipaal en eene
tweede over de constructie van een
lift, beide bij den bouw van eene
der gasfabrieken te Amsterdam.
Vooraf zal de discussie geopend
worden over de in de vorige ver
gadering door den heer Ph. W.
Van der Sieijdeu gehouden voor
dracht, over de ontwerpen tot be
houd en tot verbetering van het
vaarwater van Soerabaja.
Naar wij vernemen heeft
de Nederlandsche V.-ouwenvereeni-
giDg «arbeid adelt» een uitgezochte
collectie goederen naar de tentoon
stelling voor vrouwelijke handwer
ken te Glasgow gezonden. Vooral
munten daarin uit de nationale pop
pen, van Amsterdam, eu he kunst
naaldwerk van Breda.
Men s c h r ij f t ons uit Hil
versum
De rederijkerskamer «Door oefe
ning Volmaakter», die- eertijds den
ingezetenen zoo menig genotvol
avondje bezorgde, doch nu iu lan
gen tijd niets van zich liet hooren,
zoodat men haar reeds lang «dood»
waande, zal Maandag 16 April we
der een openbare uitvoering geven.
Opgevoerd zullen worden «Griffo
de Saliër», van Hofdijk eu als na-
stukje «Eens gekocht blijft gekocht».
Het is te verwachten, dat de Hi]_
veld op het oogenblik waarop Fabiaan, na het bosch achter
zich gelaten te hebben, in de vlakte kwam, die zich tus
schen het bosch en den ringmuur der hacienda uitstrekte.
Tot daartoe was hij met vasten tred gegaan, ofschoon
langzaam; maar toen hij door den verzilverden damp van
den nacht den witten muur bemerkte in welks midden zich
de nog geopende bres afteekeude, werden zijne schreden
langzamer en zijne knieën knikten onder hem. Was het
zijne nederlaag, die hij vreesde? want eene in wendige stem
riep hem vooruit toe, dat hij overwonnen w as; of wel waren
het zijne herinneringen die, levendiger eu drukkender, op
dit oogenblik als eeu stortzee opstegen?
Er heerschte eene diepe stilte en de nacht was helder,
alhoewel nevelig. Eensklaps hield Fabiaan, rillende stil,
gelijk de afgedwaalde reiziger die eene schim voor zich
meent te zien oprijzen. Eene slanke en blanke gedaante
scheen zich iu de bres van den omheiningsmuur af te teekeDen.
Een oogenblik scheen deze bekoorlijke verschijning voor
Fabiaan weg te smelten, inaar dit was slechts bedrog zijner
oogen, die, zijns ondanks, met een sluier bedekt werden.
Het visioen bleef steeds op dezelfde plaats. Toeu hij den
moed had voorwaarts te gaan, ging hij nog verder; het
visioen verdween niet.
Het hart des jongelings stond op het puat in zijne borst
verpletterd te worden; want eene vreeselijke gedachte ging
door zijne ziel; hij dacht dat hij slechts den geest van
Rosarita voor zich had....
Eene stem, welker heerlijke klank in zijn oer weerklonk
als een toon uit den hemel, kon zijn begoocheling niet ver
drijven, want deze stem zeide:
Zijl gij het, Tiburcio? Ik wachtte u.
Zijt gij het Rosarita? riep Fabiaan met ontstelde
stem, of is het slechts een bedriegelijk visioen, dat gaat
verdwijnen
Eu Fabiaan bleef onbeweeglijk als aan den grond ge
nageld, zoozeer vreesde hij dat liefelijk beeld te zien ver
dwijnen.
Ik ben het, ik ben het, zeide de stem.
O! mijn God! de proef zal nog geduehter zijn, dan ik
durfde denken, zeide Fabiaan tot zich zeiven.
En hij deed weer een schrede voorwaarts; maar hij stond
weer stil, de arme jongeling hoopte niet meer.
Door welk wonder des hemels vindt ik u hier weder?
riep hij.
Ik kom hier alle avonden, Tiburcio, gaf het jonge
meisje ten antwoord.
Ditmaal begon Fabiaan meer van liefde dan van hoop
te beven.
Rosarita had, zooals wij gezien hebben, sedert hare ont
moeting met Fabiaan, er de voorkeur aan gegeven liever
te sterven dan hem te zeggen dat zij hem beminde. Seder'
dien tijd had hij zooveel geleden, zooveel geweend, dat ditmaal
de liefde sterker was dan hare maagdelijke schroomvalligheid.
Kom nader, Tiburcio, zeide zijkijk, hier is
mijne hand.
Fabiaan was in een sprong aan hare voeten en hij drukte
krampachtig de hand die men hem toereikte, maar te ver
geefs beproefde hij te spreken.
Het jonge mesije wierp op hem een blik van ongeruste
teederheid.
Laat mij zien hoe gij veranderd zijt, Tiburcio her
nam zij O ja, de smart heeft sporen op uw voorhoofd
achtergelaten, maar de roem heeft het veredeld. Gij zijt
even dapper als schoon, Tiburcioik heb met trots verno
men, dat het gevaar u nooit heeft doen verbleeken.
Gij weet, zegt gij riep Fabiaan maar wat weet gij
Alles, Tiburcio, tot zelfs uwe geheimste gedachten
ik heb alles geweten, tot zelfs uwe tegenwoordigheid hier
op dezen avond Begrijpt gij en thans ziet gij mij hier
Alvorens ik u durf begrijpen, Rosarita want dit
maal zou eene vergissing mij op slag dooden, - hernam
Fabiaan, die deze woorden en de teederheid van hetjopge
meisje tot in het diepst der ziel geroerd hadden, wilt gij
antwoorden op eene vraagindien ik ze u durf doen?
(Slot volgt.)